DE KINDEREN VERTELLEN H A R M 0 N Y G R A S S mna simone ruimte uitstapje het ongeluk elsje in kabouterland carla wordt erg ziek beverig debuut van gevolgd door pijlsnelle carrière het giraf je waar iedereen om lachte onbekende delen tegemoet Rij bie V ZATERDAG 15 MAART 19ti& Dlederik de Bruin Mus, maar hoe? Zelf konden ze het niet. Op de boerderij woonde een ge zin. Vader; moeder en een meisje, dat Mariola heette. Ze was TYa jaar en hield veel van dieren. Ze hielp Allereerst bedank ik alle kinderen die mij een mooie gekleurde kaart gestuurd hebben op mijn verjaardag. De dikke stapel kaarten lag 's mor gens naast mijn ontbijtbordje. En dan dat vers, gemaakt door de derde- Idassertjes van de Antonius school, was helemaal een verrassing. Nogmaals bedankt. 't was reuze leuk! TAN TB JO. Anlta Bierman, Noordwijk: Onder de dakpannen van de koeienstal van een boerderij woonde het vogelechtpaar Mus. Ze woonden daar erg naar hun zin, want ze wa ren beschut tegen de regen en wind Wanneer de zon scheen vlogen ze uit. Van tijd tot tijd maakten ze hun nestje schoon of vernieuwden sommi ge dingen. Als de boer z'n kippen ging voe ren, waren zij er ook als de kippen bij. Het eten was voor hen voor het grijpen, want ja, als de koeien, var kens of paarden gevoerd werden, bleef er altijd wel iets over. Dus honger lijden hoefden ze niet Maar er kwam een verandering hi hun leven. Het gezin breidde zich uit. Er kwamen drie baby-vogeltjes bij. Het waren twee jongetjes en één meisje. Ze heetten Wil, Wim en Willeke. Wat hadden vader en moe der Mus het drdk. Het leek wel of de kinderen nooit genoeg hadden. Het nestje werd gewoon te klein. Nu kwam de tijd aanbreken dat de kinderen moesten leren vliegen. Ze waren nu groot genoeg om dat te leren, 's Morgens hadden ze hun buikje dik gegeten, dus ze konden beginnen. Vader, Mus maakte al een vlieg- rondje, wat de kinderen straks ook moesten doen. Vader Mus zei: „Wil jij eerst. Nu moet jij ook een rondje vliegen. Kijk je moet je vleugels zo uitslaan, net zoals ik deed". Wil ging op de rand van het nestje staan enfloep, daar ging hQ. Het ging fantastisch. Hij eindigde bij het nest. Van vader en moeder kreeg hy een pluim en zelf was hij ook blij. Nu moest Wim. Dat ging ook fantastisch. En nu was Wil leke aan de beurt. Ze was wel erg zenuwachtig. Ook zij ging op het randje staan, waar haar broertjes gestaan hadden. Vader, moeder, Wil en Wim keken angstig toe. „Als alles maar goed gaat", zei moe der. „Maar natuurlijk, bij ons ging het toch ook goed" zei Wim. „Wil leke, ga nu maar!" zei moeder, „je hoeft niet bang te zijn". Opeens Willeke viel, ze schreeuw de en kwam terecht op de grond. Ze had vergeten haar vleugels uit te slaan. De andere vogels: vader, moeder', Wil en Wim kwamen toege vlogen en tsjilpten luid, alsof ze zeg gen wilden: kwam er maar iemand om je te helpen. Willeke haar pootje was gebroken. Hoe moest dat nu? De vogeltjes wa ren gewoon radeloos. „Dat pootje moet gespalkt worden", zei vader haar vader altijd mee met het voe deren van de dieren. Mariola was juist in de stal toen ze de vogels zo hoorden sjilpen. Ze ging er heen en zag al dadelijk dat het kleine vo geltje zjjn pootje gebroken had. Ze wist dat het gespalkt moest worden. Ze had het haar vader wel eens zien doen.Ze zocht een touwtje, een doek je en een klein stokje. Ze hurkte bij Willeke neer en verbond het pootje. Het deed wel wat pijn, maar het zou genezen. De andere vogeltjes hadden toegekeken en tjilpten luid: Dank je wel Mariola." Toen Mariola het pootje verbonden had, holde ze naar binnen en kwam terug met een bakje water en brokjes brood. Want ja, anders zou Willeke dood gaan va nde honger. Ze kon im mers niet lopen of vliegen. Ze lag be schut. Iedere dag kwam Mariola kij ken, hoe het ging met het pootje. De vijfde dag mocht het doekje er af. Mariola bleef staan kijken en ja hoor Willeke kon lopen. O, wat waren ze blij. Ze begon ook haar vleugetjes uit te slaan... en... ze vloog. Allemaal vlogen ze naar het nestje. Behalve Mariola natuurlijk, die ging naar haar vader en moeder, waar ze alles ver telde. Voortaan kwamen de vogeltjes iedere dag naar Mariola om haar goeden dag te zeggen. Wat vooraf ging: In haar droom stapt Elsje met kabouter Prikkebeen het kabouterland binnen. Ieder een is bezig met voorbereidingen voor de 50e ver jaardag van koning Goudoog. Elsje kijkt naar 'n circusnumer van slaken en kikkers. Zij brengt ook een bezoek aan de banketbakkerij. De volgende morgen wordt Elsje wakker door 't kraaien van haan Kukel. Hij is de wekker van heel kabouterland. Elsje springt vlug uit haar bed. Er 6chiet haar te binnen, dat ze vandaag met kabouter Prikkebeen naar 't timmerbedrijf zal gaan kijken. Er wordt op de deur geklopt en 'n heel klein man netje brengt een blad met allerlei lekkernijen binnen Elsje's ontbijt. Daar is Prikkebeen al. Vlug, vlug. Het is vroeg dag in kabouterland. 't Is pas 7 uur, maar langs 't raam trekken al tientallen kabouters naar hun werk. Koning Goudoog wil dat zo. Hij heeft het in een wet laten vastleggen. Haastig gaat ook Elsje met Prikkebeen op pad. Ze worden door de chef van de timmerwerkplaats, kabouter Draadnagel, vriendelijk ontvangen. Hier dra gen de kabouters donker blauwe voorschoten. Voorop is een grote zak genaaid. Daarin zit al hun timmer gereedschap. Een hamer, 'n knijptang en 'n schroe vendraaier steken er half uit. De kabouters zijn druk bezig aan 'n praalwagen voor de optocht, die vol gende week alle straten zal doortrekken. Dit wordt de koninklijke wagen. In 't midden van de wagen staat een troon, waarop koning Goudoog zal zitten. Op de hoeken staan 4 prachtige groene dennen De gekleurde lampjes hangen er al in. Gouden sterretjes voor de bomen zijn nog in bewerking. Wat zal alles mooi worden, denkt Elsje, 't Grote werk moet nog beginnen. In de troon, die helemaal van hout is, moe ten nog kleine gaatje geboord worden. In ieder gaatje zal een bloemetje gestoken worden als versiering. Na 'n slag op de gong door kabouter Draadnagel heerst er plotseling een algehele stilte. Een kabouter sluit de ramen en deuren van de werkplaats. Kabouter Draadnagel gaat naar 'n aantal grote kooien, die tegen een muur staan. Hij opent de deurtjes en roept cijfers af. Tot grote verbazing van Elsje komen ge nummerde wespen naar buiten. Achter elkaar vliegen ze naar de troon op de praalwagen en boren, met hun angels, gaatjes op de kruisjes, die kabouter Draadnagel heeft laten tekenen. Na 'n dikke 10 mi nuten draait de stoet zich om en vliegt regelrecht naar de kooien terug. Deurtjes dicht. Klaar. Elsje wil weten, wat dat allemaal te betekenen heeft. Ze hoort het van kabouter Prikkebeen. De wespen zijn n lastig volkje. Ze brengen veel vernie lingen aan in kabouterland. Het ergste is wel. dat ze de kabouters zelf te pakken nemen. Ze steken flink en venijnig. Kabouters kunnen daar niet tegen. Ze liggen hau een hele week met hoge koorts in hun bed. Om die gevaarlijke wespen mogelijk kwijt te ra ken, heeft kabouter-koning Goudoog een politiecorps aangesteld. Met vangnetjes worden door hen de wes pen gevangen. Er is een gerechtshof. Daar krijgen de gevangen genomen wespen te horen, dat ze ver oordeeld zijn tot enkele weken opsluiting in de werk- Elsje vindt alles heel vreemd Moeder doet altijd azijn op de plaats, waar 'n wesp gestoken heeft. Ze kan al na 'n uurtje weer spelen. Peinzend vertrekt Elsje met Prikkebeen. Alles is toch heel anders in kabouterland. WORDT VERVOLGD Hoep! daar springt een ^ap uit een boom. Dat is Tup. Er springt nog een aap uit de boom en dat is Joep. Ze hebben het warm en zij hebben ook erge dorst. Zij staan dicht by een klapperboom (kokosnotenboom) Tup klimt in de boom. pakt een noot en gooit die naar beneden. Er komt een barst in de noot en samen drinken ze van het heerlijke sap (kokosmelk). Ze bemerken niet dat er een hon gerige tijger komt aangeslopen. Die heeft wel trek in een aapje, maar gelukkig zien ze het gevaar en ren nen weg in een hoge boom. Ze klim men verder van de ene boom in de andere. Onderweg komen ze een ka narie tegen. „Jullie moeten kokosnoten gooien op de kop van de tijger,' zegt het vo geltje. Ja, dat vinden Tup en Joep een goed idee. Ze gaan stilletjes terug tot vlak bij de tijger. Maar de tyger heeft ze al aan zien komen en met een open mond staat hq klaar om de apen te verslinden. Boem! daar valt de eerste noot, precies in de bek van de tyger. Die kan er niet meer uit en hij gaat lig gen want brullen kan hy ook niet. Boem! Boem! vallen de volgende noten op zqn kop en dat doet pijn. Tup en Joep krygen nu medelijden met hem maar de kanarie heeft ze gewaarschuwd: „Denk er om, t is en blijft een roofdier.' Toch gaan de apen naar beneden. „Beste tqger zullen wy je helpen?" De tqger knikt. Joep zegt: „Wil je dan een goed vriendje van ons zijn?" De tqger knikt weer. Na een halfuurtje trekken, is de noot er uit. Tup en Joep gaan weg. De tyger gaat ook weg en de kanarie ook. Carla was een meisje van zeven jaar. Haar vader en moeder waren ge storven en nu woonde ze by haar oma Maar op een keer werd oma heel ernstig. Ze moest naar het zie kenhuis. Wie moest er nu voor Carla zorgen? Dat zal ik jullie vertellen. Carla had een vriendinnetje, Franka, die zo graag een broertje of zusje zou willen hebben, maar ja, dat ging nu eenmaal niet want een baby komt niet zo maar uit de lucht vallen. Nu mocht Carla bij haar komen en sa men speelden ze heel fqn. Carla had ook een tante in Canada en die had gehoord dat oma naar het PUCHTS DAGBOEK Sneeuwballengevecht! Dat Is iets voor Puchitotdat de glasscher ven in de rondte vligen en hy alleen de schuld krygt! Arme Puchi. Foei, wat zyn dat laffe jongens! Lieve Carla, De ben tante Els. Ik zou graag een meisje willen hebben, net zo oud als jij. Toen je één jaar was, ben ik naar Canada vertrokken, maar ik heb veel foto's van je gehad. Ik zou je zo graag echt willen zien. Ik kom over een weekje over, dan bUjf ik een maand by jullie om voor jou en opa te zorgen, eten koken, boodschappen doen, het huis schoon houden en nog veel meer. Ik neem je dan mee terug naar Canada. Dat zal oom Bob heel fijn vinden en ook de drie jongens Bob, Jan en Klaas. Dag Carla, ik breng speelgoed, poppen en andere dingen voor je mee. Tante Els. Carla kon de brief nog niet lezen. De moeder van Franka las de brief heel anders voor, want zieke oma zou er veel verdriet van hebben en ook Franka. Nu werd Carla ziek. Ze kreeg ma zelen. Ze sliep by Franka op de kamer en 's nachts riep Carla of ze een bekertje water kreeg. Ze had zo'n dorst. Dadelijk liep Franka naar de douche en gaf haar water. Maar ge- lqk voelde ze hoe warm Carta's hoofd Franka liep naar de slaapkamer van haar vader, die dokter was. De dokter onderzocht haar en hy zei dat Carla longontsteking had. In haar koorts riep ze maar, dat ze niet naar Ca nada wilde maar by Franka wilde blijven. De vader van Franka maakt haar gauw beter. Al gauw speelde ze weer samen spelletjes, meestal Mens-erger- je-niet. Later bracht de dokter ook nog een ganzenbord mee. Dat was een leuk speL Toen Carla bij haar vriendinnetje mocht blijven, had ze weer een vader en moeder. Karin van Cleef Er was in dierenrijk een dorp dat Bamersfoort heette. Daar woonden allerlei dieren in hun huisjes soort bq soort. Daar woonden kippen, koeien, katten, kikkers en konijnen. Daar woonden ook varkens dik en vet en ook geiten, met en zonder sik. Ergens langs de waterkant woonde het girafje Ferdinand. De dieren von den zich zelf heel gewoon, maar de giraf Adel uit de toon met zijn lange nek. De kater zei: Zijn nek is langer dan de mijne. De dieren besloten, dat de giraf maar moest verdwijnen. De giraf wou echter graag blijven. 'Ik heb van hout en stenen een mooi huis gebouwd, myn nek is wel lang, maar laat me alsjeblieft maar blq- ven. Toen keek er geen dier meer naar het girafje, geen koe, geen kik- p 3 75' 3 3" C 55' ker, geen beer, niemand! Geen dier wou zijn vriend zqn. CL) Op een dag reed er een koets. Wie zou daar nou in zitten? De koets hield stil en koning Leeuw stapte O uit. Hy sprak tot de dieren: „Jullie hebben nog geen burgemeester en nu moet één van jullie burgemeester wor- Een voor één kwamen de dieren by koning Leeuw. Eerst kwam de beer. „Ach koning laat my burgemeester zyn. Ik ben dik en rond en dat zyn de burgemeesters altijd." Koning Leeuw zei: „Jij burgemeester? Je mond zit vol koning, ga je maar Ook de vos werd afgekeurd, omdat hij kippen op at, maar toen het gi rafje aan de beurt was, werd hy ge kozen. Met zijn lange hals kon hy gemakkeiyk over alle dieren heen kijken, om te zien of ze hun werk goed deden. Niemand heeft het giraf je meer uitgelachen. Tot de volgende week weer, De beruchte Skandinavische Noormannen waren op de eerste plaats een zeevarend volt dat iedere zomer opnieuw naar onbekend streken trok. De schrale grond bij hun brac niet veel op. Ze moesten hun geluk ergen anders beproeven. Ze kwamen uit Noorwege Dennemarken en Zweden en verspreidden tijd angst en schrik onder de bevolking, ze ook opdoken. Rond 780 na Chr. ontdekte de Noormannen Schotland, Ierland en Enge land. Op 't vasteland zakten ze de Rqn en Seine af. Ze dreven handel en roofden, reisden door heel Europa. Enkelen kwame zelfs tot Bagdad en Konstantinopel, het genwoordige Istanboel. De leider van de Noor-I mannen, Ottar trok zelfs naar 't Noorden bereikte de Witte Zee aan de Noordkaap. Hun blijvende plaats in de wereldgeschiede nis verkregen de Noormannen echter hoofd zakelijk door him ontdekking van 't Ameri kaanse vasteland, dat zq verscheidene eeuwen voor Columbus hebben ontdekt, 't Noormannen schip was eenvoudig, tegeiykertijd toch een sterk weerstand bie dend vaartuig van ongeveer 25 meter lengte, De voorsteven was met een draken- of genkop versierd en aan de zykanten hingen de schilden van de strijders. Het was zeilschip, dat ook met roeispanen bediend kon worden. Men kon zich alleen maar tegen 'l slechte weer beschermen door een klein wind scherm. Men weet nu niet meer, hoe de Noor mannen de weg vonden op zee. Ze hadden echter een heel eenvoudig maar goedwerkend systeem, waarbq ze vaststelden of er land zicht was. Een kooi met raven bevond ziet aan boord. Na enkele reisdagen werden d; eerste raven losgelaten. Vlogen ze in tegen gestelde richting van de lavers van 't schif dan voeren de Noormannen rustig door. Mat als 'n raaf in de andere richting vloog, wist? ze dat er spoedig land in zicht zou zijl Zes bqzonder sympathieke Engelse muzikale jongens begonnen op een zekere dag in augustus 1961, hun haar te laten groeien en te sparen voor de gebruikelijke attri buten om een beatband te beginnen. Na intens oefenen begonnen zij hun beverig debuut als „ballroom orches tra" en begeleidden danspasjes op dansscholen. Zodoende begonnen zij steeds meer routine te krygen en met als vaste basis hun muzikaliteit, bouwden zy een groot repertoire op. Uiteindelijk kwam dan toch het succes: zij mochten een onderscheiding in ontvangst nemen van de kritische studentenorganisaties, waarvoor zij de laat ste jaren byna elke avond optraden. Hun ideale kom- binatie van beatband-met-kabaret-ervaring leverde de Harmony Grass deze voor hen zo belangrijke beloning op. RCA Great Britain kwam dat ter ore en nodigde de jongens uit voor een auditie in hun Londense studio's. Na één titel gehoord te hebben, nodigde RCA hen uit voor een plaatopname samen met een 25 man tellend orkest. „MOVE IN A LITTLE CLOSER BABY" werd het, met op de fiipside „Happiness Is Toy Shaped" en dit is dlrekt al raak: voor een eerste opname van een vol slagen onbekende groep na één week op de vijftigste plaats in Engeland en een week later 23e is beslist geen slecht resultaat! En wq schrijven dit dus twee weken na de Engelse releasedatum. Ook in ons land gaat dit groep je al hoge ogen gooien. Op het Grand Gala du Disque, heeft men kennis kun nen maken met deze geweldige close harmony singing group, die met Move in a little closer baby, een kraker van formaat inbracht, GEGEVENS TONY RIVERS 24 jaar geboren in sbildon (county durham) lichtbruin haar blauwe ogen voetballende songwriter leadvocalist. RAY BROWN 25 jaar geboren in Hartford blond haar grqze ogen basgitaar. BILL CASTLE 22 jaar geboren in Wakefield bruin haar grijze ogen drums. TONY FERGUSON 20 jaar blond blauwe ogen leadguitar organ flute vocals. KENNY ROWE 25 jaar geboren in Dagenham bruin baar groene ogen vocals en basgitaar. TONY MARSHALL 21 jaar geboren in Worthing zwart haar blauwe ogen vocals rhythm- guitar piano. Dame, derigh (ootje oor r n do erhaó perker want c Afkom van h< dampk hen a de we van d eindbe n lig rische op he 8ysten Ordenc .Neem eerst pqnlijk nauwkeurig kennis en door voeld afstand van wreedheid, onrecht en gecom pliceerdheid. Voeg de volgende ingrediënten toe: gevoel voor humor i enigszins bitter), intelligentie (een flinke hoeveelheid), talent (origineel en ont wikkeld) en tenslotte een overheersende noodzaak om te experimenteren en liefde te prediken. Wacht een ogenblik en bereid jezelf voor op een overdonderende explosie: de naam luidt Nina Simone". Met deze geenszins hoogdravende woorden begint een van de kopstukken van de Amerikaanse RCA zyn hoespraatje voor „Nuff said". Een grandioze elpee, deze laatste „life"-opname van Miss Si mone. Beginnend met het indrukwekkende „In the morning" zingt Nina zich met de van haar bekende vibrerende stem via „Sunday In Savan nah" en „The Blaekbash Blues" naar het Bée- Geesnummer „Please read me" om de a-kant M beëindigen mèt „Gin house blues" (eens 'n bit van The Amen Corner). De achterkant begint met „Why, the King of love is dead", een intri gerende hommage aan de vermoorde Martin Luther King, geschreven door Nina's basgitarist Gene Taylor. „Peace of mind" is een knap inspeel- nummer voor „Ain't got no. I got life" (haar number-one-hit), terwijl „I love Porgy" (Nina's eerste grote klapper) en „Take my hand precious Lord" het „life"-concert besluiten. Als toegift zette men het in de studio opgenomen „Do what you got to do" op de elpee. Een fascinerende song, maar hij past niet in het kader van „Nuff said". Men had er dan ook beter aan gedaan met „Take my hand precious Lord" te sluiten. Nina Simone is wq mogen het rustig stellen - een van de markantste persoonlqkheden van de hedendaagse muziekwereld. Iemand, die haar probeert onder te brengen in een van de vele vakjes, komt bedrogen uit. Een jazzzangeres? Een zangeres \'an volksliedjes? Een popzangeres? Een mensgeworden engel? Een heks? Zij is alles tegelijk en tevens helemaal niets van dit alles. Nina Simone is een produkt van onze tqd. Even als de Beatles valt zq niet te verklaren. Zij is er gewoon en daar kunnen we alleen maar blij om zijn. We zijn van de jongens van „Groep 1850" de enige écht experimentele groep, die Nederland op dit moment rqk is wel het een en ander gewend. Niettemin stonden ivy stomverbaasd van hetgeen zq op hun eerste elpee. „Agemo's trip to mother earth", presteren. Onder de deskundige leiding van producer Hans van Heraert konden de componisten Dean van Bergen en Peter Sjar- din zich volledig in hun nummer uitleven, het arrangement zo geraffineerd mogelijk maken. Het resultaat is een undergroundachtige elpee, die rqk is aan experimentele effecten, maar tevens de commercialiteit niet helemaal uit 't oog heeft verloren. Bereikten de jongens met „Mother No- head" een vrije interpretatie van het aloude „Vader Jacob" en „Zero" een kei van een plaat, die nooit wist door te drukken al een vrij eenzame hoogte in ons nederpoplandje, met deze elpee hebben ze zich aan de top van de revo lutionaire musici genesteld. Nummers als „I put I my hand on your shoulder" en „The point in his I life" zyn, zó verrassend mede door de gedurfde I inbreng van de Nederlandse dichter Hans Wes- I seling dat wy bang zqn, dat wij „Groep 1850" binnenkort aan het buitenland zullen verliezen. „Agemo's trip to mother earth" handelt over d jongen Agemo, die met zijn vader Dog woont op I het vredige Irotas, een planeet, die veel weg heeft I van onze vertrouwde aarde. Hoe gelukkig de r sen het ook hebben op Irotas, Agemo is niet te- I vreden met zqn leven. Het gaat „mother earth" I bezoeken. Maar ook dét blijkt niet alles. Ziekte, r ellende, oorlog en haat dingen, die op Irotas niet voorkomen A'allen hem ten deel. Maar na I enige tijd ontbering te hebben geleden komt Age- I mo in contact met een groep jongeren, die de I wereld willen veranderen. Tussen hen voelt hij I zich volledig thuis. Meer dan hij ooit op Irotas I zou zijn geweest. Met dit gegeven, dat een keiharde waarschuwing I bevat tegen onze wrede wereld, sloot tekstschrtj-1 ver Peter Sjardin (tevens zanger van Groep 1850) I zich enige weken op om een verantwoorde En- r gelse tekst te maken. Dean van Bergen zette I alles op muziek. De plaat wordt binnenkort uit-1 gebracht in heel wat Europese landen, waaronder I Engeland. Hy wordt geleverd in een driedimen-1 sionale hoes, die bekeken moet worden met het befaamde groen/rode brilletje (vroeger de Gruyters „Snoepje van de week"). „Groep! 1850" heeft met deze elpee een unieke poppres-1 tatie geleverd. Het is een volwassen werkstuk, I waarmee zij in het buitenland zeker ook hogel ogen zullen gooien. Hulde dan ook voor deze vier Haagse jongens.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 10