DE KINDEREN VERTELLEN
H
A
R
M
0
N
Y
G
R
A
S
S
mna simone
ruimte
uitstapje
het ongeluk
elsje in
kabouterland
carla
wordt erg ziek
beverig debuut van
gevolgd door pijlsnelle carrière
het giraf je waar
iedereen om
lachte
onbekende delen
tegemoet
Rij
bie
V
ZATERDAG 15 MAART 19ti&
Dlederik de Bruin
Mus, maar hoe? Zelf konden ze het
niet. Op de boerderij woonde een ge
zin. Vader; moeder en een meisje,
dat Mariola heette. Ze was TYa jaar
en hield veel van dieren. Ze hielp
Allereerst bedank ik alle kinderen die mij een mooie gekleurde kaart
gestuurd hebben op mijn verjaardag. De dikke stapel kaarten lag 's mor
gens naast mijn ontbijtbordje. En dan dat vers, gemaakt door de derde-
Idassertjes van de Antonius school, was helemaal een verrassing. Nogmaals
bedankt. 't was reuze leuk!
TAN TB JO.
Anlta Bierman, Noordwijk:
Onder de dakpannen van de
koeienstal van een boerderij woonde
het vogelechtpaar Mus. Ze woonden
daar erg naar hun zin, want ze wa
ren beschut tegen de regen en wind
Wanneer de zon scheen vlogen ze
uit. Van tijd tot tijd maakten ze hun
nestje schoon of vernieuwden sommi
ge dingen.
Als de boer z'n kippen ging voe
ren, waren zij er ook als de kippen
bij. Het eten was voor hen voor het
grijpen, want ja, als de koeien, var
kens of paarden gevoerd werden,
bleef er altijd wel iets over. Dus
honger lijden hoefden ze niet
Maar er kwam een verandering
hi hun leven. Het gezin breidde zich
uit. Er kwamen drie baby-vogeltjes
bij. Het waren twee jongetjes en
één meisje. Ze heetten Wil, Wim en
Willeke. Wat hadden vader en moe
der Mus het drdk. Het leek wel of
de kinderen nooit genoeg hadden.
Het nestje werd gewoon te klein.
Nu kwam de tijd aanbreken dat de
kinderen moesten leren vliegen.
Ze waren nu groot genoeg om dat
te leren, 's Morgens hadden ze hun
buikje dik gegeten, dus ze konden
beginnen.
Vader, Mus maakte al een vlieg-
rondje, wat de kinderen straks ook
moesten doen. Vader Mus zei: „Wil
jij eerst. Nu moet jij ook een rondje
vliegen. Kijk je moet je vleugels zo
uitslaan, net zoals ik deed".
Wil ging op de rand van het nestje
staan enfloep, daar ging hQ.
Het ging fantastisch. Hij eindigde
bij het nest. Van vader en moeder
kreeg hy een pluim en zelf was hij
ook blij. Nu moest Wim. Dat ging
ook fantastisch. En nu was Wil
leke aan de beurt. Ze was wel erg
zenuwachtig. Ook zij ging op het
randje staan, waar haar broertjes
gestaan hadden. Vader, moeder, Wil
en Wim keken angstig toe.
„Als alles maar goed gaat", zei moe
der. „Maar natuurlijk, bij ons ging
het toch ook goed" zei Wim. „Wil
leke, ga nu maar!" zei moeder, „je
hoeft niet bang te zijn".
Opeens Willeke viel, ze schreeuw
de en kwam terecht op de grond.
Ze had vergeten haar vleugels uit
te slaan. De andere vogels: vader,
moeder', Wil en Wim kwamen toege
vlogen en tsjilpten luid, alsof ze zeg
gen wilden: kwam er maar iemand
om je te helpen.
Willeke haar pootje was gebroken.
Hoe moest dat nu? De vogeltjes wa
ren gewoon radeloos. „Dat pootje
moet gespalkt worden", zei vader
haar vader altijd mee met het voe
deren van de dieren. Mariola was
juist in de stal toen ze de vogels
zo hoorden sjilpen. Ze ging er heen
en zag al dadelijk dat het kleine vo
geltje zjjn pootje gebroken had. Ze
wist dat het gespalkt moest worden.
Ze had het haar vader wel eens zien
doen.Ze zocht een touwtje, een doek
je en een klein stokje. Ze hurkte bij
Willeke neer en verbond het pootje.
Het deed wel wat pijn, maar het zou
genezen. De andere vogeltjes hadden
toegekeken en tjilpten luid: Dank je
wel Mariola."
Toen Mariola het pootje verbonden
had, holde ze naar binnen en kwam
terug met een bakje water en brokjes
brood. Want ja, anders zou Willeke
dood gaan va nde honger. Ze kon im
mers niet lopen of vliegen. Ze lag be
schut. Iedere dag kwam Mariola kij
ken, hoe het ging met het pootje. De
vijfde dag mocht het doekje er af.
Mariola bleef staan kijken en ja hoor
Willeke kon lopen. O, wat waren ze
blij. Ze begon ook haar vleugetjes uit
te slaan... en... ze vloog. Allemaal
vlogen ze naar het nestje. Behalve
Mariola natuurlijk, die ging naar haar
vader en moeder, waar ze alles ver
telde. Voortaan kwamen de vogeltjes
iedere dag naar Mariola om haar
goeden dag te zeggen.
Wat vooraf ging: In haar droom stapt Elsje met
kabouter Prikkebeen het kabouterland binnen. Ieder
een is bezig met voorbereidingen voor de 50e ver
jaardag van koning Goudoog. Elsje kijkt naar 'n
circusnumer van slaken en kikkers. Zij brengt ook
een bezoek aan de banketbakkerij.
De volgende morgen wordt Elsje wakker door 't
kraaien van haan Kukel. Hij is de wekker van heel
kabouterland. Elsje springt vlug uit haar bed. Er
6chiet haar te binnen, dat ze vandaag met kabouter
Prikkebeen naar 't timmerbedrijf zal gaan kijken.
Er wordt op de deur geklopt en 'n heel klein man
netje brengt een blad met allerlei lekkernijen binnen
Elsje's ontbijt. Daar is Prikkebeen al. Vlug, vlug.
Het is vroeg dag in kabouterland. 't Is pas 7 uur,
maar langs 't raam trekken al tientallen kabouters
naar hun werk. Koning Goudoog wil dat zo. Hij heeft
het in een wet laten vastleggen.
Haastig gaat ook Elsje met Prikkebeen op pad.
Ze worden door de chef van de timmerwerkplaats,
kabouter Draadnagel, vriendelijk ontvangen. Hier dra
gen de kabouters donker blauwe voorschoten. Voorop
is een grote zak genaaid. Daarin zit al hun timmer
gereedschap. Een hamer, 'n knijptang en 'n schroe
vendraaier steken er half uit. De kabouters zijn druk
bezig aan 'n praalwagen voor de optocht, die vol
gende week alle straten zal doortrekken. Dit wordt
de koninklijke wagen. In 't midden van de wagen
staat een troon, waarop koning Goudoog zal zitten.
Op de hoeken staan 4 prachtige groene dennen De
gekleurde lampjes hangen er al in. Gouden sterretjes
voor de bomen zijn nog in bewerking. Wat zal alles
mooi worden, denkt Elsje, 't Grote werk moet nog
beginnen. In de troon, die helemaal van hout is, moe
ten nog kleine gaatje geboord worden. In ieder gaatje
zal een bloemetje gestoken worden als versiering.
Na 'n slag op de gong door kabouter Draadnagel
heerst er plotseling een algehele stilte. Een kabouter
sluit de ramen en deuren van de werkplaats. Kabouter
Draadnagel gaat naar 'n aantal grote kooien, die
tegen een muur staan. Hij opent de deurtjes en roept
cijfers af. Tot grote verbazing van Elsje komen ge
nummerde wespen naar buiten. Achter elkaar vliegen
ze naar de troon op de praalwagen en boren, met
hun angels, gaatjes op de kruisjes, die kabouter
Draadnagel heeft laten tekenen. Na 'n dikke 10 mi
nuten draait de stoet zich om en vliegt regelrecht
naar de kooien terug. Deurtjes dicht. Klaar.
Elsje wil weten, wat dat allemaal te betekenen
heeft. Ze hoort het van kabouter Prikkebeen. De
wespen zijn n lastig volkje. Ze brengen veel vernie
lingen aan in kabouterland. Het ergste is wel. dat
ze de kabouters zelf te pakken nemen. Ze steken
flink en venijnig. Kabouters kunnen daar niet tegen.
Ze liggen hau een hele week met hoge koorts in hun
bed. Om die gevaarlijke wespen mogelijk kwijt te ra
ken, heeft kabouter-koning Goudoog een politiecorps
aangesteld. Met vangnetjes worden door hen de wes
pen gevangen. Er is een gerechtshof. Daar krijgen
de gevangen genomen wespen te horen, dat ze ver
oordeeld zijn tot enkele weken opsluiting in de werk-
Elsje vindt alles heel vreemd Moeder doet altijd
azijn op de plaats, waar 'n wesp gestoken heeft. Ze
kan al na 'n uurtje weer spelen. Peinzend vertrekt
Elsje met Prikkebeen. Alles is toch heel anders in
kabouterland.
WORDT VERVOLGD
Hoep! daar springt een ^ap uit
een boom. Dat is Tup. Er springt nog
een aap uit de boom en dat is Joep.
Ze hebben het warm en zij hebben ook
erge dorst. Zij staan dicht by een
klapperboom (kokosnotenboom) Tup
klimt in de boom. pakt een noot en
gooit die naar beneden. Er komt een
barst in de noot en samen drinken
ze van het heerlijke sap (kokosmelk).
Ze bemerken niet dat er een hon
gerige tijger komt aangeslopen. Die
heeft wel trek in een aapje, maar
gelukkig zien ze het gevaar en ren
nen weg in een hoge boom. Ze klim
men verder van de ene boom in de
andere. Onderweg komen ze een ka
narie tegen.
„Jullie moeten kokosnoten gooien
op de kop van de tijger,' zegt het vo
geltje. Ja, dat vinden Tup en Joep
een goed idee. Ze gaan stilletjes terug
tot vlak bij de tijger. Maar de tyger
heeft ze al aan zien komen en met
een open mond staat hq klaar om de
apen te verslinden.
Boem! daar valt de eerste noot,
precies in de bek van de tyger. Die
kan er niet meer uit en hij gaat lig
gen want brullen kan hy ook niet.
Boem! Boem! vallen de volgende
noten op zqn kop en dat doet pijn.
Tup en Joep krygen nu medelijden
met hem maar de kanarie heeft ze
gewaarschuwd: „Denk er om, t is en
blijft een roofdier.'
Toch gaan de apen naar beneden.
„Beste tqger zullen wy je helpen?"
De tqger knikt.
Joep zegt: „Wil je dan een goed
vriendje van ons zijn?" De tqger
knikt weer.
Na een halfuurtje trekken, is de
noot er uit.
Tup en Joep gaan weg. De tyger
gaat ook weg en de kanarie ook.
Carla was een meisje van zeven
jaar. Haar vader en moeder waren ge
storven en nu woonde ze by haar oma
Maar op een keer werd oma heel
ernstig. Ze moest naar het zie
kenhuis. Wie moest er nu voor Carla
zorgen? Dat zal ik jullie vertellen.
Carla had een vriendinnetje, Franka,
die zo graag een broertje of zusje
zou willen hebben, maar ja, dat ging
nu eenmaal niet want een baby komt
niet zo maar uit de lucht vallen. Nu
mocht Carla bij haar komen en sa
men speelden ze heel fqn.
Carla had ook een tante in Canada
en die had gehoord dat oma naar het
PUCHTS DAGBOEK
Sneeuwballengevecht! Dat Is iets
voor Puchitotdat de glasscher
ven in de rondte vligen en hy alleen
de schuld krygt! Arme Puchi. Foei,
wat zyn dat laffe jongens!
Lieve Carla,
De ben tante Els. Ik zou graag een
meisje willen hebben, net zo oud als
jij. Toen je één jaar was, ben ik naar
Canada vertrokken, maar ik heb veel
foto's van je gehad. Ik zou je zo graag
echt willen zien. Ik kom over een
weekje over, dan bUjf ik een maand
by jullie om voor jou en opa te
zorgen, eten koken, boodschappen
doen, het huis schoon houden en nog
veel meer. Ik neem je dan mee terug
naar Canada. Dat zal oom Bob heel
fijn vinden en ook de drie jongens
Bob, Jan en Klaas. Dag Carla, ik
breng speelgoed, poppen en andere
dingen voor je mee.
Tante Els.
Carla kon de brief nog niet lezen.
De moeder van Franka las de brief
heel anders voor, want zieke oma
zou er veel verdriet van hebben en
ook Franka.
Nu werd Carla ziek. Ze kreeg ma
zelen. Ze sliep by Franka op de kamer
en 's nachts riep Carla of ze een
bekertje water kreeg. Ze had zo'n
dorst. Dadelijk liep Franka naar de
douche en gaf haar water. Maar ge-
lqk voelde ze hoe warm Carta's hoofd
Franka liep naar de slaapkamer van
haar vader, die dokter was. De dokter
onderzocht haar en hy zei dat Carla
longontsteking had. In haar koorts
riep ze maar, dat ze niet naar Ca
nada wilde maar by Franka wilde
blijven.
De vader van Franka maakt haar
gauw beter. Al gauw speelde ze weer
samen spelletjes, meestal Mens-erger-
je-niet. Later bracht de dokter ook
nog een ganzenbord mee. Dat was
een leuk speL Toen Carla bij haar
vriendinnetje mocht blijven, had ze
weer een vader en moeder.
Karin van Cleef
Er was in dierenrijk een dorp dat
Bamersfoort heette. Daar woonden
allerlei dieren in hun huisjes soort
bq soort. Daar woonden kippen,
koeien, katten, kikkers en konijnen.
Daar woonden ook varkens dik en
vet en ook geiten, met en zonder sik.
Ergens langs de waterkant woonde
het girafje Ferdinand. De dieren von
den zich zelf heel gewoon, maar de
giraf Adel uit de toon met zijn lange
nek. De kater zei: Zijn nek is langer
dan de mijne. De dieren besloten, dat
de giraf maar moest verdwijnen. De
giraf wou echter graag blijven. 'Ik
heb van hout en stenen een mooi
huis gebouwd, myn nek is wel lang,
maar laat me alsjeblieft maar blq-
ven. Toen keek er geen dier meer
naar het girafje, geen koe, geen kik-
p
3
75'
3
3"
C
55'
ker, geen beer, niemand! Geen dier
wou zijn vriend zqn. CL)
Op een dag reed er een koets. Wie
zou daar nou in zitten? De koets
hield stil en koning Leeuw stapte O
uit. Hy sprak tot de dieren: „Jullie
hebben nog geen burgemeester en nu
moet één van jullie burgemeester wor-
Een voor één kwamen de dieren by
koning Leeuw. Eerst kwam de beer.
„Ach koning laat my burgemeester
zyn. Ik ben dik en rond en dat zyn
de burgemeesters altijd." Koning
Leeuw zei: „Jij burgemeester? Je
mond zit vol koning, ga je maar
Ook de vos werd afgekeurd, omdat
hij kippen op at, maar toen het gi
rafje aan de beurt was, werd hy ge
kozen. Met zijn lange hals kon hy
gemakkeiyk over alle dieren heen
kijken, om te zien of ze hun werk
goed deden. Niemand heeft het giraf
je meer uitgelachen.
Tot de volgende week weer,
De beruchte Skandinavische Noormannen
waren op de eerste plaats een zeevarend volt
dat iedere zomer opnieuw naar onbekend
streken trok. De schrale grond bij hun brac
niet veel op. Ze moesten hun geluk ergen
anders beproeven. Ze kwamen uit Noorwege
Dennemarken en Zweden en verspreidden
tijd angst en schrik onder de bevolking,
ze ook opdoken. Rond 780 na Chr. ontdekte
de Noormannen Schotland, Ierland en Enge
land. Op 't vasteland zakten ze de Rqn en
Seine af. Ze dreven handel en roofden,
reisden door heel Europa. Enkelen kwame
zelfs tot Bagdad en Konstantinopel, het
genwoordige Istanboel. De leider van de Noor-I
mannen, Ottar trok zelfs naar 't Noorden
bereikte de Witte Zee aan de Noordkaap.
Hun blijvende plaats in de wereldgeschiede
nis verkregen de Noormannen echter hoofd
zakelijk door him ontdekking van 't Ameri
kaanse vasteland, dat zq verscheidene eeuwen
voor Columbus hebben ontdekt,
't Noormannen schip was eenvoudig,
tegeiykertijd toch een sterk weerstand bie
dend vaartuig van ongeveer 25 meter lengte,
De voorsteven was met een draken- of
genkop versierd en aan de zykanten hingen
de schilden van de strijders. Het was
zeilschip, dat ook met roeispanen bediend kon
worden. Men kon zich alleen maar tegen 'l
slechte weer beschermen door een klein wind
scherm. Men weet nu niet meer, hoe de Noor
mannen de weg vonden op zee. Ze hadden
echter een heel eenvoudig maar goedwerkend
systeem, waarbq ze vaststelden of er land
zicht was. Een kooi met raven bevond ziet
aan boord. Na enkele reisdagen werden d;
eerste raven losgelaten. Vlogen ze in tegen
gestelde richting van de lavers van 't schif
dan voeren de Noormannen rustig door. Mat
als 'n raaf in de andere richting vloog, wist?
ze dat er spoedig land in zicht zou zijl
Zes bqzonder sympathieke Engelse muzikale jongens
begonnen op een zekere dag in augustus 1961, hun haar
te laten groeien en te sparen voor de gebruikelijke attri
buten om een beatband te beginnen. Na intens oefenen
begonnen zij hun beverig debuut als „ballroom orches
tra" en begeleidden danspasjes op dansscholen. Zodoende
begonnen zij steeds meer routine te krygen en met als
vaste basis hun muzikaliteit, bouwden zy een groot
repertoire op. Uiteindelijk kwam dan toch het succes:
zij mochten een onderscheiding in ontvangst nemen van
de kritische studentenorganisaties, waarvoor zij de laat
ste jaren byna elke avond optraden. Hun ideale kom-
binatie van beatband-met-kabaret-ervaring leverde de
Harmony Grass deze voor hen zo belangrijke beloning
op. RCA Great Britain kwam dat ter ore en nodigde
de jongens uit voor een auditie in hun Londense studio's.
Na één titel gehoord te hebben, nodigde RCA hen uit
voor een plaatopname samen met een 25 man tellend
orkest.
„MOVE IN A LITTLE CLOSER BABY" werd het,
met op de fiipside „Happiness Is Toy Shaped" en dit
is dlrekt al raak: voor een eerste opname van een vol
slagen onbekende groep na één week op de vijftigste
plaats in Engeland en een week later 23e is beslist geen
slecht resultaat! En wq schrijven dit dus twee weken na
de Engelse releasedatum. Ook in ons land gaat dit groep
je al hoge ogen gooien.
Op het Grand Gala du Disque, heeft men kennis kun
nen maken met deze geweldige close harmony singing
group, die met Move in a little closer baby, een kraker
van formaat inbracht,
GEGEVENS
TONY RIVERS 24 jaar geboren in sbildon
(county durham) lichtbruin haar blauwe ogen
voetballende songwriter leadvocalist.
RAY BROWN 25 jaar geboren in Hartford
blond haar grqze ogen basgitaar.
BILL CASTLE 22 jaar geboren in Wakefield
bruin haar grijze ogen drums.
TONY FERGUSON 20 jaar blond blauwe
ogen leadguitar organ flute vocals.
KENNY ROWE 25 jaar geboren in Dagenham
bruin baar groene ogen vocals en basgitaar.
TONY MARSHALL 21 jaar geboren in Worthing
zwart haar blauwe ogen vocals rhythm-
guitar piano.
Dame,
derigh
(ootje
oor r
n do
erhaó
perker
want c
Afkom
van h<
dampk
hen a
de we
van d
eindbe
n lig
rische
op he
8ysten
Ordenc
.Neem eerst pqnlijk nauwkeurig kennis en door
voeld afstand van wreedheid, onrecht en gecom
pliceerdheid. Voeg de volgende ingrediënten toe:
gevoel voor humor i enigszins bitter), intelligentie
(een flinke hoeveelheid), talent (origineel en ont
wikkeld) en tenslotte een overheersende noodzaak
om te experimenteren en liefde te prediken.
Wacht een ogenblik en bereid jezelf voor op een
overdonderende explosie: de naam luidt Nina
Simone".
Met deze geenszins hoogdravende woorden begint
een van de kopstukken van de Amerikaanse RCA
zyn hoespraatje voor „Nuff said". Een grandioze
elpee, deze laatste „life"-opname van Miss Si
mone. Beginnend met het indrukwekkende „In
the morning" zingt Nina zich met de van haar
bekende vibrerende stem via „Sunday In Savan
nah" en „The Blaekbash Blues" naar het Bée-
Geesnummer „Please read me" om de a-kant M
beëindigen mèt „Gin house blues" (eens 'n bit
van The Amen Corner). De achterkant begint
met „Why, the King of love is dead", een intri
gerende hommage aan de vermoorde Martin
Luther King, geschreven door Nina's basgitarist
Gene Taylor. „Peace of mind" is een knap inspeel-
nummer voor „Ain't got no. I got life" (haar
number-one-hit), terwijl „I love Porgy" (Nina's
eerste grote klapper) en „Take my hand precious
Lord" het „life"-concert besluiten. Als toegift
zette men het in de studio opgenomen „Do what
you got to do" op de elpee. Een fascinerende song,
maar hij past niet in het kader van „Nuff said".
Men had er dan ook beter aan gedaan met „Take
my hand precious Lord" te sluiten.
Nina Simone is wq mogen het rustig stellen
- een van de markantste persoonlqkheden van
de hedendaagse muziekwereld. Iemand, die haar
probeert onder te brengen in een van de vele
vakjes, komt bedrogen uit. Een jazzzangeres?
Een zangeres \'an volksliedjes? Een popzangeres?
Een mensgeworden engel? Een heks? Zij is alles
tegelijk en tevens helemaal niets van dit alles.
Nina Simone is een produkt van onze tqd. Even
als de Beatles valt zq niet te verklaren. Zij is er
gewoon en daar kunnen we alleen maar blij om
zijn.
We zijn van de jongens van „Groep 1850" de
enige écht experimentele groep, die Nederland
op dit moment rqk is wel het een en ander
gewend. Niettemin stonden ivy stomverbaasd
van hetgeen zq op hun eerste elpee. „Agemo's trip
to mother earth", presteren. Onder de deskundige
leiding van producer Hans van Heraert konden
de componisten Dean van Bergen en Peter Sjar-
din zich volledig in hun nummer uitleven, het
arrangement zo geraffineerd mogelijk maken.
Het resultaat is een undergroundachtige elpee, die
rqk is aan experimentele effecten, maar tevens
de commercialiteit niet helemaal uit 't oog heeft
verloren. Bereikten de jongens met „Mother No-
head" een vrije interpretatie van het aloude
„Vader Jacob" en „Zero" een kei van een
plaat, die nooit wist door te drukken al een
vrij eenzame hoogte in ons nederpoplandje, met
deze elpee hebben ze zich aan de top van de revo
lutionaire musici genesteld. Nummers als „I put I
my hand on your shoulder" en „The point in his I
life" zyn, zó verrassend mede door de gedurfde I
inbreng van de Nederlandse dichter Hans Wes- I
seling dat wy bang zqn, dat wij „Groep 1850"
binnenkort aan het buitenland zullen verliezen.
„Agemo's trip to mother earth" handelt over d
jongen Agemo, die met zijn vader Dog woont op I
het vredige Irotas, een planeet, die veel weg heeft I
van onze vertrouwde aarde. Hoe gelukkig de r
sen het ook hebben op Irotas, Agemo is niet te- I
vreden met zqn leven. Het gaat „mother earth" I
bezoeken. Maar ook dét blijkt niet alles. Ziekte, r
ellende, oorlog en haat dingen, die op Irotas
niet voorkomen A'allen hem ten deel. Maar na I
enige tijd ontbering te hebben geleden komt Age- I
mo in contact met een groep jongeren, die de I
wereld willen veranderen. Tussen hen voelt hij I
zich volledig thuis. Meer dan hij ooit op Irotas I
zou zijn geweest.
Met dit gegeven, dat een keiharde waarschuwing I
bevat tegen onze wrede wereld, sloot tekstschrtj-1
ver Peter Sjardin (tevens zanger van Groep 1850) I
zich enige weken op om een verantwoorde En- r
gelse tekst te maken. Dean van Bergen zette I
alles op muziek. De plaat wordt binnenkort uit-1
gebracht in heel wat Europese landen, waaronder I
Engeland. Hy wordt geleverd in een driedimen-1
sionale hoes, die bekeken moet worden met het
befaamde groen/rode brilletje (vroeger
de Gruyters „Snoepje van de week"). „Groep!
1850" heeft met deze elpee een unieke poppres-1
tatie geleverd. Het is een volwassen werkstuk, I
waarmee zij in het buitenland zeker ook hogel
ogen zullen gooien. Hulde dan ook voor deze vier
Haagse jongens.