ook PICK OF THE WEEK VOOR JOU melanie de mars mannetjes kazatsjok muzikaal feetje de eiffeltoren hoe staat het met jullie geheugen? 5 •*-*» een gevat antwoord ZATERDAG 22 FEBRUARI 19( 1 „Yellow Submarine" The Beatles. Het heeft lang geduurd, maar het la er dan toch nog van gekomen: de originele soundtrack van de Beatles-tekenfilm. „Yellow sub marine" is uit. Beginnend met de overbekende titelsong spoeden de Beatles zich via „Only a Nothern Song", „All together now", „Hey Bulldog" (indertijd door Veronica getipt voor een single) en „It's all too much" naar de oude hit. „AU you need is love". Niet veel nieuws onder de horizon dus. Interessanter vinden wij de achterkant, hoewel de Beatles daar geen muzikale poot naar hebben uitgestoken. Het is een subliem orchestraal werkje van produeei George Martin. Nummers als „Pep- perland", „Sea of holes" en „March of the meanies' zijn grandioos knap pe composities. Het hoogtepunt wordt echter bereikt met „Yellow subma- in Pepperland. Martin weeft Piet een vliegende schotel landen. Op uitnodiging van een van de marsmannetjes stapten ze In en werden naar een andere planeet ver- Daar aangekomen leefden ze in een stad onder een glazen koepel. Ze hadden in hun slaap de taal van de marsmannetjes geleerd en ze leerden nu op hun beurt de marsmannetjes hun taaL De marsmannen wilden een verbond met de aarde sluiten,, opdat niet de planeet Euriba het geheime wapen van de aarde in handen zoo krygen om de marsmannetjes te ver nietigen. De jongens mogen terug nnar de aarde. Marsmannetje Alex ander zou meegaan om een bespre king te voeren met professor Sterne- berg van het raketcentrum over het geheime wapen. De sterren stonden aan de hemel. Jan en Piet stonden popelend geduld te wachten tot zouden worden. Daar kwam mars mannetje Alexander aan. Samen gingen ze naar het vliegveldje. In de hangars zagen ze wel tien vliegende schotels aan grote kabels hangen. Eén was eruit gehaald. Hfl stond klaar voor het vertrek. In het ruimte- pakkamertje trokken ze alle drie een ruimtevaartpak aan. Jan en Piet vonden alles heel gewoon. Dit hadden ze al vaker meegemaakt. Ze kregen een mooi plaatsje in de vliegende schotel. Juist voor een raampje. Het was wel donker buiten, maar ze zagen goed de sterrebeelden. Ze gin gen langs de Melkweg. De Grote Beer en de Kleine Beer passeerden ze ook rakelings. Opeens een zacht plofje. De aarde. Weer midden op het grote heideveld stond de vlie gende BChotel stil. Professor Sterneberg van het raket- centrum was zeer verbaasd, toen. hij van Jan en Piet hoorde, wat ze alle maal meegemaakt hadden. Hij wilde het marsmannetje Alexander wel ontvangen en met hem praten. Dat gebeurde de volgende dag. Professor Sterneberg vertelt dan aan marsmannetje Alexander, dat het geheime wapen niet een verdedigings wapen is. Het ia een soort raket, waarmee men op alle planeten kan landen. Dit is natuurlijk niet zo iets bijzonders. De raket kan wel veran derd worden in een voertuig, dat zich soepel over de bodemoppervlakte van iedere planeet kan voortbewegen. Het voertuig lijkt op een gepantserde raceauto. In de neus zitten allerlei apparaten. Het vochtgehalte van de lucht kan hiermee opgenomen worden en zo al meer. Ook zijn er fototoe stellen in bevestigd met heel sterke lenzen. Zelfs de kleinste diertjes, die over de grond kruipen, zijn hiermee te fotograferen. Alexander was ver baasd. Hadden ze dan toch verkeerde inlichtingen gekregen! Hij zag. dat professor Sterneberg wel de waarheid sprak. Hier hadden de marsmannetjes niets aan. Dit alles was alleen om de wetenschap te dienen. Toch wel op gelucht vertrok hij van het raket centrum. Na een uur steeg de vlie gende schotel weer opnieuw op naar de planeet Mars. Jan en Piet wuifden hem na. De volgende ochtend gingen de jongens weer gewoon naar school. Rekenen en taal waren wèl niet zo spannend als hun Marsavontuur. Piet en Jan wilden echter graag over gaan naar de volgende klas. Daarom deden ze extra goed hun best om de verloren schooltijd in te halen. door elkaar, dat er bijna een nieuw nummer ontstaat. Hulde voor zyn vakmanschap. Alleen voor hem, moet je deze elpee kopen, zelfs als je een Beatleshater bent. het Knokkefestival bliksemsnel r maakte om hem daarna weer even snel te verliezen. De elpee biedt een keur aan vrolijke, ongecompliceerde nummers, waarvan ..Mexican whist ler", ..Paraguayan whistles". Russian whistler" en ..Whistle stop" het meest tot de verbeelding spreken. Zij. die het gevoelige stemgeluid van Roger meer waarderen kunnen terecht bij o m. „Early one morning". „Plaisir d'amour" en „Lady greensleeves" O „If paradise is half as nice" Amen Corner. Grandioze schijf van de jongens, die met „Bend me Bhape me" een hitnotering wisten te forceren. Let op het adembenemende karakter van de zang. Tip voor de de „Mac Arthur Park"-sound weer een hitje te maken. Niet hele maal geslaagd doordat het nummer gewoon te moeilijk ligt. „Thats the way it was" is een kei van een ach terkant, zo het niet de a-kant wordt. 5„If wasn't for bad luck" Ray Charles/Jimmy Lewis. Bijzonder gaaf duetje tussen grote Ray en vrijwel onbekende Jimmy Lewis. Ge heel in de trant, die we zo langzamer hand van Ray gewend zijn. De ach terkant „When I stop dreaming" is heerlijk bluessy. 6 „Let it be me" Robbie Gentry/ Glen Campbell. Twee reuzen uit het hitvak op een schijf verenigd. Knap uitgewerkt arrangement op het aloude Gilbert Bécaud-succes. Ook de b-kant „Little green apples" eens een hit van Roger Miller mag 7 „Streets of my village" Terry Bér. Goed uitgewerkte folksong, gezongen met een apart stemgeluid. De b-kant, „Gemini gypsy" krijgt door het interessante arrangement een derde dimensie. Te moeilijk voor een hit-notering, maar niettemin het bespreken waard. 8 „The greatest love" Dorsey Burnette. Grandioze compositie, met een sterk opzwepend arrange ment. Door Burnette gezongen met een diepte en een kracht, die wij een kruising zouden willen noemen tus sen Jim Reeves en Bobby Bare. De b-kant, het vrolijke „Thin little simple little, plain little girl" draagt nog meer tot onze overtuiging bij. 9 „The journey" Sonny James. Door het op de voorgrond treden de geluid van de akoestische gitaar een heerlijk luisterplaatje. De b-kant biedt een gemoderniseerde versie van het aloude „Only the lonely". Katiuschza was een ontzettend lief Russisch boerenmeisje met een gaaf gezichtje en grote zwarte glin sterende kijkers, dat zong over een stoere jongeman aan wie ze haar liefde schonk. (Dat was nog eens een tijd!) De jongeman zijn naam wordt niet genoemd bewaakte met stoere borst duizenden kilo meters ver de Russische grens. Ar me Katiuchza. Ze miste hem zo. Af en toe huilde zij een stortbui en ge regeld zong ze 'n lekkere smartlap over hem. Deze uiterst gevoelige raamvertelling in woord en muziek is een creatie uit 1938 van de Ru- sische componist Michael Blanter. In Rusland sloeg dit werkje als een bom in. t. „Ej Oegnjem" latere tijden door het buitenland „gemaakt". Iedereen zong het, van het Don Kozakken- koor tot de Maastreeohter Staar. Weer zo'n onvergetelijk melodietje. Nog langer geleden, om precies te zijn vier eeuwen, dansten baardige kozakken, die zich in de ruige om geving van het Oekraïnse Zapa- rozije hadden genesteld, op spran- vi ooi klanken de wervelende maar ontzettend moeüijke kazatsjok. Kijk, dat zijn nu verdraaid aar dige dingetjes, zullen een paar pen ningvlassers van Basart Records In ternational hebben gedacht. We po neren de hele mik-mak bij elkaar, voegen er een flinke snuif hoempa- t toe en laten boerenka- en en keihard brullen. Voila, de allernieuwste ka zatsjok, die evenals de Finse Jenka (Letkiss) de ruige soulbarricade aan het wankelen moet brengen. Op alle redacties van Nederlandse dag-, week- en maandbladen ver schijnt een affiche, waarop let wel de nieuwste dansrage („van Rusland via Parijs naar Nederland overgewaaid" volgens het Basart- K.N.M.I.) wordt aangekondigd. Misschien waait het rommelige produkt van Basart wel met carna val over. Verder zal dit slechte brouwsel dat dus volledig ten on rechte „casatschok" heet, niet ko men. Het is te goedkoop. De flip- side van het singeltje, waarvan de hoes met een aantal struoties is bedrukt, heet Ia cobuska, dat dank zij het immense gekrijs en geblaas een verschrikkelijk slech te uitvoering van „Vader Jacob", de onverbiddelijke eerste-klas-lagere- school-canon is. Dat spulletje moet Overigens, vc Alexandrov is Als zy niet nu bijna een jaar gele den per ongeluk het kantoor van een muziekuitgeverij was binnengelo pen; en als de daar aanwezige produ cer Peter Schekeryk haar toen niet voor de grap een nummertje had la ten zingen en als Artie Ripp er toen al niet direct van overtuigd was ge weest, dat zij precies dat had wat haar van anderen onderscheidt, ja dan had nu nóg niemand geboord. Melanie, het muzikale feetje uit de New Yorkse sloppen; Melanie, de 21- jarige brunette met de grote smach tende ogen; Melenie tenslotte, de zwerfster met de gitaar die een jaar lang in tweede en derderangs bars haar liedjes ten gehore bracht. Maar goed, het gebeurde allemaal wèl. En dat was mede debet aan het feit, dat wij vorige week dinsdag in stomme verbazing gekluisterd zaten aan onze televisiefauteuil, toen TROS-man Lex de Rooi haar twintig minuten lang in muziek uittekende. Het werd een por tret, dat sinds die dinsdagavond in ons geheugen gegrift zit. 'n Muzikaal portret, dat gevormd is uit prachtige teksten, simpele melodietjes en een rauwe ietwat ongeschoolde stem. Het zwarwit portret is in kleur gezet met grandioze arrangementen waar voor Roger Kellaway zijn beste verf stoffen gebruikte. Al met al bewees Melanie toen, dat zij niet voor niets getipt wordt voor een hoge internati onale top. Met haar soms ongecontro leerde stem die zo nu eens doet denken aan Grace Slick van „Jeffer son Airplane", dan weer aan de be roemde Eartha Kit legt zij thans op haar eerste elpee „Bom to be" een proeve van bekwaamheid af. Een cynisch nummer als „I'm back in town" handelend over een meisje, dat vol hoop naar huis terugkeert en haar geliefde met een ander aantreft wordt door haar intense meebele ven een grandioze compositie, „Bo- Bo's party" wordt een niets verbloe mende blik achter de schermen van het rosse uitgaansleven. „Als ik iemand had, die zich om mij bekom merde, hoefde ik niet tijdens al die wufte party's op zoek te gaan naar 'n beetje warmte", zingt Melanie. „M'n Tambourine man" van Bob Dylan krijgt door haar vocale expressie wat een vakmanschap op zo'n jonge leeftijd een nieuwe Demensie. vinden we naast het reeds genoem de „I'm back in town" het verruk kelijke „Christopher Robin", waarin Melanie uitbeeldt hoe een kleine ver schoppeling zijn fantasievolle avond gebedje doet, en „Merry Christmas", waarin zij vraagt of het niet het hele Jaar Kerstmis kan zijn. Toch timmert Melanie in haar vaderland Amerika nog steeds niet aan de weg. „Wij willen eerst proberen haar ster in Europa te laten ryzën', zegt Kama Sutra-direc-teur A. Ripp desgevraagd. „In Amerika is de concurrentie ont zaglik groot en om daar een veelbe lovende artieste als Melanie van de grond te krygen kost je een klein ver mogen. Als zy hier 'n artieste van formaat is geworden, zal het 'in Ame rika allemaal wat gemakkeiyker gaan". Melanie werd tydens haar pro motietrip overal enorm geestdriftig begroet. „Dit is de ster van de toe komst", hoorden men veelal Mis schien, dat tegen die tijd ook Mela- nle's grootste droom bewaarheid kan worden. Een concert voor mensen, die door de muziek van elkaar houden. Mensen, die niet aan oorlog en ver woesting denken, omdat Melanie zingt. Dan zal het inderdaad het hele jaar „Kerstmis" kunnen zijn voor dit meis je uit de New Yorkse sloppen. COPPESPONOEN TlE Hier volgen de namen van enige kinderen die de raadsels wel goed op gelost hebben, maar die ik te laat binnen kreeg. Anneke v. Velzen, In- grid van Velzen, R'veen; Yvonne van Bennekom, Warmond; Marjolein en Leon v. Bennekom, Warmond, José Bontje, R'veen. Pinkje Er was eens een vrouw die dol graag een kindje wilde hebben. Daar om ging ze naar de fee en de fee gaf haar een boon, die ze in een bloempot moest stoppen. De vrouw volgde de raad op en er groeide een mooie bloem uit, net een tulp. De vrouw kuste de bloembladeren en zie de bloem ging open en daar zat een klein meisje in de bloem. Toen het avond werd en tijd om naar bed te gaan stopte de vrouw het kindje in een notedop en dekte het toe met een bloemblad. Omdat het kindje zo klein was als haar pink, noemde de vrouw haar Pinkje, 's Nachts glipte een pad de kanier in, hij zag het kleine meis je en dacht, dat is een goede bruid voor mijn zoon. Hij pakte haar op en zette haar op een blad midden in het water, zodat ze niet vluchten kon Maar de vissen wilden niet dat Pinkje met de lelijke zoon van de pad zou trouwen en ze beten de stengel van het blad stuk. Nu nam de stroom haar mee en ze kwam terecht in een vreemd dorp. Een vlinder zag haar en wat deed hij HIJ bond haar haar- strik aan zijn vleugeltjes en zo kwam Pinkje veer sneller vooruil. tot ze kwamen aan een groot bos. Daar bleef 2 de hele zomer tot de herfst kwam. Maar in de winter rilde ze zó van de kou dat ze er op uittrok om een ander huis te zoeken. Ze kwam bij het huisje van mevrouw veldmuis. Daar was het lekker warm. Pinkje smeekte of ze daar mocht blijven. De veldmuis had een goed hart en hij vond het goed dat Pinkje ook in zijn huisje zou wonen. Op een dag zei de veldmuis: „Zeg Pinkje, onze buur man wil graag met je trouwen". Maar Pinkje wilde niet met een mol trouwen. Op een dag. dat ze in het bos wandelde vond ze een zwaluw, die bijna dood was. Pinkje kreeg me delijden met hem. Ze verzorgde hem zó goed dat de zwaluw helemaal be ter werd en weer wegvloog. Na de winter kwam hij terug om Pinkje weer eens op te zoeken. Hij vroeg haar of ze met hem mee wou gaan. „Ja, ja", riep ze biy, „ik wil die i bergen en zeeën. Ze kwa men in een ver land aan. Daar groei de ook een prachtige bloem waarin een prins woonde. De prins zag haar en vroeg haar of ze zijn vrouw wilde worden Pinkje vond het fijn. Ze Kudie de Roi den te warmen. Ik kreeg ook een lekker kopje koffie. Toen ik dat op had. ging ik weer naar buiten. Nu gingen we naar de speeltuin. Daar lag de sneeuw nog lekker dik. We gingen tikkertje spelen. Als je waar b-b-ben ik?" vroeg hij. „Thuis" zei moeder. O ja nu wlöt hij het .weer. Hij was dan het schaatsen en bevroor tot een klomp ijs. „O wat heb ik een honger", zei hij en toen at hij wel 10 boterhammen. «el 1 je wel bleven spelen t wpop. We b werden geroepen vas ook lekker. Oe boonypjes Sneeuwpret Het was zondag. Er lag een dik pak sneeuw. Om kwart over acht werd ik wakker. Ik keek naar buiten en zag dat alles bedekt was met sneeuw. Dat was leuk. Ik kleedde me vlug aan en ging naar buiten. Ik begon sneeuwpop te maken. Maar wat heb ben we toen gelachen, de bal was zó groot, dat hij niet door het poortje kon. Er moest dus een stukje vanaf. Toen gingen we het hoofd maken, maar die kregen we 'niet opgetild en toen we. hem beet hadden, viel hy in stukken. We gingen nu een kleinere maken, 's Middags gingen we een aken We hadden vier de muren mooi glad en goed dicht. Een poosje later kwamen er jongens om ons aan te vallen. We verjoegen ze met sneeuwballen, maar toch was er een gat in de muur geko men. Dat was jammer. We hielpen al lemaal mee en het gat was gauw weer dicht. Later hebben we hem weer helemaal afgebroken. Toen gin- ik naar binnen om mijn tenen en han Jantje onder het ijs Jantje woonde in Zuid-Holland in de Kroezestraat. Het was winter, de sloten waren bevroren, maar Jantje mocht nog niet schaatsen. Dat was jammer. Hij was acht jaar en durfde arm. En.Wat zat daar i paar schaatsen. „Hiep hooi! ik heb schaatsen!" riep hij. Hij bond ze met een aan en gelukkig ze pasten. Dat was fijn. Hij ging dadelijk naar het ijs. Onderweg merkte hij dat hij zijn jas was vergeten dus holde hij terug. Hij liep bijna tegen de deur aan. Hij ging naar binnen .pakte zijn jas en ging naar binnen, pakte zijn jas en wanten en ook nog een sneetje brood. Hij moest een heel eind lopen voor hij bij het ijs was. maar hij voelde geen kou en moeheid. Eindelijk deed hij zijn schaatsen aan. Het ijs was aan neus. Opgestaan en weer verder ge krabbeld. In het midden was het ijs beter, maar niet zo sterk. Vlak voor hem zag hij een gat. Jantje probeerde er langs te rijden, maar hij reed er pardoes midden in. Onmiddellijk zonk liij omlaag. Hij kon wel zwemmen, maar dat hielp hier niet met 15° vorst. Niemand was in de buurt. Er vormde zich een laag Ijs om hem heen en zo lag Jantje ln een brok ijs. Toen Jantje niet op tijd thuis was gingen ze hem zoeken. Moeder vond hem. Ze pakte het grote stuk ijs op en sleepte het naar huis. Daar legde ze het ijs bn de kachel. Een grote plas water kwam op de grond en langzaam kwam Jantje btj. „Waar- Op de gordijnen van onze klas ston den boompjes. Het waren witte boom pjes. De andere klassen hadden zulke gordijnen niet. Op een avond toen de Juffrouwen en de meesters weg wa ren en de hele school leeg was, be gonnen de boompjes te leven. „Ik wou dat ik gekleurd was", zei één van de boompjes. Ja, dat wilden de anderen ook wel. „Nou we kunnen ons kleuren met kleurtjes van de kin deren", zei er toen een. „Dat is een goed idee", riepen ze. Er waren een veertig boompjes en zoveel kinderen zaten in de klas. De boompjes spron gen van de gordijnen af en zochten de kleurtjes op. Ze begonnen te kleu ren. O, wat werden ze mooi. Ze had den ze hard gewerkt dat ze niet had den gezien, dut het al ochtend ge worden was. Ze borgen vlug de kleur- daar zagen te klimmen, daarom holden ter elkaar onder de tafel. Toch had de juffrouw gauw de mooie boompjes ontdekt. Waar zouden die vandaan gekomen zijn? dacht ze. „Kom ik plant ze vanmiddag in de tuin". Zo gezegd, zo gedaan. Alle mensen die langs kwamen keken naar de mooie boompjes, 's Avonds begon het te waaien. De boompjes konden maar niet slapen. Ze vonden het niets leuk buiten. Gelukkig scheen de volgende dag de zon. De juffrouw trok de gor dijnen toe en daar zag ze opeens de lege plekken waar de boompjes ge staan hadden. Daar kwamen dus de boompjes vandaan!" Nog diezelfde dag nam ze de boompjes weg uit de tuin en zette ze op het gordijn. „Nu zjjn de gordijnen mooi gekleurd!" rie pen de kinderen. Maritska Kluivers klik en klak op het feest Daar loopt een meisje in de tuin. Weet je wie dat is? Het is prinses Paula. Haar vader heet koning Bingo, En woont in een praóhtig paleis. Elke dag loopt prinses Paula met een mandje*brood aan haar arm naar haar vriendjes, de eenden Klik en Klak. Als ze aankomt, lopen de een den haar al tegemoet want ze weten dat er in het mandje brood zit. Als het mandje leeg is, loopt de prinses weer naar het paleis en de eendjes gaan weer naar het water als ze alles hebben opgegeten. Opeens blyven Klik en Klak staan. Ze luisteren en horen „piep! piep!" Ze zien Piep, de veld muis. „Zeg komen jullie ook vannacht op ons feest?" vraagt hij. „Feest? feest?" vragen ze. „Ja bij ons op de zolder. Het begint om zeven uur". Klik en Klak beloven dat ze zullen komen. „Het raam staat open. Je kunt zo binnenstappen", zegt de muis en trippelt gauw weg. Het is al over zevenen als du eendjes door het raam naar binnen stappen. Het feest is al in volle gang. Ze zijn volop aan het dan sen. Na een uurtje gaan ze eten. Een grote veldmuis deelt stukjes kaas uit. Ook Klik en Klak krijgen een stukje. „Bah. wat vies" zegt Klik, want ze blieven geen kaas. Nu krijgen ze een stuk eierkoek. Nou dat vinden ze lek ker. Er wordt weer een poosje ge danst en dan is iedereen ze moe, dat ze op de zolder in slaap vallen. De volgende morgen komt prinses Paula met haar rflandje brood in de zoekt overal, maar vindt niets. Ein delijk ziet ze het raam van de zolder open staan. Zouden ze daar zijn? Ja hoor, daar liggen ze nog te slapen. Paula maakt ze wakker en neemt ze mee naar de tuin. De stukjes brood smaken weer lekker. Dag kinders! Wie nog nooit een verhaaltje heeft gemaakt, moet het och eens proberen. Leuk hoor, als iet dan in de krant komt. TANTE JO. De beroemdste toren staat in de b« roemdste stad. De Eiffeltoren -u Parijs is nog steeds een grote attrac tie voor de toeristen. Dat er vroeger een Parijs zonder Eiffeltoren wai kan men zich nu nauwelijks nog stellen. De toren werd voor de We. reldtentoonstelling van 1889 gebouwd De geniale Franse ingenieur en ken ner van Ijzerconstructies, Gustaafj Eiffel, ontwierp het plan voor d reus van 9000 ton. Op een hoogte van 97 meter is eerste etage met een promenade 4 restaurants. De volgende etage ligi 115 meter boven de grond en heep een postkantoor en een drukkerij op een hoogte van 273 meter, op ds derde etage is tegenwoordig de tele visie neergestreken. Het bouwen van de toren duurde jaar en 2 maanden. Veertig tekenaan maakten 5000 werktekeningen voo- de 15000 onderdelen van de toren. lx onderdelen werden toen in een fa briek precies op de millimeter ver vaardigd. Op 31 maart 1889 kor Gustaaf Eiffel zelf de driekleur of de toren hijsen. De Eiffeltoren waq ingewijd. r Doe mee aan een kleine test, di' 4 jullie hierop antwoord geeft. Julli 1 moeten met z'n tweeën zijn. Eén va 1 jullie leest een rjj cijfers hardop bijvoorbeeld 4-9-8-7. Nummer moet nu proberen de cijfers te hei halen, maar in omgekeerde volgordf l dus 7-8-9-4. Je moet bovenaan beginnen. Het ga&fl heel gemakkelijk, zo lang weinig cijfers zijn, maar als de langA cijferrijen aan de beurt komen, i je je echt wel inspannen. Zes cijfer^ is 't minste, dat je uit je hoofd i kunnen zeggen. 4 7 7 9 8 2 5 4 6 I 3 6 8 2 4 9 8 7 14 6 8 5 2 9 6 7 3 4 7 1 9 5 2 8 3 6 2 5 7 3 2 9 4 8 5 I 9 4 5 3 8 3 7 4 1 6 2 5 9 3 8 2 7 5 4 9 8 1 6 Klein Pieterte heeft alweer pech g< had. Zijn voetbal is op de speelplaat! van de school door een ruit gevlo gen. De onderwijzer gaf hem de rek> ning voor de gebroken ruit. Hy moe; hem aan zijn vader geven. „Je streken bezorgen me grijze ha ren," zei vader boos. Pietertje stond een ogenblik diep ni te denken, toen zei hij heel vertrou welyk: „Oh, daarom is grootvadei helemaal wit!"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 10