ook
PICK OF
THE
WEEK
VOOR
JOU
melanie
de mars
mannetjes
kazatsjok
muzikaal feetje
de eiffeltoren
hoe staat het
met jullie
geheugen?
5 •*-*»
een gevat
antwoord
ZATERDAG 22 FEBRUARI 19(
1 „Yellow Submarine" The
Beatles. Het heeft lang geduurd,
maar het la er dan toch nog van
gekomen: de originele soundtrack van
de Beatles-tekenfilm. „Yellow sub
marine" is uit. Beginnend met de
overbekende titelsong spoeden de
Beatles zich via „Only a Nothern
Song", „All together now", „Hey
Bulldog" (indertijd door Veronica
getipt voor een single) en „It's all
too much" naar de oude hit. „AU you
need is love". Niet veel nieuws onder
de horizon dus. Interessanter vinden
wij de achterkant, hoewel de Beatles
daar geen muzikale poot naar hebben
uitgestoken. Het is een subliem
orchestraal werkje van produeei
George Martin. Nummers als „Pep-
perland", „Sea of holes" en „March
of the meanies' zijn grandioos knap
pe composities. Het hoogtepunt wordt
echter bereikt met „Yellow subma-
in Pepperland. Martin weeft
Piet een vliegende schotel
landen. Op uitnodiging van een van
de marsmannetjes stapten ze In en
werden naar een andere planeet ver-
Daar aangekomen leefden ze in een
stad onder een glazen koepel. Ze
hadden in hun slaap de taal van de
marsmannetjes geleerd en ze leerden
nu op hun beurt de marsmannetjes
hun taaL De marsmannen wilden een
verbond met de aarde sluiten,, opdat
niet de planeet Euriba het geheime
wapen van de aarde in handen zoo
krygen om de marsmannetjes te ver
nietigen. De jongens mogen terug
nnar de aarde. Marsmannetje Alex
ander zou meegaan om een bespre
king te voeren met professor Sterne-
berg van het raketcentrum over het
geheime wapen.
De sterren stonden aan de hemel.
Jan en Piet stonden popelend
geduld te wachten tot
zouden worden. Daar kwam mars
mannetje Alexander aan. Samen
gingen ze naar het vliegveldje. In de
hangars zagen ze wel tien vliegende
schotels aan grote kabels hangen.
Eén was eruit gehaald. Hfl stond
klaar voor het vertrek. In het ruimte-
pakkamertje trokken ze alle drie een
ruimtevaartpak aan. Jan en Piet
vonden alles heel gewoon. Dit hadden
ze al vaker meegemaakt. Ze kregen
een mooi plaatsje in de vliegende
schotel. Juist voor een raampje. Het
was wel donker buiten, maar ze
zagen goed de sterrebeelden. Ze gin
gen langs de Melkweg. De Grote
Beer en de Kleine Beer passeerden
ze ook rakelings. Opeens een zacht
plofje. De aarde. Weer midden op
het grote heideveld stond de vlie
gende BChotel stil.
Professor Sterneberg van het raket-
centrum was zeer verbaasd, toen. hij
van Jan en Piet hoorde, wat ze alle
maal meegemaakt hadden. Hij wilde
het marsmannetje Alexander wel
ontvangen en met hem praten. Dat
gebeurde de volgende dag.
Professor Sterneberg vertelt dan aan
marsmannetje Alexander, dat het
geheime wapen niet een verdedigings
wapen is. Het ia een soort raket,
waarmee men op alle planeten kan
landen. Dit is natuurlijk niet zo iets
bijzonders. De raket kan wel veran
derd worden in een voertuig, dat zich
soepel over de bodemoppervlakte van
iedere planeet kan voortbewegen.
Het voertuig lijkt op een gepantserde
raceauto. In de neus zitten allerlei
apparaten. Het vochtgehalte van de
lucht kan hiermee opgenomen worden
en zo al meer. Ook zijn er fototoe
stellen in bevestigd met heel sterke
lenzen. Zelfs de kleinste diertjes, die
over de grond kruipen, zijn hiermee
te fotograferen. Alexander was ver
baasd. Hadden ze dan toch verkeerde
inlichtingen gekregen! Hij zag. dat
professor Sterneberg wel de waarheid
sprak. Hier hadden de marsmannetjes
niets aan. Dit alles was alleen om de
wetenschap te dienen. Toch wel op
gelucht vertrok hij van het raket
centrum. Na een uur steeg de vlie
gende schotel weer opnieuw op naar
de planeet Mars. Jan en Piet wuifden
hem na. De volgende ochtend gingen
de jongens weer gewoon naar school.
Rekenen en taal waren wèl niet zo
spannend als hun Marsavontuur.
Piet en Jan wilden echter graag over
gaan naar de volgende klas. Daarom
deden ze extra goed hun best om de
verloren schooltijd in te halen.
door elkaar, dat er bijna een nieuw
nummer ontstaat. Hulde voor zyn
vakmanschap. Alleen voor hem, moet
je deze elpee kopen, zelfs als je een
Beatleshater bent.
het Knokkefestival bliksemsnel r
maakte om hem daarna weer even
snel te verliezen. De elpee biedt een
keur aan vrolijke, ongecompliceerde
nummers, waarvan ..Mexican whist
ler", ..Paraguayan whistles". Russian
whistler" en ..Whistle stop" het meest
tot de verbeelding spreken. Zij. die
het gevoelige stemgeluid van Roger
meer waarderen kunnen terecht bij
o m. „Early one morning". „Plaisir
d'amour" en „Lady greensleeves"
O „If paradise is half as nice"
Amen Corner. Grandioze schijf
van de jongens, die met „Bend me
Bhape me" een hitnotering wisten te
forceren. Let op het adembenemende
karakter van de zang. Tip voor de
de „Mac Arthur Park"-sound
weer een hitje te maken. Niet hele
maal geslaagd doordat het nummer
gewoon te moeilijk ligt. „Thats the
way it was" is een kei van een ach
terkant, zo het niet de a-kant wordt.
5„If wasn't for bad luck" Ray
Charles/Jimmy Lewis. Bijzonder
gaaf duetje tussen grote Ray en
vrijwel onbekende Jimmy Lewis. Ge
heel in de trant, die we zo langzamer
hand van Ray gewend zijn. De ach
terkant „When I stop dreaming" is
heerlijk bluessy.
6 „Let it be me" Robbie Gentry/
Glen Campbell. Twee reuzen uit
het hitvak op een schijf verenigd.
Knap uitgewerkt arrangement op het
aloude Gilbert Bécaud-succes. Ook de
b-kant „Little green apples" eens
een hit van Roger Miller mag
7 „Streets of my village" Terry
Bér. Goed uitgewerkte folksong,
gezongen met een apart stemgeluid.
De b-kant, „Gemini gypsy" krijgt
door het interessante arrangement
een derde dimensie. Te moeilijk voor
een hit-notering, maar niettemin het
bespreken waard.
8 „The greatest love" Dorsey
Burnette. Grandioze compositie,
met een sterk opzwepend arrange
ment. Door Burnette gezongen met
een diepte en een kracht, die wij een
kruising zouden willen noemen tus
sen Jim Reeves en Bobby Bare. De
b-kant, het vrolijke „Thin little
simple little, plain little girl" draagt
nog meer tot onze overtuiging bij.
9 „The journey" Sonny James.
Door het op de voorgrond treden
de geluid van de akoestische gitaar
een heerlijk luisterplaatje. De b-kant
biedt een gemoderniseerde versie van
het aloude „Only the lonely".
Katiuschza was een ontzettend
lief Russisch boerenmeisje met een
gaaf gezichtje en grote zwarte glin
sterende kijkers, dat zong over een
stoere jongeman aan wie ze haar
liefde schonk. (Dat was nog eens
een tijd!) De jongeman zijn naam
wordt niet genoemd bewaakte
met stoere borst duizenden kilo
meters ver de Russische grens. Ar
me Katiuchza. Ze miste hem zo. Af
en toe huilde zij een stortbui en ge
regeld zong ze 'n lekkere smartlap
over hem. Deze uiterst gevoelige
raamvertelling in woord en muziek
is een creatie uit 1938 van de Ru-
sische componist Michael Blanter.
In Rusland sloeg dit werkje als een
bom in.
t. „Ej Oegnjem"
latere tijden door het
buitenland „gemaakt". Iedereen
zong het, van het Don Kozakken-
koor tot de Maastreeohter Staar.
Weer zo'n onvergetelijk melodietje.
Nog langer geleden, om precies te
zijn vier eeuwen, dansten baardige
kozakken, die zich in de ruige om
geving van het Oekraïnse Zapa-
rozije hadden genesteld, op spran-
vi ooi klanken de wervelende maar
ontzettend moeüijke kazatsjok.
Kijk, dat zijn nu verdraaid aar
dige dingetjes, zullen een paar pen
ningvlassers van Basart Records In
ternational hebben gedacht. We po
neren de hele mik-mak bij elkaar,
voegen er een flinke snuif hoempa-
t toe en laten boerenka-
en en keihard
brullen. Voila, de allernieuwste ka
zatsjok, die evenals de Finse Jenka
(Letkiss) de ruige soulbarricade
aan het wankelen moet brengen.
Op alle redacties van Nederlandse
dag-, week- en maandbladen ver
schijnt een affiche, waarop let
wel de nieuwste dansrage („van
Rusland via Parijs naar Nederland
overgewaaid" volgens het Basart-
K.N.M.I.) wordt aangekondigd.
Misschien waait het rommelige
produkt van Basart wel met carna
val over. Verder zal dit slechte
brouwsel dat dus volledig ten on
rechte „casatschok" heet, niet ko
men. Het is te goedkoop. De flip-
side van het singeltje, waarvan de
hoes met een aantal
struoties is bedrukt, heet Ia cobuska,
dat dank zij het immense gekrijs
en geblaas een verschrikkelijk slech
te uitvoering van „Vader Jacob", de
onverbiddelijke eerste-klas-lagere-
school-canon is. Dat spulletje moet
Overigens, vc
Alexandrov is
Als zy niet nu bijna een jaar gele
den per ongeluk het kantoor van
een muziekuitgeverij was binnengelo
pen; en als de daar aanwezige produ
cer Peter Schekeryk haar toen niet
voor de grap een nummertje had la
ten zingen en als Artie Ripp er toen
al niet direct van overtuigd was ge
weest, dat zij precies dat had wat
haar van anderen onderscheidt, ja
dan had nu nóg niemand
geboord.
Melanie, het muzikale feetje uit de
New Yorkse sloppen; Melanie, de 21-
jarige brunette met de grote smach
tende ogen; Melenie tenslotte, de
zwerfster met de gitaar die een jaar
lang in tweede en derderangs bars
haar liedjes ten gehore bracht. Maar
goed, het gebeurde allemaal wèl. En
dat was mede debet aan het feit, dat
wij vorige week dinsdag in stomme
verbazing gekluisterd zaten aan onze
televisiefauteuil, toen TROS-man Lex
de Rooi haar twintig minuten lang in
muziek uittekende. Het werd een por
tret, dat sinds die dinsdagavond in
ons geheugen gegrift zit. 'n Muzikaal
portret, dat gevormd is uit prachtige
teksten, simpele melodietjes en een
rauwe ietwat ongeschoolde stem.
Het zwarwit portret is in kleur gezet
met grandioze arrangementen waar
voor Roger Kellaway zijn beste verf
stoffen gebruikte. Al met al bewees
Melanie toen, dat zij niet voor niets
getipt wordt voor een hoge internati
onale top. Met haar soms ongecontro
leerde stem die zo nu eens doet
denken aan Grace Slick van „Jeffer
son Airplane", dan weer aan de be
roemde Eartha Kit legt zij thans
op haar eerste elpee „Bom to be" een
proeve van bekwaamheid af.
Een cynisch nummer als „I'm back in
town" handelend over een meisje,
dat vol hoop naar huis terugkeert en
haar geliefde met een ander aantreft
wordt door haar intense meebele
ven een grandioze compositie, „Bo-
Bo's party" wordt een niets verbloe
mende blik achter de schermen van
het rosse uitgaansleven. „Als ik
iemand had, die zich om mij bekom
merde, hoefde ik niet tijdens al die
wufte party's op zoek te gaan naar 'n
beetje warmte", zingt Melanie. „M'n
Tambourine man" van Bob Dylan
krijgt door haar vocale expressie
wat een vakmanschap op zo'n jonge
leeftijd een nieuwe Demensie.
vinden we naast het reeds genoem
de „I'm back in town" het verruk
kelijke „Christopher Robin", waarin
Melanie uitbeeldt hoe een kleine ver
schoppeling zijn fantasievolle avond
gebedje doet, en „Merry Christmas",
waarin zij vraagt of het niet het hele
Jaar Kerstmis kan zijn. Toch timmert
Melanie in haar vaderland Amerika
nog steeds niet aan de weg.
„Wij willen eerst proberen haar ster
in Europa te laten ryzën', zegt Kama
Sutra-direc-teur A. Ripp desgevraagd.
„In Amerika is de concurrentie ont
zaglik groot en om daar een veelbe
lovende artieste als Melanie van de
grond te krygen kost je een klein ver
mogen. Als zy hier 'n artieste van
formaat is geworden, zal het 'in Ame
rika allemaal wat gemakkeiyker
gaan". Melanie werd tydens haar pro
motietrip overal enorm geestdriftig
begroet. „Dit is de ster van de toe
komst", hoorden men veelal Mis
schien, dat tegen die tijd ook Mela-
nle's grootste droom bewaarheid kan
worden. Een concert voor mensen, die
door de muziek van elkaar houden.
Mensen, die niet aan oorlog en ver
woesting denken, omdat Melanie
zingt.
Dan zal het inderdaad het hele jaar
„Kerstmis" kunnen zijn voor dit meis
je uit de New Yorkse sloppen.
COPPESPONOEN TlE
Hier volgen de namen van enige
kinderen die de raadsels wel goed op
gelost hebben, maar die ik te laat
binnen kreeg. Anneke v. Velzen, In-
grid van Velzen, R'veen; Yvonne van
Bennekom, Warmond; Marjolein en
Leon v. Bennekom, Warmond, José
Bontje, R'veen.
Pinkje
Er was eens een vrouw die dol
graag een kindje wilde hebben. Daar
om ging ze naar de fee en de fee gaf
haar een boon, die ze in een bloempot
moest stoppen. De vrouw volgde de
raad op en er groeide een mooie
bloem uit, net een tulp. De vrouw
kuste de bloembladeren en zie de
bloem ging open en daar zat een
klein meisje in de bloem. Toen het
avond werd en tijd om naar bed te
gaan stopte de vrouw het kindje in
een notedop en dekte het toe met een
bloemblad. Omdat het kindje zo klein
was als haar pink, noemde de vrouw
haar Pinkje, 's Nachts glipte een pad
de kanier in, hij zag het kleine meis
je en dacht, dat is een goede bruid
voor mijn zoon. Hij pakte haar op en
zette haar op een blad midden in het
water, zodat ze niet vluchten kon
Maar de vissen wilden niet dat
Pinkje met de lelijke zoon van de pad
zou trouwen en ze beten de stengel
van het blad stuk. Nu nam de stroom
haar mee en ze kwam terecht in een
vreemd dorp. Een vlinder zag haar
en wat deed hij HIJ bond haar haar-
strik aan zijn vleugeltjes en zo kwam
Pinkje veer sneller vooruil. tot ze
kwamen aan een groot bos. Daar
bleef 2 de hele zomer tot de herfst
kwam. Maar in de winter rilde ze zó
van de kou dat ze er op uittrok om
een ander huis te zoeken. Ze kwam
bij het huisje van mevrouw veldmuis.
Daar was het lekker warm. Pinkje
smeekte of ze daar mocht blijven. De
veldmuis had een goed hart en hij
vond het goed dat Pinkje ook in zijn
huisje zou wonen. Op een dag zei de
veldmuis: „Zeg Pinkje, onze buur
man wil graag met je trouwen".
Maar Pinkje wilde niet met een mol
trouwen. Op een dag. dat ze in het
bos wandelde vond ze een zwaluw,
die bijna dood was. Pinkje kreeg me
delijden met hem. Ze verzorgde hem
zó goed dat de zwaluw helemaal be
ter werd en weer wegvloog. Na de
winter kwam hij terug om Pinkje
weer eens op te zoeken. Hij vroeg
haar of ze met hem mee wou gaan.
„Ja, ja", riep ze biy, „ik wil die i
bergen en zeeën. Ze kwa
men in een ver land aan. Daar groei
de ook een prachtige bloem waarin
een prins woonde. De prins zag haar
en vroeg haar of ze zijn vrouw wilde
worden Pinkje vond het fijn. Ze
Kudie de Roi
den te warmen. Ik kreeg ook een
lekker kopje koffie. Toen ik dat op
had. ging ik weer naar buiten.
Nu gingen we naar de speeltuin.
Daar lag de sneeuw nog lekker dik.
We gingen tikkertje spelen. Als je
waar b-b-ben ik?" vroeg hij. „Thuis"
zei moeder. O ja nu wlöt hij het .weer.
Hij was dan het schaatsen en bevroor
tot een klomp ijs. „O wat heb ik
een honger", zei hij en toen at hij
wel 10 boterhammen.
«el 1
je wel
bleven spelen t
wpop. We
b werden geroepen
vas ook lekker.
Oe boonypjes
Sneeuwpret
Het was zondag. Er lag een dik pak
sneeuw. Om kwart over acht werd ik
wakker. Ik keek naar buiten en zag
dat alles bedekt was met sneeuw.
Dat was leuk. Ik kleedde me vlug
aan en ging naar buiten. Ik begon
sneeuwpop te maken. Maar wat heb
ben we toen gelachen, de bal was zó
groot, dat hij niet door het poortje
kon. Er moest dus een stukje vanaf.
Toen gingen we het hoofd maken,
maar die kregen we 'niet opgetild en
toen we. hem beet hadden, viel hy in
stukken. We gingen nu een kleinere
maken, 's Middags gingen we een
aken We hadden vier
de muren mooi glad en
goed dicht. Een poosje later kwamen
er jongens om ons aan te vallen. We
verjoegen ze met sneeuwballen, maar
toch was er een gat in de muur geko
men. Dat was jammer. We hielpen al
lemaal mee en het gat was gauw
weer dicht. Later hebben we hem
weer helemaal afgebroken. Toen gin-
ik naar binnen om mijn tenen en han
Jantje onder het ijs
Jantje woonde in Zuid-Holland in
de Kroezestraat. Het was winter, de
sloten waren bevroren, maar Jantje
mocht nog niet schaatsen. Dat was
jammer. Hij was acht jaar en durfde
arm. En.Wat zat daar i
paar schaatsen. „Hiep hooi! ik heb
schaatsen!" riep hij. Hij bond ze met
een aan en gelukkig ze pasten. Dat
was fijn. Hij ging dadelijk naar het
ijs. Onderweg merkte hij dat hij zijn
jas was vergeten dus holde hij terug.
Hij liep bijna tegen de deur aan. Hij
ging naar binnen .pakte zijn jas en
ging naar binnen, pakte zijn jas en
wanten en ook nog een sneetje brood.
Hij moest een heel eind lopen voor
hij bij het ijs was. maar hij voelde
geen kou en moeheid. Eindelijk deed
hij zijn schaatsen aan. Het ijs was aan
neus. Opgestaan en weer verder ge
krabbeld. In het midden was het ijs
beter, maar niet zo sterk. Vlak voor
hem zag hij een gat. Jantje probeerde
er langs te rijden, maar hij reed er
pardoes midden in. Onmiddellijk zonk
liij omlaag. Hij kon wel zwemmen,
maar dat hielp hier niet met 15°
vorst. Niemand was in de buurt. Er
vormde zich een laag Ijs om hem
heen en zo lag Jantje ln een brok ijs.
Toen Jantje niet op tijd thuis was
gingen ze hem zoeken. Moeder vond
hem. Ze pakte het grote stuk ijs op
en sleepte het naar huis. Daar legde
ze het ijs bn de kachel. Een grote
plas water kwam op de grond en
langzaam kwam Jantje btj. „Waar-
Op de gordijnen van onze klas ston
den boompjes. Het waren witte boom
pjes. De andere klassen hadden zulke
gordijnen niet. Op een avond toen de
Juffrouwen en de meesters weg wa
ren en de hele school leeg was, be
gonnen de boompjes te leven. „Ik
wou dat ik gekleurd was", zei één
van de boompjes. Ja, dat wilden de
anderen ook wel. „Nou we kunnen
ons kleuren met kleurtjes van de kin
deren", zei er toen een. „Dat is een
goed idee", riepen ze. Er waren een
veertig boompjes en zoveel kinderen
zaten in de klas. De boompjes spron
gen van de gordijnen af en zochten
de kleurtjes op. Ze begonnen te kleu
ren. O, wat werden ze mooi. Ze had
den ze hard gewerkt dat ze niet had
den gezien, dut het al ochtend ge
worden was. Ze borgen vlug de kleur-
daar zagen
te klimmen, daarom holden
ter elkaar onder de tafel. Toch had
de juffrouw gauw de mooie boompjes
ontdekt. Waar zouden die vandaan
gekomen zijn? dacht ze. „Kom ik
plant ze vanmiddag in de tuin". Zo
gezegd, zo gedaan. Alle mensen die
langs kwamen keken naar de mooie
boompjes, 's Avonds begon het te
waaien. De boompjes konden maar
niet slapen. Ze vonden het niets leuk
buiten. Gelukkig scheen de volgende
dag de zon. De juffrouw trok de gor
dijnen toe en daar zag ze opeens de
lege plekken waar de boompjes ge
staan hadden. Daar kwamen dus de
boompjes vandaan!" Nog diezelfde
dag nam ze de boompjes weg uit de
tuin en zette ze op het gordijn. „Nu
zjjn de gordijnen mooi gekleurd!" rie
pen de kinderen.
Maritska Kluivers
klik en klak
op het feest
Daar loopt een meisje in de tuin.
Weet je wie dat is? Het is prinses
Paula. Haar vader heet koning Bingo,
En woont in een praóhtig paleis. Elke
dag loopt prinses Paula met een
mandje*brood aan haar arm naar
haar vriendjes, de eenden Klik en
Klak. Als ze aankomt, lopen de een
den haar al tegemoet want ze weten
dat er in het mandje brood zit. Als
het mandje leeg is, loopt de prinses
weer naar het paleis en de eendjes
gaan weer naar het water als ze alles
hebben opgegeten. Opeens blyven Klik
en Klak staan. Ze luisteren en horen
„piep! piep!" Ze zien Piep, de veld
muis. „Zeg komen jullie ook vannacht
op ons feest?" vraagt hij. „Feest?
feest?" vragen ze. „Ja bij ons op de
zolder. Het begint om zeven uur".
Klik en Klak beloven dat ze zullen
komen. „Het raam staat open. Je
kunt zo binnenstappen", zegt de muis
en trippelt gauw weg. Het is al over
zevenen als du eendjes door het raam
naar binnen stappen. Het feest is al in
volle gang. Ze zijn volop aan het dan
sen. Na een uurtje gaan ze eten. Een
grote veldmuis deelt stukjes kaas uit.
Ook Klik en Klak krijgen een stukje.
„Bah. wat vies" zegt Klik, want ze
blieven geen kaas. Nu krijgen ze een
stuk eierkoek. Nou dat vinden ze lek
ker. Er wordt weer een poosje ge
danst en dan is iedereen ze moe, dat
ze op de zolder in slaap vallen.
De volgende morgen komt prinses
Paula met haar rflandje brood in de
zoekt overal, maar vindt niets. Ein
delijk ziet ze het raam van de zolder
open staan. Zouden ze daar zijn? Ja
hoor, daar liggen ze nog te slapen.
Paula maakt ze wakker en neemt ze
mee naar de tuin. De stukjes brood
smaken weer lekker.
Dag kinders! Wie nog nooit een
verhaaltje heeft gemaakt, moet het
och eens proberen. Leuk hoor, als
iet dan in de krant komt.
TANTE JO.
De beroemdste toren staat in de b«
roemdste stad. De Eiffeltoren -u
Parijs is nog steeds een grote attrac
tie voor de toeristen. Dat er vroeger
een Parijs zonder Eiffeltoren wai
kan men zich nu nauwelijks nog
stellen. De toren werd voor de We.
reldtentoonstelling van 1889 gebouwd
De geniale Franse ingenieur en ken
ner van Ijzerconstructies, Gustaafj
Eiffel, ontwierp het plan voor d
reus van 9000 ton.
Op een hoogte van 97 meter is
eerste etage met een promenade
4 restaurants. De volgende etage ligi
115 meter boven de grond en heep
een postkantoor en een drukkerij
op een hoogte van 273 meter, op ds
derde etage is tegenwoordig de tele
visie neergestreken.
Het bouwen van de toren duurde
jaar en 2 maanden. Veertig tekenaan
maakten 5000 werktekeningen voo-
de 15000 onderdelen van de toren. lx
onderdelen werden toen in een fa
briek precies op de millimeter ver
vaardigd. Op 31 maart 1889 kor
Gustaaf Eiffel zelf de driekleur of
de toren hijsen. De Eiffeltoren waq
ingewijd.
r
Doe mee aan een kleine test, di' 4
jullie hierop antwoord geeft. Julli 1
moeten met z'n tweeën zijn. Eén va 1
jullie leest een rjj cijfers hardop
bijvoorbeeld 4-9-8-7. Nummer
moet nu proberen de cijfers te hei
halen, maar in omgekeerde volgordf l
dus 7-8-9-4.
Je moet bovenaan beginnen. Het ga&fl
heel gemakkelijk, zo lang
weinig cijfers zijn, maar als de langA
cijferrijen aan de beurt komen, i
je je echt wel inspannen. Zes cijfer^
is 't minste, dat je uit je hoofd i
kunnen zeggen.
4 7
7 9
8 2 5
4 6 I
3 6 8 2
4 9 8 7
14 6 8 5
2 9 6 7 3
4 7 1 9 5 2
8 3 6 2 5 7
3 2 9 4 8 5 I
9 4 5 3 8 3 7
4 1 6 2 5 9 3 8
2 7 5 4 9 8 1 6
Klein Pieterte heeft alweer pech g<
had. Zijn voetbal is op de speelplaat!
van de school door een ruit gevlo
gen. De onderwijzer gaf hem de rek>
ning voor de gebroken ruit. Hy moe;
hem aan zijn vader geven.
„Je streken bezorgen me grijze ha
ren," zei vader boos.
Pietertje stond een ogenblik diep ni
te denken, toen zei hij heel vertrou
welyk: „Oh, daarom is grootvadei
helemaal wit!"