A ACHT RONDEN WIST IK DA* MIJN KANS HAD VERSPEEL ALLE VIJF BIJ DE LAATSTE ZESTIEN Pi'rommer: „Kees heeft door slechte sprint dit toernooi verloren" PETER NOTTET REED (PNDIQOS KAMPIOENSCHAP Schenk: „Bij mij ligt de frequentie wel bijzonder hoog" Wereldkampioenschap van de uitersten EEN MISSTAP, EEN VAL EN EEN MISLUKTE RACE BAANDAG 17 FEBKUARl 19uü Wme SPORTBIJLAGE DE LEIDSE COURANT DEVENTER ,,lk kwam volkomen ontspannen aan de start. Ik gaf mezelf weinig kans op de titel. Kees Verkerk had immers al twee van de drie afstanden gewonnen en ik rekende er vast op dat hij ook de 10.000 meter zou winnen. Tussen de 1.500 en 10.000 meter heb ik een half uurtje buiten het stadion gelopen. Misschien heeft dat wel geholpen". Dit zijn de woorden van de 20-jarige Dag Fornaess, wereldkampioen schaatsen 1969. Naast hem zit Kees Verkerk, de grote favoriet voor de hoogste schaats- eer. „Had ik op de tien kilometer drie seconden sneller gereden, dan was ik als eerste geëindigd en iedereen had dan gezegd: man wat heb je het goed gedaan. Maar ik kon eenvoudig niet sneller. Zeker, ik ging heel snel weg, maar dat doe ik altijd. Na acht ron den wist ik, dat ik mijn kansen had verspeeld. Ik had nogal wat last van de wind. Je moest eigenlijk twee technieken toepassen, een als je de wind tegen had en een als je de wind in de rug had. En dat leer je niet een, twee, drie. Echt, ik was leeg toen ik door de finish ging. Ik kon niet meer en dat was toen ik een wereld record reed in Inzeil bepaald niet het geval". Goeran Claesson zei niet zo veel. Zijn spaarzame woorden werden vlot door Verkerk vertaald. Claes son: „De tijd van Fornaess was voor mij op de tien kilometer geen maatstaf. Ik wist dat ik zijn 16.04,7 niet zou kunnen halen. Ik heb alle risico uitgesloten en in de eerste plaats op veiligheid gereden. Ik wist verder dat ik niet te veel op Verkerk mocht verliezen en dat is me gelukt. Ik ben tweede ge bleven en daar ben ik best tevre den mee". Kees Verkerk: „Op de, tien kilometer ben ik weggegaan op een schema van 15.50. Ik ga altijd heel Snel wég. De acht seconden, die ik na twee ronden .op Jan' Bols had gewonnen, waren normaal. Maar, daarna \verd de voorsprong steeds kleiner en, nou ja het resultaat is hekend. „Natuurlijk ga ik door", antwoordde Verkerk op een volgende vraag „Ik weet dat ik dé mogelijkheden heb om nog eens wereldkampioen te worden, maar dan moet ik wel beter en sneller gaan dan ik nu heb gedaan. Op dé 500 meter heb ik te veel tijd verloren. Normaal zit ik altijd bij de eerste twaalf, nu werd ik twee-' entwintigste. Guttórmsen heeft op de tien kilometer nog wel geprobeerd mij te helpen. Hij zag in .mi.i de beste man en probeerde mij te trekken. Maar toen duidelijk werd dat ik hem.niet kon vol- Samenloop wind. de sneeuw en het ijs waren alle eerste rijders hetzelfde. Hei .e niël uit in welke baan je op de tien kilometer startte. Alleen Jan Bols reed sneller dan wij allemaal". „Jan", riep Kees Verkerk, „wie had gedacht, dat jij de tien kilometer zou winnen". En maakte Per Willy Guttórmsen geen fout by de wisseling op de 1500 meter? Verkerk: „Het was een samenloop van omstandigheden. Per Willy reed iets langzamer en ik zette iets feller aan om achter hem te komen en daardoor als 't ware meegezogen te worden. Maar het lukte niet helemaal". Wel aan de top Het zat allemaal niet bijster mee. In elk geval heeft Dag Fornaess, de jonge student uit Hamar, in dit toernooi bewe zen een zeer sterk rijder te zijn: in zijn eigen land, in de strijd om de titel, op de Europese kampioenschappen in Inzeil en op het wereldkampioenschap in Deventer. Een merkwaardige bijzonderheid: For naess won in deze drie toernooien geen enkele afstand. Maar drie keer stond hij wel aan de top van het eindklassement. En de wijze waarop hij na zijn achtste plaats op de 5000 meter gisteren op de 1500 meter (derde) en op de 10.000 meter (tweede) terugkwam, bewijst dat de op volger van Fred Anton Maier een rijder van grote klasse is. Belangrijker Coach Leen Pfrommer mocht tevreden zijn met alle vijf rijders bij de laatste zestien maar hij zei toch onomwonden: „Het was voor ons een dag vol teleurstel lingen. Eerst de val van Ard, daarna de slipper van Jan Bols en tenslotte een voor Kees zijn doen magere 10.000 meter. Waren deze tegenslagen ons bespaard ge bleven, dan hadden we vier man bij de eerste zes gekregen. Kees was echt, ook al had hij iets sneller gereden, niet ver der gekomen dan een derde plaats in het eindklassement. Ard was vierde geworden en Jan Bols en Peter Nottet zouden als vijfde en zesde zijn geëindigd. Het zat ons helaas niet mee. Over de ploeg ben ik tevreden. Laten we het nu maar eerlijk zeggen, toen ik verleden jaar als trainer- coach begon, was de stemming en dan zeg ik het nog heel zacht niet goed. Dat is nu anders. We vormen een ploeg. De jongens vangen elkaar op en wat nog belangrijker is: ze zijn allemaal, zowel in de Europese kampioenschappen als in dit toernooi, bij de laatste zestien ge komen". Te koud „Over Kees Verkerks vijfhonderd meter: „Ik heb voor die slechte sprint van Kees twee redenen: in de eerste plaats was Kees te koud. Hij was volgens mij te lang op de baan. Ten tweede schrok hij van het idiote hoge bewegings tempo van zijn tegenstander Blatchford. Hij reed verkrampt. We kunnen duidelijk stellen dat Kees door een slechte sprint dit toernooi heeft verloren". Op de vraag of Jan Bols in het fasci nerend duel op de 10.000 meter Dag Fornaes had meegezogen naar de tweede plaats en het niet beter geweest zou zij" als Bols de Noor het werk alleen had i kansrijke posit n jor hem nerk.ek.eu i hij het rijtje van noodlot toe bij Ard SchenkHy gleecl onderuit op de 1500 meter en meteen was die kans na van een topsporter, die in weinige seconden het werk van vele maanden ziet vervliegen )zen wordt gevoegd. Het moreel moet dan wel heel sterk zijn om ook die tegenslag weer te en verwerken. En dat kunnen zowel Ard Schenk als Kees Verkerk. had laten doen, antwoordde Pfrommer: „Dat is onzin. Je weet natuurlijk nooit wat er daarna gebeurt en we mochten toch aannemen dat Kees 6 a 7 seconden sneller zou rijden als een zich alles gevende Bols. Kees Verkerk durfde ook het risico niet te nemen om drie afstan den te winnen. De spanning van het favoriet zijn was misschien te groot". Als ploeg gereden Meer te vreden was Leen Pfrommer over Peter Nottet. „Als ik relatief de beste Nederlander moet aanwijzen, dan is dat zonder meer Peter Nottet. Hij heeft een grandioos kampioenschap gereden De 40.8 op de 500 meter was natuurlijk een gunstige uitschieter. Kees heeft in Da vos verleden jaar ook een keer 40.4 gereden maar is daarna nooit meer onder de 41 seconden gekomen. Nogmaals, ik was over het geheel genomen tevreden over de prestaties van onze jongens. We hebben als ploeg gereden en als ploeg gewerkt. Dat was toen ik als trainer- coach werd aangesteld, mijn opzet. En het is gelukt ook. Grote wens Eddy Verheyen had tegen één rit als tegen een berg opgezien. „De 500 m was voor mij een obsessie". Ik was bang' om, evenals tijdens de Europese kampioen schappen in 1966, voor eigen publiek op de sprint te vallen. Dat is gelukkig niet gebeurd en het betekende een enorme stimulans voor mij. Eigenlijk toch gek hè, ik ben na de Europese kampioen schappen nooit meer gevallen op de 500 Over zijn verrichtingen in dit toernooi was Verheyen best tevreden. „Ik heb mijn doel bereikt. Ik heb me in dit sei zoen op twee grote wedstrijden twee maal bij de laatste zestien gereden. Dat was mijn grote wens". In mijn rats „Nee, dit wereldkampioenschap heeft mij geen voldoening geschonken", aldus Jan Bols. De wereldkampioen op de 10.000 had zichzelf een hogere plaats in het eindklassement"*- toebedacht. „Die sneeuwrand op de 1500 m heeft me de das omgedaan. Ik kwam er met mijn schaats in en gleed prompt uit. Gelukkig gleed ik met mijn rechterbeen door zo dat ik weer snel op de been was. Tijdens liet laatste gedeelte van de 10.000 m zal ik in mijn rats. „Ik was bang dal ik Kees Ver kerk het wereldkampioenschap zou ontnemen door de tien kilo meter te winnen. Kees had immers aan winst op drie afstanden genoeg voor de wereldtitel. Ik ben toch wel blij dat Guttórmsen hem op het nippertje versloeg". Voor uitslagen zie elders (Van onze sportredactie) DEVENTER Ard Schenk beleefde gisteren met zijn val op de 1500 m drama, dat hijzelf karakteriseerde als een voor hem inherent onderdeel aar elk internationaal kampioenschap. „Uiter aard weet ik dal dit tot de normale voor vallen in de schaatssport behoort, maai bij mij ligt de frequentie wel bijzonder hoog. Oorzaken daarvan kan ik niet Ard Schenk zei het schijnbaar opge wekt. Na de 10.000 m had hij een uiltje geknapt in de kleedkamers en zijn hou ding deed in de versie verte niet denken aan die van een teleurgestelde topspor- De oorzaak van zijn val? Ard Schenk gelooft dat het een complex van facto ren was. „In die bocht kreeg je ineens de harde wind tegen. Waarschijnlijk ben ik bovendien maar dat is een kwestie milimelers en achteraf moeilijk volledig te beoordelen niet helemaal goed de bocht ingegaan. Daardoor raakte ik de rand die na het schaven was overgeble ven. En toen was het meteen gebeurd". Ard Schenk was vóór zijn val zeker niet kansloos voor een ereplaats. „Daar om heb ik getracht van die 10.000 m nog wat te maken om te kijken hoe hoog ik geëindigd zou zijn als ik de 1500 i 2.08.5 had gereden, wat er dik in Ard Schenk heeft op zijn tegenslag nig emotioneel gereageerd. Zoals hij zich zelf ooit eerder spottend „het zilveren mannetje" heeft genoemd, zo aanvaard de hij ook gelaten deze nieuwe teleurstel ling. „Ik had na de 1500 rn mijn schaatsen geslepen en me verder geconcentreerd op de tien kilometer. Ik geloof dat ik zon der die val op de derde, of vierde plaats zou zijn gekomen in het eindklassement. En dat vind ik niet slecht". DEVENTER Schaatsen is een win tersport bij uitstek maar niet elk winters symptoom is de schaatsers welgevallig. Kees Verkerk kan er over meepraten. De gedoodverfde wereld kampioen moest de 10 km rijden toen een hevige sneeuwjacht de baan teis terde. Verkerk stond voor de moei lijke opgave óf de snelste tijd op de 10.000 m te maken óf 15,5 sec. en 16.7 sneller over de baan te gaan dan respectievelijk Dag Fornaess en Göran Claesson. Toen Verkerk in de eerste ronden van zijn rit tegen Per Willy Guttórmsen een, de omstandig heden in aanmerking genomen, enorm hoog tempo ontwikkelde, twijfelde niemand meer aan zijn derde wereld titel. Tot halverwege de race leek niets een zege van de Nederlandse favoriet meer in de weg te staan. Gesteund door luide aanmoedigingen reed Ver kerk ongeveer zes seconden onder de tijd van Jan Bols, die in de eerste rit van de 10 km Dag Fornaess bijna twee seconden achter zich had gela ten. Toen echter sloeg het noodlot toe. De geweldige kracht, waarmee Ver kerk de eerste helft van de race had gereden, leek uit zijn benen te vloei en. Het tempo werd zienderogen la ger. Per Willy Guttórmsen. die al na enige ronden een aanzienlijke achter stand had opgelopen, kwam steeds dichterbij. Er waren toeschouwers, die het gezicht achter de besneeuwde handen verborgen. Mensen die niet konden aanzien hoe de onverslaanbaar geachte Verkerk ook nu niet zou slagen. Kees Verkerk vocht voor wat hij waard was. Guttórmsen ook. Het werd in de slotfaze een adembene mend gevecht: 3.04 sec. scheidde Ver kerk nog van Bols bij het ingaan van de laatste ronde. In de laatste, ver twijfelde poging, waarvan het slagen bij voorbaat uitgesloten was, knab belde Verkerk ndg 9/10 seconde van die achterstand af. Te weinig, want niet alleen Bols, maar ook Fornaess was sneller geweest dan Verkerk. Te zware opgave Slechts één man kon toen Dag Fornaess nog bedreigen: de Zweed Göran Claesson, die na drie afstan den nog de leiding had en op de 10.000 meter een seconde aan For naess mocht verliezen. Dat bleek voor Claesson een te zware opgave. Hij raakte in zijn rit tegen Magne Thomassen niet minder dan 17,3 sec, achter op Fornaess, maar bleef door zijn tijd 16.22,0 drieduizendste punt voor op Verkerk die, ofschoon hij de 1500 en 5000 m had gewon nen, in het eindklassement niet ver der kwam dan de derde plaats. Dramatisch DAG FORNAESS (Noorwegen) 40.3 2) GORAN CLAESSON (Zweden) 40.5 4) KEES VERKERK 42.6 (22) PETER NOTTET 40.8 6) MAGNE THOMASSEN (Noorwegen) 40.6 5) JONNY HOEGLIN (Zweden) 41.2 (11) OR JAN SANDLER (Zweden) 42.7 (24) PER WILLY GUTTÓRMSEN (Noorwegen) 42.2 (20) JAN BOLS 41.6 (15) SVEN ERIK STIANSEN (Noorwegen) 41.4 (13) KIMMO KOSKINEN (Finland) 42.1 (19) FRED ANTON MAIER (Nooi~wegen) 43.0 (27) ARD SCHENK 41,9 9) ALEXANDER TSJEKÖELJAJEV (Rus)andj 42,6 (22) F.DDY VERHEYEN 13.0 (27) ALEXANDER KERTSJENKO (Rusland) 41.2 (11) 7.38.0 8) 7.36.1 7) 7.24.1 1) 2.09.1 3) 2.08.9 2) 2.08.7 (1) 2.12.1 8) 2.11.2 7) 2.09.3 4) 2.10.6 5) 2.13.6 (13) 2.14.7 (15) 2.11.1 6) 2.12.7 9) 2.14.2 (14) 2.20.8 (27) 2.13.1 (11) 2.15.4 (18) 2.13.4 (12) 16.04.7 2) 16.22.0 9) 16.05.4 4) 16.11.3 7) 16.25.7 (10) 16.26.9 (12) 16.05.5 5) 16.05.3 3) 16.02.9 1) 16.27.2 (13) 16.26.8 (11) 16.06.3 6) 16.21.3 8) 16.44. L (15) 16.31.7 (14) 17.32.9 (16) 177.368 178.177 178.180 179.288 179.428 179.645 179.738 179.908 179.925 180.330 181.573 181.595 182.228 183.322 184.02* 185.312 wikkelingen voor Nederland op de tweede dag. Eerst was er de val van Ard Schenk, die in zijn duel met de Zweed Johnny Höglin op de 1500 meter niet alleen op weg leek naar de ritzege, maar tevens naar een tijd die hem in het algemeen klassement mogelijk zelfs de eerste plaats zou hebben gebracht Bij het ingaan van de laatste ronde maakte Schenk, op topsnelheid een verkeerde slag en kwam bovendien in de greep van de felle wind. Schenk ging onderuit en gleed tegen de omheining. Werk niet goed In de volgende rit beleefde Jan Bols de grootste teleurstelling in zijn ncfe jonge lbopbaan. Hij raakte bij het uitkomen van de voorlaatste bocht een stroeve plek in het ijs de schaafmachine had zijn werk niet goed gedaan en verloor zijn even wicht. Bols kwam op de rechterknie terecht en kwam onmiddellijk weer overeind, maar had, eer hij weer in cadans was, veel tijd verloren. De vrees, dat Kees Verkerk, die in de rit na Bols in actie moest komen tegen Guttórmsen, geen risico meer zou durven nemen, bleek ongegrond. Verkerk waagde vooral in de laatste ronden, die hij begon met een ach terstand van 0,8 sec. op Claesson tot dan de snelste tijd alles met als gevolg, dat hij aan de finish 0,2 sec. sneller had gereden dan de Zweed en dus in de laatste ronde een volle se conde had teruggepakt. Het leverde Verkerk de zege op de 1500 m op. Sterkste stayer Nu die sterke 1500 m twijfelde eigen lijk niemand er meer aan dat Ver kerk de titel zou gaan behalen. De 500 m was dan weliswaar zaterdag te leurstellend verlopen, maar zijn tijd op de 5000 m had iedereen ervan overtuigd, dat Verkerk veruit de bes te stayer was van alle deelnemers. Hij ging na 7.24.1 sec. over de eind streep en vestigde niet alleen een Nederlands record, maar was boven dien twaalf seconden en veertien se conden sneller dan zijn rivalen Claes son en Fornaess. Bij de huldiging van de 5000 m mocht Ard Schenk eveneens op het erepodium klimmen. Hij had met 7.31.3 een persoonlijk record gereden en zijn kandidatuur gesteld voor een der erepiaatsten. Maar zover kwam Schenk door zijn val op de 1500 m Verspeeld Jan Bols won de tien kilometer. On der de gegeven omstandigheden was zijn 16.02.9 een prestatie van formaat tn het klassement na drie afstanden oezette Bols de tiende plaats. Na de vierde en laatste afstand was hij ne gende. Het verlies op de 1500 meter woog dus wel bijzonder zwaar, want Bols verspeelde' er een plaats bij de eerste vijf door. De beste Nederlander na Kees Verkerk was Peter Nottet, de man, die zelden faalt. Dit keer presteerde hij meer dan coach Pfrom mer, zijn ploeggenoten en hijzelf had den verwacht. De vijfde Nederlander, Eddy Ver heyen, bleef op alle afstanden vrij ver van zijn beste prestaties verwij derd, maar klasseerde zich toch bij de eerste zestien, waarmee hij de op dracht, die hij van coach Pfrommer had gekregen, vervulde. Uitersten Hef Wereldkampioenschap 1969 was een evenement van twee uitersten. Op de eerste dag, ondanks de vorst van ruim v(jf graden, uitstekende om standigheden en prestaties van for maat, op de tweede dag minder vorst, veel sneeuw en daardoor moeiljjk be rijdbaar ijs. In Dag Fornaess kreeg de wereld een nieuw kampioen, ract zijn twintig Jaar een van de jongste al ler tijden. En een van de grootste. Een waardig opvolger van Fred An ton Maier. Het tijdperk Maier werd voor 24.000 toeschouwers afgesloten. Het tijdperk Fornaess lijkt be gonnen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 9