ANGST VOOR COMPUTERS Zeeën vrije tijd, maar dan... (5) VANDAAG: automatisering Supermarkt straks folklore Robot boezemt wantrouwen in ZATERDAG 25 JANUARI 1969 DOOR WIM KOCK Over 31 jaar clan al is het magische jaar 2000 aangebrokenzal de dan wat oudere huisvrouw met een vleugje bitterzoete nostalgie terugblikken naar de goede oude tijd, toen ze nog zo heerlijk kon grasduinen in de supermarkt. Want over 31 jaar is de supermarkt van nu zo ze nog bestaat hoogstens zoiets als tegenwoordig de wekelijkse markt in de openlucht; een voor de distributie van levensmiddelen etc. in wez en volstrekt overbodig systeem eeri anachronisme haast welks aantrekkingskracht slechts bestaat in een sfeertje, een karakter dat herinnert aan het verleden. De markt is meer romantiek en folklore dan efficiënte en rationele „business". Zo gaat het op haar beurt met de super markt als de computerdeskundigen gelijk hebben. En waarom zouden ze dat niet hebben? De directeur-generaal van IBM- Nederland N.V., de heer E. van der Kruk. voorspelt geheel op basis van de huidige stand van ontwikkeling en onderzoek wel te verstaan! dat in het jaar 2000 „de huisvrouw per telefoon verbonden zal zijn met een verzorgingscentrum voor een hele stadswijk. Haar gesproken bestelling zal de elektriciteit dat heeft gedaan, is een aar dige aanduiding, maar ook niet meer dan dat. Want nog nooit in de geschiedenis van de mensheid zijn de dingen zo diepgaand en vooral ook zo snél veranderd, als ze dat de komende jaren zullen doen. Hoe moeilijk het is zich voor te stellen wat computers kunnen en betekenen, wordt misschien aardig geïllustreerd met wat een andere IBM-deskundige onlangs in Ame rika zei: „Ons grootste probleem (bij de afzet van computers - Red.) is niet de hard ware de software en evenmin het gebrek aan bedienend personeel, maar dat zijn de bedrijfsleidingen zelf. Wij kunnen ze alles geven, maar zij moeten leren hoe het te gebruiken". Zelfs in Amerika, waar de eerste compu ters in het bedrijfsleven werden geïnstal leerd en waar er nu 40.000 in gebruik zijn (in Nederland 650 tot 700), worden ze niet optimaal benut. De belangrijkste reden is volgens David Hertz, staffunctionaris Van het wereldberoemde bedrijfsorganisatie- bureau McKinsey Co, dat de bedrijfslei ding (management) er in het algemeen ge woon nog niet aan toe is de computer voor honderd procent als een beleddswerktuig te accepteren. De computer is nog te veel het door technici bediende hulpmiddel. „Maar de technioi", zegt Hertz, „zijn niet de aan gewezen mensen om verantwoordelijkheid te dragen voor een per computer gevoerd bedrijfsbeleid." Als nu de managers, de bedrijfsdirecties, die zoveel geld hebben uitgegeven aan com puters, met het doel nog meer geld te kun nen verdienen, niet eens toe zijn aan tech nologisch denken en leven met de techno logie, hoe kan men dan van „de man in de straat" verlangen dat hij wel zo ver is? Angst basis vormen voor het automatisch oproe pen van artikelen uit het magazijn en het samenstellen van het afleveringspakket, dat via een ondergronds buizensysteem enkele ogenblikken later op de keukentafel van de cliënt wordt gedeponeerd". Er valt niets te lachen,'ook niet om Van der Kruks denkbeeld van de huis-aan-huis- buizenpostaansluiting. Want dan zou je net zo goed kunnen lachen om het ingewikkelde rioleringsstelsel waarop vrijwel elk huis in Nederland is aangesloten, om nog niet te spreken van het ingewikkelde,' automati sche telefoonnet. Men zal zeggen: willen die huisvrouwen dan niet zién wat ze kopen. Willen ze niet kiézen uit een assortiment van merken, soorten, prijsklassen enz.? Van der Kruk: „Het telefoontoestel zal zijn uitgerust met een beeldscherm, dat even eens is verbonden met het verzorgingscen trum. Hierop kunnen artikelengroepen, reclameboodschappen of speciale acties worden geprojecteerd. Nadat de bestelling is verwerkt, berekent de computer het to taalbedrag van de bestelling en via het openbaar geautomatiseerde communicatie systeem wordt het bedrag ter verrekening opgegeven aan de bankrelatie of het giro kantoor van de cliënt. Vóór het jaar 2000", aldus de heer Van der Kruk, „zal men waarschijnlijk al lang gewend zijn aan het telefonisch doorgeven van betalingsopdrach ten aan de computer van de bank. Automa tische veiligheidssystemen zorgen ervoor dat fraude uitgesloten is". Het Is moeilijk om zich werkelijk èen vol ledige voorstelling te maken van de ingrij pende veranderingen die zich binnen tien, twintig, dertig jaar zullen voltrekken als gevolg van de computer. Tc zeggen dat de computer de samenleving even ingrijpend zal veranderen als de uitvinding van de Het brein van de com] draadjes en schakelaars. Menselijke kennis gepropt in duizenden hokjes, De computer boezemt de gewone man vaak angst in. Hij ziet er op de eerste plaats een bedreiging in van zijn bestaan. „De com puter kan zo verschrikkelijk veel, dat ze mij straks nergens meer voor nodig heb ben", zo ongeveer luidt zijn reactie. En er is meer dan zijn werkgelegenheidsprobleem, dat inderdaad nauw kan samenhangen met de automatisering en de oomputerisering. De computer is een robot en robots hebben de mensheid altijd al een diep wantrouwen ingeboezemd. Robots traden veelvuldig op in de bedenksels van vroegere generaties soience-fiction-schrij vers. In 1921 versoheen een toneelstuk dat „Ros- sum's Universal Robots" heette. Het 'was van de hand van de Tsjech Karei Tsjapek. Het toneelstuk het speelde zich af in een automatenfabriek en was bedoeld als een persiflage op het communisme had niet veel succes. Des te meer. echter de term robot, die was afgeleid van het oud-Sla vische „robota", waarmee een vroeger in Oostenrijk-Hongarije bestaande herendienst werd aangeduid. De robot was geboren en schrijvers van utopische literatuur, of wat daarvoor moest doorgaan, adopteerden de robot graag. Ze maakten van hem tenslotte een 20e-eeuwse Frankenstein: een monster achtige, meedogenloze, onkwetsbare, boven menselijke en alles kunnende en wetende meestal metalen reus. erop uit de mensheid te onderwerpen. Het beeld dat de zich niet met de techno logie bezighoudende mens van de automa tisering kreeg, werd tot op zekere hoogte bepaald door de robots uit de science-fic- tion-boeken en -films. De „computermopjes" (cartoons), die een rage vormden van de vüftiger jaren, toen de computers meer en meer tot het gewone leven gingen doordrin gen, getuigen daar vrijwel allemaal nog Mopjes worden gebruikt om het vreesaan jagende tot andere, gemakkelijker te ver werken, proporties terug te brengen. Zo ook de oomputercartoons, die zelden cynisch of wreed waren, maar altijd de menselijke on macht tegenover de machine demonstreer den. Later kreeg langzaam maar zeker een nieuwe generatie cartoons voet aan de grond, waaruit blijken moest dat computers ook niet alles waren en konden. Dat is ook niet zo. De deskundigen zeggen terecht: Een computer is niet verstandiger dan de mens hem gemaakt heeft. Kinderschoenen De computerisering staat nog maar in di kinderschoenen. Ook in Amerika, waar van elke dollar die wordt uitgegeven aan uit breiding en uitrusting van bedrijven zes tot zeven procent in computers wordt geïnves teerd (een percentage dat per jaar snel aan groeit en zich in vier jaar tijd verdubbelde) en waar de totale computeruitrusting wordi geschat op 50 miljard gulden. Computers zullen het leven gaan veranderen, maareen man blijft een man. van de computer direct heeft ingezien en waar men er 34 continu in bedrijf heeft ontwerpt er auto's mee, zoekt er markten mee af, bepaalt er de produktiebehoeftc mee etc. etc. De rol van de computers in de ruimtevaart mag wel bekend worden ver ondersteld. Computers kunnen voorts, door correlatie, weersvoorspellingen doen en de weg voorspellen die een orkaan volgen zal. Computers hebben het vliegtuig veilig ge maakt door de industrie in staat te stellen aan de grond letterlijk alle vliegomstandig- heden na te bootsen, zodat een nieuw vlieg tuig bij zijn eerste vlucht al 1000 computer vlieguren achter de rug heeft. De compu ter heeft de bouw gerationaliseerd. Er werden nieuwe rekenmethoden gevonden. De computer maakte het mogelijk snel en goedkoop alternatieve oplossingen te bere kenen. Scheepvaartmaatschappijen kunnen op computers hun vaarschema's simuleren om te kijken of er zwakke, minder renda bele plekken in zitten en om uit te vinden hoe men het schema aan moet passen om optimaal rendement te verwachten. Luchtvaartmaatschappijen gebruiken voor hun boekingen computers. Binnen enkele seconden krijgt de agent die passage boekt voor een bepaalde vlucht zijn bevestiging, of, in het geval het vliegtuig is volgeboekt, de alternatieve mogelijkheden. Dit laatste is een voorbeeld van een tele communicatiesysteem. Deze systemen zullen op zichzelf een revolutionaire ontwikkeling veroorzaken in de informatie-overbrenging. Uitbreiding In Nederland zijn, volgens schattingen van IBM, nog maar 650 tot 700 computers in gebruik, verreweg de meeste in de admini stratieve sector. Sinds echter in 1964 de IBM de „derde generatie" computers in troduceerde (een operatie waarmee een in vestering was gemoeid van vijf miljard dol lar, de grootste investering uit de wereld geschiedenis) is de computer echter niet langer uitsluitend een middel om gecompli ceerde administraties snel, efficiënt en cor rect te verwerken en te interpreteren. Computers zfjn sindsdicu niet meer weg te denken, laat staan tegen te houden, werk tuigen waarmee men het beleid bepaalt. De computeradministratie is niet langer de ge schiedschrijving van het bedrijf, maar een gereedschap voor het nemen van de beslis singen. De computer maakt het de bedrijfs leiding mogelijk voortdurend de vinger aan de pols te houden. Een voorbeeld: Een Amerikaans interna tionaal concern installeert een „informatie netwerk" waarbij alleen al in de V.S. 1400 beeldschermstations in 250 vestigingen worden aangebracht. Via 10 computers, verspreid over het grondgebied van de V.S., gaat alle informatie van de beeldschermen naar één centrale waar vier grote compu ters aan elkaar gekoppeld zijn om de infor matie te verwerken. Dit complex bevat een geheugen waarin bijvoorbeeld ruim 45 mil jard cijfers kunnen worden bewaard. In seconden kan informatie teruggeseind wor den naar de daarvoor in aanmerking ko mende kantoren, waarbij de beeldbuissta tions met een snelheid van 2400 tekens per seconde beschreven worden. Voor de rest van de wereld installeert dit bedrijf een soortgelijk systeem, waarbij tientallen com puters onderling informatie uitwisselen en dat via een centraal systeem in Engeland op zijn beurt door middel van een aantal trans-Atlantische lijnen met het computer centrum in de V.S. verbonden is. Op deze manier is zo'n bedrijf in staat vrijwel tege lijkertijd al zijn markten op elk moment in de gaten te houden. Er kan onmiddellijk gereageerd worden als zich ergens iets bij zonders voordoet. Computers doen op tal van terreinen nu al belangrijk werk. Ford bijvoorbeeld, een van de eerste bedrijven waar men de betekenis Het aantal telecommunicatiesystemen breidt zich momenteel snel uit. Verwacht wordt dat reeds over twee jaar 50 procent van alle computers met telecommunicaitiefaeili- teit zal zijn uitgerust. Uiteindelijk zal deze ontwikkeling binnen één generatie resul teren in een wereldwijd telecommunicatie net, dat de mens onmiddellijk „in de wer kelijke tijd" toegang geeft tot alle kennis die waar ook ter wereld verzameld ligt en wel in de taal die hij wenst. Op zo'n systeem zal hij zijn aangesloten zoals men nu op de netwerken van telefoon; water, gas en elektriciteit is aangesloten. Het lijkt erop dat het computerpreces, \uat betreft de „hardware" (zo noemt men de rekenapparatuur zelf) op het ogenblik een peil bereikt heeft vanwaar het nauwelijks nodig is verder te gaan. Voorlopig niet al thans. Met de derde generatie hardware heeft men een handzame, uiterst perfecte machine geschapen, die onvoorstelbaar veel bewerkingen in een seconde kan doen. Er is een duidelijke kloof zichtbaar, nu al, tussen het ontwikkelingspeil van de hard ware en de software (daarmee bedoelt men de middelen en systemen die de computer zeggen wat hij dóen moet). Op deze sector nu werpt zich de computerindustrie. Rond 1970 wordt de vierde generatie verwacht. Met die generaties duidt men de technische vooruitgang aan. De eerste generatie com puters was uitgerust met buizen. Men had er complete gebouwen voor nodig om zo'n computer te huisvesten, tenminste als men er een zou willen hebben met een even grote capaciteit als die van de huidige ge neratie. De tweede generatie was uitgerust met transistors en de derde met de geïnte greerde circuits, bekend uit de ruimtevaart. Verwacht wordt dat de vierde generatie niet zo verschrikkelijk veel zal verschillen van de derde, althans niet wat de basis technieken betreft. Naar verwachting zal de vierde generatie vooral mikken op een gro tere diversiteit van aanwendingsmogelijk heden, met name op het gebied van de soft- Maar dreigender dan de kloof tussen soft ware en hardware is volgens sommigen die tussen de computer en de mensen, die er mee moeten werken. Bij de Conti nental Illinois Bank in Chicago bijvoorbeeld had men de grootste moeite met het „in spelen" van het personeel. Men kwam daar bij tot de ontdekking, dat de employés met een haast aan angst grenzende onwennig heid tegenover de mogelijkheden van de nieuwe machine stonden. In het computerparadijs Amerika werker momenteel 120.000 programmeurs. Maai men komt er 60.000 te kort. Ett dat terwij! men in dit vak tot 600 dollar per week kan verdienen. Dat is zelfs in Amerika een groot salaris. Hiermee zijn we weer terug in de wereld van „Rossums Universal Ro bots", waar Tsjapek ons binnenvoerde. De vrees van de mensen voor de perfect wer kende robot. De robot die met hem con curreert op de arbeidsmarkt. Is die vrees gerechtvaardigd? Wat die con currentie betreft op de arbeidsmarkt nau welijks. Er zullen mensen uit hun baan worden geautomatiseerd. Dat weL Maar van nu af zullen *Ue generaties moeten leren dat de aloude opvatting „loon naar werken" niet meer letterlijk opgaat. Wat de com puters van de mens overnemen is lichame lijk en geestelijk routinewerk, sleur dus. De automatisering maakt de mens vrij voor andere, meer waardevolle, meer ménselijke bezgiheden. De oomputter voert ons een nieuwe tijd binnen, een tijd waarop we ons zullen moeten voorbereiden. De periode dat de mens volgens een vast schema en tot bepaalde leeftijd onderwijs kreeg en vervol gens op een spoor werd gezet dat hij door gaans tot zijn dood of pensionering kon vol gen is al voorbij. Herscholing zal niet lan ger meer een louter sociale functie hebben. Herscholing (professor Polak praat van „permanente scholing") zal noodzakelijk worden om gewoon „bij" te blijven en der halve zal de mens al binnen afzienbare tijd récht doen gelden bp herscholing of per manente scholingv zoals hij thans recht doet gelden op vakante. Het grote probleem, zoals uit deze hele artikelenserie blijkt, zal zijn het vinden van het geestelijk equivalent voor het oude „arbeid adelt". De computer, die ons de vrije tijd schenkt, zal ons ook helpen bij het zoeken naar dit equiva lent. Maar het initiatief berust bij ons. Bij de mens:

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 13