Gulliver wordt nooit meer moe Vandaag: de wereld van morgen Zeeën vrije tijd maar dan...(3) Huisdieren het werk <'°en Misschien worden we 150 j*aar DOOR A. THEUNISSEN Ék LS de uiterste hoek van de aardbol is veroverd en economisch A is geworden, als iedere willekeurige gebeurtenis, waar, wan- /^^«neer en zo vlug men maar wil toegankelijk is geworden, als men een aanslag op een koning in Frankrijk en een symfonieconcert in Tokio gelijktijdig „beleven" kan, als tijd nog slechts snelheid, ogen blikkelijkheid, gelijktijdigheid is en de geschiedenis uit heel het bestaan van alle volkeren verdwenen is, als de bokser als de grote man van een volk geldt, als de miljoenenaantallen van massabijeenkomsten een triomf zijn dan, ja dan hangt nog steeds als een spook boven al dit gespook de vraag: waartoe Waarheen En wat dan Machines handles, knopjes, de symbolen aan het leven in de toekomst. Een beeld, dat soms met al- Tientallen door mensen gemaakte hemellichamen zwerven al door de ruimte. In 2000 zal hel „daar- _j - boven" nog drukker ziin. grijzen wordt geaccepteerd. J kunnen lezen en schrijven en onderwijs in het algemeen; toenemend potentieel voor massale vernietiging; toenemend tempo van verandering. Critici hebben tegen boeken als het onderhavige grote bezwaren gemaakt. Een daarvan is: het boek van Kahn gaat binnen een bepaald maatschappelijk be stel (bedoeld wordt dan het Amerikaanse) onvermij delijk de rol spelen van de zogenaamde „self-filfilling prophecy", d.w.z. omdat Kahn zegt dat de wereld er over dertig jaar zo uit zal zien, zal die wereld er ook zo uitzien. Zijn standpunten aanvaarden zou be tekenen, dat de mens afziet van een ideaal maat schappijbeeld, waarvoor men zich politiek inzet. En dit zou dan weer betekenen, dat de mens de gru welijke ideologie van het pragmatisme omhelst. Het zijn. dunkt ons, de bezwaren van de doemkijkers. Immers, de technisch-wetenschappelijke ontwikkeling schept voor de mens een bestaan, dat de mens zélf kan maken, zélf kan inrichten, zélf kan bepalen. Dat mag hij, dunkt ons, pragmatisch doen en het is alleen maar verheugend, dat geleerden als Kahn ons daar bij een handje helpen. Een aloude paradox heet, dat de waarheid vreemder is dan de fictie (truth is stranger than fiction). Dat was ook ruim tweehonderd jaar geleden zo, toen Jonathan Swift in zijn derde reis zijn held, kapitein Gulliver, naar het vliegende eiland Laputa voerde, welks inwoners verstrooide, onbeholpen monoma niakken waren op het gebied van de wiskunde. Hun voedsel wordt opgediend in geometrische vormen en mathematische figuren. De kleermakers meten Gulli ver een pak aan met behulp van een kwadrant, passer en liniaal, dat echter slecht uitvalt tengevolge van een calculatiefout. De gedachten en voorstellingen van de eilandbewoners worden steeds herleid tof begrippen van lijnen en figuren. Ook de uitdrukkings wijzen van hun taal zijn daaraan grotendeels ont leend. De schoonheid van een vrouw of dier wordt uitgedrukt in meetkundige termen. Aangezien de kleinste cirkel evenveel graden heeft als de grootste, menen wiskundige politici, dat het beheer van de wereld niet meer kundigheden vereist dan het rond draaien van een globe. Na deze inleiding verhaalt Gulliver uitvoerig van zijn bezoek aan de Grote Academie van Lagado, waarbij professoren het beurtelings moeten ontgelden. Het- meest de aandacht trekt de uitvinding, die het de grootste domkop mogelijk zou maken zonder enige inspanning diepzinnige boeken te schrijven over alle onderwerpen van wetenschap, kunst en godsdienst. Een platte bak was geheel gevuld met houden blok jes, onderling verbonden door dunne draadjes. Op de kanten van elk blokje waren papiertjes geplakt en op die papiertjes waren al de woorden van hun taal geschreven met al hun grammaticale verbuigingen, wijzen, tijden en vervoegingen, zonder dat evenwel enige regel of orde bij de rangschikking was gevolgd. Door een handle te draaien kwamen de blokjes tel kens met een andere kant en dus met een ander woord naar boven. De aldus te voorschijn komende woorden werden opgelezen en opgeschreven. De professor toonde Gulliver in verschillende boekdelen zijn verzamelingen gebroken zinnen, gedachten en verhandelingen. Hij verklaarde, dat de gehele voca bulaire was verwerkt en hier keren we terug tot de wiskundige nadat hij nauwkeurige berekenin gen had gemaakt over de correlaties tussen de aan tallen der partikels, zelfstandige naamwoorden, werk woorden en andere rededelen zoals die in boeken voorkomen. Ruim 200 jaar later experimenteerde de Amerikaanse dr. C. Shannon met een kunstmatige „taaimachine", even „zinloos" als de bovengenoemde machine van Lagado. Deze fantasieën en utopieën van ruim 200 jaar geleden zijn thans verwezenlijkt of zelfs door de werkelijkheid overtroffen. In het Lagado en Laputa van 2000 hebben Kahn en Wiener min der avonturen beleefd dan kapitein Gulliver, maar hun helden, de computers en de robots, zullen dan ook niet vermoeid raken. Volgens Kahn zijn de belangrijkste kenmerken van de nieuwe samenleving: het inkomen in de industrie zal ongeveer vijftig keer zo hoog zijn als in de periode vóór de industri alisatie; de economische bedrijvigheid zal grotendeels zijn overgegaan van de primaire sector (landbouw) en dé secundaire sector (industriële produktie) naar een derde en vierde (diensten)-sector. technische en wetenschappelijke vernieuwingen zullen niet langer voornamelijk in de particuliere ondernemingen tot stand gebracht worden; de weten van de vrije markteconomie zullen stel lig een geringere rol spelen dan de overheidssector en de sociale fondsen; de gehele industrie zou beheerst moeten worden door de cybernetica; de vooruitgang zal voornamelijk bepaald worden door de onderwijssystemen en de technologische ver nieuwing die in dienst daarvan wordt gesteld; in de communicatieproblemen zullen de factoren ruimte en tijd geen belangrijke rol meer spélen; Je hebt als Europees mens van 1969, prachtig opgevoed en volgestopt met normen, waarden, filosofieën en theorieën, de neiging dit lange citaat van de Duitse filosoof Heidegger, die daarmee een vergeefse poging deed de demonie van de techniek op te roepen, erg belangrijk te vinden, als je aan de hand van het boek van Kahn en Wiener over het jaar 2000 een vaag idee hebt gekregen over wat die wereld aan vernuft, techniek en wetenschap moet voor stellen. Waartoe? Waarheen? En wat dan? Dr. W. Nauta heeft vorig jaar op de katholieke studentendagen te Eindhoven gezegd, dat dit soort vragen, waarmee Heidegger suggereerde, dat je buiten de technisch- wetenschappelijke ontwikkeling kunt gaan staan, alleen maar ontweken moeten worden. Dr. Nauta zei letterlijk: „Ze (de vragen. Red.) zijn te algemeen. En zij kunnen alleen maar gesteld worden, omdat zij voor negentig, zo niet voor honderd procent retorisch zijn. We willen geacht worden ze in ieder geval ge steld te hebben, om vervolgens te kunnen overgaan tot de orde van de dag." Hersenen Zoals bekend maakt de medische wereld grote voor uitgang bij de bestudering van de menselijke her senen. Men heeft al uitvoerig bestudeerd welke' pun ten van overeenkomst er zijn tussen de werking van de menselijke hersenen en de werking van de com puter. Futurologen menen, dat de directe elektrische koppeling van de hersenen en computer een enorme uitbreiding van het menselijk denkvermogen zal betekenen. Door de koppeling van mens aan machine zou men het geheugen van de mens af kunnén lezen. Hij probeerde bij diezelfde gelegenheid de volgende stelling: aan de toekomstige technisch-wetenschappe lijke ontwikkeling (zoals geschetst door Kahn en andere futurologen) valt niet te Ontkomen. „There is no way out. De technisch-wetenschappelijke ontwik keling betreft alle aspecten van het mens-zijn. Er is nergens een binnenkamertje te vinden, dat tegen deze vloedgolf beveiligd zou zijn. Niet in de kathedralen van het geloof en evenmin in de ondergrondse ruim ten van de menselijke ziel", aldus Nauta. Daarom: eerst nog eens een uitstapje in de toekom stige wereld, die naar alle waarschijnlijkheid rond het jaar 2000 het post-indusiriële stadium (waarover straks meer) bereikt. De wereld van 2000 kan gedeeltelijk per computer, t.v. enzovoort geregeerd worden. Eén scenario van president van de Verenigde Staten voorin de com mando- en controlekamer, van waaruit hij bijvoor beeld een toekomstige Vietnamoorlog kan zien en „ter plaatse" beslissingen kan nemen. Zo zou een nieuwe Caesar kunnen ontstaan. (Vraag: Wat moeten dan wel niet de problemen van de democratie zijn?) Communicatiemiddelen maken de wereld kleiner. Met satellieten halen we Amerika in de Nederlandse huiskamers. Hoe oud kunnen de mensen in 2000 worden? Kahn is hierover niet duidelijk. Hij houdt het echter voor mogelijk, dat een mens 150 jaar kan worden. Aller lei transplantaties zijn dan ook aan de orde van de dag. Met farmaceutische produkten, pillen, zijn er in 2000 bijna onbegrensde (ook onbekende) mogelijkheden. In 2000 zullen er in ieder geval pillen bestaan om het intelligentieniveau blijvend te verhogen. Al eerder zijn er middelen om het denkvermogen tijdelijk te verhogen. De thans omstreden „pil" zal dan maar een keer per jaar geslikt behoeven te worden. Men zal tegen 2000 ook in staat zijn de genetische code (bepaler van erfelijke eigenschappen) te beïn vloeden. Dus men kan van tevoren kiezen of men een zoon óf een dochter krijgt. De mens zal minder werken (zie tabel in vorig ar tikel). Veel werk zal gedaan worden door huisdieren. Men kan namelijk de dieren dan gemakkelijk instru eren door koppeling aan (huis)computers. Bijzonder verheugend voor Nederland is, dat men het klimaat zal-'kunnen beïnvloeden. Nucleaire sta tions, die hitte of koude produceren al naar gelang de behoefte, zullen mist kunnen „wegblazen" (voor beeld: vliegverkeer kan doorgaan). Een frisse wind heel hoog in de lucht kan „neergehaald" worden (voorbeeld: woestijnen kunnen tulpenvelden worden) en een koude wind kan „heet" gemaakt worden (voorbeeld: Rusland kan zijn open zee maken en daarmee eeuwenlange frustratie opheffen). Uit bovenstaande valt moeiteloos te concluderen, dat de periode waarin we thans leven zichzelf niet zal overleven, dat ze niet toevallig zal eindigen, maar waarschijnlijk ook niet abrupt zal worden afgebro ken door een dodelijke crisis, die de meeste keer punten in de geschiedenis tot stand brachten. Geleerden voorspellen, dat de geboorte van het nieuwe tijdperk, door de futuroloog Daniel Bell het post-industriële tijdperk gedoopt, met hevige pijnen gepaard zal gaan. (Ter vermijding van misverstand, zij erop gewezen, dat de navolgende stellingen, visies, hypothesen etc. uitsluitend betrekking hebben op Amerika. Waal- Nederland in het jaar 2.000 ook tot der landen kan behoren met eeii post-industriële maatschappij, leek het ons nuttig de visies van Kahn c.s. beknopt weer te geven). Kahn en Wiener hangen een uitermate sober beeld op van de wereld, waarin Amerika het nieuwe tijd perk bereikt. De situatie zal ongeveer deze zijn: de oude ideologieën zijn uitgeput. Er is een geestelijke en politieke ontworteling. De socialistische filosofie is op zijn best een liberale technocratie geworden, waarin de normen van efficiency, produktiviteit enz. de maatschappij stuwen naar economische groei en „plenty" voor iedereen. Een ander doel beogen deze normen niet. Tegen deze technocratische maatschap pij rijst verzet, vooral van de kant van de literaire intelligentia. De intelligentia (met zijn nihilistische mentaliteit) wil geweld en actie, maar ook LSD-trips, schoonheidssensaties enz. M.a.w. de post-industriële maatschappij, die gericht is op massa-vrijetijdsbeste ding, is een volslagen „gedegenereerde maatschappij", aldus Kahn en Wiener. Zelfzuchtigheid De auteurs zeggen letterlijk: „Er zal waarschijnlijk meer zelfzuchtigheid zijn, maar minder interesse in regering en maatschappij als geheel. Er zullen waar schijnlijk meer kinderachtige vormen van individu alisme bestaan en meer asociale vormen van zorg voor zichzelf en bet gezin. Dus, paradoxaal genoeg, de technologisch zeer produktieve maatschappij, die minder van het individü eist, zal de economische frustraties verminderen, maar de aggressie tegen de maatschappij vermeerderen. Hier zal zeker een vruchtbare bodem aanwezig zijn voor wat bekend is geworden als „vervreemding". in de post-industriële samenleving zal het ver schil tussen hoge en lage inkomens geringer zijn dan nu in de industriële samenleving. Kahn en Wiener hebben bovendien van de toekomst het meest waarschijnlijke beeld ontworpen met een twaalftal tendensen, die geacht worden tegelijkertijd op te treden en op verschillende manieren te extra poleren. Men krijgt dan een „multifold trend", waar de hele wereld meer en meer aan wordt onderworpen. Deze tendensen zijn: empirische, seculaire, humanistische, pragmati sche, utilitaristische, hedonistische enz. culturen; burgerlijke, bureaucratische, meritocratische, de mocratische (en nationalistische?) elite; accumulatie van wetenschappelijke en technolo gische kennis; institutionalisering van verandering, in het bij zonder van onderzoek, ontwikkeling, vernieuwing en verspreiding daarvan; 4 industrialisatie en modernisering; toenemende welvaart en vrijetijd; bevolkingstoename; urbanisatie en (spoedig) het ontstaan van megalo^ polissen; het afnemen van het belang vari primaire en (re centelijk) secundaire beroepen;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 12