KENYATTA KENT HET VUUR VAN ZIJN VOLK Schoenen passen achter gordijn NIET IEDERE ONTWIKKELAAR GESCHIKT ZATERDAG 11 JANUARI 1969 NAIROBI „De vrouwen van Kenia zijn onverbeterlijk", weet Ali Salem, die schuddebuikend en billenknijpend door het leven gaat en zich voor het een noch het ander geneert. Ter staving van zijn stelling schudt hij een veelheid van anekdotes uit de mouw van zijn ka kelbonte sportshirt, waaronder deze: „Laatst komt er hier in Malindi zo'n missionaris van jullie een winkel binnen, waar juist 'n meisje een beha staat te passen. Zomaar voor de toonbanken waarom niet? De Giriamavrouwen lopen bij voorkeur met het bovenlijf bloot, zoals je zelf hebt gezien. Dat is niks bijzonders. Maar die missionaris vond het gedoe in de winkel ken nelijk 'n beetje te ver gaan en hij zei tegen de eige naar: Weet je wat jij moet doen, man? Jij moet eens een mooi paskamertje maken. Een week later komt hij terug in de winkel. Het paskamertje is er inmiddels gekomen, maar evengoed staat er weer een meisje aan de toonbank met een beha te hannesen. De mis sionaris wijst naar het gordijn en vraagt: Waarom ga je daar niet achter? Dat kan niet, zegt het meisje, want daar is mijn vriendin schoenen aan het passen." Als de donder van zijn lach is over gedreven, laadt hij me in zijn Volks wagen en rijdt naar een naburige shamba een slordige verzameling hutten, die evenzeer aan de onstuit bare fantasie van de Afrikaanse bo dem ontsproten schijnt, als de mu- gandibomen eromheen. „Wij begraven onze doden gewoon voor de deur", zegt hij. „Tenminste: als ze een natuurlijke dood zijn ge storven. Als ze door een ongeluk zijn omgekomen, worden ze in de bush gegooid. We geloven, dat je anders boze geesten binnenhaalt". Maar uit eindelijk blijken we niet voor dit stukje begrafenisfolklore gekomen te zijn, want hij brengt me bij 'n won dermooi meisje, dat terzijde maïs staat te stampen in een stuk uitge holde boomstam, en doceert aldus: „Ze is 18 jaar en de zevende vrouw van Kadenga, die 62 is een schat rijk man met tien boerderijen, maar schraperig als een jakhals. Ze is van morgen om 6 uur begonnen met maïs stampen. Nu is het 1 uur; ze zal zo wel klaar zijn. Dan gaat ze het posho maïsmeel mengen met gestamp te bananen en er koekjes van bak ken. Om 4 uur, als de zon gaat zak ken en de hitte wat dragelijker wordt, zal ze die koekjes in een mand op haar hoofd laden en gaan lopen. 40 kilometer zal ze lopen, voordat ze op de plaats is, waar ze de koekjes kan verkopen en daarna 10 kilometer te- rug. Per stuk brengen de koekjes 5 cent op. Bij elkaar zal ze 4 shillingi verdienen 2 gulden in jullie geld" „Wat een ellende", zeg ik mee voelend. Waarop de buik van Ali Salem weer onbedaarlijk in beweging komt. „Ze hoeft die 20 kilometer helemaal niet op en neer te sjouwen om koekjes te verkopen", hikt hij. „Die koekjes zijn een smoesje. Ze gaat gewoon even naar haar minnaar toe. Die geeft haar de vier shillingi, zij geeft ze aan haar man en iedereen is tevreden" „O", zeg ik nogal slap. „Maar kan ze in dat geval niet beter een min naar naast de deur nemen? 20 kilo meter lopen is een heel end, zelfs als het om een vrijage gaat". „Nee", zegt Ali, „hier in de buurt wil geen man haar hebben, want als hij betrapt wordt, moet hij aan de bedrogen Kadenga 50 shillingi boete betalen en dat heeft niemand te mis sen. De mannen hier in de buurt ne men alleen de jonge, ongetrouwde meisjes, want als ze daar mee be trapt worden, kost'het ze maar 7 shil lingi en daarna mogen ze het meis je onbeperkt houden. Kom mee". Hij brengt me naar een shamba een paar kilometer verderop. Alweer zo'n wondermooi meisje en alweer een ver haal. „Ze is door haar man betiapt en de deur uitgeschopt. Wat dat be treft is de grote Kikuyustam, die Ke nia regeert, verstandiger dan wij Gi- riama. De Kikuyu besnijden hun vrouwen, zodat ze minder plezier van de liefde hebben en met een gerust hart alleen gelaten kunnen worden. Maar goed, deze vrouw hier zal pas vrij zijn om te hertrouwen, als ze de bruidschat van 50 geiten heeft terug verdiend, die haar man voor haar heeft betaald. Dat doet ze, door zich telkens met een andere man door haar vader te laten betrappen, Het levert haar 7 shillingi per keer op". Hij geeft haar een daverende klap op haar achterste. „En ze is het waard. Vanavond kom ik bij je om me te la ten betrappen. Kwaheri, bibi tot ziens". Het meisje schatert. Ik blijf met de indruk zitten, dat niet alleen i Kenia, maar ook de 1 onverbeterlijk zijn. Teerpoten Ali Salem ernstig dat komt ook voor. Hij heeft gereisd, spreekt min of meer vloeiend zeven talen en speelt zijn rol als gids met evenveel verve als eruditie. Een man van zijn kali ber is zeldzaam in een land, dat de cockpits van zijn luchtvaatmaatschap- pij moet bemannen met blanken, omdat een Keniaan, die zijn brevet heeft gehaald, meteen goed is voor een zetel in het parlement zo wil het althans de legende. In een van die ernstige buien dan zegt hij: „jul lie zijn knettergek met je ontwikke lingshulp. Stuur ons artsen, architec ten, ingenieurs. Stuur ons vooral lang lopende kredieten met een lage ren te. Daar zijn we mee geholpen. Maar die teerpoten, die hier twee jaar blij ven en het ons ondertussen wel even zullen leren... Er is een volmaakte begripsverwarring aan het ontstaan. Ik kan je mms-scholen laten zien, die leeg staan, omdat alle meisjes, die zwanger worden, buiten worden getrapt. Ik kan je lege kraamklinie- Openluchtslagerij in Kenia, schien van de medicijnman het In onze ogen een onhygiënisch gedoe, maar de Keniaan mag vlees niet eten, als het anders is toebereid. ken laten zien, terwijl even verder de vrouwen op een lemen vloer lig gen te baren. Prachtig modern land- bouwmateriaal staat ongebruikt, om dat de mundumugu de medicijn man zegt, dat er* een thahu op rust een vloek. En de mundumugu wordt geloofd, vergis je niet. Er is hier in Kenia een druk tweerichting- verkeer. Als de medicijnman de men sen niet heeft kunnen genezen, gaan ze naar het ziekenhuis. En als ze in het ziekenhuis genezen zijn, gaan ze terug naar de medicijnman om de thahu te laten wegnemen, die ze er hebben opgelopen. Niemand van het grut, dat jullie sturen, spreekt cnze taal. Laat staan, dat ze zich de moeite geven, om zich in te leven in de specifieke gedachtenwereld van de Keniaan". Ik: „In hoeverre is de gedachtenwe reld van de Keniaan specifiek?" Ali: „In alle opzichten. Hij is bij voorbeeld van nature beleefd heel anders dan jullie blanken. Hij zal al tijd ja zeggen, ook als hij iets niet be grijpt. Als je daar geen rekening mee houdt, schep je onherstelbare misver standen. Iets anders. Je kunt een Ke niaan nog zo'n mooie machine ge ven als er een hyena uitwerpselen achterlaat bij zijn shamba of er scheert een gier overheen, laat hij het ding rustig in de soep draaien om naar de dichtsbijzijnde mundumu gu te rennen en de thahu te laten wegnemen. Wat begrijpt zo'n jongen van de ontwikkelingshulp daar nou van... En de kraamklinieken. Veel vrouwen hier geloven nog, dat er een thahu rust op haar kind, als ze vlak voor de geboorte een slang heeft ge zien of als de baby met de voeten naar voren geboren wordt. Wat moet zo'n mens met een kraamverpleegster uit Nederland?". Hier dan toch maar een ervaring, die ik eigenlijk wel kwijt wil, zonder er overigens een oordeel aan te wil len opknopen. Met kennissen borre lend in de lounge van het Safari Park Hotel, werd ik aangesproken door een jongeman, die Nederlands hoorde. Ik zal geen namen noemen. Na zich voorgesteld te hebben, vroeg hij of ik hem wilde leren, hoe je een perskaart kon vervalsen. Hij bleek in het kader van de Nederlandse ontwik kelingshulp in Kenia werkzaam te zijn. Hij wilde graag de Masai fotogra feren de wereldvreemde, uitster vende nomadenstam, waarover ik in een vorige reportage heb geschre ven. Nu is het fotograferen van Ma sai door de regering verboden, om dat er grote ongelukken van kunnen komen de trotse krijgers hebben een hekel aan poseren en zijn bij zonder snel met de speer, als hun eer wordt gekrenkt. „Maar", aldus de redenering van de jeugdige ont wikkelaar, „als ik een perskaart laat zien, krijg ik misschien iets voor elkaar". Nogmaals een oordeel de zerzijds blijft achterwege. Ik vraag me alleen af als deze jongeman en de zevende vrouw van Kadenga met haar koekjes op haar hoofd el- kaar nu eens ontmoeten, welke mo gelijkheid tot wederzijds begrip zal er dan in 's hemelsnaam zijn? Vragen.je hoofd loopt er van om, als je in een land als Kenia rond reist En het vinden van pasklare antwoorden leer je snel af. Een jaar of tien geleden heb ik eens citerend geschreven: „Wat Nigeria doet, doet Afrika". Ik had toen net een gesprek gehad met de toenmalige premier Alhaji Abukabar Tafawa Balewa en was zeer onder de .indruk van de vooraanstaande, vooruitstrevende po sitie, die Nigeria, zojuist zelfstan dig geworden, onder de Afrikaanse landen innam. „Wat Nigeria doet, doet Afrika" hoe waar leek die zelfbewuste slogan toenSinds dien is de nobele mens Balewa door ambitieuze kolonels vermoord. Het bloedbad tussen Hausa's en Ibo's gaat door tot de laatste man. Biafra is uitzichtlozer dan Vietnam. Geen slogans meer, wat mij betreft. Al leen de vraag: als Nigeria dit deed, Wat mag je dan van Afrika ver wachten, van Kenia? Kenyatta In ieder geval lopen de rillingen je over de rug als je, met Biafra in je achterhoofd, een man als Ali Salem (hij is actief werkzaam in de politiek) hoort zeggen: „Wij, de Gi- riama van de kuststreek, hebben ons af willen scheiden, omdat wij te veel door de Kikuyu wei-den overheerst. Gelukkig zijn ze aan onze eisen te gemoet gekomen. Anders was het een tweede Katanga geworden". Die „ze" kan men gevoeglijk ver vangen door één enkele naam: Kenyatta. Los van de nog steeds knellende vraag, of hij al dan niet de leider van de bloeddorstige Mau Mau is geweest, moet men vaststel- len, dal hij er sinds Madaraka (de dag, waarop Kenia zelfbestuur kreeg, nu vijf jaar geleden) in is ge slaagd, de 48 stammen van zijn land tot 'een hecht lijkende eenheid sa men te smeden. De nationale slagzin, die men telkens en overal te genkomt, is: „harambee", hetgeen zoveel wil zeggen als: laat ons in eensgezindheid samenwerken. En zo populair als bij ons het woord winst deling is, zo graag neemt men in Kenia de term Ujamaa in de mond wij zijn allemaal één grote, vreed zame, zich uitbreidende familie. Jawel, maar mzee (vadertje) Kenyatta is 76 jaar oud. De dagen van zijn leven, dat één grote inzet is geweest voor Kenia's Uhuru (vrij heid; nog zo'n toverwoord ginds) moeten menselijkerwijs gesproken zijn geteld. En de kiem van verdeeldheid is reeds aanwezig. Logische opvolger van Kenyatta als premier én als lei der van de praktisch alleenheersende KANU-partij is de 37-jarige, briljante minister van Economische Zaken Tom Mboya. Hij is er in ieder ge val ambitieus genoeg voor. Maar Tom heeft de pech, dat hij niet be hoort tot de Kikuyu, met twee mil joen leden de grootste stam van Kenia. Erger nog: hij is een Luo, een vertegenwoordiger van de stam, die met 1,7 miljoen leden de Kikuyu altijd naar de kroon heeft gestreefd. Een Luo als premier en partijleider, dat zouden de Kikuyu nooit pikken. Maar als de Luo nou eens zouden proberen, Tom Mboya er door te drukken? Ook de kiem van geweld is in Ke nia manifest. Er is zelfs een naam voor: de panga's. Een panga is een vlijmscherp hakmes. Uitgerust met dit primitieve, maar doeltreffende moordwapen, plegen anonieme groe pen Kenianen steeds driester wor dende overvallen. Ze zijn gericht te gen de categorie, waarvan minister Mwai Kibaki (Handel en Industrie) zich onlangs in het parlement ver ontwaardigd afvroeg: „Mogen er in Kenia soms niet een paar miljonairs zijn?" De rooftochten zijn symptomatisch voor de ontevredenheid, die de op komende klasse van bemiddelde Afrikaners bij hun rasgenoten op wekt. Om de panga's te bestrijden zijn doodvonnissen in het vooruitzicht gesteld en weert de regering alle gewelddadige films van bioscoop scherm en beeldbuis. Het probleem moet de oude Kenyatta danig be nauwen, want hij weet uit zijn er varing met de Mau Mau beter dan wie ook, welk een vuur er smeult in zijn volk en hoe gemakkelijk een lucifer in verkeerde handen de oor zaak wordt van een catastrofale PIET SNOEREN Wat in Nederland de culturele kring is» in Kenia de waterput. De vrouwen lopen graag vele ki lome Ie elkaar te kunnen roddelen. i excuus te hebben met Een zeer realistisch symbool van het vrije Kenia. Tijdens het Engelse kolonialisme was drankgebruik onder de negers verboden. Nu wordt de „pombe" op iedere straathoek openlijk aan de man gebracht.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1969 | | pagina 11