KERSTNACHT IN TROMSO 1 faakhonden van E.C.D. letten op prijzen is twee maanden lang OP DE DREMPEL VAN DE IJSZEE En dan eindelijk: ZAG JE DE ZON Niet tobben over BTW" De nacht in Tromsö duurt twee maanden lang. Zestig dagen laat de zon verstek gaan. Rond het middaguur slechts een grauwe sche mering. In de huizen en de kantoren gaan de lichten niet uit, langs de besneeuwde straten bly- ven de lantaarns bran den. Tromsö is het noordeiykste puntje van Noorwegen. Driehonderd kilometer boven de Pool cirkel. Toegangspoort naar de IJszee en naar de sneeuwwoestynen van de Noordpool. Uitvals basis voor de pioniers van de Arctis: Roald Amundsen, Fridjof Nan- sen, Nobile. ZATERDAG 21 DECEMBER 1963 Een 82-jarige Laplandse, eigennaresse van een rendierkudde in de omgeving van Tromsö, rookt rustig hai pijpje. „Snelgroeiend vissersstadje", somt de ambtenaar in het zeer moderne stadhuis op. „Met veel scholen, universiteit, scheepswerven, conservenindustrie, leer looierijen, minkfarmers en 36.000 inwoners". In de haven liggen de verijsde walvisvaarders, de robben- jagers, de vereenzaamde excursieboten naar Spits bergen. In de top van de mast een denneboom. Zo varen in de Juletide (de kersttijd) alle Noorse schepen over de zeven zeeën, met een kerstboom in de mast. Tweehonderd kilometer verder in de toendra's van de provincie Finmarken hebben de „Lappen" de „Sames", zegt men hier hun winterkwartieren opgeslagen. Hun rendierkudden blijven in deze nach telijke maanden dicht bij huis. In de etalages van Tromsö hangen hier en daar reeds de einerkransen gevlochten van jeneverbessen. „Een donkere tijd is begonnen", schrijft het plaatse lijke dagblad Nordlys. „Maar over een paar maanden hopen wij de zon weer te zien en intussen wordt het Aardmannetjes Tromsö ligt op een langgerekt driehoekig eiland. Op de zuidoostelijke oever het Asgard Sykehus, op en kele kilometers afstand van de luchthaven Langes. „Wij hebben geen last van die vliegtuigen. Zo druk is het hier nou ook weer niet", zegt verpleegster Lily Henriette uit Valkenburg. Vanuit haar flat heeft zij het uitzicht op een vervroegde kerstkaart. Besneeuw de berkebomen langs een slingerweg. Daaroverheen de blauwige schemer van de poolwinter. „De winter is tot nog toe mild geweest. De vlijmscherpe pool- winden lieten verstek gaan, de fjorden zijn nog niet dicht gevroren". Voor het venster bengelt een kerstmannetje. „Een Nisser. De Noren vertellen dat 't kerstmannetje van hieruit zijn reis over de wereld is begonnen. Volgens een oud bijgeloof wemelt Noorwegen van dwergen, die stallen, mensen en vee beschermen. Dikke aardmannekes, in een witte overgooier, met een rode muts afgezet met bont, een rode broek en laarzen. Iedere boerderij heeft zijn eigen Nisser. Niemand heeft hem ooit in levende lijve gezien Maar oudere mensen twijfelden niet aan zijn bestaan, en geen plattelandsboer, die hem niet tot vriend houdt- Want een boze Nisesr brengt ziekte, verstopt de pijp op een onvindbare plaats, bezorgt de kippen het snot en laat de boerin over de drempel struikelen. Op de vooravond van Kerstmis zetten boerenkinderen daarom nog altijd een bord pap met bruine suiker in de stal. Het feesteten voor de Nisser". Een vreemdsoortige mengeling van Noorse Nisser en Westeuropese Sinterklaas had de olijke witgebaarde kerstman tot resultaat. De Amerikaanse Santa Claus, die ieder jaar opnieuw per rendierslee, per ski of zelfs per helikopter op reis gaat. Niet alleen de onzichtbare huis-dwerg, ook de vogels moeten naar oude traditie Kerstmis vieren. Wandelend door Tromsö ontdekt men op verschillende plaatsen de Jelenek, een schoof haver op een paal gestoken. Voor de vogels. Vikingers Geesten Kerstboomdans Kerstmis duurt in Tromsö tot St.-Canutsdag, 13 januari. Op die dag verkleden zich de kinderen op het platteland als was het carnaval. Zij trekken met de Julebukk, de kerstbok, door de dorpen". Yoïk „Een keer heb ik de Kerstmis tussen de Sames door gebracht, de Laplanders. Een gesloten groep met een heel eigen manier van leven, een heel eigen folklore. Zij hebben bijvoorbeeld een merkwaardige manier van zingen, het „yoïken". Een primitieve zang. Een soort langgerekte kreten. Over liefde, het gevaar van de sneeuwwolf, de vlucht van een vogel, de vrucht baarheid van de toendramos, de i'oep van een man in eenzaamheid naar een vrouw. Ze roepen het mijlenver over de besneeuwde vlakten, van rendier kudde naar rendierkudde. Het is hun manier van communicatie. Iedere stam heeft zijn eigen yoïk, van generatie op generatie overgebracht. Een uitstervend gebruik, dat met het oprukken van de beschaving verloren dreigt te gaan. Want om een of andere reden is het „yoïken" verboden. Volgens sommigen is het in wezen een heidens en zelfs zondig gebruik". Tien minuten In Tromsö's Storgate, de hoofdstraat, ligt de „Noorde lijkste bierkroeg ter wereld". Zo verkondigt het uit hangbord. Prominentste stamgast is Henry Rudi, de 78-jarige ijsbeerkoning van de poolcirkel, die 713 ijsberen zonder jagerslatijn naar hij zweert op „zijn geweten heeft". Een man met een grote witte snor, een verweerd gezicht en een zware brede schaterlach. Een jager die ontelbare spannende ver halen kan vertellen. Helaas allemaal in het Noors. Achter de tapkast een bonte reclame voor het Juleöl, het speciale kerstbier. Vroeger op de brouwerij gegist, nu door moderne brouwerijen iedere Juletide op de markt gebracht. Het Juleöl drinken is ouder dan het kerstfeest zelf en herinnert aan het onbekommerde, pianmoedige leven der Vikingers, die zich tijdens de midwinter- wende ter ere van de goden Freya, Oden en Njord op kolossale wijze aan vettig varkensvlees en rijstebrij te goed deden en dit alles met geweldige hoeveel heden versgebrouwen en heilig bier overgoten. Uit koehorens drinkend, bij een ritueel vuur. Een feest voor de vrede en voor een goede oogst. „En zo wordt het 18 januari. Dan zien wij hier in Tromsö voor het eerst weer de zon, voor het eerst weer daglicht. De mensen staan op straat, aan de vensters, de Itihderen rennen uit de schoolklassen. Vol aandacht, met stralende ogen staat iedereen te kyken. Tien minuten lang een vreemd geel licht, dat vreemde schaduwen werpt. „Zag je de zon? Zag je de zon?", roepen ze dan. Ze vragen het elkaar op straat, op het werk, in de Zag je de zon? Iedereen die het met zijn werk maar even kan regelen neemt er de hele week de tijd voor. Iedere dag een paar minuten langer. De mensen hier achter de poolcirkel zijn in het algemeen nuchtere lui, maar op 18 januari gebeurt er altijd iets vreemds met hen. Ze worden een moment lang sentimenteel. Niet vanwege de Kerstmis, niet vanwege nieuwjaar of St.-Canutsfeest. Gewoon maar vanwege tien minuten zon". Eten en drinken, om niet te zeggen schransen, is op de 70e breedtegraad rond Kerstmis en nieuwjaar een belangrijke rol biyven spelen. Als overal ter wereld. „Ik geloof, dat ze hier zeven verschillende koeken bakken en zes verschillende soorten vlees braden. Voor één dag", vertelt de Valkenburgse verpleegster. In de afgelegen, vaak door sneeuw e dorpen bestaat nog steeds het bijgeloof dat in de nacht die twee maanden duurt, de geesten der af gestorvenen door het land trekken. In de kersttijd zet men daarom 's nachts op vensterbanken en in de woonkamer volle borden met voedsel. Want een geest die hongerig voorbij gaat zal een vloek achter- De help-u-zelfbuffetten en „wandelende lunches" van onze tijd vinden aldus de Noren in dit folkloris tisch gebruik hun oorsprong. Na twee maanden duisternis tien minuten zon. Een vreemd licht, dat vreemde schaduwen werpt. Kerstdag achter de poolcirkel. „Het is een dag dat de doden worden herdacht. Op de vooravond trekken de mensen naar de kerkhoven en leggen kransen. Zij maken holletjes in de sneeuw waarin zij kaarsen branden. Dat geeft een geheim zinnige gloed aan zo'n begraafplaats. Mysterieus. Op een gegeven ogenblik beginnen alle klokken te luiden. Wel een half uur lang. De gelovigen gaan naar de kerk. Tromsö heeft een vrouwelijke dominee. Katholieken zijn er heel weinig. Voor ons wordt een, dienst in het ziekenhuis gehouden. Net als in Neder land. Met dit verschil dat ik hier in Noorwegen nog nooit een kerststalletje heb gezien. Dat kennen ze hier niet. In plaats van worstebroodjes of zo eet men hier in de kerstnacht rijstepap. Dan neemt men elkaar bij de hand, zingt „God Jul" en danst rond de kerst boom. Zoenen doen de Noren niet, als ze je een prettig feest of een gelukkig nieuwjaar wensen, krijg je een „klem", een omhelzing. Een kerstboom aan de poolcirkel wordt behalve met glinsterende kerst ballen opgetuigd met slingers van Noorse vlaggetjes. Achter de Poolcirkel: een besneeuwde straat in Tromsö. DEN HAAG Geen enkele Nederlander zal in de oudejaarsnacht het glas heffen op de BTW, het nieuwe systeem van omzetbelasting. Zeker minister De Block (Economische Zaken) niet. Hij staat voor de onplezierige opdracht bij de noodzakelijke ombouw van de omzetbelasting de prijzen in de hand te houden. Als hem dit niet lukt, zal hij het van de oppositie in de Tweede Kamer stevig op zijn brood krijgen. De minister ver trouwt er een beetje op, dat het bedrijfsleven niet al te dol met de prijzen zal gaan doen. Maar voor alles rekent hij op de prijzenspeurders van de Economische Controledienst. De 250 man van deze ambtelijke dienst hebben de borst nat gemaakt om het BTW-varkentje te wassen. Als die grote wasbeurt goed verloopt, geven zij hun grote baas, de minister, de gelukzalige voldoening heel zelfverzekerd onder het loerende oog van de oppositie- ïdaniten te kunnen komen. Het werk van de Economische Contro ledienst is en blijft voorlopig toegespitst op de prijzen. Da dienst heeft een lang durige ervaring In controle op het na leven van vele economische regels en verordeningen. Prijsafspraken, uitver kopen, kartelregelingen enz., de E.C.D. houdt een wakend oog in het zeil. Door preventie en controle, door krachtig in grijpen en poms fikse boetes wordt erop toegezien dat de mensen zich in het economisch verkeer fatsoenlijk gedra gen. Ervaring De 250 man van de E.C.D. lijken een klein groepje voor controle in het gehele land. Maar deze dienst in 1949 ge vormd door samenstelling van twee diensten heeft een enorme ervaring opgebouwd. De dienst heeft geleerd om snel en afdoende door te lichten waar iets fout zou kunnen gaan. Bedrijfs leven en publiek vormen daarbij voor de controledienst een niet te onder schatten ruggesteun. Topman van de E.C.D. is directeur L. Bruins, die al zo'n 25 jaar met het con trolebijltje hakt. Geen man die over de B.T.W. aan het tobben is geslagen. En om iedereen meteen maar uit de droom te helpen: hij ligt er 's nachts niet wak- Directeur Bruins beseft terdege dat de ombouw van de omzetbelasting voor het bedrijfsleven geen peuleschilletje is en vooral vele winkeliers wat moeilijke da gen bezorgt. Maar van de verhaaltjes dat het allemaal zo vreselijk gecompli ceerd is en geen enkele winkelier er een touw aan kan vastknopen, moet hij niet veel hebben. „Ik wil het natuurlijk allemaal niet ba gatelliseren, maar een winkelier hoeft echt niet in de B.T.W.-narigheid te ver drinken. Het argument dat er zo'n uit gebreide administratie aan vast zit, weegt voor mij niet zo zwaar. Er is een zeer uitvoerige voorlichting aan het be drijfsleven geweest. Iedereen heeft zich wegwijs in de B.T.W. kunnen laten ma ken. De administratie is niet zo gecom pliceerd. Want eigenlijk is het principe van de B.T.W. simpel. Wie er eenmaal een beetje op is ingeschoten, ervaart dat het lang niet zo'n gecompliceerde zaak is als bijvoorbeeld de distributie in en vlak na de oorlog", is de troost van de heer Bruins, die de burgerwinkelier moed geeft. Geen pessimist Denkt de E.C.D.-directeur dat de B.T.W. niet al te veel prijzennarigheid zal op leveren De heer Bruins gelooft wel dat zich hier en daar wat moeiiykheden met prijzen zullen voordoen. En dan nog niet zo zeer uit kwade bedoelingen, maar meer als gevolg van een onjuiste berekening van de nieuwe omzetbelasting. Maar, zegt de heer Bruins, Ik ben geen pessimist. Door de medewerking van het bedrijfsleven, de waakzaamheid van de controledienst, de oplettendheid van het publick wordt erop vertrouwd dat de prijzen niet uit de band zullen springen en binnen de ver wachte ontwikkeling zullen biyven. En ik heb goede hoop dat we met onze dienst de zaak aankunnen, aldus de di recteur. Het zal echter heel lang duren voordat de prijzen tot rust zijn gekomen. Was de prij zenzee dit jaar uiterst kalm, in het eerste half jaar van 1969 zijn er woelige baren en witte schuimkoppen te zien. De E.C.D. blijft daarom met man en macht op de prijzen loeren, zoals dat al geruime tijd gebeurt. Het preventieve werk is begonnen in gesprekken met organisaties van mid denstand en andere bedrijfstakken, met fabrieken, grootwinkelbedrijven enz. In dat verleg hebben geroutineerde contro leurs, die door hun ervaring een goed inzicht hebben in de administratie, de prijsverhogingen doorgesproken. Dit voorbereidende werk maakt de controle op een aantal punten gemakkelijker. Sommige bedrijfssectoren zijn sterk ge organiseerd, zodat het samenspel daar mee weinig problemen oplevert. Prijs 'bewaken Vanuit het gehele land komen bij de E.C.D. in de Haagse Jan van Nassau- straat prijzen binnen. Als er bij controle een verdacht luchtje aan 't zgn. B.T.W.- effect zit, gaan de oren van de prij zen waakhonden omhoog staan, en wordt een grondig onderzoek ingesteld. De prijsmeldingen komen van de eigen controleurs en andere ambtelijke dien sten, van consumentenorganisaties en ook rechtstreeks van het publiek. Ge regeld komen er brieven binnen van consumenten die een bepaalde prijsver hoging te groot vinden. Minister De Block heeft in de Tweede Kamer zelfs een beroep op de consumenten gedaan hem onmiddellijk onverantwoorde prijs verhogingen te melden (een briefje met duidelijke gegevens aan het ministerie van Economische Zaken, Bezuidenhout- seweg 30, Den Haag). De heer Bruins ontvangt de laatste weken wel steeds meer brieven van consumenten, maar hij kan niet zeggen dat er na de op roep van de minister opeens een piek in de post is gekomen. Uit de brieven blijkt dat de aandacht van de mensen op de E.C.D.-directeur Bruins: „Niet tobben over B.T.W.". Geruststellend Geruststellend vindt E.C.D.-directeur Bruins het dat er van een vooruitlopen op de prijsverhogingen beslist geen sprake is. Hier en daar gebeurt het wel, maar het is zeker geen algemeen ver- schijnscl. Er zün wat incidenten, in de meeste gevallen ontstaan omdat men niet wist hoe de vork in de steel moet Er zijn natuurlijk bedrijven, zegtde heer Bruins, die misschien in januari bepaal de dingen in de prijzen willen doorbe rekenen. Maar ik geloof per se niet dat men met het idee rondloopt: jongens SCHOENEN EN TEXTIEL ZULLEN HET STERKST IN PRIJS STIJGEN laat ik eens een paar dingen lekkei duurder maken. Bij diverse goederen en in een aantal bedrijfstakken is dat ook haast onmogelijk. Neem de levensmid delen. Daar is de concurrentie uiterst fel. Waardoor de prijzen heel doorzich tig zijn. In deze sector wordt extra-con- currentie ondervonden van nieuwe ver koopmethoden, via de zogenaamde cash and carry- en discounthuizen. Bij de prijzen van levensmiddelen kan nau welijks iets verkeerd gaan, want dan ziet de concurrentie het wel. Overigens is de B.T.W.-invloed bij de levensmid- middelen niet zo groot. Glazen huis glazen huisje zitten en dat er op hen wordt gelet. Ook hier zijn de kansen op ontsporingen uiterst klein. In de grensgebieden werkt de concurrentie vanuit België en Duitsland sanerend. Het sterkste effect zal de B.T.W. hebben op textiel en schoenen. Daarom zal op die goederen extra worden gelet. We moeten, aldus de heer Bruins het pu bliek beschermen waar het het meest nodig is, dat is waar de doorzichtigheid het kleinst is. Het bedrijfsleven zal ver moedelijk op heel verschillende wijzen de nieuwe prijzen invoeren. Sommige winkels zullen heel voorzichtig de ho gere omzetbelasting geleidelijk op de prijzen drukken, andere zullen de nieu we prijzen meteen stellen. In het begin van het jaar wordt de kyk op de prysontwikkeling belemmerd door de uitverkoop. Sommige zaken zullen vermüden om in een maand hun pro- dukten een paar keer opnieuw te pry- zen en zullen pas na de uitverkoop orde op de B.T.W.-zaken stellen. In sommige bedrijfssectoren zullen pas na een paar maanden de definitieve verkoopprüzen vastgesteld kunnen worden. De heer Bruins verwacht dat er aan het einde van het eerste kwartaal een duidelük inzicht in de prysontwikkeling is. Na de schommelingen in januari zal het nieuwe pryspeil geleidelik aan stabieler worden. Al moet er nu en dan met wat naweeën rekening worden gehouden. Hamsteren De consument 'laat vrij lijdzaam de B.T.W. op zich afkomen. Van hamsteren is nauwelijks sprake. Hier en daar zal iemand een fles drank extra inslaan, proberen aan een paar sloffen sigaret ten te komen, of nog gauw een kostuum of een paar schoenen kopen, maar over het geheel genomen mag dat geen naam hebben. Intussen mag de consument er van overtuigd zijn dat de prijzenwaak- honden voor zijn belang op de loer lig gen. Directeur Bruins van de economi sche controledienst verzekert dat de brieven met prijsmeldingen heel serieus worden genomen. „Niet alle brieven kunnen meteen worden beantwoord, om dat we de meest sprekende gevallen er het eerst uithalen en snel onderzoeken. De briefschrijvers krijgen antwoord van de E.C.D. Laat men in de brieven wel duidelijk zijn", adviseert de heer Bruins, „dus: heel concreet zyn, Aan brieven met „meneer, alles wordt toch zo duur" hebben we niks. Graag opgeven om welk artikel het gaat, wat de prijs is en was, waar het gekocht is en wanneer". Mocht er ergens iemand uit de B.T.W. een slaatje willen slaan, dan kan de prijsbewuste consument hem via een briefje aan het ministerie van Economi sche Zaken weer in het gareel brengen. Minister De Block waakt en laat wa ken. Per slot van rekening slaapt do oppositie ook niet

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 11