UIT DE
STAPEL
Dr. Pluizer vraagt uw aandacht
mm m
m ui HU
ZATERDAG 14 DECEMBER 1968
SUSKE EN WISKE; DE BRIESENDE BRUID
Horizontaal
2. wang
6. vriendin (Fr.)
10. voorzetsel
12. gekleurde
kwast als
versiersel
14. lidwoord
15. doorweekt
17. hemelgeest
18. achting
19. bijb. figuur
21. klein kind
23. haarvlecht
24. kookvat
26. vuurspuwende
27. -kweker
29. plant
31. kanteel
34. lidwoord
35. pers.
36. bruto (afk.)
37. muzieknoot
38. Spaans
rijpaard
41. oude vr. datief
44. water in Limb.
47. meisjesnaam
51. Zeeuwse hoeve
53. stok
55. zeezwaluw
56. boom
57. tuchtroede
60. plomp
61. vervoeging
hulpwerkw.
62. drukte
64. scheik.
element (afk.)
65. Europeaan
66. maal
Verticaal:
1. muziekstuk
3. jongensnaam
4. lichaamsdelen
5. zuster
6. myth, figuur
7. zuivelprodukt
8. in loco (afk.)
9. oplopende
vlakte
11. voegwoord
13. gelijk
14. Europeaan
18. plaats in
N.-Brab.
20. rund
22. orient
expresse (afk.)
24. vlies, vel
keurig
sierheester
i. zelfkant
i. metaalsoort
knopje op een
priktol
plaats in
Gelderland
plaats in
Duitsland
niet harde slag
arbeidseenheid
houten klepper
lief
rangtelwoord
visroede
meisjesnaam
in het jaar
onzes Heren
(afk. Latijn)
sint (afk.)
myth, figuur
insekteneter
glijvoertuig
boom
votre excellence
(afk.)
muzieknoot
Oplossingen dienen uiterlijk woens
dag 18 december 12 uur per briefkaart,
met vermelding puzzel P.C.U. te zijn in
gezonden aan het bureau van ons blad.
Oplossing puzzel van de vorige week
luidt:
Horizontaal: 1. kornak-moe-bokaal;
2. Apollo-in-prelude; 3. les-bok-ea-peso-
ode; 4. Erna-eergisteren; 5. na-ark-roet-
lekker; 6. demi-adé-raar-mare; 7. en-et-
reis-steek-ne; 8. rinoceros-en-drie; 9. kg-
snede-lente-ast; 10. reet-de-pint-re-keu;
11. arre-ere-deze-eend; 12. koper-Tl-
Erie-slee; 13. Ee-er-eis-nicht-Ida14. ed-
node-toe-hoen-ia; 15. Let-pen-ant-telgen.
Verticaal: 1. kalender-krakeel; 2. opera-
enige-roede; 3. ros-Namen-serpent; 4. nl-
bariton-teer-op; 5. Aloë-kar-ceder-Ede;
6. koker-Dee-dertien; 7. mier-oei-repel-
sta; 8. onager-solide-non; 9. ep-pit-
Assen-er-iet; 10. bres-latent-zicht; 11.
oester-entree-hoe; 12. kloek-mede-eest-
el; 13. Au-orka-krakeling; 14. A.D-
deernis-ene-die; 15. Leen-ree-etude-gan.
De prijzen werden gewonnen door:
De winnaars van onze PCT-puzzel
10.Mevr Luyten, Noordwijkerweg 5a
te Katwijk a/d Rijn.
2.50 H. Th. Perquin, Haagweg 240
te Leiden.
gr llgteiiislgt si
De sint is verdwenen, maar de kerst
boom staat intussen weer gereed. Boe
ken behoren tot de beste categorie van
geschenken, welke daaronder op geluk
kige eigenaars kunnen liggen wachten.
Ook boeken voor jeugd en jongeren.
Voor jongerenleeftijd 1215 jaar bij
voorbeeld „De toren van Tribourg", een
verhaal dat Jelte Kuipers schreef en
Els Korve illustreerde, en dat in boek
vorm bij de Arbeiderspers in de A.P.-
jeugdserie verscheen. Het is een verhaal
uit de tijd van Napoleon, maar dat
voor een deel in Amsterdam speelt. Een
aardige intrige en verwoord in een
rustige 'stijl.
Voor wat jongere kinderen (710 jaar)
is het boekje „Lees je mee', geschreven
door Ad. van Seyen en uitgegeven door
Cantecleer-De Bilt. Het boekje,
deeltje in de bekende serie waarin
verschenen „Goochel je mee" en
„Speel je mee" bevat 32 korte vertellin
gen; vertellingen van twee a drie pagi
na's; echt om te gebruiken onder het
motto „Elke avond één. De onderwer
pen zijn gevarieerd (veel over dieren eri
„hippe" persoontjes). Een prima boek
voor de kerstvakantie dus.
T. M. Schoof, Aggiornamento, de door
braak van een nieuwe katholieke theo
logie, (Het Wereldvenster, Baarn, '68)
In dit boek geeft de assistent
prof. Schillebeeckx een van het begin
tot het eind boeiende beschrijving
de ontwikkeling, die de katholieke theo
logie in de laatste honderd jaar heeft
doorgemaakt. Hij laat zien, hoe de kat
holieke kerk zich rond het midden van
.de .vorige eeuw, tegen de verwachtingen
IR; afsloot voor de precessen, dié zich
in het profane denken voordeden.
Sindsdièn zijn er steeds weer katholié-
ke theologen opgestaan die probeerden,
de kloof tussen kerkelijke en profaan
denken te overbruggen, vaak ten koste
van grote offers en van botsingen met
het centrale kerkelijke gezag.
Volgens Schoof heeft deze beweging
haar volle erkenning gekregen tijdens
het tweede Vaticaanse concilie. Hoewel
de auteur ervan overtuigd is, dat de
theologen nog zullen moeten wennen
de ruimte die, nu voor hen open ligt,
en dat het innemen van deze ruimte
geenszins zonder gevaren is. besluit hij
zijn boek met een optimistisch citaat
van Blondel: „De voortang van de
ligieuze waarheid lijkt op voortstromend
water, dat zich een bedding zoekt, dat
met talloze kronkelingen stuit op honder
den obstakels, weer terugvloeit, steeds
hoger stijgt, telkens weer doorbreekt
onstuitbaar verder stroomt, voortgestuwd
precies door de energie, die het bij al
die obstakels verzameld heeft".
Paul Anciaux en Herman Mertens, Te
kens van geloof en zending, (Nelissen -
Bilthoven, Patmos - Antwerpen, 1967)
Theologische bezinning op de beteke
nis, die de sacramenten hebben voc
kerk als geheel en voor het persoonlijk
leven van de gelovigen. Het werkje heeft
een uitdrukkelijk pastorale inslag: het
wil aan de sacramenten de plaats geven
die hun toekomst, ook in het leven var
de hedendaagse gelovige. Om dit te be
reiken kiezen de auteurs een midden
weg die een magische opvatting van de
sacramenten verwerpt zonder er een lou
ter symbolische opvatting voor in de
plaats te zetten.
DAMMEN
„TOPPRESTATIES OP 'T DAMBORD"
dooi Ton Sijbrands
Van de velé uitgaven op damgebied
in de laatste jaren is „Topprestaties op
het dambord" (Uitgeverij W. ten Have
N.V., A'dam) wel een van de belang
rijkste, omdat de voornaamste partijen
en gebeurtenissen uit de internationale
damarena in de jaren 1966-'67-'68 erin
zijn weergegeven. Maar bovendien is dit
boek vooral interessant omdat het de
lezers enig inzicht geeft betreffende de
ideeën op damtechnisch gebied van de
jongste 18-jarige internationale
grootmeester, Europees kampioen en een
mogelijke pretendent naar de wereld
titel.
Door de zeer uitvoerige analyses biedt
deze uitgave, ook voor de meer ervaren
dammers, nog ruimschoots studiemate
riaal; de minder gevorderden kunnen
er de nodige standenkennis uit verwer
ven en de mogelijkheden van bepaalde
posities leren onderkennen. Kortom,
Sijbrands' boek is een knap en kundig
werkstuk en het bevat voor vele
uren leerzame oefenstof. Verlucht met
fraaie foto's is het geheel zeer over
zichtelijk door het gebruik van duide
lijke diagrammen, terwijl de typogra
fische uitvoering tot in de' puntjes is
verzorgd.
In het volgende fragment uit de wed
strijd tussen Zuid- en Noord-Holland, op
7 december in Leiden, demonstreerde
Sijbrands nog eens op imponerende wijze
de kracht van zijn positiespel. Met ver
schillende manoeuvres had hij de korte
vleugel van zijn tegenstander klem ge
zet en won in grootse stijl de partij. Aan
het eerste bord:
Wit: G. Varkevisser Zwart: T. Sijbrands
n
O c O c
O E5 a
o
In de partij 3126, het is voor wit
moeilijk een bevredigende voortzetting
te vinden, op 3127, zwart 1721, op
3933, zwart eveneens 1721, 3126,
2—7, 26x17, 12x21, met de dreiging
2127 in petto en wit blijft in de perike
len. Na de zet 31—26 was het vervolg
14—20, 39—33, 17—21!, 26x17, 12x21,
de inleiding tot de beslissende aanval,
3731, op 4842 komt 27 van zwart,
wit kan op de rechtervleugel niets onder
nemen, 21—27, '31x22, 18x27, 32x21,
16x27, 4842 gedwongen, indien 4339
zwart 1923 en wint
Het afspel: zwart 914, waardoor
43—39 wordt belet, 42—37, 2—7, 37—32,
27—31, 32—27, 31x22, 28x17, 24—29!,
33x24, 20x29, 34x23, 19x28, 30-t24, op.
4034 is zwart 1420 gewonnen, 2530,
24—19, 13x24, 43—39, 15—20, 40—34,
28—32, 38x27, 7—12, 34x25, 12x32, 39—34,
32—37, 34—40, 14—19, 25x23, 37—41,
30x19, 4146 en wit geeft op.
J. de Ruiter
P. Roozenburg
In deze stand uit de vorige rubriek
geeft zwart aan dat wit kan winnen met
23—18, 12x23, 13—8, 34—39 ABC, 44x33,
3540, 8—3, waarna op 4044 of 4045
van wit 3—17 volgt.
A 23—28, 8—3, 35—30 is gedv
gen, 44x35, 3439, 314 met winst.
B 23—29, 8—3, op 3440, wit
3—21—16, 35—30, 44x35, 34—39 en 3—12
of 317 wint.
C Duidelijk is dat op zwart 3440,
wit door 8—3, 40x49, 3—21, 49x32,
27x38 gaat winnen.
SCHAKEN I 1
Met Robert Fischer begint het een
velende zaak te worden. Onmiskenbaar
hij 'n groot genie, maar als deelnemer
aan welk toernooi dan ook gedraagt
hij zich als een gefrusteerde puber. Vol
de laatste berichten is hij in Lugano
de schaakolympiade verspeeld werd.
weggelopen omdat de verlichting onvol
doende was. Botwimiik is ook wel e«
zoiets overkomen, maar hij verzocht
bureaulamp en daarmee was de zaak
opgelost. Gaat Fischer op de ingeslagen
weg door. dan sohakelt hij ziohzelf uit,
omdat menig schaakorganisator er zich
roor gaat hoeden hem uit te nodigen.
Ook bij het laatste toernooi te Vinkovci
aan Fischer deelnam, waren er
moeilijkheden omdat de Amerikaanse
grootmeester een extra startgeld eiste
f 10.000.—Gelukkig konden de pro
blemen bezworen worden. Fischer kwam
dus,' zag en overwon met een geweldige
superioriteit en voorsprong op zijn naaste
concurrenten. Onderstaand volgt een van
zijn vele prachtige partijen.
Wit: Fischer (Verenigde Staten)
Zwart: Minic (Joego-Slavië)
Gespeeld in het toernooi te Vinkovci 1968.
Koningsgambiet
1. e2e4. c7—e5 2. f2—f4. e5xf4 3. Lfl—
c4. Pg8e7 (Deze tekstzet heeft in dc
leerboeken over openingen een slechte
pers. Het is dan ook een duistere zaak
waarom Minic zich op deze „louche"
variant inlaat. Gezond en kansrijk is
3Pf6 4 Pc3, c6 met de dreiging 5.
d5). 4. Pblc3. c7c6 5. Pgl—f3.
(Theoretisch is 5. De2. De tekstzet is een
nieuwtje.) 5d7d5 6. Lc4b3.
d5xe4 (ook 6d3 7. Pe2. d3 8. Pf4:
is voor wit gunstig) 7. Pc3xe4, Pe7—d5
(Op 7Pg6 volgt uiteraard 8. Peg5,
De7t 9. Kf2) 8. Ddl—e2. Lf8—e7 9. c2—c4.
Pd5c7 10. d2—d4. O—0 11. Lclxf4, Pc7—
e6 12. Lf4e3, Le7—b4t 13. Kei—f2, Pb8—
d7 14. c4c5! (De strategisohe beslissing,
omdat Lb4 buiten gevecht geplaatst is)
14Pd7—f6 15. Pe4xf6t, Dd8xf6 16.
Thl—fl, Te6—f4 17. Le3xf4. Df6xf4 18.
g2—g3, Df4—h6 19. Kf2—gl, Lc8—h3
(Sterker was 19Lg4 of 19Le6)
20. Pf3e5! ('n Prachtig kwaliteitsoffer,
dat de inleiding vormt van een heftig
slotoffensief).
Stelling na 20. Pf3—e5!
1 I
ÜÜJ
14
mm m ft*
0. «0
i 5 m
lil
öjl
m
A
i
20.L)i3xfl. (Op.20,Le6 be
slist 21. Pf7:. Lf7: 22. Tf7: Tf7: 23.
TfL Taf8 241 Tf7.\ Tf7: 25. De8 mat 21
Talxfl. Lb4d2 22. Tfl—f3. Ta8—d8 23.
Pe5xf7, Tf8xf7 24 De2—e7! en zwart, gaf
zich gewonnen. Er dreigt immers mat of
belangrijk materieel verlies.
SCHAAKRAADSEL
Het lijkt bijna onmogelijk, dat wit in
de onderstaande positie kan winnen. Het
eindspel Koning. Dame en Loper tegen
Koning en Dame is in het algemeen
niet te winnen. De diagra;mistelling is
echter een uitzondering op de regel. Een
sublieme winstvoering!
Wit s
zet en wint.
OPLOSSING SCHAAKRAADSEL
Wit wint als volgt: 1. Db6—e3t, Ke4f
f5! 2. De3f3t!, KfS—e6 3. Df3—b3t.
Ke6e7! 4. Ld2—g5t, Ke7—f8 5. Db3—
b8t, Df7e8 6. Db8d6t, Kf8—g8 7.
Lg5e7! en wint (Horwitz).
VRAGEN IN KAMER
Prijsverhoging,
vuurwerk en
afscheidsparade
DEN HAAG (ANP). Het Tweede-
Kamerlid mej. mr. E. A. Haars (CHU)
heeft de ministers van Binnenlandse
Zaken en van Sociale Zaken en Volks
gezondheid gevraagd te bevorderen dat
op korte termijn extra controle wordt
uitgeoefend op de opslag van grote hoe
heden vuurwerk in bewoonde gebieden.
Dit in verband met een recente brand in
een vuurwerkgroothandel in Groningen,
waarbij twee brandweerlieden werden
gewond.
Het Tweede-Kamerlid M. Bakker
(CPN) heeft de minister van Economische
Zaken gevraagd maatregelen te nemen
tegen een z.i. excessieve prijsverhoging
met ruim 8 procent die Philips
N.V. broodroosters, elektrisch? dekens,
wandkoffiemolens, messenslijpers etc.
heeft aangekondigd.
Het Tweede-Kamerlid E. R. Wiel-
draaijer (P.v.d.A.) heeft de minister van
Defensie gevraagd hoeveel de afscheids
parade kost ter gelegenheid van het ver
trek van de bevelhebber van de land
strijdkrachten en tevens hoevele dienst
plichtigen en vrijwilligers bij deze pa
rade zullen zijn betrokken.
In het Gemeentemuseum te Arnhem
wordt van 21 december tot 9 februa
ri een tentoonstelling gehouden van
schilderijen en plastieken van Rein
Draijer. In de koepelzaal en de hal
van hot museum zijn gelijktijdig ge
weven wandkleden van Loes van der
Horst te zien.
ROMAN VAN EEN MORALIST - APART EN IN DE TRADITIE
Moraal in de literaire kritiek is te
genwoordig, zoals men weet, taboe.
Een literair werk moet op z'n literaire
kwaliteiten als werkstuk beoordeeld
worden, het heeft zijn eigen leven, dat
slechts in verwijderd verband staat
met het gewone. Het is iets op zich
en moet als zodanig worden gezien,
literaire kritiek dient dus op de eerste
plaats het nagaan van de stijlkenmer
ken te zijn en daarbij komt moraal
niet aan de orde.
De Nederlandse kritiek, zo stelt men
vast, heeft lange tijd al te veel gele
den onder moralistische normen die
niet der literatuur zijn. Men ziet daar
bij wel eens voorbij aan het feit dat
zeer veel Nederlandse literatuur mo
ralistisch van aard was en dat ze dat
ook nu, op dit ogenblik, in de tijd
van de afschaffing van de taboes,
niet zelden nog is. Een heel duidelijk
voorbeeld daarvan kwam onlangs bij
De Bezige Bij te Amsterdam uit met
twee gaatjes in het omslag. Het
heet Het Pistool van de Rekening en
het is van J. W. Holsbergen, een boek
met een geheel eigen stijl, dat het
moralistische niet misstaat, want het
is, ook in die eigen stijl, een boek
dat past in een Nederlandse traditie.
Terecht wordt er over opgemerkt dat
vergelijkingen van de stijl met die
van Elsschot en Nescio mank gaan,
maar deze stijl past in de traditie die
men zo men wil verder terug kan
voeren naar iemand als Eduard Dou-
wes Dekker, de schrijver van Wouter
tje Pieterae. Multatuli, Elsschot, Nes
cio waren alle drie, zoals men weet,
moralisten. Het Pistool van de Reke
ning bevat 't leven van 'n kunstschil
der door hem zelf verteld. Levens van
kunstschilders al of niet door hen zelf
verteld zijn meestal modeverschijnse
len en zowat de hachelijkste literai
re ondernemingen die men speciaal in
Nederland, Noord en Zuid, onderne-
Nooit apart
Het zijn meestal onverdraaglijk
zwaarwichtige en stroperige produk-
ten evenals de nog talrijker levens
van leraren bij het middelbaar onder
wijs, al of niet door hen zelf verteld.
Door Holsbergen wordt echter elke
zwaarwichtigheid en artistiekerigheid
zorgvuldig vermeden. Zijn schilder,
onder meer portretschilder, wordt niet
voorgesteld als een apart soort mens,
maar als iemand die aanleg heeft
voor een bepaald vak en dat zo goed
mogelijk bedrijft. Hij is zeer ruim in
zijn opvattingen omtrent seksualiteit,
maar tenslotte ontmoet hij een meis
je, veel jonger dan hij zelf ai hij
trouwt haar. Het blijkt dat hij hat hu
welijk met Corrie veel voornamer
acht dan al ?ijn ervaringen met meis
jes en vrouwen aan dat huwelijk voor
afgaande. Men kan dat moralistisch
noemen en moralistisch is wat hij
over zijn vader vertelt daarmede de
twee kogelgaten in het omslag verkla
rend. Zijn vader was bij de politie.
Daarom was deze in het bezit van een
pistool, een ander wapen dan een re
volver, waarin de kogels voor de loop
cirkelen, wat bij een pistool niet het
geval is. De vader van de schilder
maakte zelden gebruik van zijn wa
pen. Hij doet dat echter in de tijd
van de bezetting in zijn huis vol on
derduikers. Hij schiet dan onverhoeds
twee Duitsers neer, die later door de
onderduikers in de tuin begraven wor-
Men zou dit als een heldenfeit kunnen
laten gelden, maar de vader doet dit
allerminst. Hij praat er zelf nooit
over, hij wordt integendeel verlegen
als het voorval ter sprake komt.
Schuldgevoel
Hij kan er niet over heen komen, om
dat hij vindt dat hij noodgedwongen
die Duitsers geen kans heeft kunnen
geven, hen niet fair heeft kunnen be
handelen, hij vindt dat hij ze ver
moord heeft en die moord 4rukt op
,,Het ging allemaal zo snel," vertelt
de moeder van de schilder. „Of
vijftien mensen en dat kind gaan er
aan of misschien wij samen ook. Of
die twee moffen. Hij had geen keus.
Maar hij vond het een laffe daad.
Hij heeft er met niemand over ge
sproken, al had hij er een onderschei
ding voor kunnen krijgen. Hij
schaamde jich... Het pistool waar hij
driemaal mee heeft geschoten, een
heer beroepshalve in de hicht, twee
als handelend individu op een mens,
dat pistool is verdwenen. Hij zal de
vingerafdrukken er afgeveegd hebben
en het bij een van de Duitsers hebben
begraven. Die is niet ongewapend in
het walhalla aangekomen"
Al is Het Pistool van de Rekening
dus moralistisch in bepaald opzicht,
het is niet moraliserend, het laat goed
en kwaad vanuit het standpunt van
de verteller duidelijk zien, maar het
vermijdt er over te gaan redeneren.
Het is een roman, die naar de aard
van de roman, tenminste een bepaald
soort roman, niet uiteenzet, maar
toont. En de roman doet dit voortref
felijk. Men kan als een bezwaar aan
voeren, dat de compositie van de tyee
hoofdmotieven: het motief van het
korte huwelijk met Corrie, die abrupt
sterft, en het motief van het pistool
en de bezitter van dat pistool, wat
los van elkaar blijven staan, dat de
compositie van het werk dus nogal
los van aard is. Maar daartegenover
staat dat deze wijze van compositie
wel past bij de verteltrant van J. W.
Holsbergen.
Schijnbaar vertelt hij zo maar langs
zijn neus weg, het lijkt soms zelfs of
hij van de hak op de tak springt, het
ritme is vaak staccato en de zinnen
zijn meestal betrekkelijk kort. Er is
een overvloed van details, die de on
aandachtige lezer soms weinig ter za
ke, irrelevant kunnen voorkomen.
Nooit te veel
Maar de lezer zal waarschijnlijk
slechts kort onaandachtig zijn, hij zal
geboeid worden door deze details, die
hem eerst te overvloedig leken en
dan zal hij bemerken, hoe Holsbergen
nooit te veel geeft, maar, ondanks die
overvloed, juist zeer veel bewust
heeft weggelaten om het essentiële
duidelijk naar voren te laten komen
Door deze beperking en beheersing
wordt het verhaal uitermate levendig
en wordt men telkens getroffen door
wat men de schok der herkenning
heeft genoemd.
Er is tragiek in Het Pistool van de
Rekening, maar er is ook voortdurend
relativering en humor, zodat het vol
ledige leven er zijn kansen krijgt. Om
al deze kenmerken blijkt Holsbergen
opnieuw een buitenbeentje in de hui
dige Nederlandse literatuur die zich
niet alleen richt tot een groepje spe
cialisten, eenzijdig geïnteresseerd in
de avant-garde, maar tot alle intelli
gente lezers. Zij zullen dit niettemin
zeer aparte werk van ongewone kwa
liteit weten te waarderen.
JOS PANHUIJSEN