„In volgend kabinet meer dan waarschijnlijk andere minister" Onhygiënische toestanden in Binnengasthuis CITY IS BOOS OP PREMIER WILSON mensen, wat een mensen MINISTER LUNS IN INTERVIEW VLAAMSE TV Ontstellende klachten in rapport Sociologische peiling wijst uit: Ook platteland onderhevig aan godsdienstige crisis Deskundige pastores strikte eis Vervoerders tegen hogere premies auto verzekering Britten kopen als gekken Westduitse belasting op vervoer een feit Treinongeluk: drie gewonden DINSDAG 10 DECEMBER 1968 DE LEIDSE COURANT PAGINA 5 (Van onze correspondent in Brussel) BRUSSEL Minister Luns acht het „meer dan waarschijnlijk", dat in een volgend kabinet iemand anders minister van Buitenlandse Zaken zal zijn. Hij voegde daar aan toe. in een interview voor de Vlaamse televisie: „Ik kan me best voorstellen, dat ik dat ple zierig zou vinden". Minister Luns heeft zich 55 minu ten lang in zijn ambtswoning aan Plein 1813 in Den Haag laten in terviewen dooi' prof. Joos Florquin. Annie van Avermaet en Fons Fraeters. Deze ploeg, die al jaren het programma „Ten huize van maakt, heeft met grote vak- ervaring onze minister van Buiten landse Zaken onder vuur genomen. Op vele scherpe en vaak zeer per soonlijk getinte vragen gaf mr. Luns op de hem bekende wijze afwisselend serieus, grappend of ontwijkend antwoord. Ook mevrouw Luns gaf enkele indruk ken over haar man prijs. Datzelfde deden zijn particulier secretaris baron van Voorst tot Voorst en zijn secretaresse, gedurende nu al dertien jaar mej. mr. Borgman Brouwer. Het interview is door de Neder landse televisie overgenomen, maar over de datum van uitzending is nog geen beslissing gevallen. Op de vraag van prof. Florquin: „of de regering nu overwegend links of rechts is, zit er altijd weer in?", zei mr. Luns: „Daar komt een groot element van toeval bij. Bij iedere formatie was het on zeker of ik weer minister zou worden. Mentaal was ik altijd in gesteld op aftreden". Op de suggestie, dat hij door zijn langdurig ministerschap een in stituut is geworden, dit antwoord „Je blijft niet langer minister dan de partijen het willen. Het i. overigens geen aanbeveling om z« lang minister te zijn geweest". Mevrouw Luns over haar echt genoot: „Hij is vrolijk en zit altijd vol verhalen. HU is open en zeer geïnteresseerd in mensen en toe standen. Alle grappen worden eerst in huiselyke kring verteld. Ik geloof wel, dat hü gelukkig zou zUn als hU geen minister meer is. HU heeft voldoende hobby's en in teressen. Waarom hU zo populair is? BU mU is hU dat van begin af aan geweest, dus ik begrUp dat wel. De kinderen zUn erg trots op Minister Luns „Ik ben min of meer geworden wat ik wilde wor den" zegt zelf over zijn popula riteit: ..Het is moeilijk zelf te beoordelen. Ik geloof, dat het de t.v. is. Ik geloof dat ik vrij aardig over kom. Men houdt wel van af en toe een luchthartige opmerking. Het is natuurlijk onjuist te zeggen, dat mijn populariteit stijgt bij elke blunder, die ik bega. Dat is een boutade uit het blad van de KVP- iongeren" Door de interviewer geconfron teerd met een van de vele uit spraken, die aan hem worden toe geschreven: „In het jaar waarin ik mijn grootste flop begin, Nieuw- Guinea. was ik de populairste man", reageerde mr. Luns: „Dat heb ik nooit gezegd. De Nieuw- Guineazaak is anders gelopen dan regering en ook parlement wilden. Maar het is geen flop geworden. Nieuw-Guinea stond aan de grens van onze belangen, maar in het centrum van onze principes". Mr. Luns meent, dat men hem in ultra-linkse kringen een typisch reactionair vindt. „U mag me best een uitgesproken rechtse promi nent vinden", zei hU tegen prof. Florquin. „Maar de vraag is of dat zo is. Voor de oorlog had ik vooruitstrevende sociale gedachten. Florquin: „Maar dat is al 25 jaar geleden". Luns: „Ik ben natuur- lUk ook in progressieve zin ge- evolueerd". Met nadruk ontkende mr. Luns tijdens het interview, dat hq onder invloed van het bedrijfsleven zo ijvert voor de toetreding van Engeland tot de EEG. „Men zegt, dat met name Engels-Nederlandse ondernemingen zoals Shell en Unilever ons beïnvloeden. Ik kan u verzekeren, dat de grote in dustriële belangen geen lobby hebben bij de Nederlandse rege ring en ook geen pogingen onder nemen om de buitenlandse politiek van ons land te beïnvloeden". Over de Benelux: „Die is wat ach terop gekomen door de ontwik kelingen van de EEG en Euratom. In sommige landen wordt ge vreesd voor een te groot over wicht van het Nederlands element in de Benelux. Mijn overtuiging is, dat de volstrekt soevereine staat in Europa voorbij is. Ik heb waardering voor bewegingen als die van de Basken en de Vlamin gen. Daar zit een stuk eigen per soonlijkheid in. Ik vind dat geen ongezonde uiting van nationalisme, als het tenminste niet te ver gaat. De Friezen bij ons zijn ook zeer bewust van hun volkstaal, hun eigen cultuur". Desgevraagd zei minister Luns, dat de Duitse jeugd natuurlijk geen individuele schuld heeft aan Openhartige Luns te midden van de Vlaamse t.v.-ploeg het Hitlerregirae. „Elk land wordt bevoordeeld door of gaat gebukt onder de dagen van de voor gangers. De Duitse jeugd heeft door het Hitlerregime wel een soort complex. Individueel gezien is dat onjuist, als volk begrijpelijk. Florquin: „U kon niet opschieten met Adenauer?" Luns: „Laten we liever zeggen, dat Adenauer het niet met mij kon vinden. Hij was een man met enorme wilskracht. Hij had weinig waardering voor onze Europese houding" Over president Kennedy sprak minister Luns met veel lof. Min der enthousiast is hU geweest over Robert Kennedy, „die in Nieuw- Guinea een rol gespeeld heeft, die wq niet konden waarderen". HU was een man van „jumping con clusions. Ik heb eens tegen presi dent Kennedy als volgt over hem gesproken: „Uw broer denkt, dat hU na vUf dagen expert in Indo nesische zaken is. W'U zUn er 350 jaar geweest. VUf dagen lUkt me wat kort. Ik zou zeggen, dat je er acht dagen voor nodig hebt". Over de Vlaamse beweging zei mr. Luns. dat hij veel voelt voor cul turele uitwisseling, „waaraan we meer moeten doen", maar dat een Nederlander en zeker een Neder lands minister voorzichtig moet zijn „om niet in de politiek rond om de kwesties betrokken te ge raken". Over de moeilijkheden in de politieke partijen in ons land meent mr. Luns dat de VVD het vrij aardig doet en dat AR, PvdA en KVP moeilijkheden hebben. Dat is niet onbegrijpelijk in een tijd van grote toename van de com municatiemiddelen, een algemene versnelling van het leven, waarin de jeugd ongeduldig wordt in een grote welvaart, die het geluk niet vermeerdert. Ook het verdeelde Europa verdeeldheid die aan de nudere politici wordt verweten en de beweging op kerkelijk ge bied spelen daarin een rol. De KVP heeft overigens het even wicht hervonden en de socialisten zijn erin geslaagd de tegenstel lingen met Nieuw Links te over bruggen" Eén paus Mr. Luns ziet de radicale repu tatie, die de katholieken in Neder land hebben niet „zonder bezorgd heid" aan. „De Kerk wordt onder Gods leiding in de rechte lUn ge houden en dat heeft voor mU con sequenties. Ik heb geen behoefte aan enige honderden pausen. Als de Paus gesproken heeft, is de zaak voor mU praktisch afgedaan". Volgens zijn secretaresse, mej. Borgman Brouwer, is minister Luns „Als chef heel prettig, op gewekt en vriendelijk. Zijn groot ste kwaliteit is. dat hij menselijk en eenvoudig is gebleven". Minister Luns vindt zelf de vol gende eisen belangrijk voor een goed minister van Buitenlandse Zaken: een zekere afstand kunnen nemen van personen en proble men, een minimum aan tact, talen kennis en een goede gezondheid. De belangrijkste beslissing in zijn leven viel op 28 augustus 1952, toen hij ja zei tegen het ministerschap. „Hebt u ergens een grondige hekel aan?", vroeg Annie van Avermaet hem. „Hekel is het woord niet. Ik vind de Kamer zwaar, men zegt, dat de Kamer me niets kan sche len. Dat is niet waar. Ik bereid een ontmoeting met de Kamer met grote zorg voor. Het debat vind Ik moeilijk, het pakt me aan. Een avond in de Kamer betekent een kilo verschil in gewicht". Met drie korte vraagjes werd het interview beëindigd. „Wat is uw grootste wens voor Europa?" „Dat de eenwording van Europa in een stroomversnelling zou komen. Het bedenkelijkste punt van de na oorlogse politiek is dat dit niet van de grond is gekomen". „Bent u voor of tegen de laatste encycliek?" .,De pil heeft op mij iets minder Invloed dan op dames. Ik wil niet op de stoel van de Paus gaan zitten". „Vindt u uw wassen beeld in het beeldenkabinet van madame Tus- saud in Londen geslaagd?" „Het heeft de ijdelheid gestreeld. Het is een goed beeld, Zij het iets minder levendig dan het origineel". AMSTERDAM „GedeeltelUk waar, maar gedeeltelUk oncontroleerbaar en op sommige punten sterk overdreven". Zo kenschetst dr. B. Godfried, genees heer-directeur van het Binnengasthuis te Amsterdam, de otstellende klachten, die zUn vastgelegd in een rapport van de commissie gezondheidszorg van Civitas (de overkoepelende universiteits verenigingen). In het rapport komen on der meer twee anonieme patiënten aan het woord. Een ervan verklaart: „Na een zware operatie (zeer grote buikwond) heb ik van 19 tot 26 augustus 1968 zonder on dergoed gelegen. De reden: er was geen schoon goed. De week daarna werd ik gehopen met een dameshemd. Vijf weken lang zijn de kussenslopen niet ver schoond, ook niet van de zeer zwaar transpirerende patiënten. De kussens van alle bedden hebben een zeer kwa lijke geur". Dr. Godfried hierover: „Er is inder daad iets misgegaan bij de gemeentelijke wasserij. Daardoor ontstond vertraging, maar vijf weken lijkt me overdreven". De patiënt vervolgt: „Een broeder stond toe en moedigde aan, dat patiënten met puswonden hem hielpen bij het uit persen van fruit voor andere patiënten". Verderop staat: „Omdat er een brood meer was, kreeg ik drie dagen lang geen ontbijt". Vervolgens: „Op zaal 8 lagen verschillende patiënten, die alles lieten lopen. De reuk was verre van aangenaam. De lopende patiënten moes ten van een vieze tafel eten. Een tafel kleed werd geweigerd". Op deze klach ten antwoordt dr. Godfried „dat de aanmerking op het verplegend perso neel oncontroleerbare zaken zijn." Hij betreurt, dat men zich niet onmiddellqk rechtstreeks tot hem heeft gewend. Dan nog blijft volgens hem het ja van de patiënten tegenover het nee van de ver pleegsters staan. Een algemene klacht, die uit het rapport naar voren komt, betreft de scheve vloeren in het gebouw, waar door de urineflessen in de nachtkastjes leeglopen Voorts zegt het, dat er voor de veertig patiënten van de afdelingen nierziekten en infectieziekten slechts één enkel klein toilet beschikbaar is. „De urologiepatiënten", aldus het rapport, „zijn zeer bejaard Op het klei ne toilet kunnen ze zich niet keren, waardoor er vaak zeer zielige taferelen ontstaan van huilende oude mannen, die zowel zichzelf als het toilet bevuilen" Op dit soort klachten antwoordt dr Godfried, dat het werken in een oud gebouw als het Binnengasthuis niet ideaal is, voorts, dat er momenteel wel verbeteringen worden aangebracht, maar dat dit al veel eerder had moeten gebeuren Hij ontkent, dat kinderen lig gen naast oude. stervende mannen, zo als het rapport verklaart Hij vindt het niet modern, dat twintig mensen op één DEN HAAG. Tussen begin 1955 en eind 1967 werden ongeveer 275.000 mili tairen voor de eerste maal ingeënt tegen pokken. Drie soldaten overleden aan de gevolgen van de vaccinatie Dit hebben de ministers Den Toom (Defensie) en Rooi vink (Sociale Zaken/Volksgezond heid) gezegd in hun antwoordnota bij het wetsontwerp ter wijziging van de wet immunisatie militairen Bij de 275.000 inentingen werd in 38 gevallen een com plicatie geconstateerd, die een gevolg was van de vaccinatie. zaal liggen, maar meent dat de medi sche behandeling er niet door belem merd wordt. Hij gelooft niet dat de hy giëne op de twee afdelingen, waarover het rapport in het bijzonder klaagt, on voldoende is. De medische resultaten zijn volgens hem goed. Inderdaad be sluiten de twee anonieme patiënten hun klachtenlijstje met de zin: „Toch doen de artsen en meeste verpleegsters wat zij kunnen en is hun streven boven alle kritiek verheven". Dat het Binnengasthuis niet aan de eisen van de tegenwoordige tijd vol doet, is in Amsterdam al een tiental jaren bekend. De toestand is blijven voortbestaan door het jarenlange ge krakeel in de gemeenteraad over de plaats, waar het nieuwe academische ziekenhuis moest komen. Zoals de za ken nu staan, is het de bedoeling dat het Binnengasthuis over zeven jaar ge sloten wordt. Geen reden voor ongerustheid over afvloeiing bij landmacht UTRECHT (ANP) Naar aanleiding van de plannen tot een versnelde door voering van de reorganisatie van de koninklUke landmacht, heeft de voorzit ter van „St.-Martinus", de heer H. J. J. Hoogenboom. nadrukkelijk verklaard dat ongerustheid over een eventuele ver plichte afvloeiing ongegrond is. St.-Mar- tinus, de vereniging van Nederlandse katholieke militaire ambtenaren beneden de rang van tweede luitenant van de koninklUke landmacht en de koninklUke luchtmacht, hield vanmorgen in Utrecht een algemene vergadering. Zoals bekend zou de herstructurering van de landmacht pas in 1967 noodzake lijk zijn als het personeelsbestand ten gevolge van het vervroegde leeftijds ontslag met 4000 man zou zijn terug gelopen. Tot de versnelde doorvoering is nu besloten met het oog op de ongezon de verhouding tussen investeringen en exploitatiekosten op de begroting van defensie. Hij toonde zich verheugd over de in stelling van contactcommissies voor dienstplichtigen binnen de landmacht. Hij hoopt dat deze commissies (van commandanten en dienstplichtigen) zul len bijdragen tot een betere verhouding tussen beroepsmilitairen en dienstplich- Ln het wijnstadje Bernkastel aan de Moezel staat het smalste huis Duitse bondsrepubliek: 1.50 m breed van wand tot wand. Het steegje, dat e langs voert, is niet veel breder. ARNHEM (KNP) Wie meent, op het platteland de kerkelUke tradities onbe roerd aan te treffen, vergist zich. De Kerk is er volop in beweging en de gelovigen vragen om een goede, deskundige bege leiding. Aldus een van de conclusies uit een studie „Platteland en Kerkvernieu wing", door dr. P. G. van Hooydonk, ir. J. P. Groot en mr. dr. Straver gemaakt naar de situatie van de Katholieke Kerk in enige plattelandsgebieden van Neder land. Opdrachtgever was de Aartsdioce sane Boeren- en Tuindersbond. Uit de thans gepubliceerde cijfers blijkt, dat de meningen over de veranderingen in de Kerk nogal uiteenlopen; voor- en tegenstanders houden elkaar in even wicht; slechts een kleine minderheid rea geert extreem negatief of extreem positief. Traditionele kerkelijke praktijken en de voties gaan achteruit. De ideeën over God en Christus zijn aan het verschuiven. Het geloof in een leven na de dood be gint zijn vanzelfsprekendheid te verlie- De studie, die niet meer dan een eerste oriëntatie mag worden genoemd, toont aan, dat achter de betrekkelijk grote trouw aan godsdienstige gewoonten op het platteland een religieuze crisis schuilgaat. De vertrouwde kerkelijke structuren zijn goeddeels afgebroken; het merendeel van de plattelandsbevolking accepteert dat, maar heeft nog heimwee naar het oude. Omdat een goede begeleiding ontbreekt, raken velen de kluts kwijt. De onderzoekers richten de duidelijke waarschuwing aan het adres van degenen, die met het kerkelijk beleid zijn belast, er niet vanuit te gaan, dat het met de onrust onder de gelovigen op het platte land zo'n vaart niet loopt en dat men wel kneusjes en voor de stadszielzorg on geschikte priesters naar toe kan sturen. Integendeel, er zijn op het platteland pastores nodig die zich innerlijk kunnen verenigen met de richting waarin deze veranderingen gaan, die open staan voor gesprek over de vragen van de „moder ne" ouderen en jongeren en zelf ook mee bouwen aan de Kerk van morgen. Het studierapport noemt in dit verband de trek naar kleine plaatsen van pastoors en kapelaans, die in de stad teleurgesteld zijn, voor de ontwikkeling van de Kerk op het platteland „een kwalijke zaak „Bovendien vergissen zij zich, als zij nu nen, dat de zielzorg van het platteland gemakkelijker is". Tevens hebben de onderzoekers uit hun studie de volgende conclusie geformu leerd voor de sociale organisaties op het platteland. Deze hebben vooraan gestaan waar het sociale verheffing van de platte landsbevolking betreft, maar zijn ernstig te kort geschoten bij de kerkelijke nieuwing. Alle krachten zouden nu bundeld moeten worden voor een aa tijd aangepaste verkondiging en beleving van het evangelie. Voor het onderzoek heeft men gebruik gemaakt van gespreksgroepen in de ter 1966/67 en steekproeven bij 140 boe ren en tuinders op het Utrechtse platte land en in de Bollenstreek. Tenslotte werd ter vergelijking een groep van 19 perso nen gepeild die van het platteland naai de stad Utrecht waren verhuisd. DEN HAAG (A.N.P.). De premie verhoging voor autoverzekeringen, die de assuradeuren hebben aangekondigd, wordt door de E.VO. de algemene ver laders- en eigen vervoerdersorganisatie, geheel misplaatst geacht en daarom be treurd. De E.V.O. wUst er in een com muniqué op, dat in verzekeringskringen wordt gesuggereerd, dat het invoeren van een extra eigen risico van I 150.- voor jeugdige bestuurders, zoals op 1 juli van dit jaar werd besloten, een nieuwe premieverhoging op korte termUn on nodig zou maken. Nadat op 1 januari 1967 al wegens kostenstijgingen tot premieverhoging moest worden overgegaan, werden medio 1968 zowel het genoemde extra eigen risico als een premieverhoging wegens optrekking van de W.A.-dekking tot 400.000 ingevoerd. De E.V.O. betreurt de aanstaande premieverhoging met vrij forse bedragen temeer, omdat deze ook nu weer niet gepaard gaat met een maatregel tot alge hele verhoging van de percentages voor schadevrij rijden, de „no-claim"-korting. (Van o e correspondent) LONDEN In regerlngs- ciële kringen te Londen heerst een neer slachtige stemming, die nog verergerd werd door ondoordringbare nevel en ge brek aan zon. In de winkels en waren huizen kopen de Britten als gekken. Zij schijnen alle vertrouwen in het pond sterling verloren te hebben en vastbe sloten hun laatste cent uit te geven vóór er nog eens gedevalueerd wordt. De regering Wilson blijft uiterlijk kalm maar achter gesloten deuren maakt zij zich voortdurend meer bezorgd over het massale „kerstoffensief" dat in de City en de pers ingezet werd om haar ten val (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG. TerwUl staatssecre taris Keyzer (Verkeer en Waterstaat) en de Westduitse minister Leber nog over leg plegen over de positie van het Neder landse (weg)vervoer in West-Duitsland. is na de Westduitse Bondsdag nu ook de Bondsraad (een soort Eerste Kamer) akkoord gegaan met de in Nederland zo gevreesde wetsvoorstellen voor een vervoersbelastlng, die moet ingaan op 1 januari 1969. Zoals bekend gaat deze belasting het Nederlandsewegvervoer één tot vqf Pfennig per ton/kilometer kosten, neer komende op een totaalbedrag van circa 25 miljoen gulden per jaar. Te voorzien valt dat hierdoor de vrachtprijzen in 1969 met drie tot elf procent zullen stijgen en dat via door berekening in de vrachtprijzen de con sument hiervoor tenslotte de rekening zal moeten betalen. Het Nederlands/Westduitse overleg is op gang gekomen na het officiële be zoek van minister-president De Jong en minister Luns van enige tijd geleden aan West-Duitsland. Daar is toen door beide bewindslieden nog eens ernstige bezorgd heid uitgesproken over allerlei vervoers plannen van minister Leber, warvan d< vervoersbelasting eigenlijk maar eet onderdeel is Er is nu een gemengde commissie met de heren Keyzer en Leber en vertegenwoordigers van de ministe ries van Buitenlandse Zaken, die zich over het gehele pakket van vervoers- plann envan de heer Leber beraadt Men hóópt dit beraad nog voor het einde van dit jaar te kunnen afronden. In dit beraad speelt de bovengenoemde vervoersbelasting oveirgens nog nauwe lijks een rol. Deze belastingmaatregel zal als een gegeven geaccepteerd moeten worden. In West-Duitsland zelf is mei met de belastingmaatregel, die ook vooi de' Westduitse vervoerders zelf zal gel den, al evenmin ingenomen. De grote Westduitse wegvervoerdersorganisatie B.D.F. heeft aangekondigd over deze zaak een proces te zullen aanspannen tegen de Westduitse staat. Op het minis terie van Verkeer en Waterstaat in Den Haag kon men nog geen aanduiding geven over de uitkomst van het overleg in de gemengde commissie. te brengen. Gisteren zwol dit offensief met 'n krachtig salvo van de „Ti- in de vorm van 'n zeer lang hoofd artikel dat de samenstelling van 'n co alitieregering eiste. In de City werden over de regering Wilson nog lelijker dingen gezegd dan vorige vrijdag. De Londense financiers •n het Wilson en zijn minsters zeer kwalijk dat hij hen aansprakelijk tracht stellen voor de nationale en internatio nale onrust en (Je „dwaze" geruchten ie de ronde,,doen. Te midden van déze jfêspannen 'atmos feer keerde sir Leslie O'Brien, gouver- van de nationale Bank van Enge land, uit Bazel terug in Londen. Hij had de vergadering van de centrale bankiers bijgewoond en verklaarde op Londen Air- port dat het speculeren over een nieuwe lening aan Groot-Brittannië om het pond van de ondergang te redden „absolute De Londense wisselmarkt en beurs zijn onrustig in afwachting van enig betrouw baar nieuws uit Bazel. De geruchten een nieuwe grote lening aan En geland werden al voor de terugkeer van gouverneur O'Brien tegengesproken, r men wist in de City dat te Bazel ook de toestand van het pond, de Franse franc en de Westduitse mark besproken werden. Men veronderstelt dat de cen trale bankiers een systeem gaan uitwer ken dat de muntspekulanten hun winst ontnemen. Dergelijk plan zou voor gelegd zijn door de Italiaanse nationale bank, maar op Westduitse tegenstand stuiten. Ondanks de onzekerheid maakte het pond het gisteren iets beters dan vori ge vrijdag. De goudprijs ging echter aan zienlijk de hoogte in. „De crisis duurt voort", zegt men in de City. UTRECHT (ANP) Door een trein ongeval bU Spekholzerhcide zUn drie personen gewond geraakt. De reizigers trein komende uit de richting Valken burg kwam het station Spekholzerheide binnen rUden en botste op een rangeer- deel dat zich op dezelfde baan bevond. DaarbU is betrekkelUk weinig materiële schade ontstaan. Trein noch rangeerdeel zUn ontspoord. Twee lichtgewonden zijn op eigen ge legenheid naar huis gegaan. Een derde reiziger, eveneens licht gewond, is per taxi thuisgebracht. Miljoenenroof in Japan TOKIO (AP) Een man in een po litie uniform heeft gisteren in een van de buitenwijken van Tokio een geldauto van een bank aangehouden en zich ver volgens met 300 miljoen jen (circa 3 miljoen gulden) uit de voeten weten te De politie spreekt van de grootste overval, die ooit op een geldtransport ir> Japan is gepleegd. De politie zei, dat de dader van de roofoverval de wagen aanhield op een afgelegen weg bij de gevangenis van Fuchu. Hij liet de vier mannen uitstap pen, omdat een tijdbom in de wagen zou zijn aangebracht De auto werd enkele kilometers verderop teruggevonden; de vier kartons, waarir. het geld had geze ten, waren leeg. De politie gaat uit van de theorie, dat de rover met anderen moet hebben samengewerkt, omdat de geldzending te zwaar was om door een enkele man te worden gedragen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 5