bob dylan underground cats en „lea" no. 1 vanilla fudge ZATERDAG 23 NOVEMBER m Bob Dylan - zijn eigenlijke naam is Roger Allan Zim- mermann - is 24 mei 1941 te Hibbing, Minnesota ge boren. Na de highschool be zocht te hebben (en na een halfjaar de universiteit van Minnesota) trok hij er op uit, gewapend met een gi taar en een mondharmonika. Zijn bestemming: New Jer sey, waar in The Greystone Hospital Woody Guthrie lag. met een langdurige slopen de ziekte. De ontmoeting èn de ,,Song to Woody" had een langdurige vriendschap tengevolge tussen Bob en de anderhalf jaar geleden overleden dichter/kompo- nist/zanger. In diens voetsporen ging Bob verder met een eigen styi. Hij is nu vóór de Beatles de meest nagevolgde kom- ponist. Vele groepen zingen zijn liedjes, maar weten zelden de sfeer zo goed te treffen als Bob, die met zijn navrante indringende en nasale stemgeluid een gehoor uitstekend weet te boeien. De Beatles hebben overigens zélf songs op hem geïnspireerd. „I'm a lo ser" is daar een voorbeeld van; John Lennon heeft dat zelf toegegeven in 'n interview met Melody Maker. REPERTOIRE De meesce nummers die Dylan heeft uitgebracht van zijn omvangrijke re pertoire zijn uitgebracht op acht basis- elpee'a. Deze zijn: Bob Dylan (met o.a. Talkin' New York; Man of constant sorrow; Song to Woody), Another side of Bob Dylan (Spanish Harlem acci dent; To Ramona; It ain't me, babel, The times they are a-changin' (Ballad of Hollis Brown; With God on our side; The lonesome death of Hatlie Carroll), dubbelelpee Blonde on Blonde (I want you; Memphis blues again. Sad eyed lady of the Lowlands), High way 61 revisited (Like a Rolling Stone. From a Buick 6; Desolation Row). Bringin' it all back home ook wel Subteranean homesick blues genaamd Subteranean Homesick Blues; Mr, Tambourine man; It's allright, ma), The Freewheelin' Bob Dylan (Blowin' in the wind; Masters of war: Talkin' We hebben het indertijd betwijfeld, maar thane is het dan zover: de underground een typisch Amerikaan se muzieksoort, die volledig acom- mercieel genoemd moet worden, ver werft ook hier in Nederland een grote populariteit. Allerhande neder- popformaties spelen nummers uit het gerenommeerde „underground" - re pertoire en vers6li.illende formaties hebben zelfs al een poging gedaan Dragonflyom een Hollandse underground te creëren. De stijgen de populariteit van de underground kan echter het beste gepeild worden aan de hand van de vele elpees, die thans wortel schieten op Nederlandse bodem. Deze week nog werden we verrast met enkele S3-toerenplaten, die een goede indruk geven van wat er momenteel in Amerika leeft. world war III blues) en John Wesley Harding (All along the watchtowar; Dear Landlord; Drifters escape). Het meest recent is Dylan in het nieuws gekomen door de film „Don't look back". De film laat Dylan zien, in zijn „normale" doen, d.w.z. op toernee, op de Buline, in de (vaak groezelige) kleedkamers, met steeds een legertje mensen om zich heen. Dat legertje bestaat uit mede-artiesten, journa listen die meestal dezelfde (stereo tiepe.) vragen stellen, mensen die om handtekeningen zeuren. Middelpunt is Bob Dylan. een erva ring.', die met grappen en snaakse in vallen iedereen om zich heen scherp auii valt en desnoods „af laat gaan''. Zo is Donovan een van zijn slacht offers. Eens. toen Donovan nog niet zo'n beroemd popsinger was, kreeg Dylan een prijs op een soort Edisou- u\treiking, vlak nadat een journalist hem huil gevraagd hoe hij Donovan rond. Dylan zei daarop .JJe prijs heb ik niet nodig; geef maar aan Dono- Er is geen moment verveling in deze indringende film, die voor de mensen die niet rami bluesachtige muziek houden, altijd waardevol kan blijken door de humor waarmee het geheel „gesausd" is en door de ach tergronden die belicht worden uit het leven van een vooraanstaand artiest Dylan is nog steeds „de best verkocht folk/blues-zanger". En hij zal dat nog lang blijven! Dan Is plotseling nogal wat stof op gewaaid door bandopnamen van veel al onbekende nummers van Dylan, op genomen voor zyn mysterieuze ongeluk. In Engeland schijnen daarvan klande- stlen pinten te worden geperst. De ninziek is in ieder geval voldoende voor vier elpee's. Bob zingt „I'll be your baby tonight", van de elpee John Wesley Harding. Erg goed is „I won't leave my woo den life for you. sugar", een satirisch liedje dat The United States of Ame rica brengen (van elpee The United States of America). Het nummer heeft een viool- en fluitbegeleiding boven het gebruikelijke gitaar- en boo8terwerk. Gevoelig is Simon and Garfunkel's „Scarborough", wat van de plaat „Parsley, sage, Rosemary thyme" komt. De plaat is een uniek bezit! Voorts in de scene: Spirit, The Zombies, The peanut butter Conspirary, Leonard Cohen (gevoelige en goede rock- rock!). Blood, sweat tears, Taj Mahal, The electric flag, Roy Har per, Tim Rose en Elmer Gantry's vel vet opera. Topper! „Supersession" bijvoorbeeld stelt ons de befaamde Mike RIoomfleld, Ai Rooper en Steve Stills voor. Drie uiterst muzikale jongens, die de elek tronische mogelijkheden van hun in strumenten volledig kennen en daar ook gebruik van maken. Dat bljjkt bijvoorbeeld uit „Alberts shuffle", „His holy modal majesty" en „Real ly". Een andere kant vau de under ground krjjgen we voorgeschoteld met „Music In a dolls house" van Ro ger Chapman, John Whitney, Jlin King, Ric Grech en Rob Townsend, beter bekend als „The Family". Op een vrolijke wjjze brengen ze uiterst geraffineerde nummers als „The chase", „Variation on a theme of hey Mr. Policeman" en „Variation on a theme of the breze". Wellicht een beetje rommelig maar juist daardoor erg interessant. De meest muzikale poging om de underground te beoefenen vinden we by „The Rotüry Connection", die perfecte maar nog meer geraffineerde uitvoeringen geeft van o.a. „Amen". „Lady Jane", „Like a rolling stone". Vooral het stemgeluid van de twee dames Judy Hauff en Minnie Ripper- ton treedt op de voorgrond. Tenslotte kwam ook The Grateful Dead met een langspeler uit: An them of the sun". Jerry Garcia, Bob Mickey Hart, Bill Kreutzmann en Tom Constaten manifesteren zich als een stel goede muzikanten, die o.m. „That's it for the other one", „Born crosseyed" en „Caution" indrukwek kende uitvoeringen kunnen maken, die tot luisteren dwingen. Uiteraard zijn we er ons van be wust, dat er wat tieners zijn, die eerst nog even moeten wennen aan die nieuwe richting. Voor die jon gelui heeft Artone onlangs een goed kope elpee in de handel gebracht onder de titel „The- rock machine turns you on". De mensen, die een eerste stap in de goede richting deden, worden ook niet vergeten. Vandaar dat op „The Rock machine turns you on" ook nummers staan van Bob Dylan het heerlijke ,J'll be your baby tonight" The Zombies, The Byrds en Simon en Garfunkel. Piet Veerman zag het allemaal niet zo. Hy vond het maar overdreven om zo veel heisa te maken voor het feit dut „zijn" „Lea" op de eerste plaats op de vaderlandse hitiysten «as beland en de schier onpasseerbaar lijkende Heintje met diens „Heidschi Bumbeidsehi" had overvleugeld. Met zyn Volendamsc nuchterheid wilde de solozanger van de Cats, die tijdens een optreden In een droomtoestand schijnt te verkeren (zo intens gaat hy op in de songs, dat hij alles om zich heen schijnt te vergeten), wel de bloemen, die de Cata-fanclnb- president Erik Izaks hem voorhield, aanpakken, maar daar wilde hy het dan ook bij laten. „Nee, ik ben elgeniyk de solozanger niet. Dat is Ce es Veer man. Ga maar naar hem toe". Even als zyn manager Jan Buys wilde Cees „de Poes" de triomf wel degelijk vie ren. In een van de vele cafés aan de IJssehneerhaven troffen wy hem te midden van vele „Cats Clauners" en managers van andere groepen, die in Volendam „en masse" verreten. Het enige vrouwelijke talent, dat het pa lingdorp tot nu toe op zanggebled voortbracht, Willy Res, die als „Har ten Twee" vorige week zaterdag nog in Oegstgeeet vertoefde, completeerde het geheel. Typerend voor het succes van de Cats is ons Inziens het feit dat naast Piet Veerman ook de belde com ponisten Jaap Schilder en Arnold Mii- hren („Lea"), alsmede Theo Rlouwer De Marsmannetjes Korte inhoud: Bij een wandeling op de hei zien Jan en Piet een vlie gende schotel landen. Ze rennen ei- naar toe en op uitnodiging van een vreemd uitziend wezen gaan ze naar binnen. Daar krygen ze een spuitje waardoor ze in slaap vallen. Terwijl de jongens in een diepe slaap vielen, brak er in het ruimte schip een enorme paniek uit. b(jna even erg als de paniek die in het dorp uitbrak, toen de jongens niet terug kwamen, maar daarover later. Er stónd namelijk een man op «Ir hei; een grote man, een man met een vreselijk grote woeste baard. Deze man heette Fooi er. woonde in een hutje op een heuvel in het mid den van de hei. Fooi keek naar het ruimteschip. Misschien had hij zelfs wel gezien, dat de jongens het ruim teschip binnen gegaan waren. Als nu de Mars-mannetjes aard-mannen ge weest waren, hadden ze natuurlijk gewoon de man dood gemaakt. Het enige wat de Marsmannetjes deden was vreseiyk snel wegvliegen, hoger en hoger en toen lager en lager en... weg was het ruimteschip. Ondertussen was de hond van de jongens hard jankend naar huis ge rend en hy bleef zolang tegen de moeder van de jongens blaffen en opspringen tot hy schor en volkomen uitgeput neer viel. Moeder schrok natuurlijk vreselijk en dacht direct dat er wat aan de hand was, want dat denken Moeders altijd. Ze ronde naar haar man, die gelukkig politie agent was. En h|j schrok ook zo vre selijk, dat hij zijn werk en alles ver gat en de hei op rende, langs het pud waarover de jongens meestal wandelden. Hij liep zo hard dat hij ill- grote kuil niet zag en hij viel erin. De aarde in de kuil was nog warm met hier en daar een ver brand grassprietje Hij klom uit de kuil en ziet Fooi staan, die zwijgend naar de zon kijkt. Even schiet het door zyn hoofd Fooi te vragen of hy weet waar zijn jongens zijn. maar och. Fooi is toch een idioot. Hy rende verdei en verder, maar geen spoor van Jan en Piet. Helemaal overstuur gaut hij wear naar het dorp terug. Moeder heeft intussen aan de andere politiemannen verteld wat er ge beuld is en wanneer, vader helemaal onder het zand en hjjgend terug komt zonder de Jongens, begrijpt iedereen dat er snel gehandeld moet worden. De roze Baby-olifant Als je aan het touwtje trekt, klap pert het baby-olifantje met zyn grote oren. Het bestaat uit drie delen: 2 oren en een kop en lichaam uit ééu DE WERKTEKENING Vergroot het patroon op een stuk pa pier dat in vierkanten van 2 x 2 cm verdeeld ia. Trek het over op roze karton, of kies een andere kleur, die je leuker vindt. Trek de lijnen op de snuit en de loodrechte streep tussen de poten. Teken er ook de ogen op. Plak twee kleine witte slagtanden en de hoeven er op. Maak gaatjes bij xx in de oren en evengrote gaatjes in de pupillen. Maak ook gaatjes bij y in de oren. Steek nu klemmetjes dooi de ogen en dan door de oren bij x. Buig de uiteinden van de klemmetjes achter de oren om, maar zo dat de oren makkelijk op en neer bewogen kunnen worden. Teken een paar rim pels op het voorhoofd. Maak er een lusje zodat hij aan de muur kan hangen. Leg hem dan met de voor kant op tafel. De oren moeten hele- «M»-* maal naar beneden hangen, als je y en y met een draadje verbindt, zoals op de onderste tekening is aangege ven. Het draadje loopt dus van de voorkant van een oor naar de achter kant en weer van achter naar voren voor bij het andere oor. Knoop de eindjes vast. Het touwtje om te trekken maak je precies in het mid- pop in Utrecht In Utrecht blijft de pop in. Ten eerste is dezer dagen een popcentrum ge opend, waarmee het gemeentebestuur een oude belofte waarmaakte. Hier zal op ludieke wijze dc subcultuur bedreven worden met beat, ballet, film, drink- hoekjes, licht en geluid, dit alles in overdonderende mate. Ten tweede zal nog deze maand een tweede experimen teel festival worden gehouden in de hallen van ds Jaarbeurs, die zestien uur zal duren. De Pretty Things komen er, zo ook The Who en The Family, als mede de door de Beatles in hun label opgenomen Bonzo Dog-Doo-Dahband. De gemeente geeft subsidie, de politie knijpt een oogje dicht en de spoorwe gen verkopen goedkope kaartjes als je er een treinkaartje bij neemt. radio marina Radio Marina zal vermoedeiyk de naam worden van een concurrent van Vero nica, een nieuwe etherpiraat, althans volgens de wet die nooit is verdwenen uit de droom van de Zwijndrechtse drogist Jacq. Soudan. Hy heeft een golf gekozen, die ergens ligt tussen de 300 en 400 meter. By zakenlieden heeft hy voldoende vertrouwen en orders ge worven om zeer binnenkort van stait te kunnen gaan. Zyn programma's neemt hij op in Rotterdam en hij zal een zodanige ligplaats kiezen, dat hij het hele Beneluxgebied kan bestryken. De drogist wil meer dan alleen maar pop, zoals Veronica. Hy wil het gehele volk van de Benelux overgieten met vrolijke wyzen: met Tom Jones gevat in Vlaamse leut en Friese streekliefde. onthoud die naam! thuisbleven en al weer nieuwe Ideeën op papier zetten. Ze weten nameiyk dat het een kwestie van hooguit enkele weken zal zyn dat zy op kop gaan en dat daarna weer anderen op de hoogste trede zullen plaatsnemen. „Als het aan niy ligt komen de Golden Earrings volgende week op onze plaats", vertrouwde Jan Buys ons toe. Hy verklaart deze opvallende opmer king met een telegram van de Hage naars: „Van harte gefeliciteerd met jullie succes". De samenwerking tui sen beide formaties is dusdanig goed dat men elkanders prestaties niet af breekt. Geschat wordt dat „Lea" al op 40.000 draaischyven is gelegd. Er valt dus een goede boterham te verdienen en na vele maanden overleggen zyn de Cats zich dan ook gaan afvragen of ze nu elke maandagmorgen nog zo vroeg uit de veren moeten om hun haas „een plezier te doen". Per 1 februari zal het nachtelijke optreden dan ook gevolgd kunnen worden door voldoende rust. Dan worden de Cats nameiyk beroeps. Dan kunnen z({ zich ook gemakkeiyker vrijmaken en ook eindeiyk eens voldoen aan de verzoeken uit Zweden, die zij in februari dan ook zullen beantwoorden. Een nieuwe kasmagneet is gisteren op de markt verschenen: de LP „The Cats" waarop onder andere „Lea", „l gotta know what's going on" en „Times where when" voorkomen. Volgende week oplossingen van de laatste raadsels. Hoe staat het met de Stu-Nicolaasverhaalt jes Al begon nen? Dan maar vlug doen. Het is al gauw 5 december. Ik heb twee aar dige briefjes gekregen van kinderen die een boek gewonnen hebben. Be dankt jongens. Agnes Lodder vertelt ons over: PIETER DE OLIFANT In een bos, ver van ons land af, woon de eens een olifant die Pieter heette. Hy woonde daar in een oerwoud, maar nu woont hy in ons land. Na tuurlek niet los, nee, hy woont nu in een groot hok in de dierentuin. Hy is naar de dierentuin gebracht-door een vliegtuig. Dat vond hy helemaal niet leuk, want nu had hy geen vriendjes meer om te spelen. Hij moest hier nootjes aanpakken die de mensen hem gaven en dat vond hij ook niet leuk. Hij moest hier ook le ren om te spelen met een bal. De op passer hielp hem daarby. Steeds weer opnieuw moest hy oefenen en op een keer gebeurde het. Hy viel en kon niet meer opstaan. O wat erg was dat. De oppasser belde de dieren, arts. Hij kwam, onderzocht de olifant en zei: „Oppasser, ik neem het dier by me thuis". „Zeg dokter, wordt hy beter?" vroeg de oppasser. „Het zal wel een weekje duren". Maar na een week kwam Pieter nog niet terug. Wel kwam de dierenarts maar die kwam om te vertellen dat Pieter nooit meer terugkwam. „Maar dokter, biyft hy dan altyd by u in een kooi?". „Nee, de olifant wou zo graag weer terug naar zijn vader en moeder en vriendjes en nu is hij al op weg naar het oerwoud". De oppasser vond het eerst wel ver drietig, maar de olifant was anders ziek geworden, omdat hij niet kon wennen in de dierentuin. Edwin Koree vertelt een sprookje: PINKJE den tussen de twee oren vast. Geef dan de olifant nog een bloem in zyn slurf. Teken hem met kleurpotlood of knip hem uit papier en plak hem vast. Deze bewegende olifant is een leuk cadeautje voor een klein meisje of jongetje. Als je handig bent, kun je de olifant ook uit triplex maken vol gens het zelfde patroon. Zoek de goede snaar Deze beatzanger is in de war. Kun je hem helpen? In deze wirwar van lynen moet hij zyn snaar vinden, die van zyn gitaar losgeraakt ia. -TBBU» :£U|MO|do Er was eens een vrouw die zo graag een kindje wou hebben. Op een dag ging ze naar de bosfee en die gaf haar raad. De fee gaf haar een bloem potje met een bol er in. Ze zei: „Uit die bol komt een bloem en dan moet je op die bloem drie kusjes geven". De vrouw nam het bloempotje mee, naar huis .De volgende dag stond er een mooie tulp. Ze gaf drie kusjes op de bloem en zie de bloem ging wijd open en in die bloem zat een lief heel klein meisje. De vrouw zei tegen het meisje: „Zal ik je een naam geven?". Toen zei het meisje „ja!" „Je bent zo klein, nog kleiner dan myn pink en daarom zal ik je Pink je noemen". De vrouw moest een bedje hebben voor het kleine meisje. Ze dacht na, ging naar de kast en haalde er een grote noot uit. Daar ging ze een l>edje van maken. Ze legde het kindje in de notendop en ze gingen slapen. Maar die nacht regende en waaide het hard, de noot waaide weg en kwam op de grond terecht, vlak bij een pad, die daar rondkroop. „Dat zal een mooi bruidje zijn voor meneer Pad" en hy nam het meisje mee. Hy zette haar op een waterlelie. Maar toen de vissen hoorden dat oe pad haar wou meenemen, begonnen ze de stengel van de waterlelie door te bijten. Nu kwam er een vlinder die de bloem voortrok. Ze gingen heel ver. Toen kwamen de kevers, die haar op een roos zetten, onder een heel grote boom. In die boom woonde ook eeD heel lief vogeltje. Het meisje zorgde voor het vogeltje en toen het koud werd nam het vogeltje haar mee naar warme landen. Edward Neuteboom: HET NIEUWE VOGELTJE Er is een vogeltje uit het eitje geko men. Hy piept al aardig schel, maar als wy druk zyn, dan gaat hy mis schien wel dood en dat wil ik niet. Want ik zou hem best met veertjeB aan zyn ïyfje willen zien. Zou hij geel, rood of groen worden. Ek hoop dat hy rood wordt, dat vind ik de leukste kleur. Wat vindt u er van? We hebben beschuit met muisjes ge had. Dat was lekker. Maar ik ga ei- geniyk vertellen over het vogeltje, dus kom ik daar weer op terug. Het mannetje heeft het druk. Hij moet voor zichzelf zorgen, voor het tje en voor het jonge vogeltje. Als het vrouwtje uit het hokje gaat, gaat hy er In. Ze gaan er uit en er in. Ja, met het peutertje hebben ze het druk hoor. Jolanda Witkamp: MIJN LEVENTJE Ik ben geboren op de 13e van de Mariamaand in het jaar 1960 in een plaatsje in Noord Brabant, dat heet Ryen. Ik had toen al een zusje van 2 y, jaar. Ze het Marieke. Een jaar later kreeg-ik een broertje. Hy heet Tonnie. Toen wij nog in Rijen woon den ging ik zondags dikwijls wan delen met papa en myn zusje in de bossen. Een half jaar later werd iyyn vader overgeplaatst en wij gin gen verhuizen naar Leiden, waar "wij nu nog wonen. Twee jaar daarna werd er weer een zusje geboren. Ze heet Lilian. Toen ik 4 jaar was, ging ik naar de kleuterschool van Juffrouw v. d. Fliet. Daar ben ik twee jaar geweest Ik vond het daar reuze leuk. Toen mocht ik naar de grote school. Nu zit ik in de derde klas bij juffrouw De Leeuw, die heel lief voor ons is, Dit is iets uit mijn leventje. MIJN LEVENTJE Toen ik twee jaar was en al goed kon lopen vond ik het leuk om aan mijn zusjes haar te trekken. Dat vond zy niet zo leuk. In die tijd ben ik ook een poosje ziek geweest. Ik moest in bed blijven, de dokter kwam en ik begon te huilen. Ik moest diep zuchten en ik had de griep. Na een maand was ik beter. Met myn vierde jaar ging ik naar de kleuterschool. Ik leerde daar tekeneu en verven. Eerst was ik bij juffrouw Mieke, toen by juffrouw Cras en la ter bij juffrouw v. d. Fluit. Vandaar ging ik naar de grote school, daar leerde ik rekenen 7 plus 7 is 14, dat vond ik heel moeilyk. Met lezen ging het ook niet zo best. In de tweede klas kregen we de tafels tot 10, maar die van 11 kende ik ook heel goed. De juffrouw was aardig we leerden ook taal en lezen. Het ging nu veel beter. Ik ging over naar de derde klas, by juffrouw De Leeuw. Daar is het heel gezellig. Soms moet de juffrouw op ons mopperen maar dan verdienen we het. Op maandag heb ben we zangles en vrijdags handenar beid. Ik ben 26 juni jarig. In sep tember moest ik naar het ziekenhuis om aan myn linkerknie geopereerd te worden. Mijn vriendin is Tineke, ze moet vaak schoolblijven, soms voor het praten en soms voor een onvoldoende voor haar werk. José Zandvliet vertelt iets over: ANK EN FRANK Ank en Frank zyn zusje en broer tje. Ze hebben een zwarte hond die Roet heet. Op een dag was Roet ziek, dat vonden Ank en Frank heel erg. Vader ging met Roet naar de dokter, Ank ging huilen, zo erg vond ze het. Na een paar dagen is Roet weer beter. Ank wandelt met haar pop en Roet langs de sloot. Roet wou kikkers vangen. Opeens valt de pop in het water. Ank ging weer huilen, maar Roet sprong in de sloot en haalde de pop er uit. Nu kon Ank weer lachen. Ze ging vlug naar huis, want Lies, de pop, moest naar bed, maar eerst moesten alle natte kleertjes uit, haar broek, hemd, en jurk. Als Lies slaapt, doet Ank de poppenwas. „Jij lijkt mam wel", zegt Frank. „Nou. dat ben ik toch. Lies is myn pop". Op een andere dag ging Frank met zyn vriendje Jan, buiten spelen. Ze gingen naar baas de Groot, daar gingen ze een touw halen. Maar ze moesten eerst onder het prikkeldraad door. Frank ging eerst eneen grote scheur in zyn bloes. „Mam ik heb een scheur in mijn bloes", zei Frank toen hy thuis kwam. „Hoe komt dat?" „Nou ik wou een touw pakken by baas de Groot". „Ga gauw dat touw terug brengen", zei boos. En dat deed hy i 's avonds moest hij vroeg naar gelijk met Ank. Wanneer Ank haar nachtpon heeft, komt mam een liedje by haai zingen. Slaap, slaap, myn lieve kim je. Slaap, slaap, kijk mij niet aai Hoor, hoor, als je wilt dromen, Dai je oogjes toe gedaan!" Kijk Ank slaapt al en ma naar Frank. Die heeft ook zijn py ama al aan. „Dag Frank, slaap en drpom maar lijn". Frank droom ook fijn. Hij droomt over een kaboij ter die allerlei gekke dingen do< Ook kopje duikelen. Hij probeert kabouter na te doen en bi daar ligt Frank naast zyn bed. M; heeft de bons gehoord en komt vli aangelopen. Frank roept au! want heeft zich pijn gedaan. Een grol bult zit op zyn hoofd. Vader neer een koud. nat washandje en du' dat op de bult. De pyn is al has over. Hij huilt niet meer en der krijgt hij een kwartje vi spaarpot. Martin Roelandse: MIJN LEVENTJE Toen ik nog klein was. gingen uij naar Brabant verhuizen. Ik ben das* eerst op de kleuterschool geweea en later, toen ik zes jaar was, gicii ik naar de grote school. In de eerstl klas heb ik een juffrouw gehad ei in de tweede klas kregen wij eei broeder. Dat was een leuke broedel die altijd veel grapjes maakte. Hi was ook lid van de wandelclub. II ben daar ook op geweest en ik hel daar drie maal tien kilometer gtf lopen. Nu woon ik weer in Leidefi en die lieve broeder Is naar de kiJ dertjes in Biaffra. Dag kindertjes, voor vandaag 1 het weer genoeg. TANTE J# De grappenmakers

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 10