bob dylan
underground
cats en „lea" no. 1
vanilla fudge
ZATERDAG 23 NOVEMBER m
Bob Dylan - zijn eigenlijke
naam is Roger Allan Zim-
mermann - is 24 mei 1941
te Hibbing, Minnesota ge
boren. Na de highschool be
zocht te hebben (en na een
halfjaar de universiteit van
Minnesota) trok hij er op
uit, gewapend met een gi
taar en een mondharmonika.
Zijn bestemming: New Jer
sey, waar in The Greystone
Hospital Woody Guthrie lag.
met een langdurige slopen
de ziekte. De ontmoeting èn
de ,,Song to Woody" had
een langdurige vriendschap
tengevolge tussen Bob en
de anderhalf jaar geleden
overleden dichter/kompo-
nist/zanger.
In diens voetsporen ging Bob verder
met een eigen styi. Hij is nu vóór de
Beatles de meest nagevolgde kom-
ponist. Vele groepen zingen zijn liedjes,
maar weten zelden de sfeer zo goed te
treffen als Bob, die met zijn navrante
indringende en nasale stemgeluid een
gehoor uitstekend weet te boeien.
De Beatles hebben overigens zélf
songs op hem geïnspireerd. „I'm a lo
ser" is daar een voorbeeld van; John
Lennon heeft dat zelf toegegeven in 'n
interview met Melody Maker.
REPERTOIRE
De meesce nummers die Dylan heeft
uitgebracht van zijn omvangrijke re
pertoire zijn uitgebracht op acht basis-
elpee'a. Deze zijn: Bob Dylan (met o.a.
Talkin' New York; Man of constant
sorrow; Song to Woody), Another side
of Bob Dylan (Spanish Harlem acci
dent; To Ramona; It ain't me, babel,
The times they are a-changin' (Ballad
of Hollis Brown; With God on our
side; The lonesome death of Hatlie
Carroll), dubbelelpee Blonde on Blonde
(I want you; Memphis blues again.
Sad eyed lady of the Lowlands), High
way 61 revisited (Like a Rolling Stone.
From a Buick 6; Desolation Row).
Bringin' it all back home ook wel
Subteranean homesick blues genaamd
Subteranean Homesick Blues; Mr,
Tambourine man; It's allright, ma),
The Freewheelin' Bob Dylan (Blowin'
in the wind; Masters of war: Talkin'
We hebben het indertijd betwijfeld,
maar thane is het dan zover: de
underground een typisch Amerikaan
se muzieksoort, die volledig acom-
mercieel genoemd moet worden, ver
werft ook hier in Nederland een
grote populariteit. Allerhande neder-
popformaties spelen nummers uit het
gerenommeerde „underground" - re
pertoire en vers6li.illende formaties
hebben zelfs al een poging gedaan
Dragonflyom een Hollandse
underground te creëren. De stijgen
de populariteit van de underground
kan echter het beste gepeild worden
aan de hand van de vele elpees, die
thans wortel schieten op Nederlandse
bodem. Deze week nog werden we
verrast met enkele S3-toerenplaten,
die een goede indruk geven van wat
er momenteel in Amerika leeft.
world war III blues) en John Wesley
Harding (All along the watchtowar;
Dear Landlord; Drifters escape).
Het meest recent is Dylan in het
nieuws gekomen door de film „Don't
look back".
De film laat Dylan zien, in zijn
„normale" doen, d.w.z. op toernee,
op de Buline, in de (vaak groezelige)
kleedkamers, met steeds een legertje
mensen om zich heen. Dat legertje
bestaat uit mede-artiesten, journa
listen die meestal dezelfde (stereo
tiepe.) vragen stellen, mensen die om
handtekeningen zeuren.
Middelpunt is Bob Dylan. een erva
ring.', die met grappen en snaakse in
vallen iedereen om zich heen scherp
auii valt en desnoods „af laat gaan''.
Zo is Donovan een van zijn slacht
offers. Eens. toen Donovan nog niet
zo'n beroemd popsinger was, kreeg
Dylan een prijs op een soort Edisou-
u\treiking, vlak nadat een journalist
hem huil gevraagd hoe hij Donovan
rond. Dylan zei daarop .JJe prijs heb
ik niet nodig; geef maar aan Dono-
Er is geen moment verveling in
deze indringende film, die voor de
mensen die niet rami bluesachtige
muziek houden, altijd waardevol kan
blijken door de humor waarmee het
geheel „gesausd" is en door de ach
tergronden die belicht worden uit het
leven van een vooraanstaand artiest
Dylan is nog steeds „de best
verkocht folk/blues-zanger". En hij
zal dat nog lang blijven!
Dan Is plotseling nogal wat stof op
gewaaid door bandopnamen van veel
al onbekende nummers van Dylan, op
genomen voor zyn mysterieuze ongeluk.
In Engeland schijnen daarvan klande-
stlen pinten te worden geperst. De
ninziek is in ieder geval voldoende voor
vier elpee's.
Bob zingt „I'll be your baby tonight",
van de elpee John Wesley Harding.
Erg goed is „I won't leave my woo
den life for you. sugar", een satirisch
liedje dat The United States of Ame
rica brengen (van elpee The United
States of America). Het nummer
heeft een viool- en fluitbegeleiding
boven het gebruikelijke gitaar- en
boo8terwerk.
Gevoelig is Simon and Garfunkel's
„Scarborough", wat van de plaat
„Parsley, sage, Rosemary thyme"
komt.
De plaat is een uniek bezit! Voorts
in de scene: Spirit, The Zombies, The
peanut butter Conspirary, Leonard
Cohen (gevoelige en goede rock-
rock!). Blood, sweat tears, Taj
Mahal, The electric flag, Roy Har
per, Tim Rose en Elmer Gantry's vel
vet opera. Topper!
„Supersession" bijvoorbeeld stelt ons
de befaamde Mike RIoomfleld, Ai
Rooper en Steve Stills voor. Drie
uiterst muzikale jongens, die de elek
tronische mogelijkheden van hun in
strumenten volledig kennen en daar
ook gebruik van maken. Dat bljjkt
bijvoorbeeld uit „Alberts shuffle",
„His holy modal majesty" en „Real
ly".
Een andere kant vau de under
ground krjjgen we voorgeschoteld
met „Music In a dolls house" van Ro
ger Chapman, John Whitney, Jlin
King, Ric Grech en Rob Townsend,
beter bekend als „The Family". Op
een vrolijke wjjze brengen ze uiterst
geraffineerde nummers als „The
chase", „Variation on a theme of
hey Mr. Policeman" en „Variation on
a theme of the breze". Wellicht een
beetje rommelig maar juist daardoor
erg interessant.
De meest muzikale poging om de
underground te beoefenen vinden we
by „The Rotüry Connection", die
perfecte maar nog meer geraffineerde
uitvoeringen geeft van o.a. „Amen".
„Lady Jane", „Like a rolling stone".
Vooral het stemgeluid van de twee
dames Judy Hauff en Minnie Ripper-
ton treedt op de voorgrond.
Tenslotte kwam ook The Grateful
Dead met een langspeler uit: An
them of the sun". Jerry Garcia, Bob
Mickey Hart, Bill Kreutzmann en
Tom Constaten manifesteren zich als
een stel goede muzikanten, die o.m.
„That's it for the other one", „Born
crosseyed" en „Caution" indrukwek
kende uitvoeringen kunnen maken,
die tot luisteren dwingen.
Uiteraard zijn we er ons van be
wust, dat er wat tieners zijn, die
eerst nog even moeten wennen aan
die nieuwe richting. Voor die jon
gelui heeft Artone onlangs een goed
kope elpee in de handel gebracht
onder de titel „The- rock machine
turns you on".
De mensen, die een eerste stap
in de goede richting deden, worden
ook niet vergeten. Vandaar dat op
„The Rock machine turns you on"
ook nummers staan van Bob Dylan
het heerlijke ,J'll be your baby
tonight" The Zombies, The Byrds
en Simon en Garfunkel.
Piet Veerman zag het allemaal niet zo.
Hy vond het maar overdreven om zo
veel heisa te maken voor het feit dut
„zijn" „Lea" op de eerste plaats op de
vaderlandse hitiysten «as beland en de
schier onpasseerbaar lijkende Heintje
met diens „Heidschi Bumbeidsehi" had
overvleugeld. Met zyn Volendamsc
nuchterheid wilde de solozanger van de
Cats, die tijdens een optreden In een
droomtoestand schijnt te verkeren (zo
intens gaat hy op in de songs, dat hij
alles om zich heen schijnt te vergeten),
wel de bloemen, die de Cata-fanclnb-
president Erik Izaks hem voorhield,
aanpakken, maar daar wilde hy het
dan ook bij laten. „Nee, ik ben elgeniyk
de solozanger niet. Dat is Ce es Veer
man. Ga maar naar hem toe". Even
als zyn manager Jan Buys wilde Cees
„de Poes" de triomf wel degelijk vie
ren. In een van de vele cafés aan de
IJssehneerhaven troffen wy hem te
midden van vele „Cats Clauners" en
managers van andere groepen, die in
Volendam „en masse" verreten. Het
enige vrouwelijke talent, dat het pa
lingdorp tot nu toe op zanggebled
voortbracht, Willy Res, die als „Har
ten Twee" vorige week zaterdag nog
in Oegstgeeet vertoefde, completeerde
het geheel. Typerend voor het succes
van de Cats is ons Inziens het feit dat
naast Piet Veerman ook de belde com
ponisten Jaap Schilder en Arnold Mii-
hren („Lea"), alsmede Theo Rlouwer
De
Marsmannetjes
Korte inhoud: Bij een wandeling
op de hei zien Jan en Piet een vlie
gende schotel landen. Ze rennen ei-
naar toe en op uitnodiging van een
vreemd uitziend wezen gaan ze naar
binnen. Daar krygen ze een spuitje
waardoor ze in slaap vallen.
Terwijl de jongens in een diepe
slaap vielen, brak er in het ruimte
schip een enorme paniek uit. b(jna
even erg als de paniek die in het
dorp uitbrak, toen de jongens niet
terug kwamen, maar daarover later.
Er stónd namelijk een man op «Ir
hei; een grote man, een man met
een vreselijk grote woeste baard.
Deze man heette Fooi er. woonde in
een hutje op een heuvel in het mid
den van de hei. Fooi keek naar het
ruimteschip. Misschien had hij zelfs
wel gezien, dat de jongens het ruim
teschip binnen gegaan waren. Als nu
de Mars-mannetjes aard-mannen ge
weest waren, hadden ze natuurlijk
gewoon de man dood gemaakt. Het
enige wat de Marsmannetjes deden
was vreseiyk snel wegvliegen, hoger
en hoger en toen lager en lager en...
weg was het ruimteschip.
Ondertussen was de hond van de
jongens hard jankend naar huis ge
rend en hy bleef zolang tegen de
moeder van de jongens blaffen en
opspringen tot hy schor en volkomen
uitgeput neer viel. Moeder schrok
natuurlijk vreselijk en dacht direct
dat er wat aan de hand was, want
dat denken Moeders altijd. Ze ronde
naar haar man, die gelukkig politie
agent was. En h|j schrok ook zo vre
selijk, dat hij zijn werk en alles ver
gat en de hei op rende, langs het
pud waarover de jongens meestal
wandelden. Hij liep zo hard dat hij
ill- grote kuil niet zag en hij viel
erin. De aarde in de kuil was nog
warm met hier en daar een ver
brand grassprietje Hij klom
uit de kuil en ziet Fooi staan, die
zwijgend naar de zon kijkt. Even
schiet het door zyn hoofd Fooi te
vragen of hy weet waar zijn jongens
zijn. maar och. Fooi is toch een
idioot. Hy rende verdei en verder,
maar geen spoor van Jan en Piet.
Helemaal overstuur gaut hij wear
naar het dorp terug.
Moeder heeft intussen aan de andere
politiemannen verteld wat er ge
beuld is en wanneer, vader helemaal
onder het zand en hjjgend terug komt
zonder de Jongens, begrijpt iedereen
dat er snel gehandeld moet worden.
De roze
Baby-olifant
Als je aan het touwtje trekt, klap
pert het baby-olifantje met zyn grote
oren. Het bestaat uit drie delen: 2
oren en een kop en lichaam uit ééu
DE WERKTEKENING
Vergroot het patroon op een stuk pa
pier dat in vierkanten van 2 x 2 cm
verdeeld ia. Trek het over op roze
karton, of kies een andere kleur, die
je leuker vindt. Trek de lijnen op de
snuit en de loodrechte streep tussen
de poten. Teken er ook de ogen op.
Plak twee kleine witte slagtanden en
de hoeven er op. Maak gaatjes bij xx
in de oren en evengrote gaatjes in
de pupillen. Maak ook gaatjes bij y
in de oren. Steek nu klemmetjes dooi
de ogen en dan door de oren bij x.
Buig de uiteinden van de klemmetjes
achter de oren om, maar zo dat de
oren makkelijk op en neer bewogen
kunnen worden. Teken een paar rim
pels op het voorhoofd. Maak er een
lusje zodat hij aan de muur kan
hangen. Leg hem dan met de voor
kant op tafel. De oren moeten hele-
«M»-*
maal naar beneden hangen, als je y
en y met een draadje verbindt, zoals
op de onderste tekening is aangege
ven. Het draadje loopt dus van de
voorkant van een oor naar de achter
kant en weer van achter naar voren
voor bij het andere oor. Knoop de
eindjes vast. Het touwtje om te
trekken maak je precies in het mid-
pop in Utrecht
In Utrecht blijft de pop in. Ten eerste
is dezer dagen een popcentrum ge
opend, waarmee het gemeentebestuur
een oude belofte waarmaakte. Hier zal
op ludieke wijze dc subcultuur bedreven
worden met beat, ballet, film, drink-
hoekjes, licht en geluid, dit alles in
overdonderende mate. Ten tweede zal
nog deze maand een tweede experimen
teel festival worden gehouden in de
hallen van ds Jaarbeurs, die zestien
uur zal duren. De Pretty Things komen
er, zo ook The Who en The Family, als
mede de door de Beatles in hun label
opgenomen Bonzo Dog-Doo-Dahband.
De gemeente geeft subsidie, de politie
knijpt een oogje dicht en de spoorwe
gen verkopen goedkope kaartjes als je
er een treinkaartje bij neemt.
radio marina
Radio Marina zal vermoedeiyk de naam
worden van een concurrent van Vero
nica, een nieuwe etherpiraat, althans
volgens de wet die nooit is verdwenen
uit de droom van de Zwijndrechtse
drogist Jacq. Soudan. Hy heeft een golf
gekozen, die ergens ligt tussen de 300
en 400 meter. By zakenlieden heeft hy
voldoende vertrouwen en orders ge
worven om zeer binnenkort van stait
te kunnen gaan. Zyn programma's
neemt hij op in Rotterdam en hij zal
een zodanige ligplaats kiezen, dat hij
het hele Beneluxgebied kan bestryken.
De drogist wil meer dan alleen maar
pop, zoals Veronica. Hy wil het gehele
volk van de Benelux overgieten met
vrolijke wyzen: met Tom Jones gevat
in Vlaamse leut en Friese streekliefde.
onthoud die naam!
thuisbleven en al weer nieuwe Ideeën
op papier zetten. Ze weten nameiyk
dat het een kwestie van hooguit enkele
weken zal zyn dat zy op kop gaan en
dat daarna weer anderen op de hoogste
trede zullen plaatsnemen.
„Als het aan niy ligt komen de Golden
Earrings volgende week op onze
plaats", vertrouwde Jan Buys ons toe.
Hy verklaart deze opvallende opmer
king met een telegram van de Hage
naars: „Van harte gefeliciteerd met
jullie succes". De samenwerking tui
sen beide formaties is dusdanig goed
dat men elkanders prestaties niet af
breekt.
Geschat wordt dat „Lea" al op 40.000
draaischyven is gelegd. Er valt dus een
goede boterham te verdienen en na
vele maanden overleggen zyn de Cats
zich dan ook gaan afvragen of ze nu
elke maandagmorgen nog zo vroeg
uit de veren moeten om hun haas „een
plezier te doen". Per 1 februari zal het
nachtelijke optreden dan ook gevolgd
kunnen worden door voldoende rust.
Dan worden de Cats nameiyk beroeps.
Dan kunnen z({ zich ook gemakkeiyker
vrijmaken en ook eindeiyk eens voldoen
aan de verzoeken uit Zweden, die zij in
februari dan ook zullen beantwoorden.
Een nieuwe kasmagneet is gisteren op
de markt verschenen: de LP „The
Cats" waarop onder andere „Lea", „l
gotta know what's going on" en „Times
where when" voorkomen.
Volgende week oplossingen van de
laatste raadsels. Hoe staat het met de
Stu-Nicolaasverhaalt jes Al begon
nen? Dan maar vlug doen. Het is al
gauw 5 december. Ik heb twee aar
dige briefjes gekregen van kinderen
die een boek gewonnen hebben. Be
dankt jongens.
Agnes Lodder vertelt ons over:
PIETER DE OLIFANT
In een bos, ver van ons land af, woon
de eens een olifant die Pieter heette.
Hy woonde daar in een oerwoud,
maar nu woont hy in ons land. Na
tuurlek niet los, nee, hy woont nu
in een groot hok in de dierentuin. Hy
is naar de dierentuin gebracht-door
een vliegtuig. Dat vond hy helemaal
niet leuk, want nu had hy geen
vriendjes meer om te spelen. Hij
moest hier nootjes aanpakken die de
mensen hem gaven en dat vond hij
ook niet leuk. Hij moest hier ook le
ren om te spelen met een bal. De op
passer hielp hem daarby. Steeds weer
opnieuw moest hy oefenen en op
een keer gebeurde het. Hy viel en kon
niet meer opstaan. O wat erg was
dat. De oppasser belde de dieren,
arts. Hij kwam, onderzocht de olifant
en zei: „Oppasser, ik neem het dier
by me thuis".
„Zeg dokter, wordt hy beter?" vroeg
de oppasser.
„Het zal wel een weekje duren".
Maar na een week kwam Pieter nog
niet terug. Wel kwam de dierenarts
maar die kwam om te vertellen dat
Pieter nooit meer terugkwam.
„Maar dokter, biyft hy dan altyd by
u in een kooi?".
„Nee, de olifant wou zo graag weer
terug naar zijn vader en moeder en
vriendjes en nu is hij al op weg naar
het oerwoud".
De oppasser vond het eerst wel ver
drietig, maar de olifant was anders
ziek geworden, omdat hij niet kon
wennen in de dierentuin.
Edwin Koree vertelt een sprookje:
PINKJE
den tussen de twee oren vast. Geef
dan de olifant nog een bloem in zyn
slurf. Teken hem met kleurpotlood of
knip hem uit papier en plak hem vast.
Deze bewegende olifant is een leuk
cadeautje voor een klein meisje of
jongetje. Als je handig bent, kun je
de olifant ook uit triplex maken vol
gens het zelfde patroon.
Zoek
de goede snaar
Deze beatzanger is in de war. Kun
je hem helpen? In deze wirwar van
lynen moet hij zyn snaar vinden,
die van zyn gitaar losgeraakt ia.
-TBBU» :£U|MO|do
Er was eens een vrouw die zo graag
een kindje wou hebben. Op een dag
ging ze naar de bosfee en die gaf
haar raad. De fee gaf haar een bloem
potje met een bol er in. Ze zei: „Uit
die bol komt een bloem en dan moet
je op die bloem drie kusjes geven".
De vrouw nam het bloempotje mee,
naar huis .De volgende dag stond er
een mooie tulp. Ze gaf drie kusjes op
de bloem en zie de bloem ging wijd
open en in die bloem zat een lief
heel klein meisje.
De vrouw zei tegen het meisje: „Zal
ik je een naam geven?". Toen zei het
meisje „ja!"
„Je bent zo klein, nog kleiner dan
myn pink en daarom zal ik je Pink
je noemen".
De vrouw moest een bedje hebben
voor het kleine meisje. Ze dacht na,
ging naar de kast en haalde er een
grote noot uit. Daar ging ze een
l>edje van maken. Ze legde het kindje
in de notendop en ze gingen slapen.
Maar die nacht regende en waaide
het hard, de noot waaide weg en
kwam op de grond terecht, vlak bij
een pad, die daar rondkroop.
„Dat zal een mooi bruidje zijn voor
meneer Pad" en hy nam het meisje
mee. Hy zette haar op een waterlelie.
Maar toen de vissen hoorden dat oe
pad haar wou meenemen, begonnen
ze de stengel van de waterlelie door
te bijten. Nu kwam er een vlinder
die de bloem voortrok. Ze gingen heel
ver. Toen kwamen de kevers, die
haar op een roos zetten, onder een
heel grote boom. In die boom woonde
ook eeD heel lief vogeltje. Het meisje
zorgde voor het vogeltje en toen het
koud werd nam het vogeltje haar
mee naar warme landen.
Edward Neuteboom:
HET NIEUWE
VOGELTJE
Er is een vogeltje uit het eitje geko
men. Hy piept al aardig schel, maar
als wy druk zyn, dan gaat hy mis
schien wel dood en dat wil ik niet.
Want ik zou hem best met veertjeB
aan zyn ïyfje willen zien. Zou hij
geel, rood of groen worden. Ek hoop
dat hy rood wordt, dat vind ik de
leukste kleur. Wat vindt u er van?
We hebben beschuit met muisjes ge
had. Dat was lekker. Maar ik ga ei-
geniyk vertellen over het vogeltje,
dus kom ik daar weer op terug. Het
mannetje heeft het druk. Hij moet
voor zichzelf zorgen, voor het
tje en voor het jonge vogeltje. Als
het vrouwtje uit het hokje gaat, gaat
hy er In. Ze gaan er uit en er in.
Ja, met het peutertje hebben ze het
druk hoor.
Jolanda Witkamp:
MIJN LEVENTJE
Ik ben geboren op de 13e van de
Mariamaand in het jaar 1960 in een
plaatsje in Noord Brabant, dat heet
Ryen. Ik had toen al een zusje van
2 y, jaar. Ze het Marieke. Een jaar
later kreeg-ik een broertje. Hy heet
Tonnie. Toen wij nog in Rijen woon
den ging ik zondags dikwijls wan
delen met papa en myn zusje in de
bossen. Een half jaar later werd
iyyn vader overgeplaatst en wij gin
gen verhuizen naar Leiden, waar "wij
nu nog wonen. Twee jaar daarna
werd er weer een zusje geboren. Ze
heet Lilian.
Toen ik 4 jaar was, ging ik naar
de kleuterschool van Juffrouw v. d.
Fliet. Daar ben ik twee jaar geweest
Ik vond het daar reuze leuk. Toen
mocht ik naar de grote school. Nu
zit ik in de derde klas bij juffrouw
De Leeuw, die heel lief voor ons is,
Dit is iets uit mijn leventje.
MIJN LEVENTJE
Toen ik twee jaar was en al goed
kon lopen vond ik het leuk om aan
mijn zusjes haar te trekken. Dat
vond zy niet zo leuk. In die tijd ben
ik ook een poosje ziek geweest. Ik
moest in bed blijven, de dokter
kwam en ik begon te huilen. Ik
moest diep zuchten en ik had de
griep. Na een maand was ik beter.
Met myn vierde jaar ging ik naar de
kleuterschool. Ik leerde daar tekeneu
en verven. Eerst was ik bij juffrouw
Mieke, toen by juffrouw Cras en la
ter bij juffrouw v. d. Fluit. Vandaar
ging ik naar de grote school, daar
leerde ik rekenen 7 plus 7 is 14, dat
vond ik heel moeilyk. Met lezen ging
het ook niet zo best. In de tweede
klas kregen we de tafels tot 10, maar
die van 11 kende ik ook heel goed.
De juffrouw was aardig we leerden
ook taal en lezen. Het ging nu veel
beter. Ik ging over naar de derde
klas, by juffrouw De Leeuw. Daar
is het heel gezellig. Soms moet de
juffrouw op ons mopperen maar dan
verdienen we het. Op maandag heb
ben we zangles en vrijdags handenar
beid. Ik ben 26 juni jarig. In sep
tember moest ik naar het ziekenhuis
om aan myn linkerknie geopereerd
te worden. Mijn vriendin is Tineke,
ze moet vaak schoolblijven, soms
voor het praten en soms voor een
onvoldoende voor haar werk.
José Zandvliet vertelt iets over:
ANK EN FRANK
Ank en Frank zyn zusje en broer
tje. Ze hebben een zwarte hond die
Roet heet. Op een dag was Roet
ziek, dat vonden Ank en Frank heel
erg. Vader ging met Roet naar de
dokter, Ank ging huilen, zo erg
vond ze het. Na een paar dagen is
Roet weer beter. Ank wandelt met
haar pop en Roet langs de sloot.
Roet wou kikkers vangen. Opeens
valt de pop in het water. Ank ging
weer huilen, maar Roet sprong in de
sloot en haalde de pop er uit. Nu kon
Ank weer lachen. Ze ging vlug naar
huis, want Lies, de pop, moest naar
bed, maar eerst moesten alle natte
kleertjes uit, haar broek, hemd, en
jurk. Als Lies slaapt, doet Ank de
poppenwas. „Jij lijkt mam wel", zegt
Frank. „Nou. dat ben ik toch. Lies
is myn pop".
Op een andere dag ging Frank
met zyn vriendje Jan, buiten spelen.
Ze gingen naar baas de Groot, daar
gingen ze een touw halen. Maar ze
moesten eerst onder het prikkeldraad
door. Frank ging eerst eneen
grote scheur in zyn bloes.
„Mam ik heb een scheur in mijn
bloes", zei Frank toen hy thuis kwam.
„Hoe komt dat?" „Nou ik wou een
touw pakken by baas de Groot". „Ga
gauw dat touw terug brengen", zei
boos. En dat deed hy i
's avonds moest hij vroeg naar
gelijk met Ank.
Wanneer Ank haar nachtpon
heeft, komt mam een liedje by haai
zingen. Slaap, slaap, myn lieve kim
je. Slaap, slaap, kijk mij niet aai
Hoor, hoor, als je wilt dromen, Dai
je oogjes toe gedaan!"
Kijk Ank slaapt al en ma
naar Frank. Die heeft ook zijn py
ama al aan. „Dag Frank, slaap
en drpom maar lijn". Frank droom
ook fijn. Hij droomt over een kaboij
ter die allerlei gekke dingen do<
Ook kopje duikelen. Hij probeert
kabouter na te doen en bi
daar ligt Frank naast zyn bed. M;
heeft de bons gehoord en komt vli
aangelopen. Frank roept au! want
heeft zich pijn gedaan. Een grol
bult zit op zyn hoofd. Vader neer
een koud. nat washandje en du'
dat op de bult. De pyn is al has
over. Hij huilt niet meer en
der krijgt hij een kwartje vi
spaarpot.
Martin Roelandse:
MIJN LEVENTJE
Toen ik nog klein was. gingen uij
naar Brabant verhuizen. Ik ben das*
eerst op de kleuterschool geweea
en later, toen ik zes jaar was, gicii
ik naar de grote school. In de eerstl
klas heb ik een juffrouw gehad ei
in de tweede klas kregen wij eei
broeder. Dat was een leuke broedel
die altijd veel grapjes maakte. Hi
was ook lid van de wandelclub. II
ben daar ook op geweest en ik hel
daar drie maal tien kilometer gtf
lopen. Nu woon ik weer in Leidefi
en die lieve broeder Is naar de kiJ
dertjes in Biaffra.
Dag kindertjes, voor vandaag 1
het weer genoeg.
TANTE J#
De
grappenmakers