tsjecho-slowakije begint alle hoop te verliezen NAÏVITEIT EN BLUNDERS VAN DE RUSSEN Audrey Hupburn en Rex Harrison trekken al weken lang volle zalen in Praag met hun My Fair Lady. In de rond zestig bioscopen die de Tsjecho-Slowaakse hoofd stad telt, worden momenteel alleen nog maar Westerse of Tsjecho-Slowaakse films gedraaid. De Oosteuropese cinematografie kan sinds de 21ste augustus in dit land niets meer verdienen. Dat is dan het antwoord van de bevolking op de „beschuldiging" in het Russische witboek over Tsjecho-Slowakije, dat de boycot van Oosteuropese films een teken van contra-revolutie is. De Praagse be volking heeft geen behoefte aan Russische films, want al zijn de bezettingstroepen dan ook uit de stad ver trokken, hun sporen kan men nog overal zien. De pui van het nationale Boheemse museum bijvoorbeeld, in het centrum van de sta^, is nog bedekt met kogelgaten. De Russen hebben aangeboden om zelf de schade te herstellen of minstens ervoor te betalen, maar de bur gemeester van Praag heeft geweigerd. Het museum is nu een monument van de „Russisch-Tsjecho-Slowaakse vriendschap", zoals men in Praag zegt. Het idealisme van de Praagse lente heeft door het Russische ingrijpen een knauw gekregen. Weliswa Russen het land dienen te verlaten, zoals ze direct na de inval met ware doodsverachting betoogde: niet te ver gegaan, was er grond voor ons optimisme blijven de studenten bij hun eis, dat de veel ouderen vragen zich nu af: zijn wij (Foto MILAN KOKA) De beschieting van het meer dan hon derd jaar oude gebouw was trouwens een van de vele „vergissingen"die de Russen gemaakt hebben. Zij meenden dat het museum het hoofdgebouw van de Tsjecho-Slowaakse radio-omi'oep „Wanneer het Russische leger tot niet meer in staat is dan wat ze hier hebben gepresteerd, behoeven jullie in het Westen ook geen angst te hebben", vindt een Tsjecho-Slowaakse officier. ,,Ook bij manoeuvres heb ik nog nooit zulke bizarre toestanden meegemaakt. Sommige steden en dorpen in Slowakije zijn tot vijfmaal toe bezet, maar een hele serie plaatsen en Moravië hebben tot op de dag van vandaag nog geen Rus gezien". Het sterkste verhaal ver telt een ingenieur die de nacht van de 20ste op de 21ste augustus in zijn jacht huisje aan de Oostenrijkse grens ver bleef. Hij hoorde het nieuws van de invasie pas in de ochtend. Toen hij met zijn auto op verkenning uitging en bij de Oostenrijkse grens kwam, merkte hij tot zijn verbazing dat de Tsjechische grenswacht verdwenen was. „Ik reed weer terug in de richting van Praag en twintig kilometer van de Oostenrijk se grens stond ik plotseling voor een slagboom. Mijn pas werd gecontroleerd onder het spiedend oog van een Rus- Prof. Ota Sik, de man die het symbool werd voor de economische hervorming van zijn land. sische officier. Ik begreep er niets van, totdat een van de grenswachters me later vertelde, dat hij en zijn collega's om één uur 's nachts de grenspost had den verplaatst om tenminste nog een stukje van het land te beschermen tegen de bezetters. Die grenspost heeft daar twee weken gestaan en de Russen zijn er niet achter gekomen dat ze bii de neus genomen Nuchtere kijk Een ander vertelt, dat hij in Praag met Russische soldaten gesproken heeft die ervan overtuigd waren, dat ze in Neu renberg waren. Ze verbaasden zich er over, dat zoveel mensen Russisch kon den spreken. Een zelfde soort naïveteit ontplooiden de bezetters bij hun speurtocht naai contrarevolutionairen, die er nu een maal niet waren. Slowaakse boeren hebben daar profijt van getrokken dooi een Russische eenheid te vertellen dat in een bepaald dorp contrarevolutio nairen zich verschanst hadden. In feite was daar echter al een Bulgaarse een heid gelegei'd. Na de schietpartij waren ®r verschillende doden aan beide kan ten en tientallen gewond. „In militair opzicht is het misschien wel een nog „we zijn te idealistisch geweest" veel grotere blunder geweest als in politiek opzicht", herhaalt de officier „De Russen staan nu wel in Tsjecho- Slowakije, maar de militaire kracht var het Warschaupact is met 175.000 man verminderd. Van al mijn collega's ken ik er geen een, die nog voor iets an ders zou willen vechten dan voor ons eigen vaderland. En wij weten dat wij door niemand worden bedreigd, ten zij door de Russen. Ik begrijp daarom ook niet goed, waarom men in West- Europa zo in paniek is geraakt. De Amerikanen hebben, geloof ik, een heel wat nuchterder kijk op de verhoudin gen". Dat laatste bleek twee dagen na ons gesprek te kloppen, toen in een rapport van het Amerikaanse minis terie van Defensie werd bevestigd, dat het militaire evenwicht in Europa door de inval in Tsjecho-Slowakije voor de Russen eerder ongunstiger was gewor den dan omgekeerd. Geen arrestaties De Russen zyn inmiddels nog steeds op zoek naar contrarevolutionairen en TEL-AVIV Sedert de zesdaagse oor log van vorig jaar juni is de verhou ding tussen joden en Arabieren in Israël aanzienlijk verslechterd. Tegen de achtergrond van de houding van de 250.000 Israëlische Arabieren voor en tijdens de Israëlisch-Arabische' oorlog is dit een verrassende ontwikkeling. Want over het algemeen hebben de Is raëlische Arabieren zich in die tijd zo rustig mogelijk gehouden. Vooral zy vreesden de gevolgen van een Arabische overwinning, zoals een vooraanstaande Arabier me onlangs zei: „Wij Israëli sche Arabieren die al twintig jaar in Israël leven, worden door onze Ara bische broeders byna als joden be schouwd". De omvang, snelheid en geografische consequenties van de Israëlische over winning heeft het pan-Arabisch be wustzijn van de Israëlische Arabieren echter wakker gemaakt. Door het ver schuiven van de Israëlisch-Jordaanse grens naar de i'ivier de Jordaan zijn zij voor het eerst sedert twintig jaar weer in contact gekomen met hun broe ders in Cis-Jordanië (westelijke oever van de Jordaan). Voor hen is een grens weggevallen. Palestijnse families zijn weer, zij het onder .Israëlisch gezag, herenigd. Con tacten zijn hersteld. Door' deze onver mijdelijke ontwikkeling zijn de Israëli sche Arabieren weer in de greep ge komen van het Arabisch nationalisme, voelen zij zich betrokken bij de felle anti-Israëlische demonstraties in di grote steden op de door Israël bezette westelijke oever van de Jordaan. Juist hierdoor zijn ze hun eigen positie in Israël met andere ogen gaan zien. Isi'aël is sedert juni 1967 minder een vaderland dan een woonplaats voor hen geworden. Het is dan ook niet ver wonderlijk, dat El-Fatahcommando's in dit bijzonder psychologische klimaat tot de verbeelding van de Arabische jongeren in Israël spreken. De Israëli - volgens hun maatstaven hebben zy cr al een heleboel ontdekt. Arrestaties zijn er echter in heel Tsjecho-SlowakUc nog niet verricht. Wie zou er ook moeten arresteren? Onder de Tsjechen en Slowaken is er geen politieman te vin den die handlangersdiensten aan dc bezetters zou willen bewyzen. En voor een direct ingrijpen van de Russen is het ogenblik kennelijk nog niet ge- „Ik geloof niet dat het tot massa-arres taties zal komen", hoopt een journalist. „Maar ik ben er wel van overtuigd, dat over een paar maanden de meeste her vormers van het politieke plan ver dwenen zullen zijn. De meest progies- sicven, zoals enkele professoren, schrij vers en journalisten, zullen misschien geruisloos in een dwangarbeiderskamp sche veiligheidsdienst heeft dan ook in korte tijd twee El-Fatahnetwerken in Israëlische Arabische dorpjes opgerold. Een van deze groepen in het welvaren de dorpje Tirah nabij Tel-Aviv was verantwoordelijk voor de bomaanslag in een bioscoop in Tel Aviv. Scholieren Beide groepen bestonden voornamelijk uit middelbare scholieren en leraren. Jonge in Israël opgeleide en opgegroei de perfect Hebreeuws sprekende Ara bieren dus, die zich, ondanks de ma teriële kansen die Israël htm biedt, volledig met de Palestijnse vrijheids strijders identificeren. In dit verband is het zeer opvallend dat de jonge ontwikkelde Israëlische Ara- het joodse volk is nu pas helemaal thuis bieren aanzienlijk feller anti-Israël zijn dan hun weinig ontwikkelde ouders, die zich tevreden stellen met de elektrici teit en welvaart, die in hun dorpen sedert het uitroepen van de staat Israël in 1046 is gekomen. verdwijnen, maar showprocessen komen er beslist niet. Dat kunnen de Russen zich niet permitterend. Onze zegsman is een pessimist. Hij geeft dat zelf toe. Anderen hebben een optimistischer kijk op de toekomst. Maar toch is het opvallend, dat kennis sen en vrienden in Praag geen buiten- landeis uit het Westen meer thuis ontvangen. Zelfs bij telefonisch contact is men voorzichtig, hoewel iedereen weet dat er nog steeds niet wordt af geluisterd. Het briefgeheim is trou wens ook nog niet geschonden. Nog niet, zo zeggen velen Kritiek begint De onzekerheid over de toekomst be gint langzamerhand in waakzaamheid en soms zelfs in vrees om te slaan. Et- wordt in de straten van Praag nog druk De anti-Israël gezinde Arabieren heb ben zich rond de Israëlische commu nistische partij Rakach gegroepeerd Deze militante partij heeft twee zetels in het Israëlische parlement, de Knes- seth. De Israëlische minister van Defensie, generaal Mosje Dayan, heeft deze partij onlangs voor de eerste maal openlijk beschuldigd van staatsgevaar lijke activiteiten. Volgens ministei Dayan zou de fractieleider van Rakach. Emile Habibi, enkele dagen voor het uit breken van de zesdaagse oorlog tijdens een toespraak voor Arabische arbeiders in Nazareth het sluiten van de Straat van Tiran door Egypte op enthousiaste wijze hebben goedgekeurd. Op grond hiervan heeft het joodse parlementslid Cohen Zidon van de onafhankelijke liberale partij opheffing van de parle mentaire onschendbaarheid van Habibi gevraagd om hem wegens staatsgevaar lijke activiteiten voor de rechtbank te kunnen dagen. Emile Habibi zelf heefl de beschuldigingen die Mosje Dayan tegen hem heeft geuit, ongegrond ge noemd. Juist of onjuist, deze discussie is tekenend voor het groeiende wan trouwen tussen beide bevolkings groepen. Helemaal thuis Vooral in kringen van de nationalis tische Cheroethregeringspartij gaan stemmen op om Habibi voor het ge recht te brengen. De meerderheid van de joodse parlementsleden voelt daar echter nog weinig voor, omdat aan anti-Israëlische uitspraken van Habibi de voorkeur wordt gegeven boven sub versieve daden van een beweging die verboden wordt. Overigens geeft het programma van de Cheroethpartij, die door samengaan met de liberalen de Gahalpartij is geworden, de Arabieren aanleiding tot, op zijn minst gezegd, diep wantrouwen. Gahal- leider Menahim-Begin, minister zonder portefeuille, maar met veel Invloed, ten gediscussieerd, maar ei is altijd wel iemand bij die op zeker ogenblik zegt: „Vrienden, pas op, je kunt niet weten wie er meeluistert". Ook begint nu de kritiek op sommige progressieve intellectuelen los te komen. Zo vertelt bijvoorbeeld een docent aan de Karelsuniversiteit (de oudste uni versiteit benoorden de Alpen): „Pavel Kohout wordt in het Westen wel als een van de meest overtuigende hervor mei s beschouwd, maar wij herinneren ons, dat hij twee jaar geleden nog een overtuigd aanhanger van de harde koers was. Zijn manifest van 2000 woorden aan de vooravond van het beraad in Cierna Had Tisou was wel goed, maar ik ben benieuwd wat hij over een paar maanden zegt". Anderen hebben nog een onbeperkt vertrouwen in de hervormers, ook in tijde van het Britse mandaat over Pales tina leider van de geduchte Irgoen Zwal Leumi, heeft door de Israëlische overwinning van vorig jaar een droom en tevens zijn politieke programma in vervulling zien gaan. De verovering van grote Arabische gebieden heelt deze nationalistische mystieke partij leider geografisch bevredigd. „Terri toriale concessies? Geen sprake van" zegt Begin telkens weer, wetend dat een groot deel van de publieke opinie op dit punt volledig achter hem staat „Nu pas is het joodse volk helemaal thuis", Is zyn geliefkoosde zin. Vandaar zUn oproepen de bezette gebieden te annexeren en er snel nederzettingen diegenen die wellicht boter op hun hoofd hebben. Maar dan hebben zij weer kritiek op de vluchtelingen, zoals de ex-minister van Economische Zaken, prof. Ota Sik, die in Zwitserland asiel gevraagd heeft. „Waarom uitgerekend naar zo'n kapitalistisch land als Zwit serland? Hij had toch ook in Joego slavië kunnen blijven, waar hij juist op vakantie was, toen de Russische in val plaats vond", is het antwoord van een Journalist van de TJecho-Slownak- se radio. Een week lang heeft hij de radiouitzendingen van de „vrije en legale zender Bohemen" verzotgd> met de Russische speurders op de hielen. Professor Milan Machovec, met wie we begin april een uitvoerig gesprek had den. is ook in het buitenland. Tijdens de invasie was hij met zijn gezin op vakantie in Oostenrijk. Twee weken te stichten om er een onuitwisbaar fait aacompli tc scheppen. De •,Groot-Israël"-bcweglng is de uiteitit actieve arm van deze gedachte. Met advertenties, marsen en demon straties tracht deze door Gahal gesteun de beweging de Israëlische regering in de extremistische hoek tc drijven. Het ls daarom niet zo verwonderlijk dat de acties van deze beweging dc Arabieren argumenten in handen spelen om zich actief te scharen aan de zijde van de El Fatah. In de ideologie van de „Groot- Israël"-beweging is nauwelijks ruimte voor de belangen van de kleine miljoen Arabieren die in „Groot-Israël" zouden ZATERDAG 16 NOVEMBER 1968 geleden is hij voor twee dagen naar Praag teruggekeerd. Toen is hij weer over de grens verdwenen met een koffer vol manuscripten, een vluchteling voor het geweld. Zijn studenten die in Praag zijn achtergebleven, begrijpen het: „Hij zou hier werkelijk gevaar lopen, want hii ls een echte marxist". Moed der wanhoop Het leven in Praag ls ogenschijnlijk niet veranderd. De restaurants en cafés zijn propvol in Tsjecho-Slowakije is het eten buiten de deur niet veel duurder dan thuis, want de dienstverlenende sector is een van de slechtstbetaalde. Er lopen nog steeds hippies door de straten van Praag. Er zijn geen bezet ters in de stad. Maar wie met de men sen praat, merkt dat het volk niet meer hetzelfde is als voor de 21ste augustus. De hoop is vervlogen. De man of the street heeft zich teruggetrokken uit de politiek. Hij kan nog gnuiven wanneer de Russen weer een poets gebakken wordt; hij is niet van plan te collabo- rei'en; maar hij is ook bang voor de toekomst. Pas nu komt de inzinking. Men verwijt het Westen niet dat het niet heeft in gegrepen, zoals de Hongaren in 1956 wel deden (terecht, want radio-Vrij Europa had toen een belofte gedaan die het nooit zou kunnen inlossen). Als er al iets verweten wordt, dan is dat ver wijt gericht tegen de hervormers. „We zijn te idealistisch geweest. Tsjecho- Slowakije ligt in het hart van Europa en 'n land met zo'n geografische ligging kan zich geen avonturen of utopieën permitteren". De toekomst van Tsjecho-Slowakije is onduidelijk. Dc meeste Tsjechen en Slowaken zijn ervan overtuigd, dat alles zal afhangen van de internatio nale verhoudingen, van de wijze waar op Amerika en de Sovjet-Unie het met elkaar eens zullen worden. Maar de verwachtingen zijn somber. Het enige land in Oost-Europa dat op een rijke democratische traditie kan bogen, is voorlopig weer onder het dictaat van een grootmacht geraakt. De Tsjechen en Slowaken dragen hun lot moedig. Zij weten dat zij er ook niets aan kun nen veranderen dat zij toevallig in het hart van Europa wonen. Zij hebben echter bewezen dat zij hun moedige leiders waard zijn. Zij hadden ook een betere toekomst verdiend. L. VAN VLIJMEN Het zou de leiders van deze kabaal makende beweging niet onwelgevallig zijn, Indien deze Pulestijnen voorgoed de rivier de Jordaan zouden oversteken, om in de woestijnen rond de Jordaanse hoofdstad Amman een nieuw leven te beginnen. Deze beweging draagt dagelijks bij tot een verdieping van de kloof tussen loden en Arabieren. Het wordt hoog lijd dat verantwoordelijke Israëlische politici ook wat meer op de taal van de vertegenwoordigers van de „Groot- IsraëP'-beweging letten, In het belang van de vrede in het Midden-Oosten die nu zo ver weg lijkt. s. itouMAN' Arabische vluchtelingen, die na de bezetting van de westelijke Jordaanoever naar hun woonplaats terug keerden, Zij zijn sindsdien verenigd met hun familieleden, die al sinds 1948 in Israël wonen. Maar de ver houding tot de joden is met deze hereniging niet verbeterd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 13