AMSTERDAM 1928: TIEN JAAR BEDELEN OM SPELEN
SINDS
1896
Brandende vragen
HOE KOMEN WE
AAN GELD?
WAAR HALEN WE
STADION VANDAAN?
WAAR LATEN WE
AL DIE FIETSEN?
OLYMPISCHE
SPELEN
IQ 25
Hoofdstad
schonk
250.000
gulden,
maar
ontving er
230.000
terug aan
belasting
VRIJDAG 11 OKTOBER 1968
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 15
Goud voor Nederland door ruiter Pahud de Montagnes.
Het was nog niet de tijd van de vliegtuigen. Amerika kwam met de Legendarische figuur. De loper, die de tweede plaats inneemt,
boot, die tevens als hotel dienst deed tijdens de Spelen van Amsterdam. Paavo Nurmi, die de 10.000 meter won.
nen en sloeg een fabriek in Zeist nog
zesduizend bronzen herinneringsin
signes die aan iedereen, die iets met
dit sportfeest te maken had zouden
worden overhandigd.
Het Nederlands hockeyteam op weg naar de tweede prijs.
In 1928 was Amsterdam olympische stad. Bijna vijftig landen uit de gehele wereld hadden ruim vijfduizend
deelnemers afgevaardigd. Van 17 mei tot 13 juni en van 28 juli tot 12 augustus waren de atleten druk bezet
met het afwerken van een programma, dat veertien verschillende takken van sport omvatte. Gedurende 37
dagen blonk Nederland uit op organisatorisch gebied. Bijna 700.000 betalende toeschouwers brachten met elkaar
anderhalf miljoen gulden in het laatje^. Op zondag 12 augustus waren de negende Olympische Spelen ten
einde. Onder klaroengeschal, saluutschoten en muziek van de Koninklijke Militaire Kapel werd de zijden
olympische vlag gestreken. Het Uitverkochte stadion stroomde leeg. Over de gehele wereld werd de naam
Nederland met ere genoemd. De kansen waren'gegrepen, maar men had wel moeten vechten om die te krijgen.
Reeds in 1912 begon baron Van Tuyll
van Serooskerken er de aandacht van
het ICC op te vestigen dat het tijd
werd Nederland aan de beurt te laten
komen. Dat was nogal vrijmoedig voor
zo'n klein landje, want op dat moment
hadden slechts Griekenland, Frank
rijk, Amerika en Engeland dit recht
verkregen. Na Stockholm (1912) zou
den we misschien een kans maken.
De eerste wereldoorlog bracht andere
zorgen en toen de olympische draad
in 1920 weer werd opgevat, was men
unaniem van mening dat men tege
moet moest komen aan de wensen van
België, dat sterk onder 't oorlogsge
weld gebukt was gegaan.
„Goed", zei de heer Van Tuyl, „dan
gaan we tot 1924 in de wachtkamer".
Maar in 1924 was er weer een andere
hinderpaal. Men wilde toen het feit
herdenken dat het dertig jaar geleden
was dat het besluit viel de Spelen
nieuw leven in te blazen. En daar
Pierre baron de Coubertin het op ho
ge prijs zou stellen als zijn geboorte
stad Parijs opnieuw het recht op de
sportmanifestatie zou verwerven, trok
ken de sportlieden in 1924 naar de
Franse hoofdstad.
Tegelijkertijd werd toen het besluit
genomen Amsterdam definitef aan te
wijzen voor 1928. Op 2 juni 1921 viel
die beslissing en werd tien jaar aan
dringen beloond. Van verschillende zij
den werden nog pogingen ondernomen
om dit besluit ten gunste van Los An
gelos of Rome te wijzigen, maar het
Nederlands Olympisch Comité hield
voet bij stuk. De regering, het ge
meentebestuur van Amsterdam en de
Nederlandse gezant in Rome werden
ingeschakeld om de aanvallen te pa
reren en eindelijk, op 9 april 1923, was
het besluit onherroepelijk.
Commissies
Het was in die dagen al niet anders
dan tegenwoordig. De eerste stappen
om de spelen tot werkelijkheid te ma
ken, bestonden uit het samenstellen
van commissies. Voorlopige organisa
tiecomités begonnen met de werk
zaamheden, waarbij twee belangrijke
problemen tot een oplossing moesten
worden gebracht. Het eerste vraag
stuk: „Hoe komen wij aan geld?"; het
tweede punt: „Waar halen we een sta
dion vandaan?".
De economische omstandigheden wa
ren in die dagen beroerd en daardoor
werd het inzamelen van gelden een
hachelijke onderneming Er werd een
olympisch fonds gesticht waarvan
men tegen betaling van een gulden per
jaar lid kon worden. Men maakte wat
reclameplaten en plakzegels die ook
een steentje moesten bijdragen.
Op grote steun van particuliere zijde
mocht men, gezien de malaise, niet re
kenen en toen de voorlopige begroting
een bedrag van twee miljoen gulden
vermeldde, was een periode van som
bere blikken en gefronste wenkbrau
wen aangebroken. Men kwam op het
idee een loterij te houden. Hieruit werd
een miljoen gulden verwacht, terwijl
grote banken en instellingen wellicht
vijf ton zouden willen garanderen. De
gemeente Amsterdam was eventueel
bereid een bedrag van 400.000 gulden
bij te dragen en als dan de provincie
Noord-Holland de nog ontbrekende
100.000 gulden voor haar rekening zou
nemen, was de zaak, financieel gezien,
ZENtTT BIJDRAGE
OLYMPISCH LONDS
Küa mam
in kannen en kruiken. Helaas, op
principiële gronden werd de toestem
ming tot het houden van een loterij
geweigerd. Grote teleurstelling die
echter in vreugde veranderde toen de
minister van financiën liet weten een
wetsontwerp te zullen bevorderen,
waardoor men op vier jaarlijkse sub
subsidies van 250.000 gulden zou kun
nen rekenen.
Van de baan
een kanaal laten graven en voor de
overige sportmanifestaties zou men
een geheel nieuw stadion bouwen, een
zeer apart stadion, geheel van hout.
Van dit „houten plan" is niets terecht
gekomen en ook bij de volgende ont
werpen was er steeds wel iets dat te
lang, te breed of te kort was, zodat
er heel wat tekenpapier verknoeid
was alvorens de architect Jan Wils
met plannen kwam, waarmee een
ieder akkoord kon gaan.
Een Voorburgse aannemersfirma werd
belast met het bouwen van het sta
dion. Een, voor die tijd, gigantisch
karwei. Er werd een half miljoen ku
bieke meter zand aangevoerd, er wer
den 4425 palen in de grond geslagen
en het was nodig om tienduizend ku
bieke meter beton te storten. Daarna
konden de metselaars in actie komen
en op 18 mei 1927 het stadion was
toen al half klaar kwam prins Hen
drik naar Amsterdam om de „eerste"
steen te leggen. Een jaar later, in
mei 1928, werd dit sportterrein met
alle gebouwen die daarbij behoorden,
in gebruik genomen.
Te lang
Ook die vlieger ging niet op. De Twee
de Kamer ging niet akkoord met het
voorstel van de minister en zo stond
men op 1 mei 1925 zonder geld don
der loterij, zonder subsidie en zonder
uitzicht. Men had van alles niets.
Het Nederlandse volk gaf het ant
woord. Met uitdrukkingen in de
geest van „zijn ze nu helemaal dwaas
geworden", ging jong en oud zich met
de zaak bemoeien, daadwerkelijk. Het
geld stroomde binnen, een prcmiclc-
ning werd voltekend. de gemeente
Amsterdam hielp ook een handje en
ruim een half jaar later waren de
geldzorgen van de baan. Financieel
was de kwestie rond. Nu nog een sta-
De voorlopig)' organisatiecommissie
opende besprekingen met de NV.
maatschappij „Het Nederlandse Sport
park". die het oude Amsterdamse sta
dion exploiteerde. De heren wa
ren het al spoedig met elkaar eens.
Door het ontbreken van een wieler
baan, een tennisstadion, een sintel-
baan en een zwembad was dat oude
stadion ongeschikt. Maar met enige
verbouwingen, het aanleggen van bij
terreinen en het optrekken van nood
gebouwen kreeg men, op papier, nog
wel een aardig geheel.
Maar tijdens een vergadering van het
Internationaal Olympisch Comité ont
stond bij de behandeling van dit plan
„enige oppositie". Het waren keurige
heren en ze waren te beleefd om te
zeggen dat het een ontwerp van niets
was maar het resultaat was tenslot
te hetzelfde: „Of de Nederlanders
maar zo goed wilden zijn vqor een
beter project te zorgen.
Een half jaar later waren de nieuwe
tekeningen gereed. Voor de zwemwed
strijden zou de gemeente Amsterdam
Details
Rekening houdend met de „régies gé
nérales" werd een voorlopig basispro
gramma ontworpen, waarin de voet
balwedstrijden niet te lang en de
roeiwedstrijden niet te vroeg in het
seizoen zouden vallen. Met voorwed
strijden in de periode van 20 tot 29
juni en een een vervolg van de
wedstrijden tot 24 juli kreeg men een
aardig schema, maar toen het NOC
in mei 1926 verzocht dit plan goed te
keuren, had het Internationale Comi
té weer allerlei bezwaren. „Neen",
zeiden die heren in alle talen, „dat
gaat zo niet. Op die manier duurt het
olympisch feest veel te lang. Alle eve
nementen moeten binnen vijftien da
gen worden verwerkt".
Met man en macht ging men op
nieuw aan de arbeid. Alle knappe kop
pen die onze sportwereld rijk was, za
ten te doktoren aan de puzzel om al
les zo beknopt en aaneengeschakeld
mogelijk te houden. In mei 1927 wa
ren ook deze problemen overwonnen.
De voorwedstrijden zouden op 17 mei
1928 beginnen, de openingsceremonie
ging naar 28 juli, en 12 augustus werd
de definitieve datum voor de sluitings
plechtigheden. Duizenden programma's
in vijf talen, werden naar alle wind
streken gezonden en opgelucht zeiden
de NOC-officials: „Ziezo, dat is dan
dat
Inkomsten
Afgezien van enige niet onbelangrijke
douceurtjes moesten de entreegelden
de grootste bron van inkomsten vor
men. Aan de top stonden de voetbal
wedstrijden met een totaalrecette van
539.000 gulden. Atletiek werd met
279.000 gulden knappe tweede en ook
de ruiters en zwemmers zorgden met
152.000 resp. 117.000 gulden voor klin
kende munt. Het gewichtheffen werd
met 1160 gulden geen voordelige zaak,
maar worstelen deed met 15.000 gul
den een mooie duit in het zakje.
Wielrenners, hockeyspelers en boksers
lieten de speciaal daarvoor aangestel
de accountants bedragen van 62.000,
53.000 en 42.000 gulden tellen, terwijl
roeien en zeilen het tot 24.000 en 10.000
gulden brachten.
Alles bijeen bleef men niet ver van
anderhalf miljoen keiharde guldens,
hetgeen ook prettig was voor de ge
meente Amsterdam, die bijna 240.000
gulden aan vermakelijkheidsbelasting
incasseerde, waarmee de schenking
van 250.000 gulden bijna geheel werd
terugontvangen.
Tegenover die ruime ontvangsten ston
den natuurlijk ook indrukwekkende
uitgaven. De bouwkosten van stadion
en verdere accommodatie vergden het
forse bedrag van 2,5 miljoen gulden.
De organisatie van de wedstrijden en
de vele sportbenodigdheden maakten
eveneens een flinke greep in de brand
kast noodzakelijk (90.000 gulden). Voorts
de „bureaukosten" (223.000 gulden),
recepties en diners (15.000 gulden),
drukwerk, reclazne en publiciteit (92.000
gulden). Aan salarissen werden enige
tonnen uitbetaald en ook het honora
rium van de architect (130.000 gulden)
werd secuur in de boeken vastgelegd.
r
k
Sportliefhebbers, die 2700
jaar geleden naar Grie
kenland reisden, ver
zuimden niet ook de
vlakte van Olympia te
bezoeken. Elke vier Jaar
werden daar godsdien
stige plechtigheden ge
houden. die om het
In moderne woorden te
zeggen een bUsonder
attractief b(jprogramma
hadden. Atleten, worste
laars, paardrijders en
boksers, die een voor
selectie hadden door
staan, hielden daar. pre
cies als in onze dagen,
wedstrijden, waaruit tep-
alotte voor elke tak van
sport een kampioen, ren
olympisch kampioen.
kwa
Die
Toeschouwers
Het voetbaltoernooi werd door 252.000
betalende kijkers bijgewoond, atletiek
trok 130.000 toeschouwers, hockey 54.000,
wielrennen 27.000, boksen 14.000, scher
men 6399. gewichtheffen 1167. De slecht
ste dag wjs 24 mei 1928 met niet
meer dan 899 aanwezigen, terwijl op
5 augustus het record werd gevestigd
met 40.388 toeschouwers. Curiositeit:
de voetbalmatch Portugal-Joego-Slavië
werd door 1226 kijkers bijgewoond. Ook
de big match Italië-Frankrijk, die he
den ten dage een „volle bak" zou trek
ken, moest in 1928 voor akelig lege tri
bunes worden gespeeld (2509 toeschou-
oude spelen in Grieken
land hebben niet eeuwig
geduurd, maar wel lang.
Toen er in 393 een
streep onder werd gezet,
kon men op ongöveer
1200 jaar van pegma-
nente sportactiviteit te
rugzien. Omstreeks het
Jaar 1800, na een b(jna
veertien eeuwen durend
vacuüm, ging men hier
en daar met zwemmen,
schaatsen. turnen en
cricket aan de opbouw
van een nieuw sportleven beginnen en reeds in 1860 kwam een Griek, Evangelios
Zappas, op de gedachte om weer een soort olympisch feest op touw te zetten. De
Griekse regering verleende medewerking en hoewel men toen nog niet over een
stadion beschikte, was dit geen beletsel voor uitgebrride atletiekwedstrijden. Er
werden eenvoudig een paar straten en pleinen afgesloten. Uit oude kronieken
weten we dat dit sportfeest op een fiasco is uitgelopen. De toeschouwer* stonden
zo te dringen, dat de verspringers geen aanloop konden nemen en bü hardloop
wedstrijden over langere afstanden moet het gebeurd zUn. dat supporter* een
eindje meeliepenVan een herhaling is niets terecht gekomen. Maar een
halve eeuw later, in 1894. nam Pierre, Baron de Coubertin het Initiatief die oude
Olympische Spelen te Isten herleven en hü had wél succes. Het Internationaal
Olympisch Comité werd opgericht en twee jaar later werden in Athene, de
hoofdstad van het oude Griekenland, de eerste moderne Olympische Spelen ge
houden- Een nieuwe reeks was begonnen.
Eindhovense fabriek ging met micro
foons en luidsprekers experimenteren;
er moesten rijwielstallingen worden
gebouwd.
Aan de Rijksmunt werden de rijks
daalders en guldens even in de steek
gelaten omdat men veel werk had aan
het vervaardigen van 260 „gouden"
medailles van verguld zilver. Boven
dien maakte men daar nog evenveel
zilveren en bronzen plakken, die als
tweede en derde prijzen moesten die
Sportief succes
Nederland had het goed gedaan in
1928, zowel in organisatorisch als in
sportief opzicht want ook een aantal
sportieve prestaties was fraai genoeg
om nog eens in herinnering te brengen.
Het nationale voetbalelftal werd direct
uitgeschakeld toen in de eerste ronde
met 20 van de latere eerste-prjjswin-
naar Uruguay werd verloren. Het
hockeyteam bereikte na een overwin
ning op Frankrijk (50), een gelijk
spel tegen Spanje (11) en een zege
op Duitsland (21) de finale waarin
met 30 van Brits Indië werd verlo
ren, wat toch nog altijd een tweede
plaats betekende.
Bij de vele atletieknummers werd
slechts een bescheiden oogst aan prij
zen binnengehaald. De enige medaille
werd een zilveren, die mej. C. A.
(Lien) Gisolf met hoogspringen be
haalde (1,56 m). Boksers zorgden er
voor dat er twee plakken in de Neder
landse prljzenkast kwamen. L. (Beb)
van Klaveren, die veertig jaar later
nog zou boksen, werd winnaar bij de
vedergewichten. Om de hoogste plaats
van het erepodium te bereiken had hij
van Munoz Panades (Spanje), F. M.
Perry (Groot-Brittanië), H. G. Devine
(V.S.) en V. Peralta (Argentinië) moe-
Het duurde tot kort voor het begin
van de Spelen voor men wist waar
men aan toe was. Toen hadden zesen
veertig naties de invitaties aanvaard.
Er kon aan details worden begonnen.
Besprekingen met de spoorwegen over
het vaststellen van een gereduceerd
deelnemerstarief; vrijstelling van in
voerrechten van uit het buitenland
meegebrachte sportartikelen: om de
schietwedstrijden te kunnen houden,
diende men ontheffing te hebben van
de vuurwapenwet van 1919; men leen
de postduiven, hoornblazers en. zelfs
kanonnen en kreeg de beschikking
over matrozen, die het scorebord van
het stadion moesten bedienen; een
De deelnemende landen «tellen zich voor. Ter voorkoming van misverstanden: dit is de ploeg van Monaco.
ten winnen. Zwaarmiddcngewicht Karei
Mil jon werd derde In het bokstoernool.
Hij overwon o.a. Johansson (Zweden),
A J lie kso n (Oroot-BritUimiië en Mar
Corklndïile (Zuid-Afrika". Tegen Pis
tulla (Duitsland) leed hij een neder
laag.
Ook bij de gewichtheffen Nederlandse
successen. A. Scheffer werd met een
totaalprestatie van 327,5 kg. derde bij
de middengewichten-A (tot 75 kg) en
J. Verheven leverde een dergelijke
prestatie bij de middengewichten-B
(tot 82,5 kg) door 337.5 kg omhoog te
brengen. Op het onderdeel gymnas
tiek zorgde de Nederlandse dames-
ploeg voor een eclatant succes door
vóór Italië en Engeland de groepswed
strijd te winnen.
Goud, zilver, brons
Ook het springconcoun leverde prach
tige resultaten op met een gouden me
daille voor C F. Pahud de Mortange*
en oen zilveren voor G. P de Kruyff
jr. De ruiterwedstrijden voor equipes
eindigden eveneens In een Nederlandse
overwinning. De dressuurwcdstrljden
brachten een bronzen medaille, be
haald door de equipe J. H van Reede,
P. M. R Versteegh en G. W. Leheux.
Op de Internationale schermmarkt kwa
men we niet aan bod, maar de wielren
ners lieten zich niet onbetuigd. Jhr. G.
Bosch van Drakesteln werd (na de
Deen Falck Hansen) tweede in de tijd
rit over één kilometer. Zijn tijd was 1
min. 15.1 sec. BIJ de sprinters verover
de Nederland ook zilver door A. Ma-
zairac. Bernard Lecne en Daan van
Dijk behaalden goud in het tandem -
nummer over twee kilometer, terwijl J.
Maas. P. M. van der Horst. J. Pijnen
burg en A. J. Braspennlnx op de twee
de plaats eindigden ln de ploegachter
volging over vier kilometer BIJ 't zei
len ging onze driekleur ook aan de
mast. Het jacht „Hollandia" werd na
Aigle VI (Frankrijk) tweede in de 8-
meter klasse.
Het worstelen werd beëindigd zonder
dat het „Wilhelmus" werd gespeeld,
maar bij de zwemwedstrijden kwam
Nederland weer goed aan zijn trekken.
Marie Braun mocht op de bovenste
trede van 't „schavotje" staan door
haar overwinning op de 100 meter
rugslag, Marie Baron tikte als tweed®
aan in de finale 200 meter vrije slag,
waama „zus" Braun nogma.iK voor
zilver zorgde door haar tweede plaats
op d® 400 meter vrije slag.