HAITINK MARINE VLIEGSQUADRON 860 EEN KWART EEUW IN DE LUCHT Nooit eerder was een onderzoek zo fijngevoelig De brug over de Atlantic Schillebeeckx: niet zuiver m zindelijk Omvangrijke manoeuvres van NAVO Duizenden vlieguren in „weinig bewogen' bestaan OP ALLE TOEREN KLINKT MUZIEK WENSDAG 9 OKTOBER 1968 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 PERSCHEF VATIC A AN: Drie vliegtuigendrie generaties squadron 860. De nieuwste aanwinst van squadron 860 de helikopter Waspbestemd voor de onderzee bootbest rijdmgs fregatten. ME/NIJMEGEN (KNP, Rtr.) Mgf. Vaillainc. perschef van het Vati- caaiheeft in antwoord op de internatio- nahruk ontkend dat een doctrinair pro ces ?gen prof. Schillebeeckx gevoerd wor. Wel wordt een onderzoek ingesteld naade ideeën van de Nijmeegse hoog- lera, waarbij prof. Rahner, een vriend vanchillebeeckx, om opheldering is ge- vrad. „Ik geloof te kunnen zeggen", al- dusigr. Vaillainc, „dat in het verleden nogooit een zo fijngevoelige en vriend- schpelüke daad gesteld is. Wfl zijn dus vegtrwijderd van de atmosfeer van pros". Prof. Schillebeeckx verklaarde gisten voor de KRO-radio dat het einde varie besprekingen tfssen Ratiner en Rotinse theologen „toch niet zuiver zinlijk genoeg is om volledig gelukkig te lm". F vierenhalf uur overleg is de Duitse jezit Karl Rahner gisteren naar Duits- lan-teruggekeerd. Na afloop van discsies met de paters Dhanis, Ciappi en .meer liet hij doorschemeren dat hij de druk heeft dat het niet tot maat- reg»n tegen prof. Schillebeeckx zal ko- meiMaar hij uitte zijn mening met bij- zod- veel reserves. M.' Vaillainc verklaarde na de bespre- kihp dat het onderzoek door de con- grefie voor de geloofsleer niet tot doel heefeen soort inquisitie te houden of de e theologische school boven de dere bevoordelen. Het gaat er integen deel m alles produktiek te maken wat nuttig kan zijn voor een duidelijke ver kondiging van he geloof en vervolgens om te verkondigen dat eventuele dwalin gen zich zouden verspreiden. Karl Rahner was niet gevraagd als verdediger op te treden, maar men heeft hem ophelderin gen gevraagd teneinde de ideeën van prof. Schillebeeckx beter te kunnen begrijpen. Mgr. Vaillainc keefde zich vervolgens te gen „overijlde" publikaties van journalis ten, waarin geprobeerd is een atmosfeer van vervolging in het leven te roepen de publieke opinie te laten geloven dat men in Rome teruggekeerd is tot metho den, die zeker niet meer met de mentali teit van deze eeuw overeenkomen. Prof. Schillebeeckx die nog steeds niet op de hoogte is gesteld van het onderzoek Rome en van het bestaan van een dossier van 300 pagina's, ziet in de snelle stap pen van Rome in deze kwestie de invloed van de verdediging van prof. Rahner, maar ook de druk die de internationale pers heeft uitgeoefend. De scherpe val van mgr. Vaillainc op de journalisten vormt daarvoor het bewijs, aldus prof. Schillebeeckx in de KRO-rubriek Echo. (Zie ook commentaar op pagina 2) MR. BLAISSE HOOGLERAAR IN DELFT (Van een onzer verslaggevers DEN HAAG Binnenkort is de be noeming te verwachten van mr. P Blaisse tot buitengewoon hoogleraar de technische hogeschool in Delft De heer Blaisse zal doceren over het derwerp internationale organisaties. Mr. Blaisse, die voor de KVP lid de Tweede Kamer is geweest, is thans gedelegeerde van het bedrijfsleven ontwikkelingswerk. BRUSSEL (AP) Generaal Lyman L. Lemnitzer, bevelhebber van de atlanti- sche strijdkrachten, heeft de grootste manoeuvres van de NAVO in twee jaar aangekondigd. Hij verwees niet naar de Sovjet-invasie van Tsjecho-Slowakije. De oefening, Fallex 68" geheten, zal van 16 tot 25 oktober woden gehouden. Behalve het opperbevel van Lemnit zer, zullen ook de twee andere grote militaire commando's van de NAVO er bij betrokken zijn: het Atlantisch com mando onder de Amerikaanse admiraal Ephraim Holmes, gestationeerd in Nor folk, Virginia, en het commando van het Engelse kanaal onder admiraal sir John Bush. VLIEGKAMP DE KOOY De journaals van hot vlicgtuigsquadron 860 staan niet loodzwaar van de dapperheden in de lucht. Het zijn wat sohere aantekeningen over vlucht zus of vlucht zo. Maar intussen heeft 860 in de 25 jaar van zijn bestaan duizenden vlieguren afgelegd: boven land en boven vele zeeën. „Een weinig bewogen bestaan", zo heeft een marineschrijver de ge schiedenis van 860 eens samengevat. Desondanks hebben de M.L.D.-vliegers, die bij dit squadron ingedeeld waren, toch maar een brug geslagen over de Atlantische Oceaan. En wel in de meest dramatische episode van de tweede wereldoorlog tussen 1943 en 1945. Een brug over de Atlantic. noodzakelijk geworden om het nog twee jaar te kunnen uithouden op weg naar de overwin ning. In deze zin zijn de journaals van al die vluchten met de befaamde Engelse „Swordfish '- toestellen boven de geallieerde konvooien hun goud in de historie meer dan waard. Squadron 860, dat 17 oktober 25 jaar bestaat, kent drie belangrijke episoden in zijn bestaan: de eerste viel in de tweede wereldoorlog, toen een aantal marinevliegers met hun Engelse colle ga's het Dutch Squadron van de Royal Air Force vormden op een vliegbasis er gens in Schotland. De tweede episode wordt vooral gekenmerkt door vluchten van het vliegkampschip Karei Doorman af. De derde episode is zojuist begon nen met de nieuwste aanwinst van de Marine Luchtvaartdienst de helikopter De eerste episode tijdens de tweede wereldoorlog blijft uiteraard de meest bewogene uit de geschiedenis van Squa dron 860. Blij dat ze eindelijk wat kon den gaan doen, oefenden de Nederland se marinevliegers eind 1943 op verschil lende Engelse vliegvelden en op tot vliegdekschip omgebouwde tankers en vrachtschepen. Ze oefenden zo fel, dat de stukken er soms letterlijk afvlogen. Dit wil tenminste het vliegersverhaal uit die dagen. Voor de Nederlandse ma rinevliegers was het immers niet zo een voudig, om in korte tijd het landen en starten met hun befaamde „Swordfish"- toestellen van de vliegdekschepen af on der de knie te krijgen, j Het ging echter wonderlijk snel en in de twee oorlogsjaren maakten de Neder landers van squadron 860 maar eventjes 6.000 zogenaamde droge landingen (op het land) en 3.000 landingen op de vlieg dekschepen, de zogenaamde „Merchants Aircraft Carriers" (M.A.C.) dat wil zeg gen: 6.000 vlieguren, waarvan 1500 in vanaf deze MAC-schepen. Grote start In oktober 1943 waren de marinevlie gers zo ver, dat ze grote start veilig konden wagen. Kort daarop begon het. De brug over de „Atlantic" voor de be geleiding van de grote konvooien kon beginnen. De start was niet direkt voor spoedig: een Swordfish met Nederland se bemanning verongelukte tijdens het Drie vliegtuigen, drie generaties konvooieren van een groot aantal sche- j squadron 860. De Swordfishhet pen in de Atlantische Oceaan. vneqtuig, waarmee squadron 860 in Het was de eerste overtocht met dl- reet al een dodelijke crash, van een be- I M >«°°9 manning die door radiodefecten en enor- I me storm tijdens een pat,™Ulevlucht "an de twee politionele actl«, kwi boven de Atlantsische Oceaan het vlieg- de naar Nederland terug om nier o\er dekschip niet meer kon bereiken. Het stappen op de Sea-Furies. Toen wer- staat er allemaal nogal sob, in dePen eveneens vele reizen bulten Neder- scheep,journaals: „Men wis! toen reeds, tand gemaakt. In 1K57 kwam ook voor dat de vliegers zo goed als verloren wa-i860 hrt straaltijdpcrk met de Hawker- ren. Toch deed men al het mogelijke" Seahawk. de eenmotonge straaljager Maar al het mogelijke was voor deze me' opvouwbare vleugel, bemanning onmogellik geworden Twin-1 A™ bool'd de „Karei Doorman lig minuten later was het afgelopen. De I maakte het squadron oen lsngdur.ge reis benzinevoorraad was uitgeput en „sinds- dien heeft de wereld nooit meer voorlopig laatste straalvliegtuig van de de wereld om direct daarop gesta tioneerd te worden op het vliegkamp Valkenburg. Het kreeg in 1964 tijdelijk rust tot 1966. De Seahawk wa sterkte afgevoerd en in afwachting van nieuwe toestellen werd 860 tijdelijk uit dienst gesteld. Maar twee jaar geleden keerde het weer in de Marine Lucht vaart Dienst terug en kwam op het thans jubilerende madne vliegkamp De Kooy bij Den Helder. Het squadron is nu uitgerust met Wasp-helikopters, die bestemd zijn voor de onderzeebootbestrijding. Deze toes tellen kunnen geplaatst worden aan boord van de Van Speijk-schepen, de nieuwe fregatten voor de onderzeebootbeotnj- ding. En daarmee is marine vlieRsquadron de drie M.L.D.-m Geen schip verloren Het konvooi moest verder, alle andere konvooien moesten doorgaan: Engeland- Amerika en terug, steeds weer varen, steeds weer patrouilleren. Op zoek naar vijandelijke onderzeeëra, die de konvooi en bestookten. Maar na dit eerste vlieg tuig werden geen verliezen meer gele den met vliegtuigen of vliegers. Va 36 konvooien die door squadron 860 be- geleid werden ging zelfs geen schip verloren. Ook niet het grootste konvooi. 860 weer bij haar orrspronkelljk bestem- dat ooit de oceaan overgestoken is qg ming teruggekeerd: die van de onder- dut muur 11,1,1 165 ,ch,p,n lelde. leeboolbertrijdta,. Zo in 1943 begonnen I ergens in Schotland, zwierf het jaren- I lang over en boven de zeven wereldzee- De tweede episode begon in Neder-ën met steeds nieuwere vliegtuigen. Ge land, in 1946. Squadron 860 werd met j woon doorvliegen, zegt 860. dan haal je Fire-Fly-toestellen geplaatst aan boord gemakkelijk ie vereiste aantal uren. H«-t van het vliegkampschip „Karei Door- zijn duizenden vlieguren geworden, met man". Het nam in het Verre Oosten I „een weinig bewogen bestaan". in het voetspoor van Mengelberg NAAST populaire series brengt de grammofoon- platenindustrie de laat ste jaren regelmatig luxe albums met omvang rijke werken op de markt. Niet alleen opera's cn ora toria zijn op die manier in „één band" te krijgen, ook belangrijke sectoren van het oeuvre van componisten. Financieel wordt het aan schaffen van deze cassettes platen dikwijls aantrekke lijk gemaakt door een be langrijke korting bij het vooraf intekenen. Dit na jaar heeft Philips weer enkele belangrijke uitgaven onder de aandacht van dis- cof leien gebracht: Mozarts complete werken voor piano met orkest in een cassette met twaalf langspeelplaten en met Ingrid llaebler als voornaamste soliste (Inte kenprijs 165. wat een kor ting van honderd gulden betekent); de vier eerste symfonieën van Mahler ge speeld door het Concert gebouworkest onder leiding van Haitlnk; een cassette met zes langspeelplaten cn een Intekenprijs van 94.50; dc complrtc symfonieën van Mendelssohn op vier langspeelplaten door het New Philharmonic Orchestra o.l.v. Wolfgang Sawallisch 63,cn tenslotte op drie langspeelplaten de concer ten van Alblonl. Ook Dccca heeft vla de discograflsche Intrkenactie enkele opmer kelijke albums aan zijn col lectie toegevoegd: Verdi's Requiem van de Wiener Phiiharmonlker onder di rectie van Georg Solti met onder meer Joan Suther land als soliste (twee lang speelplaten ad 36,in de opcrasector is dc nieuw ste aanwinst Bellini's „Nor- ma" op twee platen onder directie van Silvio Varvlso met Maria del Monaco als Pollione en Elena MMk in dc titelrol. Enkele van deze uitgaven worden in nevenstaand ar tikel besproken Mhlers vier erste symfonieën Ae voorspellingen ten spijt Ostav Mahler blijft op het rfertoire. Musici en luisteraars aan wel kritischer tegenóver lm als in de twintiger en ertiger jaren, maar voor menig- öi bleef bij Mahler het zich jgrepen voelen en de bewonde- ng- I toonkunst is sedert Mahler stierf, iieen revolutionair tempo vooruitgc- spngen, maar twaalftonenstelsel, anale muziek, seriële toonkunst noch bktronica, hebben zijn romantisch eiressionisme weggevaagd. Stormen H)ben Mahler tot in zijn fundamenten dn wankelen, maar na elke orkaan bek hij toch nog overeind te staan. Lt de overdadige adoratie wat ver bekt zijn en terecht! ook anno 18 aanvaarden vele muziekvrienden Miler als een belangrijk monument vi een brok Europese cultuur en vr menigeen betekent zijn beste mu- zr nog altijd een bron van schoon- h3 en ontroering. Arkwaardig is dat. ondanks veler apsis in onze moderne tijd, juist di- r»nten die typisch vertegenwoordi gt van de jonge generatie zijn. Mali- Ir niet dc rug toekeren: Bernstein. Htink, Edo de Waart bijvoorbeeld. Bnard Haitink bli. ':t meer en meer ui plan te zijn om wat Mahler betreft iteigen stijl de Mengelbergtraditie vrt te zetten. Mahler prijkt regel- iitig op de programma's in het Con- ctgebouw; nu heeft hij met het Con- atgebouworkest bij Philips ook zijn ufoering van Mahlers vier eerste s/ifoniën op de plaat laten vastleg- g>. Het resultaat van deze platen dt alleen maar hopen dat Haitink en Flips het hierbij niet zullen laten. Mr ons gevoel staat Haitink dichter b Mahlcr dan bij Bruckner; mis schien qmdat Mahler ergens zijn in terpretator meer ruimte laat voor een eigen visie. In Bruckner valt Haitink dikwijls op hoogtepunten terug; bij Mahler doet men de verrassende ont dekking, dat hij ook daar waar de par tituur een moeizame indruk maakt, verrassend boeiend weet te musiceren. Wie in de concertzaal een Mahleruit- voering van Haitink gehoord heeft, zal misschien net als wij naast waarde ring ook bezwaren hebben voelen op komen. Bezwaren omdat de orkest klank niet altijd bleef boeien, sqms 'e dik leek, dan weer te veel uitgespon nen. Bij het beluisteren van de nieu we Philipsplaten (802883 LY - 802888 LY) kregen we de merkwaardige ge waarwording, dat deze bezwaren ver dwenen bleken; misschien wel, omdat nu de klankverhouding vrijwel ideaal Verstilde muziek Kwalitatief lopen de uitvoeringen van de verschillende symfoniën weinig uit een. Wat onderling wel verschilt zijn natuurlijk de symfoniën zelf. De „eer ste" en de „vierde" bieden een Mah ler, die nog naar beknopte vormen streeft, een streven, dat hij later fei telijk alleen nog in zijn „Das Lied von der Erde" herhaalt. Dc „tweede" en „derde" (beide twee volle langspeel platen) zijn echt voorlopers van de la tere gjgantische symfoniën. Ze zijn constructief zwakker dan beide ande ren, maar bevatten niettemin prachti ge fragmenten. Bijzonder boeiend is het om uit de nieuwe Philipsserie langzame delen met elkaar te vergelijken, de delen die Mahler bedoeld heeft als tegen wicht voor zijn gigantische klankont ladingen. Deze langzame tempi, door Mahler vaak niet adagio of adante ge noemd, maar schleppend,,sehr ge- machlich", ..misterioio"..ruhevoll" zijn soms sublieme, verstilde muziek. Natuurlijk onttrekt ook hier Mahler zich niet aan de gewoonte van zich zelf met kleine wijzigingente herha len, maar z'n melodieën zijn vaak 'n summum van lyriek, en qua sfeer de meest gesublimeerde weemoed die denkbaar is. INK na Mengelberg en Van Beini Bovendien is Haitink met zijn orkest juist in de langzame tempi uitstekend op dreef. Hij neemt het tempo dan wel eens wat hoger dan dirigenten van Mahlers eigen generatie deden, maar 't schaadt niet. Heel bijzonder heeft ons op deze manier 't adagio van de „vierde" kunnen boeien. We kunnen ons trouwens voorstellen dat deze symfonie de luisteraars het beste be valt; ze is constructief de meest gave en wordt uitstekend vertolkt. Met Elly Ameling als een ideale sopraan voor een serene vertolking van het slotlied ...,Wlr («niesten dis himmMsoht 9>eu- ii op de bres i oor Mahlers gigantisch Met Aafje Heynis en het Kadiophyl- monisch Koor levert Eliy Ameling ook goed werk in Mahlers „tweede" de zogenoemde Auferstehungssymfonie. De mooiste vocale bijdrage vonden wij persoonlijk evenwel Maureen For resters zang in de derde symfonie, waarin verder naast het Hilversumse Vrouwenkoor ook het jongenskoor van de Amsterdamse Willibrorduskerk me dewerking verleent. Mendelssohn Heel andere muziek uit de cassette met Mendelssohnplaten (71AX 404 «.v.j: geen wonder, want er xljn maar weinig scheppers van symfonische mu ziek. die zo eikaars antipoden schijnen te vormen als Mahler en Mendelssohn. De eerste wrochtte een muzikaal hoog gebergte, Mendelssohn een vriendelijk, blijmoedig heuvellandschap. Men zou het ook zo kunnen zeggen: Mahler schreef te zwaar. Mendelssohn te licht. Hoewel...; wanneer men nu eens het complete symfonische oeuvre van Mendelssohn beluistert, moet de waar dering toch wel weer stijgen. Natuurlijk blijft een symfonie als no. 4 (de „Italiaanse", een verrukkelijk stuk) zeker wanneer ze gespeeld wordt door het New Philharmonia Orchestra met zijn verrukkelijk strijkersklank onder de vederlichte directie van Wolf gang Sawallisch. Maar ook in de der de symfonie (de Schotse) en de Refor matiesymfonie (no 5) staat boeiende muziek. In deze complete serie kreeg ook de merkwaardige tweede symfo nie (met Lobgesang) weer eens een kans. Merkwaardig, omdat Mendels sohn hier met een procédé werkt, waarvan Mahler later zo overvloedig gebruik heeft gemaakt: het inlassen van een vocale partij in de symfonie. Overigens zal Mendelssohn de kunst van Ludwig von Beethoven hebben af gekeken: eerst een symfonie en dan als slot een vocaal stuk voor koor en solisten. Maar terwijl in Beethoven „Negande" het befaamde koor sym fonisch gedacht en geschreven is, blijft Mendelssohn „Lobgesang" op het peil van een cantate steken. De voca le medewerkers (Philharmonakoor, de sopraan Helen Donath en Rotrand Hammann plus de voortreffelijke vo calist Waldemar Kmentt) zingen fraai, maar e«n pertij om meer mee te doen dan „mooi zingen" biedt Mendels- GU8TAV MAHLER ook voor jonge dirigenten een aantrekkelijke opgave. aohn's „tweede" hen niet. De symfo nie is feitelijk een synthese van orato rium in echte symfonie. Mendelssohn heeft echter betere oratorlummuziek geschreven en betere symfonieën. Daarover z.al het beluisteren van de nieuwe Philipsserie de proef op de som kunnen leveren. De technische kwaliteit van deze Men- delssohnserie is even hoog als die van de Mahlerplaten; zelfs details, die in de concertzaal meestal verloren gaan. krijgen nu kleur. Om de vier platen vol te maken geeft Sawallisch als „toe gift" op de vijf symfonieën nog de ouverture „Ruy Blus". Verdi Van Verdi's „Requiem" Is al meer dan één uitstekende uitvoering voor de discotheek beschikbaar geweest. Decca voegt een qieuwc uitblinker toe aan de opnamen van Toscanini, Giult- ni, Markovitsj (in Moskou met Sovjet zangers opgenomen). Ditmaal is Georg Solti de artistieke leider met de Wie ner Phiiharmonlker en het koor van de Weense Staatsopera. Orkestraal ta deze plaat naar ons gevoel waarschijn lijk de beste opname; ook het koor van de Staatsopera zingt verrukkelijk. Zet om dit te beoordelen bijvoorbeeld maar eens de grote dubbelfuga van het „Sanctus" op. De stijl van Georgi Solti is goed; In haar geheel ia zijn uitvoering wat min der gesponnen dan van eerder ge noemde dirigenten. Van de vier solis ten Joan Sutherland, Marilyn Hor- ne. Luglano Pavarottl en Marttl Tal vela is het niet sopraan Sutherland die wij het eerst zouden willen noe men; zij heeft schitterende momenten vooral in het hoge register maar zingt soms bijna tegen de toon aan. De grote ontdekking vun deze plaat vinden we de mezzo Marilyn Home, een stem die de dramatiek van Verdi prachtig weergeeft. Dfc tenor Pavnrot tl doet weinig voor haar onder; Mart tl Tavela heeft een prachtige atcm. maar blijft qua voordracht wat bij de anderen achter. Qua opnametechniek zijn de beide Deccaplaten (SET 374/5)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 7