Chef de mission ANSKO J.H.D0KKUM: NEDERLAND van adviseur via kwartiermaker tot centraal zenuwcentrum met ploeg 165 personen van WJDAG 27 SEPTEMBER 1968 -'/HET BINNENHOF PAGINA 15 In de namiddag van de eenentwintigste september was een uitgebreid en nogal rumoerig gezelschap bijeen in het restaurant „Nautica" op de Pier in Scheveningen. In de ronde zaal waren de tafeltjes bedolven door de erom zittende jongens en meisjes, dames en heren, die tezamen de Nederlandse afvaar diging naar de Olympische Spelen vormen. Achter de microfoon stond jhr. H. A. van Karnebeek, gevangen in het felle licht van de schijnwerpers. De televisie had zich meester gemaakt van het historische moment waarop de voorzitter van het Nederlands Olympisch Comité met enige woorden een gehele afvaardiging in de schoot wierp van de Amsterdamse keel-, neus- en oorarts A. J. H. Dokkum. Op datzelfde moment kreeg Ansko Dokkum, wie men zijn vierenzestig jaren levendige blik, atletische gestalte, bruingebrand, gemakkelijk pratend niet aanziet, een beklemmend gevoel, zoals hij het uitdrukte. Twee dagen voor hij, op 14 september om 13.00 uur, in het vliegtuig naar Mexico City stopte, zei Ansko Dokkum: „Ja, dat be klemmende gevoel. Je weet al lang dat je als chef de mission naar Mexico gaat, maar op het moment dat de ploeg officieel aan je wordt toevertrouwd, besef je eigenlijk pas goed wat dat betekent. Dat beklem mende gevoel moet dan ook niet worden gezien als een soort angst, als een „had ik dat nou maar nooit gedaan", maar als een realiseren van de werkelijk heid. Je vraagt je meteen af: gaat dat allemaal wel goed. Je wordt er natuurlijk niet door verlamd van schrik, dat zou overdreven zijn, maar je bent je op eens er is geen terug mogelijk duidelijk bewust van hetgeen je op je hebt genomen." De Amsterdamse keel-, neus- en oorarts Ansko J. H. Dokkum, geroepen tot de verantwoordelijke en zware taak van chef de mission. „Als alles goed loopt, heb je weinig last". Op de deelnemerslijst van de Olym pische Spelen 1928 in Amsterdam kwam onder het hoofd roeien de naam A. J. H. Dokkum voor, die ook reserve was bij het zeilen. Acht jaar la er, Olym pische Spelen 1936 in Berlijn, maakte A. J. H. Dokkum deel uit van de va derlandse zeiléquipe en veel later, in W54, was hij chef d'équipe van de Ne- j talandse roeiploeg op de Spelen in 1 Tokio. Twee jaar geleden polste het WO.C. de Amsterdamse arts voor de 'aak van chef de mission in Mexico. Hij zei „ja" en wist op hetzelfde mo ment dat hij een gigantisch stuk werk op zijn toch al zwaarbelaste schou ders had genomen. Zijn praktijk verg de tijd en daarnaast zou hij vele uren, dagen, weken soms, vrij moeten ma ken om zich geheel en al in te werken. Het fabeltje dat een cëef de mission een „mak baantje" heeft en alleen maar veertien dagen hoeft te zorgen dat alles naar wens verloopt, is hiermee voor goed uit de wereld geholpen. Adviseur Dr. Dokkum zegt daarover: „Toen ze me vroegen voor het vak jawel, zo noemt hij het van chef de mission, ben ik direct begonnen de nodige ken nis te vergaren. Gezien mijn eigen sportloopbaan had ik wel inzicht in die aparte wereld maar ik vind dat je als chef de mission al je mensen, voorzover dat een haalbare kaart is, moet kennen. Sinds die benoeming heb ik dan ook alle belangrijke wedstrijden in bin nen- en buitenland bezocht om een in zicht te krijgen van het beschikbare materiaal, van de instelling van de at leten, van hun prestaties. Ik heb ook de vergaderingen van het NOC meege maakt, eerst als bijzitter, later ook als adviseur. Ik ben geen lid van het Ne derlands Olympisch Comité maar ik had wel een adviserende stem, wat dus tevens inhoudt dat ik medezeggen schap had bij het samenstellen van de ploeg. Vooral de afgelopen winter en het voorjaar heb ik alle wedstrij den van importantie afgereden. Ook die van de kanovaarders in het buiten land, om maar een groepering te noe- man. Anders zou men de indruk kun nen krijgen dat ik het bij atleten, zwemmers en roeiers had gelaten. Ik mag dan ook zeggen dat ik er behoor lijk wat van weet". Arts Ansko Dokkum zegt dit alles zonder enige terughoudendheid. Hij kan van zichzelf zeggen dat hij al het mogelijke heeft gedaan en dus goed belsagen ten ijs komt. De man, die het centrale zenuwcentrum van een grote afwaardiging is, bekijkt alles nuchter en zonder franje. „Jawel, het is inderdaad een grote groep. Je gaat op stap met een ge zelschap dat totaal verschillende ele menten bevat en dan heb je maar te zorgen dat alles goed loopt. Ge beurt dat, dan heb je weinig last. Is men goed gelegerd, bevalt het eten, kun je zorgen dat er in dat voor ons vreemde land voldoende te drinken Is wat gedronken mag worden we heb ben een hele lijst opgesteld van het geen per se niet mag worden gebruikt: kraanwater, ijsblokjes in dranken, con sumptie-ijs, melk alleen met toestem ming van de artsen, ongeschild fruit en aardbeien, rauwe groenten zoals sla en tomaten, mayonnaise, inheemse kaas, garnalen, half rauw of licht ge braden vlees, op straat gekochte voe dingswaren of dranken als je dat alles voor elkaar kunt krijgen, dan is men tevreden. Daarom ga ik ook zo vroeg weg, een week voor de ploeg arriveert. Ik ga als een soort kwar tiermaker. De woonruimte moet geïn specteerd worden, de keuken met van alles op de hoogte worden gesteld. Het is dus gewoon werk op het huishou delijk vlak. Dan moet je, als de ploeg er is, zorgen dat net onderling ook goed marcheert. Met de coaching heb ik niets te maken. Dat is een zaak van de bonden en de chef d'équipe, even als de voorbereiding dat was. Alleen als er iets fout dreigt te lopen, moet ik ingrijpen". Realiteit Fout lopen, is daar enige kans op. Zulk een ploeg barst van de spannin gen. De zweméquipe komt pas in het tweede gedeelte van de Spelen aan bod. Daarvoor dus een zenuwentoestand. Wellicht moeten er dan al teleurstellin gen worden verwerkt want bijvoor beeld de atleten zijn ai volop in touw. Er kunnen ook moeilijkheden ontstaan door verveling. Behalve de trainingen zal er weinig te beleven zijn voor hen die nog in actie moeten komen. En je kunt niet de hele dag schaken of dammen of puzzels oplossen. Misschien zijn er die daar helemaal niet van hou- Dat alles behoort tot de realiteit die dr. Dokkum terdege onderkent. Hij weet dat zijn ploeg in „gebouw 22" is ondergebracht met atleten uit Ivoorkust, Niger, Gabon, Togo, Mali, Cuba, IJs land en nog een paar landen. Geen bezwaar „Op iedere etage van de gebouwen van zes tot tien verdiepingen zijn vier ap partementen. Over het algemeen zijn er kamers waarop drie, soms vier, atleten worden gehuisvest. Er zijn jon gens of meisjes, die vragen of ze bij elkaar op de kamer mogen. Ik denk aan een achtervolgingsploeg wielren nen, vier man die een eenheid moeten vormen. Het lijkt me geen bezwaar dat er met meer op een kamer moet worden gebivakkeerd. Wij hebben bij na drie etages tot onze beschikking. Het restant van onze etages wordt be zet door IJslanders. Cuba, ook in ons gebouw, heeft een grote afvaardiging. Voor de rest wordt het gebouw inge nomen door wat ik voor het gemak maar snipperlandjes zal noemen. Het enige dat ik hoop is, dat ze niet al te veel herrie maken. Die mensen hou den nogal van muziek en als ze daar op trommen gaan zitten slaan, zal ik er heus wat aan moeten doen. Ik ge loof daaraan echter niet want over het algemeen zijn Olympische atleten zeer gedisciplineerd". Dr. Dokkum is er niet een die zich tevoren muizenissen in het hoofd haalt. Hij behoort tot het „nuchtere, zeeva rende volk" dat niet piekert over wat eventueel misschien zou kunnen gaan gebeuren. Maar hij zal krachtig en met gezag ingrijpen als het noodzake lijk mocht blijken. Een legertje van top tot kruin met zenuwen, spanning en activiteit geladen mensen in het gareel houden, is een „verschrikkelij ke" opgave. Honderdvijfenzestig man nen en vrouwen, op Amsterdam 1928 (bijna 300) na de grootste afvaardi ging die Nederland heeft opgebracht. En die leunen in „halskwesties" allemaal aan tegen keel-, neus- en oor arts Ansko Dokkum; van kwartierma ker tot centraal zenuwcentrum. OP 23 augustus werd in Olym- pla de toorts ont stoken. Zeven wo ken later, 12 ok tober, zal de vlam arriveren in het Olympisch Stadion van Mexico City. waar om 11.06 uur I Mexicaanse tijd de president van Mexico zal arrive ren. het gehele procédé v de openingsplech tigheid volgt. De traditionele vorm blijft gehand haafd de bood schap van de stich ter de derne Olympische Spelen, Pierre Fre- dl baron de Cou- bertin, zal worden uitgesproken; de atleten zullen pa raderen achter hun vlaggen, te be- ginnen met Grie kenland en eindi gend met gastland Mexico; de voor zitter van hot Me xicaans Olympisch Comité en de pre sident van het IOC zullen spreken en Mexico's eerste burger zal de Spe len voor geopend verklaren. Nadat de olympische vlag is binnengebracht door een Japanse delegatie en i* overgedragen aan de stad Mexico City zal de laatste van de estafette lopers arriveren om het olympisch vuur te ontsteken. Het doel bereikt na zeven woken. Nederland zal in Mexico City worden vertegenwoordigd door een ploeg van 165 personen: 26 dames, 93 heren, 46 officials. Behalve de kleine groepen, die uiteraard een hoog percentage be geleiding hebben (een gewichtheffer een begeleider; drie boksers twee officials) behoren de wielrenners tot degenen die niet over bijstand te kla gen hebben. Op elf wielrenners gaan liefst zes „helpers" mee. De gehele af vaardiging is als volgt samengesteld: Algemene officials: A. J. H. Dokkum, chef de mission: P. J. C. Lut, D. Wille- brand en J. W. Pennink, assistenten van de chef de mission; J. L. de Jong ste en W. Mosterd, artsen; mej. J. Lagard, medisch-assistente; W. Ber- rens, M. v. Gelder en J. Keijzer, mas- ATLET1EK: J. Moerman, chef d'équipe: mevr. F. Blankers-Koen, leidster da mes; T. Eykenboom en J. Dikken, trainers; de atleten M. Ackermans- Thomas, C. Bakker, W. v. d. Berg, H. Gankema, M. Gommers, T. Hen- nipman-Cruining, M. v. d. Hoeven- Jansen, I. Keizer-Laman, L. Louer- Hinten, T. v. d. Made-v. d. Zwaard, OPENING EN SLUITING TOT TACHTIG GULDEN WlE in Mexico City zich niet wil bepalen tot een enkele sport, zal een goed gevulde portefeuille moeten meenemen. Het bijwonen van de ope ningsceremonie kost ten minste drie gulden en de duurste plaats „doet" tachtig gulden Dat is evenzo met de slotceremonie, maar dan heeft men er nog paardesport bij. De kaartjes voor de meeste evenementen kosten van negentig cent tot vijfenveertig gulden. Wie zich tevreden stelt met het bekijken van de series betaalt per sport van drie tot elf gulden vijftig. Voetbal, zeer populair in Mexico, kost negentig cent tot veertien gulden per plaats voor een wedstrijd in de voor ronden, negentig cent tot vijfentwintig gulden voor de halve finales en ne gentig cent tot zesendertig gulden voor de eindstrijd. Tot de „goedkope" spor ten behoort hockey, dat 1.40 tot 7.20 kost voor de voorronden en 1.40 tot 14.voor de finale Waterpolo kan men gaan zien van 1-40 tot 14. evenals wielrennen, worstelen, moder ne vijfkamp. Het allergoedkoopst zijn ZAKGELD Voor de deelnemers aan de Spelen i-s een uniform zakgeld vastgesteld. Dat bedraagt per dag 25 pesos ((pesos is ongeveer dertig cent) en wordt per week vooruitbetaald. Ooerigens zullen niet alle Neder landse deelnemers de gehele Spelen bijwonenDe roeiers en atletendie in de eerste week van de Spelen in actie komenvertrekken weer op 22 oktober. Ook gexoichtheffer Piet van der Kruk gaat dan naar huis. TIEN PUKKEN UIT TOKIO uit Nederland deel. De buit bedroeg twee gouden, vier zilveren en vier bronzen medailles. Anton Geesink ver wierf goud bij judo alle categorieën, de wielrenners Dolman, Karstens, Pie- terse en Zoet werden winnaar van de ploegentijdrit. Het zilver werd ver overd door het kanoduo Geurts- Hoekstra in de k 2 - 1000 meter, de roeiers Blaisse-Veenemans in de twee zonder stuurman, de zwemster Ada Kok op de 100 meter vlinderslag en het kwartet Bimolt-Kok-Terpstra- Winkel op de 4 x 100 meter wisselslag. De bronzen medailles werden gewon nen door de roeiers Bos-Hartsuiker- Rouwé in de twee met stuurman en F. v, d. Graaff, J. v. d. Graaff, R. v. d. Graaff, Mullink en Klumperbeek in de vier met stuurman; door de wiel renners Cornelisse, Koel, Oudkerk en Schuuring in de ploegachtervolging, door de zwemsters Beumer, Terpstra, Van Weerdenburgh en v. d. Wildt op de 4 x 100 meter vrije slag. het aantal koks: honderd- E. v. Noorduyn, M. Sterk; de atleten A. Steylen en E. de Noorlander. BOKSEN: J. Hofman, chef d'équipe; K. Bisschop, trainer; boksers H. Baars, J. v. Ispelen en R. Lubbers. HOCKEY: H. Schnitger, chef d'équi pe; P. Bromberg, coach; spelers: J. Benninga, J. Boks, A. Brederode, E. Buma, S. Ebbens, J. Elffers, J. Fokker, O. ter Haar. G. Hijlkema, A. de Keyzer, E. Kist, Ch. de Lanoy Meijer, H. Locker, F. Spits, Th. Ter- lingen, Ch. Thole, Th. van Vroon hoven, P. Weemers. KANO: C. Molman, chef d'équipe; K. Muys, trainer, dames: Th. Ber gers-Duif en M. Jaapies; heren: P. Bunschoten, A. Courts, P. Hoek stra, A. Muuse, J. Wittenberg, J. Ver- KRACHTSPORT: Ch. Hovens, chef d'équipe; deelnemer: P. v. d. Kruk. ROEIEN: Tj. van Wimersma Greida- nus, chef d'équipe; coaches A. Ba zuin, W. Bloemendal. B. Jansen, H. v. d. Meer. K. Visscher, Sj. War- tena; deelnemers H. Wienese, R. Luynenburg, R. Stokvis, L. v. Dis, H. Droog. H. v. Nes, R. Rijnders, H. Suselbeek, D Rrummelman, T. Dronkert, F. Hartsuiker. H. Rou- wè, O. Weekhout, P. Bon, G. v. Enst, W. Kloosterman, A. Koning, J. v. Laarhoven, E. Niehe, J. Reesink, J. Steinhauser, L. Wesdorp, .1. Lam- brechtsen, J. Maarleveld, F. v. d. Want. WATERPOLO: R. v. Feggelen, trai ner; G. Jansen, trainer; deelnemers: B. Bongers, A. v. Dorp. L. Geutjes, A. Hermsen, J. Hoogveld ,E. Kroon, A. Moolhuijzen, H. Parrel, N. v. d. Voet, F. de Vries, H. Wouda, W. Hermsen. WIELRENNEN: A. Zwartepoorte chef d'équipe; J. Mlddelink en J. Derk- sen, trainers; J. Collard, H. de Haan, soigneurs; P. Aandewiel, mecanicien; deelnemers: L. de Groot, F. den Her tog, H. Jansen. J Jansen, J. Kre kels. L. Loevesijn, M. Pijnen, J. Zoe temelk. K. Balk. ZEILEN: Sj. Rodenhuis, chef d'équipe; deelnemers H. Binkhorst, J. Bol, C. Groot, N. de Jong, G. Verhagen. P. de Zwart, F. Beek, F. Imhoff, S. Korver. ZWEMMEN: K. v. d. Pol. chef déqutpe; mevr. I. Koster-van Feggelen, leid ster dames; mevr. W. Storm-Land- weer leidster dames; H. Möller lei der heren; J. Braamzeel, trainer; R. Kerkhoven, trainer; dames: C. Beumer, K. Bimolt, P. Bos, H. Bu- ter, M. Dommers, M. v. Memert, M. Janus, A. Kok, E. Kuiler, H. Pen- terman, H. Bentema, C. Sikkens, A. Weeteling; heren: M. v. Beek, E. Drenth, D. Langerhorst, A. Oudt, J. Schans, B. Schoutsen. Voorts een aantal officials van het NOC. WILMA VAN DEN BERG RUDY LUBBERS ANTON GEURTS .AFZETTERS" MILITAIREN zullen rol spelen bij de afzetting van parkoersen. Dertienduizend man zal worden ingezet om het parkoers van de marathon te markeren, achtduizend militairen zorgen voor de afzetting van het parkoers van de ploegentijdrit ADRES REPRISE IITELLICHT is er aanleiding onze olympische ploeg een groet, een geluikwens te sturen. Dit is het adres: c/o Netherlands Olympic Team, Villa „Olympica", Mexico-D.F. BYE Nederlandse afvaardiging telt L' verscheidene deelnemers(-sters) die geen nieuwelingen zijn in het olympisch milieu. De atletes Lia Louer-Hinten en Tilly van der Made-van der Zwaard namen ook deel aan de Spelen in Tokio, evenals bokser Rudie Lubbers. Van de hockeyers waren Joost Boks, John Elffers, Jan Piet Fokker, Arie de Key zer eveneens aanwezig in Tokio en hun ploeggenoten Theo Terlingen en Theo van Vroonhoven maakten zelfs ook al Rome 1960 mee. Van de kanoërs waren Anton Geurts, Paul Hoekstra, Jan Wittenberg in Tokio en van de roeiers Hartsuiker en Rouwe. De waterpoloërs hebben in Fred van Dorp met Rome en Tokio een oud-gediende, terwijl Nico van der Voet Tokioganger was. Van de zeilers streden Cor Groot, Nico de Jong, Ben Verhagen (eveneens Rome) in Tokio. De zwemsters hadden in Toos Beumer, Klenie Bimolt, Ada Kok, Bep Weeteliig haar vertegenwoordigsters in Tokio, waar ook zwemmer Dick Lan gerhorst aanwezig was met Aad Oudt. Toch nogal wat „reprises" in de ploeg voor Mexico. IN WOORD EN BEELD auteurs geïnspireerd en uit de versche nen boekwerken en werkjes lichten wij MEXICO '68, logboek van Olympische Spelen (uitgave NRC Tijdschriften - Holland BreumeLhof N.V., Amsterdam). In handig zakformaat verzameld de beknopte geschiedenis van de Spelen, een lijst van medaillewinnaars van Athene 1896 tot en met Tokio 1964, het programma voor de Spelen in Mexico en ruimte voor aantekeningen. Verlucht met zorgvuldig gekozen foto's. MEXICO, door R. M. Nleman (uitgave G. F. CaUenbach N.V., Nijkerk). In teressant geschreven, zeer fraaie foto's. Een dooltocht door de precolumbiaanse historie, de ontwikkeling van het land, het „tot stand komen" van Mexico en een schat aan gegevens over Mexico City en de omgeving. Ook inderdaad bruikbare gegevens, zodat de nieuwe ling er mede een betrouwbare gids aan heeft. MEXICO, door Diana Vinding en Kees Scherer (uitgave Bruna, Zwarte Beer tjes). Bijzonder fraaie uitvoering met kleurenfoto's van de bekende fotograaf Scherer. De tekst van Diana Vinding behandelt in hoofdzaak de geschiedenis van oud en nieuw Mexico, maar biedt tevens in vogelvlucht de toerist een kort maar indringend kijkje in enige steden, waaronder natuurlijk Mexico City.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 15