brandweer heeft een enorm belast verleden BRAND PUNTEN pleidooi instelling regionale brandweer VAN VIER JAAR GELEDEN VOORGESTELDE VERNIEUWING NOG NIETS VERWEZENLIJKT KWART MILJARD BRANDSCHADE VOOR 1968 GESCHAT DE brandweer vertegenwoordigt het laatste stukje gemeentelijke autonomie. Daar hebben sommige gemeenten zich als een terriër aan vastgebeten. Ze kunnen nauwelijks loslaten. Niet zo onbegrijpelijk, want de brandweer is daar veelal een insti tuut. Als vader te oud was geworden om de ladder op te klauteren, volgde zijn zoon hem in zijn voetsporen op. alleen wat rapper. De brandweer heeft een enorm be last verleden." Hoe openhartig deze type rende opmerking is, wordt duidelijk als blijkt dat hij uit de mond komt van de heer C. ter Poorten, hoofdinspecteur van het Brandweerwezen. De hoogste brandweer man in Nederland. HOOGSTE BRANDWEERMAN HOOFDINSPECTEUR C. TER POORTEN: Hoofdinspecteur C. ter Poorten regionale brandweer Als de heer Ter Poorten zijn zin krijgt, zal dit laatste stukje autonomie de gemeenten uit de handen worden gebrand. „Wij zijn ongerust over de aanpak van de ver nieuwingen die ook niet aan de brandweer zullen voorbij kunnen gaan. In 1964 heeft de Nederlandse regering een bepaalde nieuwe aanpak aanbevolen bij de minister. We leven nu vier jaar later, maar er is nog vrijwel niets van de grond", aldus de kritiek van de heer Ter Poorten. De nieuwe opzet voorziet in een indeling in (regionale brandweereenheden. De „body" hiervan zal moeten bestaan uit een keurkorps brandweerofficieren die de goed geoutil leerde regionale posten continu zullen bemannen. Daar naast overigens zal men een beroep blijven doen op het reservoir van 31.000 vrijwillige vuurbevechters. „Natuurlijk zullen we de vrijwilligers aanhouden. Ze zullen dank zij een groter beroepskader nog veel effectiever hun mannetje kunnen staan", zegt de heer Ter Poorten. De immer ijlende voetknechten van de rode haan hoeven dus niet naar de pomp te lopen. Voorzieningen Hy is het mei ons eens, dat het de hoogste tyd wordt, dat een aantal elementaire voorzieningen nodig aan de huid'~e omstandigheden moeten worden aangepast. In ons gesprek komt overigens herhaaldeiyk naar voren dat de hoofd inspecteur over iedere gemeente wel iets weet te zeggen- Zomaar een greep: Spuitgasten die naar de brandput lopen Ue zoeken, terwijl, ton langen leste blijkt dat de-- auto die de vlammen tracht te intimideren met zijn blauwe zwaai licht, erbovenop staat. Geblokkeerde uitgangen van de brandweerkazerne, omdat er nog van een ouderwetse alarmeringsmethode wordt gebruik gemaakt (één sirene die het hele dorp op de been brengt); in afwachting van weg scheurende brandweerwagens parkeren nieuwsgierigen hun auto voor de uitrit. Het dictatortje spelen op eigen gemeente- gebied, zodat een object onder het toeziend oog van een groter (en meestal deskundiger) korps staat af te branden. Het onbbreken van deugdelijk en handelbaar materiaal, waardoor lekkende slangen de omgeving goed nat houden, behalve „de belendende percelen" en de vuurhaard zelf. Blussingswerk verrichten tot een hoogte, waarop de water straal het hoogste punt van de parabool heeft bereikt, maar niet het vuur (Er zijn ook ladders en ladderwagens). „Het klinkt allemaal wat naïef en negatief, maar dergelijke zaken manifesteren zioh wekelijks en er zijn nog veel gek kere voorbeelden op te noemen, die niet maatgevend zijn uiteraard." Het is wel olie i op het vuur van degenen die zeggen dat de hele brandwecraanpak tot boven hef gemeentelijk niveau moet worden, opgetrokken. „JDe^e óök de hoofd inspecteur van het brandweerwezen toegedaan. Regionale indeling „PersoonlUk zou ik graag beginnen met een regionale in deling. Men kan om vele grote steden een regionaJe brand weer stichten. Het moeten niet al te grote handzame gebieden worden. Ik zou niet graag willen dat men mi ineens het land wild ging opdelen in regio's. Hier en daar moet men het eerst proberen, desnoods met een beetje Kamerdruk „Ik ben ervan overtuigd, dat als er één schaap over de dam is, er ook hierbij meer zullen volgen." De hoofdinspecteur van het brandweerwezen dooft op minder •deskundige wijze een binnenbrandje in zijn asbak. Hij onthult vervolgens, dat de regionale indeling momenteel een punt van bespreking is in de brandweerraad (het hoogste adviesorgaan van de minister van Binnenlandse Zaken). Er is dus sprake van vorderingen. We mogen dus verwachten dat binnen nietal te lange tijd hierover iets meer bekend zal* worden. „Men maakt er zich echt wel zorgen over", aldus, de heer Ter Poorten. „De centrale melding en alarmering is een uitermate belang rijk punt bij de regio-brandweer. Deskundige officieren kunnen in de eerste tien minuten de belangrijkste periode in de gehele repressieve brandbestrijding de juiste aanpak leveren. Op de centrale post 'kan men in één oogopslag zien om welk object het gaat, welke gebouwen er in de omgeving staan. En er kan meteen een hele schuif naar toe. In de eerste uitruk zullen er misschien te veel man schappen en materiaal worden weggestuurd, maar dat is altijd nog beter dan te weinig." Als de heer Ter Poorten een vergelijking maakt met de huidige situatie (in het bijzonder buiten de grotere steden), zegt hü: „Een klein brandweerkorps rukt uit. Dat zal altyd eerst proberen de zaak alleen te klaren. Na twintig kostbare minuten ziet men dat het niet lukt. Dan pas wordt een grotere eenheid ingeschakeld. Dit is geen verwyt aan de bestaande korpsen, maar de situatie is nu eenmaal zo." Voetangels Grote oliebrand in het Rotterdamse Botlekgebied. Na deze brand ontstond een discussie over de wenselijk heid van een beroepsbrandweer in de Maasstad. Tot nu toe is meer dan 80 procent vrijwilliger. Een brandweerman bezig met het redden van iemand uit een brandend huis. Niet altjjd gaat het i een doeltreffender organisatie kunnen misschien meer rampen worden voorkomeik Om uit de huidige impasse te geraken want zo mag de toestand wel genoemd worden zal er in ambtelijke krin gen nog menig uurtje noest en vlijtig moeten worden gewerkt. „Er zijn veel voetangels en klemmen. De gemeente wet zegt dat een gemeente de verantwoording draagt voor de brandweerzorg. Momenteel kan een regio-brandweer alleen tot stand worden gebracht via een gemeenschappelijke regeling. Vandaar de behoefte de aanpak van deze zaak boven-gemeentelijk te laten behandelen. De financiën vormen daarnaast een belangrijk punt. Zal het rijk genegen zijn aan deze nieuwe regeling mee te werken? Voor de gemeente raden is de verdeelsleutel voor de kosten van belang", aldus de heer Ter Poorten. Hij zet uiteen dat konten gemiddeld hoger zullen komen te liggen. Er zal. echter minder geld worden „versmeten". De (hele) kleine gemeenten zullen niet: langer een dure brandweerwagen hoeven aan te schaffen voor de twee brandjes per jaar, waarbij nooit meer dan een kioart van zijn capaciteit zal worden gevraagd. Maar dal niet alleen. Er komt een heel andere organisatie voor in de plaats. Eén die veel meer het karakter zal krijgen van een civiele hulpverleningsdienst, wat de beroepsbrand weerkorpsen in de grote steden nu al min of meer zijn. Denk maar aan het reddingswerk bij rampen van welke „U zult eens zien hoe belangrijk deze taak van de brand weer gaat worden!benadrukt de heer Ter Poorten. Aanbevolen De in sommige gemeenten ongekend hevige strüd tussen ambtenaren van Bouw- en Woningtoezicht en brandweer mensen zou eveneens door een regionale aanpak tot meer rechtvaardige proporties worden teruggebracht. Bouw- eu Woningtoezicht heeft een duidelijke wettelijke basis. Zij bepaalt veel sterker de rnhoud van een gemeente lijke brandpreventieverordening dan de brandweer. De gemeenteambtenaren van die dienst zijn h.l.s.'ers. De kraohl van hun argumenten is veel groter dan die van de vrij willige commandant, die misschien smid of timmerman is. De gemeentelijke autonomie zou er weer verder door worden aangetast, maar er is een landelijke brandpreventieverorde ning in de maak, die wellicht bindend zal worden verklaard. Nu wordt die verordening nog „aanbevolen". Groot voordeel hiervan: „koehandel" van industrieën met gemeenten wordt uitgesloten. De gevallen, waarin een industrie zei: we gaan naar de buurgemeente, want daar hebben ze niet zulke strenge preventie-eisen, zijn legio", aldus de hoofdinspecteur van het brandweerwezen- De uitbouw van de regio's acht hij niet zo moeilijk. .Steeds meer commandanten gaan wat voor de regionale aanpak voelen. Men aal bij de opbouw moeten ujtgaan van de vaste otfjojerflfcera van een grote gemeente. Dte kern Hl moeten Deze brand doet een flinke schep op het schadecijfer door brandschade ontstaan. Ook het schadecijfer moet volgens de heer Ter Poorten lager kunnen, dank zij een betere organisatie. worden uitgebreid. De opleiding zal (kunnen worden ver beterd. Met twee brandjes per jaar en wat schijnoefeningen houdt men zijn paraatheid niet op peil. Er zal voor iedere regionale brandweereenheid een oefen- gebouw kunnen komen, waar men de mensen familiair maakt met vuur. De nieuwe bevrijdingstheorieën zyn erop ge baseerd dat een brand van binnenuit moet worden aan gepakt. Dat moet een brandweerman leren durven. Uiteraard zal er een stille alarmering moeten komen. En alle gehaspel rond hulpverlening op de grote doorgaande autowegen, waar zuidwest-Nederland er voldoende van zal krijgen, zal tot een einde kunnen komen, Hoe vaak zijn er nu twee korpsen of juist een enkel, omdat juist in de nabij heid van de gemeentegrens een „crash" heeft plaatsgevon den", zo zegt de heer Ter Poorten. „De regionale oplossing zal veel doeltreffender zijnmaar oolc duurder. Men krijgt er echter veel zekerheid voor terug. Dat belangrijkwanneer men even het schadecijfer branden in 1968 bekijkt. Ruim een kwart miljard. Het jaar is nog niet op de helft, maar dit bedrag is al groter dan de totale som die in 1967 in vlammen opging. En men wordt er alleen maar armer door!" Voor 'n hoger brandbewustzijn brac: punten voor huis, werkplaats en k« toor. Zeg nooit: Wat kan er bij ons brand raken? Zelfs de massieis bouwwerken kunnen tot de grond I afbranden. Zyn alle nooduitgangen bekend? L er op dat ze niet in een onbedaeb zaam ogenblik door allerlei spulk worden versperd. Zorg dat trappenhuizen nooit n.t goederen worden volgestouwd. Liften zün géén betrouwbare vluch: wegen. Ze kunnen plotseling stilval len. Verlies bij het uitbreken van bra: niet uw tegenwoordigheid van get. Het hoofd koel houden geen pi- nick betekent meestal het redde van mensenleven(s). Voor bedrijven en kantoren geld netheid en overzichteiykheid is h beste middel om branden te voc In technische bedrijven behore werkzaamheden als arbeid met eiei triciteit, lassen, solderen en wrijvin tot de sterkste brandveroorzaken Blijf kalm bü brand. Probeer van il kook geraakte medebewoners of col lega's te kalmeren. Is er ergens brand jn een gebouw ge signaleerd, sluit onmiddellijk deuren en ramen. Jlierdoor vermijdt men 'luchttoevoer naar de brandhaard en houdt men rook buiten andere delen van het gebouw. Staan alle verwarmingsapparaten zo danig opgesteld dat ze voorwerpen in de buurt niet in brand kunnen ste- Wanneer een kachel niet direct wil branden, probeer dan niet het vuui met petroleum of benzine aan ti maken. Rook alleen daar. waar het is toegt- staan. Sigarcttepeukjes en afgebrau de lucifers horen thuis in vuurvaslt asbakken en niet in prullenmanden. In met rook gevulde ruimten kan men zich het best kruipend voortbewegen Dicht bij de grond is meestal noï voldoende lucht om in te ademen en het zicht nog het best. Een nat ge maakte doek voor neus en mond kan in deze toestand ook hulp bieden. Werkt men met brandbare vloei stoffen, houd er dan rekening mee dal de meeste al by normale tempera tuur brandbare dampen ontwikkelen Met lucht vermengd worden zU er: direct gevaar voor ontploffing. Sta niet nieuwsgierig rond te hang wanneer er ergens brand is uitgeb: ken. Probeer iets nuttigs te doen loop anderen, die daadwerkelijk hei pen, niet voor de voeten. Laat men rekening houden met Ik zoekers, wanneer er brand in bedrijf woning uitbreekt. Ze kennen de om geving niet voldoende en lopen ge vaar te worden vergeten. Weet iedereen hoe men de brandvvef moet waarschuwen? Weet het personeel waar de brand- blusapparaten hangen en hoe ze wor den bediend? Personen bij wie de kleren hebben vlam gevat, dienen direct in deken; mantels of doeken te worden gewik keld. In noodgevallen moeten zij over de grond worden gerold.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 8