De „Nee
ltje Jacoba"
is moe g
e worden...
mmÊtmÊÊÊÊÊÊÊÊÊÊmÊÊÊÊÊÊ
Voorlichtingsman van Tweede Kamer
„Er is nog steeds een lege ruimte
tussen de kiezer en het parlement'
ENTRALE, SEMI-ELEKTRONISCH,
VOLDOENDE TOT JAAR 2000
Mr. Van Thiel
vlugger terug
uil Indonesië
VRIJDAG 23 AUGUSTUS 1968
DE LETDSE COURANT
PAGINA 7
Stel je voor dat de Neeltje in een
dal duikt. Een paar seconden
gaat hij ontzettend snel naar
beneden, je lichaam wordt omhoog
gesmeten en je zweeft een
ogenblik achter het stuurrad, een
emmer water over je heen, de
riemen snijden in je oliejas en
je klapt met een ontzettende
kracht neer op de houten treden
onder je. Je zou gewoon van het
schip worden geslingerd, wanneer
je niet met riemen aan de wand
was gekluisterd
(Van een onzer verslaggevers)
IJMUIDEN De wind woei uit west tot
noordwestelijke richting met orkaan
kracht. De motor-reddingboot „Neeltje
Jacoba" werd om 5.45 uur gealarmeerd
voor het Zweedse stoomschip C. A. Banck,
dat noodseinen gaf. Het werd een zware
tocht voor de Neeltje Jacoba. Op de
terugreis naar IJmuiden sloeg stuurman
C. Koper overboord, een der motoren
stopte korte tijd, maar kon snel weer op
gang worden gebracht. Vervolgens werd
de stuurman opgepikt. Nuchter, zakelijk,
uit het jaarverslag van de Koninklijke
Noord- en Zuid-Hollandsche Reddingmij.
Leerlingen uit de vierde klas van de
Koppelstokschool te Amsterdam schreven
briefjes aan de bemanning van de
Neeltje Jacoba. Een kinderhand zette
deze regels op papier: „Toen ik vannacht
in mijn bed lag, zijn er dappere mensen
redders met een reddingboot naar zee
geweest en dan nog wel in die storm, dat
is niet zo leuk, maar toch hebben zij het
gedaan. Er is ook op de radio gezegd dat
de stuurman van de Neeltje Jacoba ver
dronken is. Maar hij heeft zich nog net
gered en nu gaan wij een briefje sturen.
Wij zijn trots op zulke mensenredders.
Wij moeten maar goed aan zulke mensen
denken, want dat zijn erg dappere
mensen
Dinsdagmorgen half tien. De visburcht
IJmuiderhaven is reeds een viertal uren ont
waakt en sleept zich voort naar het middag-
De grauwe hallen zijn tot berstenstoe ge
vuld met het goud van de zee. Aan de kop van
de bishaven dobbert eenzaam de reddingboot
Neeltje Jacoba; in tijden van nood een note-
dop op een woeste alles verzwelgende water
massa. Schipper Leen 't Hart staart naar de
contouren van IJmuiden zijn geliefde plaats
de 48-jarige IJmonder met de zee is ver
groeid. Leen 't Hart is schipper naast God
van de Neeltje Jacoba, wiens laatste dagen
worden geteld. Binnenkort wordt het kleine
scheepje, wiens grote daden met sierlijk gou
den krulletters in de boeken van de Koninklijke
Noord- en Zuid-Hollandsche Redding Mij. staan
vermeld, vervangen door een nieuwe moderne,
onder onbereikbaar voor de golven verborg,
waar zij zich verkleumd hebben kunnen war
men aan een slok rum en gestoken in de rood
baaien kleren van de NZHRM, nadachten over
een wonderlijke redding uit de klauwen van
de zee, zal na 15 september niet meer de strijd
aanbinden met het natuurgeweld. Na die dag,
vermeldt het rooster verplicht rusten voqr de
Néëltje Jacoba, waarvan' de Engfels'én "eens zei
den: „De beste reddingboot ter wereld", groot
gebracht door de stevige knuisten van zeelie
den die hun vak verstaan. Schipper Leen t
Hart staat aan het hoofd van een driekoppige
bemanning, die, wanneer bij de haven in IJmui
den de zwarte kegel met de zwarte vlag erbo
ven omhoog wordt gehesen, wordt aangevuld
met drie motordrijvers. De motordrijvers wer
ken zich elders in het zweet, maar wanneer de
storm over de Noodzee en IJmuiden raast, zijn
'cfe wakere mannen jop hun hoede: ledèi" ogen
blik kan de telefoon hen naar het flfotedopje
aan de kop van de havert'roepen, waar de
Neeltje Jacoba aan de touwen rukt.
Leen 't Hart stapte reeds vanaf 1959 als schip
per over het zwarte dek van de Neeltje Jacoba.
Zijn handen omvatten het houten stuur wanneer
hij vertelt: „Ik ben groot gebracht met de zee.
Mijn vader was visser en ik ging hem achter
na. Totdat ik in 1958 werd gevraagd voor de
bemanning van de Neeltje. Ik stond wanneer
het schip voor een redding de haven uitvoer,
altijd als haantje de voorste op de kade. Geen
regen kon je deren, de Neeltje moest je zien
uitvaren. En toen zat ik er zelf op. Een jaar
later in 1959 werd ik bij de grote baas geroe
pen. 't Hart, zei hij, wil je schipper worden?
Je bent een vakman. Ik gaf hem een hand.
Het was mijn handtekening voor altijd. Ik zal
mijn plicht doen. Geen golf kan de Neeltje en
Leen 't Hart en zijn bemanning temmen.
Een vreemde ervaring als deze man uit naam
van de bemanning meent te moeten zeggen
dat het redden van mensenlevens een sport is
geworden. De gevaren van een woeste zee waar
op een reddingspoging moet worden verricht,
zijn tot kinderachtige gevoelens gedegradeerd.
Schipper 't Hart: „De Neeltje is een goed ge
bouwd schip. Een zelfrichtende reddingboot.
Zinken kan ie niet. Als ie omslaat komt de
Neeltje altijd weer op zijn pootjes terecht.
Wanneer de zee te ruw wordt, verdwijnen we
allemaal in de vooronder, sturen we met het
tweede rad, maar je moet wel zeker zijn dat
alle gaten, waar water doorheen kan stomen,
zijn gesloten. Vergeet je een raam of gat tc
sluiten dan ben je er geweest. Gevaar is er
altijd, maar dit woord behoort in je woorden
boek niet voor te komen. Niet dat wij een stel
ongenuanceerde gevoelloze zeelui zijn. Je bent
zeeman of je bent het niet en wanneer je na
een redding de haven van IJmuiden binnen
loopt met aan boord een stelletje uitgehonger
de angstige drenkelingen, gaat er toch wel iets
door je heen.
Leen 't Hart wordt nog giftig als hij denkt aan
de matrozen en de kapitein, die onlangs wei
gerden van het schip te komen toen het een
slagzij maakte van 45 graden in een woeste zee.
Hij: „We dobberden daar rond en de kapitein
vertelde me, dat hij op het schip wilde blijven.
Maar ik ben toch blij dat je er bent. Blijf effe
hier. Je weet het nooit. Wij rondjes varen,
komt me daar een helikopter die alle beman
ningsleden van boord haalt. Had die kapitein
me daar even stiekum de marine gebeld of
zij een helikopter wilden sturen. Een maatre
gel, die ik niet kan waarderen. We zijn geen
kleine jongens die je zo maar kan wegsturen.
Daar kan ik me nou kwaad over maken, zegt
Leen 't Hart". Ziet de schipper van de Neeltje
enige concurrentie in de helikopters, wanneer
je over concurrentie mag spreken in dit geval.
Hij tilt er niet zo zwaar aan. 't Hart zegt:
„De jongens kunnen niet presteren wat wij
doen in een zware zee. Een helikopter is niet
in staat bij een zware storm redding te verle
nen. Laatst zijn we met zo'n ding de lucht tn
gegaan, die piloot zei ook tegen me: eens houdt
het op, we blijven aan de grond wanneer het
te gek wordt. En trouwens, wij moesten nog
oppassen voor de masten van het schip, want
de kabel kan verward raken in de touwen en
dan dondert ie zelf met zijn toestel de plomp
in. En dat is niet best. We zijn beste maatjes
met de jongens, daar niet van".
Schipper 't Hart heeft vele doodsstrijden van
schepen van dichtbij meegemaakt. De rubbe
ren band rond de Neeltje Jacoba, laatste stro
halm waaraan de verliezers van de strijd met
de zee zich aan kunnen vastklampen, is tallo
ze malen in aanraking gekomen met de huid
van een verloren schip. De redding van iedere
man vereist een staaltje van praktische zee
manskunst van de bovenste plank. Schipper
't Hart:
„Het is de kunst om zo dicht mogelijk bij het
scchip tc komen. Als je blU't dobberen dan «a
je er aan. Je moet het juiste moment kiezen
om als het ware door een golf te worden opge
nomen en langs het schip te glijden waarna
een drenkeling op ons reddingsnet kan sprin
gen en als je alle verzopen katten aan boord
hebt, is het nog niet so makkelijk om terug naar
huls te gaan".
We hebben motoren aan boord, die elk goed
zijn voor 120 pk. Maar de Neeltje mag niet
op topsnelheid varen. Het is een oud schip.
Een schip dat moe is. Enige tijd geleden sloe
gen er vijftien klinknagels uit de romp, dat
geeft me toch te denken. Uk laat hem dan ook
\a 38 jaar
f§trouwe dienst
-• voorgoed aan
de wallekant
nooit op volle snelheid varen. Levensgevaarlijk.
Maar je kan de gekste dingen meemaken. Het
is gebeurd dat de kop van het schip door een
golf werd weggeslagen. De Neeltje voelde geen
water meer onder zich en dook pardoes in het
gat van een volgende roller die met een or
kaankracht op de punt kapot sloeg en een brok
metaal meenam. Niets geen last. Dat geeft jq
een idee van de kracht van de zee". Schipper
't Hart kan zich niet heririneren' óöll te ïifn
gekanteld met de Neeltje. Hij: „We staan tij
dens een reddingstocht niet leren riemen aan
de wanden vast. Zou Je die touwen niet om je
heen hebben, dan wordt letterlijk de grond
onder je voeten weg geslagen.
Stel je voor dat dc Neeltje In een dal duikt
Een paar seconden gaat hij ontzettend snel
naar beneden, je lichaam wordt omhoog ge
smeten en je zweeft een ogenblik achter het
stuurrad, een emmer water over Je heen. de
riemen snijden in je oliejas en je klapt met een
ontzettende kracht neer op de houten treden
onder Je. Je zou gewoon van het schip worden
geslingerd, wanneer Je niet met riemen aan de
wand was gekluisterd
Hij vervolgt: „Vele mensen hebben geen Idee
van wat er allemaal komt kijken bij een red
ding. Je maakt het mee dat we er niet in zijn
geslaagd een paar mensen te redden. Dat schip
vergaat met huid en haar. De scheepskat in
cluis. Je gaat moedeloos terug, je kon niets
doen en de volgende dag hoor je hoe je de red
ding eigenlijk zou moeten hebben uitgevoerd
Achteraf praten is makkelijk. Gelukkig bezit
ik hier in IJmuiden een uitstekende plaatselij
ke commissie van de reddingmnntschappij,
die weten wat ze aan de bemanning van d>
Neeltje hebben. Ik houd or niet van om ach
teraf te praten, vooruit kijken dat is 't beste
Ik en de jongens zijn er bij geweest en er was
niets te redden".
Het is bekend dat de rapporten van de schip
pers van de Neeltje Jacoba uitblinken door so
berheid en kortheid. Schipper Van der Meuten
(bevelvoerder over de Neeltje van 1940 tol
1947) presteerde het een reddingsactie waar
door 19 mensen werden gered, ln een verslag
je van 250 woorden als strandingsrapport af te
doen, in de trant van een verhaaltje over een
rustige fietstocht. De plaatselijke commissie
schreef erbij: „Het konit ons voor de aandacht
te vestigen op de buitengewone pre-utile die-
bij deze redding door de bemanning van de
Neeltje Is geleverd.
De huidige bemanning van de Neeltje schuwt
het zoeklicht van de publiciteit. Talloze onder
scheidingen en geldbedragen zijn de vele ge
schenken van dankbare rederijen en geredden
Fanmail van overal uit ons land bevestigt het
vermoeden van schipper 't Hurt dat de blauw
wit geschilderde reddingboot een apart plaats
je heeft veroverd. Schipper 't Hart verheugt
zich op de overstap naar de nieuwe redding
boot, een meter langer dan do huidige. „Je
moet vooruit zien zegt hij, «taande op de open
brug van het schip", Ook met dat schip zullen
we proberen geen doden bij doden te brengen.
Een te hoge hulde aan zijn Neeltje Jacoba
waarvan hij is gaan houden.
„Maak het niet tc gek", schreeuwt hij
na, als
(Van een onzer verslaggevers)
DEN HAAG De 50-jarige R. Th.
in Berkel, voorlichtingsfunctionaris
m de Tweede Kamer kent het Neder
lands parlement van binnen en van bui
en. Tweeëntwintig jaar lang heeft hij
Is parlementair redacteur elf kabinet-
len komen en gaan. Honderden
Tweede-Kamerleden hebben tussen 1946
1 juni 1968 zijn al of niet kritische op-
nerkingen over zichzelf kunnen lezen,
dak onder zijn journalistischc ogen heb-
len zich de politieke drama's afgespeeld
an een Schermerhorn, een Stikker, een
e Sassen, een Hofstra of een Burger, een
De Kort, Marijnen of Cals R. Th. van
Berkel weet dus wat hij zegt: „Er was
en er is nog steeds veel onbegrip over
de politiek, over het parlement. Er was
en er is nog steeds een lege ruimte tus
sen de kiezer en de Kamer".
Hij zegt dit sinds 1 juni van dit
jaar als voorlichtingsfunctionaris van
de Tweede Kamer. Een totaal nieuwe
functie in het Nederlandse parlemen
taire leven. „Er ontbreekt nog veel,
maar de bezoeker mag geen naamloze
meer zijn", redeneert de nieuwe func
tionaris in zijn riant voorlichtingsbu
reau van de Tweede Kamer. Enorme
wandtapijten bedekken de-muren. Een
bureau, een gigantische vergadertafel,
een gezellig zitje staan gereed om de
bezoeker van dienst te zijn.
Wat en waarom?
Hel is allemaal nog onontgonnen ge
bied over de voorlichting in en van de
Tweede Kamer. Van de televisie kennen
we intussen wel een aantal Kamerleden.
Maar wat zeggen zij precies, wat be
doelen ze ermee? Waarom zitten er
dikwijls zo weinig Kamerleden in de ver-
Europese telefoonprimeur in Rotterdam
Voor tweede centrale
ook Den Haag op lijst
(Van i
ROTTERDAM Gedwongen door het
iel uitbreidende telefoonverkeer inves-
dc PTT momentcel miljoenen in de
van nieuwe centrales. Omdat de
in gebruik zijnde gebouwen hun
laximale capaciteit hebben bereikt,
'orden tweede centrales opggebouwd in
msterdam, Den Haag (Bezuidenhout),
otterdam en Haarlem. Van dit viertal
Rotterdam nu bogen op een Euro-
primeur: de eerste scmi-elektro-
sche verkeersceutrale.
In de omgeving van de Rotterdamse
aalhaven is inmiddels het nieuwe tele-
mmunicatiegebouw klaar gekomen,
rwijl een begin is gemaakt met de in-
allatie van de apparatuur. Het zal niet-
min tot medio 1970 duren voor déze
'eede centrale in gebruik kan worden
nomen. Hoewel het semi-elektronische
steem, ontwikkeld en gemonteerd door
Zweed Leiv Ericsson, enige voordelen
left boven de gangbare vol-automa-
schc apparatuur zal alleen de Rotter-
centrale hiermee worden uitge-
ïst. Naar verwachting zal het aantal
foutieve verbindingen als gevolg van
storingen in de apparatuur door het elek
tronische besturingsapparaat worden
teruggebracht. Naar schatting wordt
thans in het lokale verkeer in twee van
de duizend gevallen een verkeerde aan
sluiting tot stand gebracht door tech
nische fouten. De abonnees zelf zouden
echter niet minder dan zeven op de hon
derd keer een verk<
De PTT baseert dit aantal op de ge
gevens van een aantal beëdigde „af-
luisleraarslers" die steekproefsgewijs het
begin van een aantal gesprekken af
in het interloale verkeer ligt het aan
tal storingsfouten op omstreeks één pro-
gent, terwijl in hel internationale tele
foonverkeer zelfs zo'n vier- tot vijf-
fouten per honderd pogingen worden
geteld.
De Rotterdamse centrale zal volgens de
ramingen van experts tot het jaar 2000
groot genoeg blijven. In 1970 zullen tege
lijkertijd 2400 lijnen (in- en uitgaande)
in bedrijf kunnen zijn, welk aantal jaar
lijks met ongeveer duizend lijnen zal
worden opgevoerd tot een maximum van
36.000 is bereikt. Storingen in de appara
tuur kunnen zeer snel worden opge
spoord en verholpen. De prijs van deze
primeur liegt er niet om: meer dan 200
miljoen gulden.
(Van
DEN HAAG De voorzitter van de
Tweede Kamer. mi'. J. F. M. van Thiel,
heeft het parlement donderdagmiddag
telegrafisch laten weten, dat hij in ver
band met de internationale toestand
woensdag 28 augustus in Nederland te
rug zal zijn. Hij reist zonder onderbre
king rechtstreeks door van Djakarta
naar Nederland, direct na het beëindigen
van het Nederlands parlementaire be
zoek aan Indonesië. Of de delegatie in
haar geheel eveneens woensdag terug
keert is niet bekend. Volgens het pro
gramma staat namelijk nog een bezoek
van enige dagen aan Bangkok op het
reisprogramma.
De speciale zitting van de Tweede Ka
mer op dinsdag 27 augustus staat onder
leiding van drs. G. Nederhorat, tweede
voorzitter van de Kamer.
gadering? Waarom lezen ze rustig hun
krant, wanneer een collega staat te
praten? Waarom al die stemmingen,
dat heen en weer geloop naar elkaar en
die ruzietoon, die sommige Kamerleden
maar niet kunnen afleren. En waarom
altijd maar weer „geachte afgevaar
digde" tegen elkaar, terwijl het èr meer
op lijkt of ze hun tegenstanders veel
liever ln de boksring of op de karate-
mat willen ontmoeten?
De gekste vragen zijn er in de loop
van de jaren over ons parlement ge
steld.
Voorlichtingsfunctionaris Van Berkel
kent ze langzamerhand na 22 jaar er
varing „aan de andere kant van de ta
fel" ook wel: maar: „de dynamiek ii
de Kamer is veel groter geworden. De
onderwerpen zijn sinds 1946 ernorrr
specialiseerd en heel anders dan vroe
ger. Ze zijn niet meer te vergelijken
met wat ons in 1946 beroerde. Kwantita
tief en kwalitatief is 't allemaal veel be
ter geworden".
De bezoeker heeft daarvan nioit zo
veel gemerkt. Misschien wel de vaste
klant, de politieke fijnproever. Maar ze
ker niet de toevallige aanloper, die in
Den Haag sight-see-erig ook nog even
hel Kamergebouw binnenloopt.
Geen naamloze
R. Th. van Berkel: Ik ga de Kamer
agenda beschikbaar stellen met een kor
te samenvatting van onderwerpen die
behandeld worden. Misschien komt er
een foldertje, een brochure, film, een
plattegrond. Het moet allemaal nog
groeien. Goed. Misschien is het nodig
er oen Kamerlid bij te halen, als de
vragen me ertoe dwingen. Graag zelTs.
Want nogmaals: de bezoeker mag geen
naamloze blijven. „Ik wil ook contacten
gaan leggen tussen maatschappelijke
groepen en Kamerleden. Het moet na
tuurlijk we) algemeen zijn. Met partij
politieke kwesties kan ik me niet inla
ten. Die gaan dooi naar de Kamerfrac
ties. die er zelf veel beter weg mee we
ten. Hel wordt op den duur een flinke
portefeuille, daarvan ben ik nu al over
tuigd".
De sfeer, de bereidheid is er zeker in
het parlement voor dit soort zaken de
ze moderne openheid. „Er Ir een veel
grotere openheid gekomen ook bij de
Kamer" heeft de heer Van Berkel al
Lnggoconstateerd. Hij „al van deze be
reidheid waarschijnlijk wel een gepast
gebruik weten te maken. Want in het
parlement leeft wel Iets meer, dan wat
Lui"> Den Uyl, Schmelzer, Biesheuvel
of Toxopeut en voor vele middelbare
scholieren mr. Hans van Mierlo te ver
tellen hebben. Er is tenminste een uit
gebreid kabinet van ministers en Kamer
leden; er zijn 150 Tweede-Kamerleden
die commissievergaderingen houden,
openbare zittingen beleggen, honderden
puglna's moeilijke Kamerstukkon bestu
deren, bezoekers in de vele spreekka
mertjes ontvangen cn soms bijzonder
graag voor volle tribunes debatteren.
Vooral als bet gaat om links ol recht4,
om meer loon, al of niet meer belasting VoorHohttngsman R. Th, van Berkel
om de vriendschap van kablneüon-Cals voor het gebouwdat hij moet gaan
of De Jong en zulk soort politieke za- ..verkopen".
ken.
„Ik moet voor de bezoeker orde pro- Hij heeft er recht op te weten hoe en
beren te scheppen in de chaos, die het wat het allemaal li. Maar zeker is In-
parlement soms voor hem schijnt te tussen ook. dat de gerichte belangstel
en. Dat op zichzelf te al belangrijk. I ltng groeit", zegt do heer Van Berkel»