HOOGOVENS VIJFTIG JAAR VECHTEN VOOR VEILIGHEID IS 6500 ONGEVALLEN PER JAAR VEEL? VOOR GROTE BRAND WONDEN ZIJN WE NIET BANG MEER" IJMUIDEN „Als Ik spreek over veiligheid, haal ik er altijd dat mopje bij van de bijziende pastoor, maar ik weet niet, of u het in de krant kunt zetten. Ja? Nou: die bijziende pastoor rijdt op een zomerse dag op zijn fiets over een landweggetje. Hij ziet iets bewegen in de struiken, stapt af en vindt twee jongelui. Wat jullie aan het doen zijn, weet ik niet, zegt hij, maar jullie hebben in ieder geval goed weer. Zo is het met de veiligheid ook. We weten niet precies, wat en hoe, maar we heb ben het weer mee. Er zit vooruitgang in en dat geeft moed". Vijftig jaar Hoogovens IJrauiden bescheiden feestviering dit najaar betekent naast allerlei andere facetten, men bij de kop zou kunnen nemen, vijftig jaar vechten tegen de onveilig heid, aanvankelijk met onwennige plaagstootjes, maar nu in verbeten ernst, met de karate-slag. G. Wijn schenk, adjunct hoofd van de 20 man sterke veiligheidsdienst, die bevordert, dat de 18.500 werknemers van Hoog ovens 's avonds heelhuids naar huis gaan, filosofeert er met verve over. „Wij behoren tot de zeer zware indus trie", zegt hij. „Wij werken met hete stoffen, zware stoffen, scherpe stoffen, met logen en zuren, met gassen en dampen. Er wordt in drie-ploegendienst dag en nacht gewerkt. Onder zulke om- itandigheden zijn ongevallen niet on- i denkbaar. Een groot aantal van onze personeelsleden loopt risico's de I lormale, die aan elke arbeid verbonden r sjn, en specifieke. Neem het verkeer pp ons 800 ha grote terrein. Wij vervoe- ren per jaar meer tonnen dan de Ne derlandse Spoorwegen, wist u dat? Wij hebben hier duizend spoorwagons rond rijden en vijftig locomotieven. Er ligt J80 kilometer rails, waarin 220 onbe waakte overwegen zitten. Dan hebben we 50 kilometer wegen, waarover da gelijks 500 vrachtauto's crossen en 5500 auto's van personeelsleden, die met eigen vervoer naar hun werk komen. We zijn een complete stad met een verkeersproblematiek, die er niet om liegt". Om bij die specifieke problematiek van Hoogovens te blijven het officieel orgaan van het Verbond voor Veilig Verkeer schreef er in zijn Juninummer als volgt over: „Er zijn geen halve maatregelen genomen. Men heeft dui delijk kosten noch moeite gespaard om het kwaad zo goed mogelijk met wortel en tak Uit te roeien. En daarin onder- Niet zo maar een kraan, deze mastodont bij Hoogovens. Met name de cabine ervan werd dus danig ontworpen, dat de bestuur der praktisch geen fout meer kan maken. Dit met name, omdat zijn lichamelijke en geestelijke belas ting zijn ingecalculeerd. scheidt Hoogovens zich toch wel van heel wat steden van gelijke omvang. Men heeft allereerst de bedrijfs-ver- keersongevallen geanalyseerd en toen gevonden, dat slippen (vooral van brommers), geen voorrang verlenen, in halen en passeren, achteruitrijden, kop- staartbotsingen en slippen in de rails in deze volgorde van belangrijkheid als oorzaken konden worden aangemerkt. Vervolgens is, gewapend met deze ken nis, het wegennet onder de loupe geno men. Trottoirbanden werden vervan gen door slipranden, waardoor meteen bromfietsers al minder gevaar liepen. Bestudering van alle kruisingen en splitsingen had tot resultaat, dat negen aansluitingen werden veranderd, waar mee een duidelijk, overzichtelijk we gennet ontstond. Er kwamen veel par keerplaatsen, zodat parkeren op de rij baan niet meer nodig was. Er werd een duidelijke, heldere belijning aange bracht". Voeg hierbij de intensieve ver- keersvoorlichting middels brochures en cursussen aan het personeel en de con trole die de bewakingsdienst uitoefent op de staat van de voertuigen, die de fabriekspoorten passeren, en het schou derklopje, dat Hoogovens van het Ver bond voor Veilig Verkeer krijgt, lijkt meer dan verdiend. Ook de loftrompet der resultaten altijd de beste maat staf is welluidend. In 1965 kwamen er bij Hoogovens 316 verkeersongeval len voor, in 1967 nog maar 232. In 1965 waren er 74 bedrijfs-verkeersongeval- len, die 25 of meer dagen verzuim pet man kostten, in 1967 nog maar 22. veiliger dan op straat Over de veiligheid in het algemeen zegt Wijnschenk: „Er is natuurlijk ver schil tussen een vuiltje in het oog en een calamiteit, zoals toen een groep bezoekers bij een soort eruptie in de oxystaalfabriek door het rondvliegen de gloeiende metaal werd getroffen. Maar goed: de leek vindt ons ongeval- lencijfer nogal hoog staat er scep tisch tegenover. Dat beeld verandert, als je het betrekt op het aantal mensen Toen ik hier in 1953 kwam, waren er 7500 uitvoerende mensen (het woord arbeiders kennen we niet meer) en 23.000 ongevalsmeldingen in de ver- bandkamer. Dat is in 1967 gedaald tot 6500 ongevalsmeldingen, terwijl het aantal uitvoerende mensen is gestegen tot 13.000. U zult zeggen: het blijft een geweldig aantal en dat is ook zo. Maar als je de KSG-cijfers neemt, steken we bepaald gunstig af. Bij ons komen vol gens de laatste statistiek 69 ongevallen voor per miljoen gewerkte uren tegen in Duitsland 98, in België 107, in Italië 102, in Luxemburg 115 en in Frankrijk 67. Zo bekeken kun je bij wijze van spreken stellen, dat het in ons bedrijf veiliger is dan op straat". De bedrijfsongevallen blijken bij ana lyse de volgende oorzaken te hebben: eerst vallen; dan het niet gebruiken van de persoonlijke beschermingsmid delen (waaraan Hoogovens per jaar ongeveer een miljoen uitgeeft) en het kiezen van een onveilige plaats of hou ding; op de derde plaats het gebruik van verkeerd gereedschap. De veilig heidsdienst (met zijn budget van een half miljoen voor salarissen en propa ganda) werpt ertegen in de strijd vei ligheidsfunctionarissen in alle afdelin gen plus specialisten, die alles weten van persoonlijke beschermingsmidde len, nieuwbouw, verkeersproblematiek, chemie en propaganda. Wijnschenk: „We proberen de leiding van het be drijf van hoog tot laag te stimuleren. Onze taak is hoofdzakelijk: adviseren, controleren en irriteren. Door onze studie van alle facetten van de veilig heid zijn we een vraagbaak geworden voor mensen op elk niveau. Dat is de enige goede kant van een ongeval: je kunt ervan leren. In theorie lijkt het heel simpel. Je neemt gewoon de oor zaak weg Maar in de praktijk is het moeilijker. Je hebt te maken met mensen met al hun gedragingen en wispelturigheden". Via de wissel van deze opmerking naar dr. C. J. de Wolff, chef over de 12 psychologen, die bij Hoogovens werk zaam zijn. Zijn afdeling besteedt 50 percent van zijn inspanningen aan de selectie en plaatsing van mensen plus 20 percent aan sociaal-psychologisch onderzoek, zodat er weinig ruimte over blijft voor het graven naar de psycho logische kant van de veiligheid, maar hij houdt zich er toch wel mee bezig. „Er is een beroemd verhaal", zegt hij, „dat er mensen zijn, die van nature ongelukken aantrekken. Geboren brok kenmakers, zeg maar. En inderdaad zie je, dat bepaalde mensen in een jaar zeven of meer ongevallen krijgen tegen andere mensen géén. Als je die brok kenmakers uit-selecteert, ben je een stuk verder, zou je zeggen. Maar in de praktijk blijkt dit absoluut niet waar te zijn. We hebben in de walserij West nagegaan, wat er zou gebeuren, als we alle mensen vervingen, die in een bepaald jaar een ongeval hadden gehad. We kwamen tot de conclusie, dat het ongevallencijfer dan wel wat zakte, maar de prijs, die je betaalde, was te hoog: meer dan de helft van de mensen zou vervangen moeten wor den. Toen hébben we de mensen niet meer dan vier ongevallen genomen. Dat was maar een paar percent van het geheel en het had geen effect op het COMPLETE STAD MET VERKEERS PROBLEMATIEK DIE ER NIET OM LIEGT ongevallencijfer. Hetzelfde beeld, toen we de mensen uit-selecteerden, die ten gevolge van een ongeluk thuis haddan moeten blijven. Als je er bovendien nog rekening mee houdt, dat de kans op een ongeval op een grote afdeling niet overal even groot is, blijft er van de gedachtergang, dat je er bent, als de brokkenmakers uit-geselecteerd wor den, bar weinig over. 80 percent van de ongevallen wordt veroorzaakt door 10 percent van de mensen. Maar het volgende jaar ook alleen zijn het dan andere mensen, die de brokken maken. Je moet de ongevallen en hun oorzaken niet op één hoop vegen, maar proberen, voor allerlei types ongeval len oorzaken te vinden. Dan kun je misschien voor bepaalde categorieën ongevallen oplossingen vinden". veldafhankelijkheid Dr. De Wolff komt vervolgens met in teresse te spreken over een laborato riumproef, waarvan hij uit de vakli teratuur kennis heeft genomen. Het betreft een experiment met een ver- keerssimulator, waarbij de man achter het stuur in de (per televisie natuur getrouw nagebootste) verkeerssituatie wordt geconfronteerd met een plotse ling overstekende voetganger. De proef had tot doel, na te gaan, of de reactie snelheid inderdaad wordt beïnvloed door wat met een duister woord heet „veld afhankelijkheid". Zéér globaal vertaald komt deze term hierop neer. Sommige mensen kunnen zichzelf als maatstaf nemen bij het beoordelen van een situatie. Andere mensen niet die hebben er de omgeving bij nodig; ze lijden aan „veldafhankelijkheid". Vrou wen zijn er meer aan onderhevig dan mannen. Wat de laboratoriumproef be treft: inderdaad bleken veldafhanke lijke mensen minder snel op een on verwachte verkeerssituatie te kunnen reageren dan de anderen ergo: zijn onder bepaalde omstandigheden min der geschikt als chauffeur. Dr. De Wolff: „Op dit terrein ligt er misschien oen grote taak voor de veiligheidsbe vordering. Maar wij zijn daarvoor te klein als dienst. Wij kunnen slechts terugvallen op het onderzoek, zoals dat in de hele wereld plaats vindt in grote, gespecialiseerde instituten en kijken, of er aangrijpingspunten liggen voor ons werk hier. Dé grote mogelijkheden om de veiligheid te bevorderen liggen vol gens mij bij de beschermende maat regelen en natuurlijk bij de ergono- arbeidsleer De grote Van Dale vertaalt dit laatste -voord als „arbeidsleer" ofwel „de leer van de wederzijdse aanpassing van mens en werk en van het juiste ge bruik van de menselijke arbeidskracht' Een hele mond vol. die door S. Schol- tens. Ingenieur nieuwbouw, ergono mische adviezen bij Hoogovens, aldus wordt verduidelijkt: „Mijn haren gaan overeind staan, als ik hoor: er moet ergens een knopje bijkomen, want het betekent: er kan weer een vergissing méér gemaakt worden. Neem die be stuurbare tang voor kranen Daar kun je een aparte bediening voor ma ken, maar het is beter, de bediening te incorporeren in het bestaande systeem. Een vergissing betekent risico voor de man, die hem maakt. Iedere tik, die een man krijgt, is de inleiding voor een vol gende tik. Op de duur maak je hem ongeschikt voor zijn taak. Wat die bestuurbare tang betreft de bedie ning ervan simpeler te maken, kostte 3000 gulden per stuk, maar daar wordt hier bij Hoogovens niet over gepraat. Onze instelling is: er moet een optimale relatie zijn tussen mens en machine in de meest ruime zin. Wij zijn er niet alleen om centjes te verdienen, wij zijn geen slavendrijvers. Wij realiseren ons, dat een man van zijn vijftiende tot zijn vijfenzestigste een zinvolle taak moet hebben. Mede van die instelling gaan wij uit bij de ergonomie. Ge- hoorsbeschadigingen zijn in de zware industrie verre van ondenkbaar. Zij tasten tenslotte ook het gebied van de spraakverstaanbaarheid aan. De man wordt erdoor in zijn meest intieme om geving beïnvloed. Je kunt wel je tele visie harder zetten, maar niet je vrouw. Nu kan men als industrie redeneren: doof? lekker, dan hoort hij het la waai niet meer. Maar mensen, die doof zijn, ervaren de levenssituatie heel an ders dan gezonde mensen. Ze gaan aan spanningen leiden, die hun wezk niet ten goede komen. Aoh, de continuïteit van het bedrijf is natuurlijk ook in het geding. Als bij Hoogovens iedereen doof werd, zouden we geen personeel meer kunnen krijgen. Je stelt in het algemeen altijd: bescherming tegen ge varen is essentieel voor de man én voor het bedrijf, want als een man zich niet veilig voelt, kun je de bediening wel vergeten dan doet ie het een voudig niet". ergonomische neus Met deze theorieën gevechtsklaar bij de hand steekt ir. Scholtens zijn ergo nomische neus in de zaken van Hoog ovens. Om mentale en lichamelijke be lasting en alle slijtage van dien zo veel mogelijk te voorkomen heeft hij onder meer een standaardkraancabine ontworpen, waarmee meer dan de helft van de ruim 200 kranen, die Hoogovens in bedrijf heeft, al zijn uitgerust. Bij de ontwikkeling ervan hebben vragen meegespeeld als: hoe kunnen we ervoor zorgen, dat de machinist altijd uitzicht heeft op de last; welk soort glas moe ten we gebruiken om het gevaar van verblinding te voorkomen; hoe maken we een dusdanige stoel, dat hij geschikt is voor iedere lichaamslengte en dat hij de overbelasting van de wervelko lom tegengaat; welke klimaatsregeling moet erin; welke hoek moeten de han dels van het bedieningssysteem hebben en hoe moeten ze aanvoelen? Ga zo maar door. Ir. Scholtens: „Bij de bouw van de nieuwe Hoogoven 6 hebben we vanaf het begin de gesprekken over de methodiek van de besturing gevolgd, en uiteindelijk uit drie mogelijkheden de oplossing gekozen, die ergonomisch de beste was. Bij de bouw van de Oxystaalfabriek 2 hebben we een ma quette gemaakt om te zien, hoe de rela tie mens-machine optimaal verwezen lijkt kon worden. Voor Warmband 2 hebben wo zeer consequent stuurhui zen ontworpen op basis van de bedien- baarheid. We hebben eerst gezegd: waar zetten we het oog van de man, die straks de apparatuur moet bedie nen, zodanig, dat hij zijn taak globaal kan verrichten. Om dat oog heen, om de man heen, waarin dat oog zit, heb ben we vervolgens de lessenaars ont worpen en daaromheen weer de stuur huizen, Er komen heel simpele dingen bij kijken bijvoorbeeld de vraag: hoe worden de ruiten zo gemakkelijk mogelijk schoongehouden, maar het is belangrijk, want vuile ruiten vermin deren het zicht en vormen een poten tieel gevaar. Je moet. kunnen zien, wat je moet kunnen zien dat lijkt op een open deur, maar hij kan niet vaak genoeg worden ingetrapt. Wij gaan op de stoel van de man in kwes tie zitten en proberen er een situatie omheen te scheppen, die rekening houdt met zijn optimale belastbaarheid Ik spreek over „wij", maar ik wil be paald niet zeggen, dal de ergonomie een specialisme is, dat alle facetten als totaal beheerst. De mens-machine relatie is een multidisciplinair gebeu ren. De psycholoog komt eraan te pas. de man van de veiligheidsdienst, de geneeskundige dienst „We zijn bij Hoogovens tien jaar geleden heel doelbewust met de ergonomie be gonnen", zegt prof. J. de Groot. „De achtergrond was, dat wij als bedrijfs artsen aankeken tegen situaties in de fabriek, waarvan wij zeiden: hier kan met minder inspanning meer produktie worden bereikt". Hij is buitengewoon hoogleraar ln de arbeidsfysiologie en -hygiëne ln Delft en leidt bij Hoogovens de geneeskundige dienst, die onder meer beèohHel ovwr ach* arteen, dertien Hoogoven: IJmuiden, vijftig jaar oud, 800 ha. groot, 150 schoor stenen rijk, jaarlijks 6500 onge vallen onder de 18.500 werknemers. bandmeesters, twee verpleegsters, twee masseurs, twee analysten, drie am bulances, twee verbandkamers, die in vier-ploegendienst dag en nacht be zet zijn, en een budget, dat in de buurt van het miljoen komt. „Ons raakpunt met de ergonomie is, dat wij er het harde feitenmateriaal voor aan dragen. Wij doen enorm veel aan het onderzoek van onze personeelsleden. Vorig jaar hebben we bijna 4000 nieuwe personeelsleden gekeurd. Ons bedrijfs- De personeelsleden, die we willen on derzoeken, krijgen tijdens hun werk elektroden op de borst, die verbonden zijn met een zendertje, dat ze op zak dragen. Buiten, in een kampeerwagen, zitten wij met de meetapparatuur. Zo kunnen we nagaan, hoe de arbeidsbe lasting in werkelijkheid ligt; waar het werk anders georganiseerd moet wor den; waar bescherming nodig is tegen een te hoog tempo. Enerzijds is de mens een energieleverend en informa tie-verwerkend onderdeel van de fa briek. Anderzijds verander je aan de mens niet veel. Welnu: richt dan de fabriek zo in, dat de mens als onder deel van het systeem een optimale prestatie kan leveren. Daarom is de ergonomie in essentie een samenspel tussen de bedrijfsorganisatie, de con structeur, de arts en de psycholoog In een bedrijf met een ongevallencijfer van 6500 per jaar bijna 18 per dag heeft de geneeskundige dienst uiter aard nog andere dan ergonomische be slommeringen. De drie ambulances en de permanent bezette verbandkamers zijn er niet voor niets. Ook de onge vallenchirurg niet die ln het ziekenhui» van Beverwijk dag enn acht voor Hoog ovens klaar staat, mocht het nodig zijn. Prof. De Groot daarover: „We hebben een heel nauwe samenwerking met hem. Hij is een specialist in brandwonden, die hier helaas nogal eens voorkomen. Hij heeft grote ervaring met vroeg tijdige huid-transplantatie. Vroeger vond pas transplantatie plaats, nadat de wond was gesloten. Bij de nieuwe methode wordt soms reeds enkele uren na het ongeval de verbrande huid ver vangen. Het voordeel is, dat de patiënt onmiddellijk in een betere conditie komt te verkeren. De wond wordt nu meteen gesloten en later blijft dc be ruchte samentrekking van de littekens weg, die vooral bij diepe brandwonden optreedt en die in de buurt van ge wrichten hinderlijk kan zijn. De me thode van de vroegtijdige transplantatie spreekuur, waarop iedere werknemer welkom ie, die meent, dat zijn gezondheid benadeeld wordt door zijn arbeid, trok vorig jaar 5000 be zoekers. Iedereen, die 50 jaar wordt, krijgt het verzoek, zich vrijwillig te laten onderzoeken en kan zich daarna om de 3 jaar helemaal na laten kijken. bijna 100 percent Het deelnemingspercentage aan doze keuring is 99,9 percent. We zouden niet moeten wagen, ermee op te hou den en de ondernemingsraad wil eigen lijk, dat we al beginnen bij de 45-jari- gen. Dan is er het onderzoek, dat zich richt op mensen, die aan gevaren zijn blootgesteld de werkers in dc ben- zolfabriek krijgen om de drie maan den een keuring; werknemers, die in een lawaaierige omgeving komen te werken, na eon jaar on vervolgens om de vijf jaar, Wo onderzoeken mensen met zodanig werk, dat ze ongelukken kunnen veroorzaken, als ze niet ge zond zijn dénk aan chauffeurs, kraandrijvers, locodrijvers. Dat ge beurt om de drie jaar. Dan is er het jaarlijkse borstonderzoek. Ik durf zeR- gen, dat wij redelijk op de hoogte zijn van de gezondheidstoestand van al onze 18.500 werknemers. Het punt is: dit zijn allemaal de gebruikelijke onder zoeken ln riist, maar je kunt de condi tie van een mens niet altijd goed be kijken als het lichaam niet in functie is. En wij zijn nu juist geïnteresseerd in de functionele kant, met name van liet hart- en vaatsysteem en van de longen. Het is ideaal, als je kunt kijken hoe gaat het nu tijdens het werk zelf, hoe werkt het lichaam, als het onder druk staat en waar liggen de pieken ven de belasting? Daarom werken we sinds een pa» jaar mei de telemetri* Een van de werknemers van Hoogovens (arbeiders kent men er niet meer) toont enkele hulp middelen, die hem bijstaan in zijn gecompliceerde opdracht, om 's avonds weer heelhuids thuis te komen. is niet hier ontwikkeld, maar dr. Her mans is in ons land wel een van de eersten geweest, die hem heeft toege past. Het vergt vrij veel ervaring de chirurg moet het wagen. De normale gedachte bij brandwonden 'is: doe nou niets. Maar bij gevallen, waar 30 en soms 40 percent van de huid verbrand is bijna altijd, als de kieren vlam hebben gevat is de methode levens reddend. De sterfte kort na een ongeval is bij ons dan ook enorm gereduceerd. zie volgende pagina

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 9