heimwee langs de vloedlijn van southend theo laseroms: veel geld verdienen! vQetbalkrant seizoen 1968-1969 ,-S> ■4F „Als u in mijn hart kon kijken, zou u zien dat ik terug wil komen. Terug in het voetbal, dat het grootste deel van mijn leven heeft beheerst. Ik ben er te lang bij betrokken ge weest. Je raakt het niet meer kwijt. Zoiets gaat in je bloed zitten". Woorden vol heimwee van een vergeten man. Eens was hij de trainer van het Nederlands elftal, leidde hij het Rotterdamse Sparta tot in de hogere sferen van het Europese beker voetbal. Denis Neville, de ronde Brit met het onafscheidelijke splitjasje, hééft zijn herinne ringen. Twee jaar geleden verliet hij Neder land om zich als een vermoeid en ontgoocheld man te vestigen in de Engelse badplaats Southend. Voetbal, dat hij toen eenvoudig niet meer kon zien, stuitert weer volop in zijn ge- dachtengang. De koorts is terug. En in zijn 52ste levensjaar denkt Denis Neville voort durend aan een come-back. ,,Ik ben, geloof ik, te sentimenteel en daar om lang niet altijd versgandig geweest". De- nis Neville staart peinzend door 't grote raam van zijn flat naar de blauwe hemel boven Southend. Zijn woorden klinken als 'n beken tenis. Ze hebben onmiskenbaar betrekking op de sombere finale van zijn verblijf in Neder land. Het Haagse Holland Sport was toen zijn grote struikelblok. De club, die onder Cor van der Hart triomfantelijk de eredivisie heeft be reikt, verkeerde met Neville in voortdurend degradatiegevaar. De trainer kreeg de vol le laag, vooral toen hij ïich liet overhalen voor een dubbele functie: trainer van Holland Sport en coach van het Nederlands elftal als opvol ger van Elek Schwartz. Neville is nu graag bereid om toe te geven dat dit niet verstandig is geweest. ,,Men deed een beroep op mij en ik wilde niet wijken. Ik genoot het volle res pect van de KNVB en wilde dat waarmaken. Het is mis gegaan. Maar het is onzin om te zeggen dat ik daarvoor verantwoordelijk was. Er zat meer achter, wat dacht je. Maar na twee jaar wil ik echt niet meer terugvallen op die nare dagen in Den Haag. Dat heeft ook geen enkele zin". De zomerse drukte van Southend, de zilte Nog geniet Denis Neville, na twee jaar Engeland, van zijn Rotterdamse tijd. „Ik had pooit bij Sparta weg moeten gaan. Dat ikras het begin van het einde". zoeken naar antwoord op allesbeheersende vraag: een club of een pub cockels van 't viskarretje bij de wandel de zee, de bootjes en de meeuwen, het e huis met de keurig bijgehouden tuin en Nevilles wereldje van vandaag. waren zijn vrienden. Zij zijn zijn vrienden gebleven. Brieven en telefoontjes vormen daarvan het bewijs. op z n best „In Nederland heb ik mijn leukste tijd gehad. Toen ik mijn carrière als profvoetballer bij het Londense Fulham had beëindigd en de oorlogsjaren voorbij waren, ben ik via het Deense Odense, het Italiaanse Atalanta en Berchem Sport in België naar Nederland ge komen. Ik kwam bij Sparta op een zeer goed moment. Van het amateurisme ging men over op semi-beroepsvoetbal. Dat gaf de trainer nieuwe mogelijkheden. In deze sfeer heb ik bij Sparta fantastisch kunnen werken. Het bestuur stond altijd achter me. En de resul taten zijn er uitgekomen, nietwaar? Ik zie me nog met de ploeg naar Glasgow reizen om •voor de Europa Cup tegen de Rangers te spe len. Thuis in Rotterdam, hadden we met 32 verloren. Wij waren in de hel van Ibrox- park de „underdogs"; begrijp je?" assisteren Een van Nevilles vele herinneringen. En te gelijkertijd een onvergetelijk hoofdstuk uit de geschiedenis van Sparta. Een sterk en wilskrachtig Sparta met een Neville op zijn best. Hij nam toen intuïtief de enig juiste be slissingen. Bij aankomst leidde hij zijn ploeg niet naar Glasgow, maar naar het afgelegen dorpje Balloch, op een uur rijden van Glas gow. De wind gierde er om het kleine knusse hotel, waarin bestuur en spelers hun intrek hadden genomen. Neville had het zo gewild, uit de drukte van de stad, ver weg van de voetbalfans met hun eeuwige gezeur. In de ze passende omgeving smeedde Neville zijn plan. Dat de regen in stromen omlaag kwam en het aangrenzende Lomondmeer onstuimig tegen de oe"ers klotste, drong nauwelijks tot hem door. Hij besloot tot een hardnekkig ver zet in de eerste faze van de strijd, waarbij laij, als geleid door zijn intuïtie de Volendam- mer reus Jannie Schilder verving door Ville- Denis Neville: schoon genoeg van de stilte, de krijsende meeuwen en de wan- delpier van Southend. rius en een alles-of-niets-spel in de laatste faze van de wedstrijd. Jan Villerius werd de grote held van de Rotterdamse afweer en Ton nie van Ede scoorde het doelpunt waarmee Sparta historie maakte en Nederland voor het eerst in de ban van de Europa Cup kwam. Voor Denis Neville was dit het hoogtepunt, een erkenning van zijn bekwaamheden als coach en manager in de hem zo vertrouwde Britse voetbalomgeving. „Ik had nooit bij Sparta weg moeten gaan. Ik was daar thuis en had het naar mijn zin. Feijenoord kwam met een geweldige aanbieding. Sparta haalde me over om nee te zeggen. Toen kwam Holland Sport. En ik ben na acht jaar weg bij Spar ta. Dat was het begin van het einde!! Nevil le keerde terug naar Engeland, ziek van voet bal en vast van plan om wat anders te begin nen. Tot groot* genoegen van zijn charmante Groningse wederhelft Greetje, dié nooit veel met het voetbal heeft op gehad en ronduit blij en opgelucht was toen haar man een an dere weg in sloeg. Die andere weg? Er wa ren plannen voor een echte Hollandse brood jeswinkel ir Southend. „Er kwam echter te veel voor kijken. De broodjes moest ik laten schieten. Niets doen is echter niks voor mij- Ik kreeg een vertegenwoordiging in sportar tikelen, waarbij ik van mijn (relaties in Enge land en Nederland gebruik kon makep. De de- relikwieën Het is rustig en vooral zeer geregeld. En misschien juist daarom wel dubbel tragisch voor een man die aan drukte en spektakel gewend is. 'Zijn woonkamer staat en hangt vol met relikwieën van een periode, die juist door drukte en spektakel getekend is. Een ridder te paard als schemerlamp, het afscheidscadeau van de spelers van Sparta. Het grote schil derij van de Rotterdamse Blaak, dat Spangens terreinknecht Karei en nw-vrouw De Jong, de werkster van „Het Kasteel", bij zijn vertrek gaven. Het tafeltje van de spelers van Hol land Sport, waarin het echtpaar Neville delftsblauwe tegeltjes heeft laten zetten. Zij „Toen kwam mijn t van Fulham op bezoek. Hij vroeg of ik hem wilde assisteren bij de training van de jeugd i United en bij het speuren naar talenten. Ik was er meteen voor". valuatie van het pond sterling haalde echter een lelijke streep door mijn rekening. En al heel gauw vond ik het jammer dat er voor mij geen voetbal meer was. Het bloed kruipt nu eenmaal waar het niet gaan kan. Ik werd humeurig en vervelend. En toen kwam op een avond mijn oude clubgenoot van Fulham, Er nie Shephard, op bezoek. Hij is de manager van onze plaatselijke. club: Southend United. De ploeg Speelt in de vierde divisie van het betaalöè Wetbhl. Rrfkb Vfoeg of ik hem wil-» de assisteren. Ik was er meteen voor. Geheel belangeloos nam ik de zorg voor de jeugd op me en ging in mijn vrije tijd op zoek naar ta lenten elders!! twee gedachten Op deze wijze is de ex-trainer van 't Neder lands elftal weer helemaal van onder af aan begonnen. Hij heeft de smaak weer te pak ken. Hij wil terug naar het grote werk. Dat is de wens van zijn hfcrt. Maar Neville is zelf realist genoeg om te weten hoe moeilijk die weg terug is. „Ik ben in een uitstekende con ditie, train weer elke dag en voel dat ik het zou kunnen. Maar toch mag ik niet vergeten dat ik een dagje ouder ben geworden. Als trainer moet je bereid zijn om een nomaden bestaan te leiden. Je moet de gok ook aan kunnen, want zonder geluk lig je er zo weer uit. Daarom hinkt de Denis Neville van vandaag op twee gedachten. De een is vol van het voet bal, de romantiek van de groene velden. De ander gaat in een aanzienlijk minder opwin dende richting: een echte Engelse pub. Voor al Greetje Neville is een sterk voorstandster van deze richting. „Ik geloof dat dit voor ons het beste zal zijn. Mijn man is een echte pra ter. Hij moet onder mensen zijn. Samen kun nen we zo'n zaak leuk opbouwen". Een club of een pub! Belde zullen een duidelijk con trast vormen met het leven zoals Denis Neville dat thans leidt. Een leven dat hem in wezen niet ligt. Wandelend langs „de Noordzee vriendelijk wuivend" is wel aardig. Luiste rend naar de krijsende meeuwen boven Sou thend ook. De cockels van 't viskarretje sma ken lekker, en de bloemen in 't tuintje staan er mooi oij. Maar ze behoren onverbrekelijk bij de stilte waar Denis Neville schoon genoog van heeft. Het heifnwee naar spektakel brandt. Een club of 'n pub kunnen daarin verandering brengen, 'n Club nog meer dan 'n pub. Denis Neville wil best voor de waarheid uitkomen. Hij is zoge zegd weer in de markt, 't Spel van zijn dro men trekt meer dan de morsige toog. Wat dit betreft is de door het voetbal getekende Denis Neville onveranderlijk. Het ophefmakende Amerikaanse avontuur heeft van Theo Laseroms een andere voetballer gemaakt, „Ik ben verstandiger geworden", conclu deert hij, „men sou het ook gerou- tineerder kunnen noemen. Ja, dat is eigenlijk het juiste woord, gerouti- neerder. Bij de Pittsburg Phantoms speelde ik in een internationaal ge zelschap. In dat ene jaar leerde ik enorm veel van die verschillende typen voetballers Tijdens de oefen wedstrijden bij Feijenoord kon ik mijn vooruitgang goed merken", Theo Laseroms heeft geen moment spijt van zijn trip naar de States, die wat bruusk tot stand kwam, „Ame rika", meent Theo Laseroms, „is een geweldig land. Misschien ga ik nog wel eens terug, ik weet het niet. Over twee jaar ben ik weer vrij bij Feijenoord. Dan trek ik naar de plaats waar ik liet nicest kan ver dienen, Als- dat in Amerika zou zijn, wel, dan met plezier. Ik bewaar de prettigste herinneringen aan mijn tijd hij de Phantoms". 1 Theo Laseroms wil in de jaren die hem als voetballer nog resten Imenselijkerwijs gesproken kan ik het nog vijf seizoen volhouden"veel geld verdienen. Natuurlijk. De mo gelijkheden zijn er, waarom zou ik die laten liggen". Daarom kocht Laseroms zich vrij in Amerika en regelde zelf zijn transfer met Feijenoord. Bovendien liet hij in zijn tweejarige overeenkomst met de Rotterdamse club een maximum transferbedrog opnemen, zodat hij aan het e'"d van zijn verbintenis weer voor een groot deel zélf zijn verkooppolUick lain bedrijven. Intussen stortte Theo Laseroms zich, met ile ouA-bokser Ad Veerman als compagnon, in het zakenleven. Ilij opende in Breda een slijterij en con stateert enige weken na de opening, dat daf een goede zet was in zijn streven om als populaire voetballer alle financiële kansen te. grijpen. Theo Laseroms krijgt het overigens niet cadeau, wunt zijn werkdagen worden voor een groot deel ook in beslag genomen door de trainingen bij Feijenoord. „Ik train drie keer per week, tweemaal op een dag. Het betekent dat ik telkens lieen en weer moet racen tussen Breda en Rotter- dmn en mijn gedachten moet ver plaatsen van de zaak naar het voetbalveld en omgekeerd". Over zijn kansen om weer in het Nederlands elftal te komen hij \oerd tweemaal opgesteld), heeft Theo Laseroms nauwelijks nagedacht. fNecn, waarom zou ik f Waar het voorlopig om gaat is mijn spel bij Feijenoord. Als dat naar tevreden heid is, komt de rest vanzelf, llc geloof wel, dat het voor een selectie- Lans gunstig is, dat ik naast Israel speelStel dat wij goed op elkaar afgestemd rakendan is Int natuur lijk niet onmogelijk daf Kessler me nog eens uitnodigt voor een centrale training. Maar er bewust aan den kenT Neen, dat doe ik niet". Theo Laseroms begint met de beste verwachtingen aan zijn werk bij zijn vijfde club (na RBC, twee jaar, NAC, vijf jaar, Sparta, drie jaar en Pitts burg Phantoms één jaar). „Je wordt er gestimuleerd door de prof- spel bij feijenoord hoofdzaak, rest komt vanzelf mentaliteit. Feijenoord heeft dezelfde inslag als de Amerikaanse clubs. De verzorging is er geweldig. Je schoe- ncn worden gepoetst, je spullen liggen keurig klflur als je de kleed door, Geweldig is dat. Niet dat ik te lui ben om het eventueel zelf te doen, maar als ze het voor je regelen, ben je van een hoop zorgen af. En daar gaat het om. Je moet je volledig kunnen concentreren op de wedstrijd. Bij Feijenoord begrijpen ze dat",

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 19