sPLAUTUS
IDE ZAHIR,
'FRANNY
EN
ZOOEY
Oude
kunstnijverheid
OPNIEUW VERTAALD IN HET NEDERLANDS
Voortdurend
in
gesprek
sa
Met fijne smaak bijeengebracht
DE LEffiSE COURANT
Komische kracht voorbeeldig
Het gaat altyd over hetzelfde; over meer of minder
lichte meisjes, over jongelieden die op hen verliefd z»n
en die geld moeten hebben om hun gunsten le kragen
of hen los te kopen. Een slaaf helpt de jongelingen
meestal om het geld los te krijgen van hun vader, een
moeilijke bezigheid, maar waarin dc slaaf een grote be
drevenheid gekregen heeft. Slaven hebben altijd slim
moeten zijn om het leven leefbaar te maken. ZU maken
het in de komedies van Plautus soms beslist bevredigend
leefbaar. Zelfs al zijn ze door raadselen omringd, want
de kluchten van Plautus zijn ook de kluchten der ver
gissingen, waarin tweelingbroeders optreden en twee
lingzusjes en zo verder en zo voort, die het toneel be
ïnvloed hebben tot nu toe haast, het rondreizend toneel der
mlddeleeuwen.de commedia dcll'arte. Goldoni speciaal
in zijn Knecht van Twee Meesters; Molière. Regnard. de
boulevardkomedie van de negentiende en de twintigste
eeuw en natuurlijk ook Shakespeare, die voor alle invloe
den open stond en die er niet doo veranderde maar wat
hem beïnvloeden zou kunnen een ander aanzicht, een
andere gestalte en wezen gaf. Wie de komedies van
Plautus niet kent, kan niet helemaal het toneel van later
beoordelen, zelfs het na de middeleeuwen niet zo belang
rijke Nederlandse toneel. Hoofts enige blijspel Warenar
gaat direct terug naar de Aulularia van Plautus.
Het is daarom waarschijnlijk met de spelen van
Bredero, die ook van Plautus leerde en ontleende, echt
toneel geworden, dat men nog met genoegen leest en
een enkele keer ook ziet, al gebeurt dat zelden, want
wjj Nederlanders zijn geen traditieminnend toneel volk
Toneeltaal
Waarom wordt men al bij de eerste regels van Warenar
verrast? Omdat al In die eerste regels toneeltaal wordt
gesproken, taal die op het toneel thuis hoort. Ondanks
het altijd zelfde onderwerp met zijn grollen, die, nog
kort geleden, als sterk obsceen in vertalingen meestal
werden vermllderd, is het die toneeltaal, die onmiddellijk
pakt, die speciaal bij Plautus en beter bij de commedia
dcll'arte, bij Shakespeare, bij Goldoni, bij Molière en
bij Feydeau het onmiddellijk contact maakt met hei
publiek. Het is een taal, die het mogelflk maakt op het
publiek te spelen en, hoe realistisch in sommige
opzichten ook, het is een taal, die de toeschouwer, maar
speciaal ook de toneelspeler, geen ogenblik vergeten
laat, dat toneel illusie is, die overgebracht moet worden,
die werkelijkheid, zij het een fantasie van de
toeschouwers en toehoorders moet worden. De acteur
bjj Plautus weet, dat hij gezien en gehoord wordt en
hij spreekt dan ook herhaaldelijk direct dc zaal In,
bijvoorbeeld in de proloog en in de epiloog het
alleronmlddellijkst, maar telkens ook weer daartussen.
Hij legt het publiek uit wat moeilijk te begrijpen zou
kunnen zijn, maar hij voert het publick soms ook in
de verwarring waarin hij zelf verkeert en de
verwarringen, zoals men weet, zijn vele.
Plautus, die in 254 voor onze jaartelling in Sarsina In
Umbrië geboren werd en al heel vroeg in Rome kwam,
heeft daar aanvankelijk als toneelknecht en acteur
het vak geleerd. Hij is toen komedies gaan schrijven.
Ontleend
Hij ontleende ze aan de schrijvers van de Griekse nieuwe
komedie, de komedie van de vergissingen, van de
jongelingen, van de slavinnen en lichte meisjes. Hij
komt daar ook voor uit. In Truculentus of De
Knorrepot duidt de proloogzegger dat aan.
De dichter Plautus m
te stadsdeel onverwijld ontneemt
li persoonlijk vraag? Men schudt
"in zitten «r goed in.
i, dat de naam Phroneslum draagt,
de zeden dezer tijd.
Nooit eist ze van een minnaar - wat ze al van hem heeft,
maar voor wat rest, doet zij haar best - dat 't ook verdwijnt
door flemen, door te nemen, naar der vrouwen aard.
Want zó doen allen, als ze zien dat Je hen bemint.
ZIJ doet alsof ze een kind heefl van de militair,
om hem wat vlugger uit te kleden tot op 't hemd
Kortom, als zl| dc tijd van leven heeft, vangt zij
met vishaak, vogellijm en strik nog menig botterik.
De vertaling van deze proloog is van J. Hemelrijk sr.
Men kan daarop aanmerkingen maken, men heeft
dit al gedaan, maar men kan niet met reden houden,
dat Hemelrijk de essentie van Plautus niet gezien
heeft en in zijn Nederlands niet heeft weergegeven.
Hij heeft de smeuïgheid van deze toneeltaal wel
degelijk in onze taal overgebracht. Hij zou dat
waarschijnlijk echter nog beter gedaan hebben als hij
de komedies Bacchides, De Zusjes Bacchis,
Truculentus. De Knorrepot, Mercator, De Koopman,
Persa, De Pers, Trinummus, De Driestuiverkomedie
en Caplivl, De Krijgsgevangenen, op de bijzonder
lyrische gedeelten na, gewoon in proza had vertaald,
zoals in het buitenland herhaaldelijk en met succes
gedaan is, onder meer door Mario Scèndola. Hij heeft
echter zoveel mogelijk metrisch willen vertalen en om
dat werkelijk goed te doen, moet men een groot dichter
zijn, wat Hemelrijk zeker niet ls, al zyn, speciaal de
meer lyrische gedeelten, vaak bijzonder waardeerbaar
vertaald. In de andere gedeelten, zoals in de geciteerde
proloog, hindert het metrum echter en naar onze mening
zou een prozavertaling dit bezwaar verholpen hebben
en niet minder, maar juist meer de sterke komisch
kracht van Plautus hebben overgebracht. Die kracht ij
buitengewoon groot. Plautus verloor het geld, dat 1
met zijn eerste ontleningen verdiend had en
molenaarsknecht, maar in zijn vrije tijd bleef
komedie schrijven en daardoor kwam hij opnieuj
weer bij het toneel.
Hij boeide de Romeinen met zijn verromeinste Grieks
stof, hij boeit nog. Hij is. zoals men onlangs
Shakespeare heeft opgemerkt, in bepaalde opzichte|
onze tijdgenoot als leder werkelijk groot schrijver
toneelschrijver.
Goed idee
De vertalingen van Hemelrijk geven van Plautus'
ondanks het vermelde bezwaar voor de tijdgenoot toe
een behoorlijk Idee, beter zelfs dan andere min of r
recente Nederlandse vertalingen. Zy verschenen in e
drietal zeer verzorgd uitgegeven pockets by W. de Has
te Hilversum in de serie Phoenix Klassieke Pockets, c"
de „gouden standaard" van de Europese cultuur li
prettig leesbare vertalingen toegankeiyk willen make|
voor een groter publiek.
In die serie verscheen ook onder de titel: Hij kwanfl
zag en overwon een vertaling van het leven van Juli*
Cesar, verhaald door Plutarchus, van de hand
S. L. Radt. Evenals Plautus een voorbeeld ls voor
komische, is Plutarchus dat met zijn vergelijkenJ
levensbeschrijvingen voor de biografie. Men hoeft <T
goede vertaling van Radt slechts te lezen om in rj
zien, dat ook hij in verschillende opzichten zeer besli»
ten tijdgenoot is.
JOS. PANHUI JSB*|
Literatuur
uit de beide
Amerika's
„In Buenos Aires i6 de Zahir een gang
baar geldstuk van twintig centaven;
met een zakmes of een pennemes sQn
de letters N T cn het getal twee in-
gegrift; 1929 is liet gegraveerde jaar
tal aan de voorzijde. (In Guzerat, te
gen het einde van de achttiende eeuw,
was een t(jger een Zahir; op Java, een
blinde uit de moskee van Soerakarta,
dio door de gelovigen gestenigd werd;
In Pendë, een astrolabium dat de
Sjah Nadir naar de bodem van de zee
liet verdwynen; in de gevangenissen
van Mahdi, omstreeks 1892, was het
i klein kompas, tussen de windsels
een tulband gestoken, dat. Rudolf
Karl von Slatin eens heeft aangeraakt;
in de moskee van Cordoba was het
volgens Zotenberg, een marmer ader
een van de twaalfhonderd pilaren;
in het getto van Tetuan, de bodem
een put.) Vandaag is het dertien
november; op de zevende juni 's mor
gens vroeg kreeg ik de Zahir in han
den; ik beu niet die ik toen was. maar
toch ben ik nog in ettaat mij het ge
beurde te herinneren en misschien
te vertellen. Nog ben ik hoewel ge
deeltelijk Borges." „Zo begint Jorge
Luïs Borges, de beroemde Argentynse
schrijver en een van de beroemdste
i de wereld in de huidige tijd zijn
vertelling De Zahir, de titelvertelllng
n de bundel verhalen uit Ficciones
El Aleph. Verbeeldingen en De
Aleph, die bij de Bezige Bij te Am
sterdam verschenen in de treffende
vertaling van Sillevis.
Reeds eerder gaf deze uitgeverij onder
de titel De Aleph enkele verhalen van
Borges uit. Wie in het bezit is van
De Aleph en De Zahir bezit de com
plete verzameling van El Aleph en
Ficciones. wel de meest bekende wer-
van de Argentijn.
|Doolhoven
Hy voert zijn lezers ln deze vertellin
gen in de vreemdste doolhoven, ln fan
tastische ruimten en werelden en hij
toont ons zo, als we destyds bij de
bespreking van De Aleph al opmerk
ten, de beperktheid van ons dagelijks
levensbesef, hy laat ons zien dat we
omgeven zijn van geheimen, waartoe
de sleutel missen en die veelbe-
tekenender kunnen zijn dan het dage
lijks bestaan vande gemiddelde mens.
Borges doet dat met een vernuftig
heid, een geraffineerdheid en een fijn
heid, die degene die van een citaat
als het hierboven staande houdt, voort
durend zal boelen. Borges kan nog
zo fantastisch zyn, hij blijft steeds
nuchter in zyn verbeeldingen, met een
sterke neiging naar het humoristische,
hy is waarachtig in de grond en die
waarachtigheid toont zich in zyn ma
nier van schrijven, die in al haar gril
ligheid steeds in de roos treft, het
toppunt van zakeiykheid ook in de
droom of de achterkant van alledag.
De Bezige By. die zich tot taak stelt
de meesters uit de huidige
literatuur in goede vertaling tot het
Nederlandse publiek dat zich voor li
teratuur interesseert te brengen, heeft
goed aan gedaan na De Aleph De
Zahir uit te geven. Men heeft deze
vertellingen met gedichten vergeleken|
ze zyn gelukkig geen gedichten,
tellingen die ook als gedichten opl
gevat zouden kunnen worden, hebbei|
gewoonlijk noch als gedicht noch i
vertelling veel te beduiden. Het
proza en kantig proza dat Borgei
schreef, maar deze vertellingen bezitj,
ten wel die veelvuldige Interpreteer
baarheid de grootste gedichten meestalI
eigen, hun diamanten klaarheid, doc
ker of licht, heeft vele facetten. dJ
Bezige Bij heeft onlangs zijn voor-,
nemen tot het publiceren van buitenl
landse literatuur nog eens bijzonder;
onder de aandacht gebracht. Hy gaa|
ermee door. Zo verscheen hier
juist de herdruk van Franny
Zooey van J. D. Salinger ln de v!rtuos|
vertaling van Koos Schuur.
Salinger, zoals men weet, verwierf zijif
grote bekendheid met Catcher ln th
Rye een puberteitsroman van grotj J]
helderheid en inzicht, die.
werd geschat, wellicht zelfs overschaF
en die zojuist in vertaling by A.
Bruna te Utrecht verscheen. In Frannl
en Zooey heeft hy het over ouderlf
personen, de jongste, Franny, is
twintig en haar broer Zooey, een reedl
befaamd televisieacteur, vyf en twin tig C
Toch ls vooral het meisje, „een smachjfj
tend, wereldwijs kind", zoals ze
gens de auteur die ln zijn boek i
het woord neemt, zichzelf acht, bej^
paald nog niet geheel volwassen.
Zenuwinstorting
Ze heeft juist een zenuwinstortingl
waar haar broer haar af wil helpei|
en, naar het slot van de kleine ron
te oordelen, ook inderdaad afhelpt.
Die broer, Zooey, vindt het hele v
haal dat de auteur over hem zijn z
ter en zijn moeder Bessie opdist nu
hachelijk Het kon volgens hem dl
naam van Salinger wel eens ernstij
schade doen, het draait immers
mysticisme of religieuze mystificatie^,
Salinger of de auteur waagt het e
Hy is het trouwens niet geheel mêftj
zyn hoofdpersoon eens, volgens he:
is dit verhaal „een samengestelde u -
meervoudige liefdesgeschiedenis,
ver en gecompliceerd".
Het Is Inderdaad waar dat de liefJ
in het leven van het joods-Ierse f
zin Glass, waarvan Franny en Zoo-*
de twee jongste leden zijn, van gum?
betekenis is. Men wordt dat voortpH
rend gewaar, als Seymour die »T H
een einde aan zijn leven maakte, vt
noemd wordt of als de nog leven
Buddie, Walt en Boe Boo met hu
zeer persoonlijke godsdienstfilosofie^
even in de geest van Franny, Zooe
of hun moeder, Bessie, opduiken. e
Salinger heeft zyn kleine roman os m
gewoon opgebouwd. Feitelijk krijg8C
men alleen te maken met een aant: v
gesprekken en een lange, maar oo
weer niet zo lange, brief van Buddi flf
aan Zooey.
Het eerste gesprek wordt gevoerd dof
Franny en haar vriend Lane, die ee
opstel over Flaubert geschreven hee!
dat hij zelf geweldig vindt en waa
hy, het kleinerend, over opschef
Franny gaat tegen hem in, ze is b>
paald kattig, maar ze is ook op van d
zenuwen .en de universiteit en het ge
hannes aan die universiteit. De vo c
gende gesprekken worden gevoerd tu;
sen Bessie en haar zoon Zooey e
Franny en Zooey Het laatste ge.-i-r
lqkt aanvankelyk een telefoongesprek
tussen Franny en Buddie, maar Franc
heeft al gauw door dat aan de ander
kant van de iyn weer Zooey staat. c
De dikke dame
Zooey herinnert er haar aan dat Se\
mour altijd wilde dat men iets dat me
minder aangenaam vindt voor de diki i
dame moest doen. De dikke dame i
volgens hem Christus, wat een beet
vreemd lijkt, maar als men bedenl
dat de dikke dame voor de naaste ka
stoan, niet eens zo erg.
Franny is er tevreden mee.
„Toen zy de hoorn neerlegde, s< h
zij ook precies te weten, wat zy do«|
moest. Zy legde het rookgerei wei
weg, sloeg daarna de katoenen beddM
sprei terug van het bed, waarop
gezeten had, deed haar pantoffels 1 I
en ging ln bed liggen. De enkele mimi
ten eer zyn in een diepe droomlol
slaap viel, lag zy gewoon rustig nasi
het plafond te glimlachen."
De gesprekken die naar dit slot voerel
zijn zo geladen, dat men deze dwan
Franny, haar vroegwyze broer en hul
harteiyke, geestige, door haar krool
wat verbysterde moeder niet lictl
vergeten zal.
JOS PANHUI J S F VJj
Vaas met halfdoorziclitige glazuur. Beschilderd met enige lettertekens en een
tak chysanthcmum.
China, Sungdynastie (9601279).
1919 dr. H. C. Gallois aan als hoofd
conservator van de kunstnyverheid-
secties. Hy zond hem eerst naar Parys
om daar een studie te maken van een
nog haast onbestudeerd onderwerp.
Dr. Gallois, die tot 1937 hoofd
conservator was, heeft zich met groot
enthousiasme en grote kundigheid op
zyn taak geworpen. Een ongeloofiyk
moeiiyke taak. Hy begon met vrywel
niets en er waren nagenoeg geen geld
middelen om over te beschikken. Een
groot gedeelte van de tyd, dat hy hier
werkzaam was, viel immers in de
crisisjaren.
Uit eigen zak
Dr. Beatrice Jansende huidige hoofd
conservatrice, wist zich nog te her
inneren, hoe het in die tijd toeging.
Eet kon gebeurendat dr. Gallois een
nieuwe aanwinst binnenbracht, vol
trots neerzette en constateerde: ,J)aar
staat hij, kost driehonderd gulden,
maar ik heb ze niet". Dan moest er
letterlijk met de pet worden rond
gegaan bij vrienden en relaties om zo'n
aanwinst met stukjes en beetje te
kunnen afbetalen. En het kon ge
beuren, dat dr. Gallois zelf de laatste
vijfentwintig gulden uit eigen zak bij
paste. „Als ik vandaag de dag die
schaal in een kunsthandel zou kunnen
kopen, moest ik er zeker dertig
duizend gulden voor neertellen", ver
zuchtte dr. Jansen.
Zo ging dat in de crisistyd. Het had
ook zyn goede kanten, want ook voor
Londen en Boston was het toen ma
laise, zodat de prijzen aan de lage kant
waren. En omdat men in Den Haag
elke gulden zo goed mogeiyk wilde
besteden, werd op heel hoge kwaliteit
gemikt. Die kwaliteit is er vrywel
overaL Vooreerst in de Chinese af
deling, waar men op enkele lacunes
na de gehele geschiedenis van de
vroegste grafvondsten tot het porselein
van de negentiende eeuw toe aan de
hand van voortreffeiyke stukken kan
nagaun. De kwaliteit is er ook in de
afdelingen, die een dergeiyk ruim
beeld niet geven, Egypte, Griekenland,
Rome, Perzlë en Syrië byvoorbeeld
Er is Syrisch glaswerk waar men niet
op uitgekeken komt, zó mooi ls het.
De stromingen ln de Griekse beeld
houwkunst worden goed geïllustreerd
met terra-cottafiguurtjes, er is fraai
aardewerk uit Spanje en Perzië, er is
nog zoveel meer. Glas byvoorbeeld.
Unieke glasverzameling
Dat glas is een hoofdstuk apart. Het
overgrote deel ervan is uit de collectie
van de heer W. J. H. (Pim) Muiier.
Deze veelzijdige man, die in ons land
onder meer voetbal, cricket en korfbal
introduceerde en als eerste, in zijn
eentje, de Elfstedentocht reed, was
een groot kunstliefhebber, die zelf te
kende en schilderde. Hij was ook een
hartstochtelijk verzamelaar, wiens
glascollectie een wereldfaam had.
Reeds tijdens zijn leven stond hij die
collectie in bruikleen aan het Ge
meentemuseum af en na zijn dood in
195tf werd de gehele verzameling door
hem aan Den Haag gelegateerd. Ze
vormt een glorieus hoogtepunt in de
collectie van het Gemeentemuseum.
Uiteraard is men niet stil biyven staan
by wat door dr. Gallois tot stand werd
gebracht. De collectie is regelmatig
uitgebreid en afgerond. Door schen
kingen en legateringen. Ook door de
verheugende activiteiten van de Ver
eniging van Haagse Museumvrienden,
die de middelen vobr menig fraai stuk
by elkaar brachten. En uiteraard ook
door eigen aankopen, waarby de
museumleiding uit een heel wat ruimer
budget kan putten, dat wat destijds
aan dr. Gallois ter beschikking stond.
Hetgeen helaas ook weer niet alles
zegt, want de prijzen zqn sindsdien
soms honderdvoudig gestegen.
Muiiers nodig
In dit verband kan gesteld worden,
dat het Gemeentemuseum, als elk mu
seum, zijn Mullers nodig heeft. Mensen,
die een leven lang plezier hebben van
wat zy met fortuin en toewyding byeen
kunnen brengen en die dan bereid zijn
het verzamelde aan de gemeenschap
na te laten. Sommige lacunes ln de
thans schitterend opgestelde
zameling doen hopen, dat er ook v
daag nog mensen als Pim Muiier zijn.
Het geldt met name voor sommige nog
open plekken in de Chinese afdeling
en ook voor de Indische collectie, die
juist in een stad als Den Haag veel
rijker zou moeten zyn en zou kunnen
zijn.
Intussen: gaat u vooral kijken! Het ls
tenslotte uw eigen bezit. En het kost
niets (voor Museumvrienden, houders
van Culturele Jeugdpaspoorten
abonnees op Openbaar Kunstbezit) of
byna niets (voor de overigen). Ga
maar eens kykan, desnoods zonder
enige kennis van wat u te zien krygt,
want om iets schoons te waarderen,
is geen studie vereist. Of schaf u by
de balie een van die bondige gids
aan, waarin aan de hand van foto's i
kort beeld van het behandelde onder
werp wordt gegeven. Van die gidsjes
zijn er nu vier: Glas uit de oudheid,
Keramiek uit het land van de Islam,
Vroeg-Chinese keramiek en Chinees
porselein veertiende tot negentiende
eeuw. Het laatste deeltje is deze week
uitgekomen ter gelegenheid van de
nieuwe opstelling. Het ls extra-goed
verzorgd en in een juweel van een om
slag gestoken.
Vg.
TE PRONKEN IN
GEMEENTEMUSEUM
DANK ZIJ
NIEUWE
OPSTELLING
Wij zouden iedere lezer graag willen uitnodigen om te
gaan kijken in het Haags Gemeentemuseum. Ditmaal
niet omdat er een bijzondere tentoonstelling wordt ge
houden, maar omdat een groot deel van de eigen
collectie een nieuwe opstelling heeft gekregen. Het v
gedeelte n.l. dit de antieke, islamitische en Chinese Q
kunstnijverheid omvat. Die collectie is lange tijd maar
heel gedeeltelijk te zien geweest. Thans staat alles
overzichtelijk, ruim in deugdelijke vitrines opgesteld
en men kan ineens zien van hoeveel belang deze col
lectie wel is. In een bepaald opzicht, met name geldt
dit voor de Chinese keramiek en het porselein, is zij
zelfs internationaal van belang en wordt zij in eigen
land nergens overtroffen.
Het Gemeentemuseum was aanvanke
lyk vooral Haags georiënteerd, óók
wat de Ikeramlek betreft. Er was
voorts een niet onaanzieniyke collectie
Delfts aardewerk en al tydens de
eerste wereldoorlog liep de toenmalige
directeur, dr. H. E. van Gelder, met
plannen rond om deze collectie te
verbreden en door voorbeelden uit
iSpanje, Italië en China de voort
brengselen van eigen bodem tegen
bredere achtergrond te plaatsen.
Met name wat China betreft, was dit
geen eenvoudige zaak. Wel stond er in
tal van Nederlandse salons „Chinees
blauw" te pronk, maar dit betrof
produkten, die speciaal voor de export
waren gemaakt en die in de zeven
tiende en achttiende eeuw met scheeps
ladingen tegeiyk ons land binnen
kwamen. Blauw, familie vert, familie
rose en ook het chine de comman
do (speciaal op bestelling naar te
kening vervaardigd porselein) was
er dus wel. Maar de bestudering van
het voor binnenlands gebruik ge
maakte, vooral het keizerlijke porse
lein, was nog maar net op gang ge
komen. Eigenlijk geschiedde dit pas
toen na de Bokseropstand in 1900
expedltielegers de „bedreigde" Euro
peanen in China te hulp snelden en
en passant de paleizen leegroofden.
Geen „eerste keus"
Toen ontstonden de eerste collecties.
In Boston onder meer en in Londen.
Bij die expedltielegers waren geen
Nederlanders. Onze collectionneurs
hadden dus niet het twijfelachtige
voorrecht van eerste keus. Des te meer
moet het onze bewondering weg
dragen, dat in een betrekkeiyk korte
tyd een collectie opgebouwd kon
worden, die weliswaar niet kan tippen
aan die van Boston of Londen, maar
die van groot belang is en waarvan
men aan vrijwel elk stuk kan aan
voelen met welk een fynzlnnlge smaak
gekocht werd.
Vooruitziende dr. Van Gelder trok ln
Paars grafplastiek.
China, Weidynastic (386535,