iconen
achter
glas
over het geweld
RUS PREFEREERT NOG BLAASORKEST
MET ZANGERES IN LANGE JURK
uit in
rusland
r
DB LEIDSE COURANT
moderne westerse dansen
zijn
nog steeds uit den boze
De grote zaal van
het Moskouse hotel
„Metropole" is met
recht de gróte zaal,
want honderden
mensen kunnen er
een plaats vinden
om te eten, te drin
ken en te dansen.
Rond 'n grote dans
vloer met in het
midden een irritant
luidruchtig spuiten
de fontein, staan de
tafels en stoelen
waar je kan eten.
als tenminste een
kelner zin heeft om
je te gaan bedienen,
want daar mankeert
het nog wel eens
aan. Over het alge-
personeel en 't per
soneel dat er is.
heeft duideljjk niet
veel zin in het werk.
Niet, dat je niet
snel wordt geholpen,
want alle verhalen
ten spijt heb ik
nooit aanmerkingen
kunnen hebben op
de snelheid van be
dienen, maar de
westerling, gewend
aan een aantrekke
lijke tafelopmaak,
kijkt wel even ver
baasd naar de kel
ner, die achteloos
alle benodigde mes
sen en vorken op
tafel legt met een
gebaar van: „En
zoek nou zelf maar
uit, waar je dat
allemaal neer wil
leggen".
nederlandse films
doen
het heel goed
Ondertussen wordt er gedanst en dat
brengt me terug op het uitgangspunt
van dit verhaal: het orkest, dat op een
verhoging zit te spelen en dat ook ty
perend is voor de vorm van amuse
ment, die de Rus prefereert en die
duidelijk een stuk achter loopt bij wat
we in het Westen gewend zijn. We ken
nen ze nog wel: die grote blaasorkes-
ten uit vroeger jaren met de sterzan
geres in een lange jurk.
Dat soort orkesten zijn in de Sovjet-
Unie erg in trek, want waar je ook
komt, zie je ze zitten. Landerig op de>'
saxofoon of trompet spelend, terwijl
het publiek een foxtrot danst,* want
moderne westerse dansen zijn nog dui
delijk uit den boze, dus foxtrot men,
keurig in stijl met een goed merkbare
afstand tussen de partners. Toch kan
je niet zeggen, dat men er geen ple
zier in heeft, want niets is minder
Kentering zet door
Dit ouderwetse amusement schijnt
veel aftrek te hebben en eigenlijk is
het al veel meer dan men een tien
jaar geleden voor mogelijk hield. In
die tijd was alle vorm van show en
amusement uit het Westen volstrekt
niet in tel. Pas toen Kroetsjev aan
het bewind kwam, merkte men een
kentering, die doorzette toen de macht
hebber een concert van Benny Good
man bijwoonde en daar zo enthousiast
over was, dat deze vorm van muziek
in de Sovjet-Unie werd toegestaan, van
daar dus het ouderwetse blaasorkest.
Of de Russische jongeren nu ook nog
zoveel plezier in deze muziek hebben
en of ze beat niet prefereren boven de
ze muziek, daarover in een volgende
verhaal meer, nu beperk ik me nog
tot het amusement waar de oudere
Russen nog van genieten, zoals ook
duidelijk te zien is op de Russische
televisie, die net zoals bij ons een be
langrijke plaats is gaan innemen.
De Russische televisie is een staats-
aangelegenheid, al merk je daar niet
veel van. Vaak heeft men hier nog
het idee, dat de televisie in de landen
achter het IJzeren Gordijn (als die uit
drukking nog te gebruiken is) een
saaie affaire moet zijn, vooral geschikt
voor het uitzenden van propaganda
ten behoeve van de staat, maar niets
is minder waar. Net zoals bij ons
wordt er bij de televisie naar ge
streefd om een zo groot mogelijke
massa op de plezierigste manier te
onderhouden en net als bij ons lijdt
daar de kwaliteit van de program
ma's wel onder, omdat program
ma's voor een groot publiek nu een
maal niet altijd de beste zijn.
De Russische televisie is eigenlijk op
gebouwd uit vier elementen. Nieuws,
documentaires, showprogramma's en
ruimtevaart. Dat zijn de vier hechte
pijlers waar alle programma's op
stoelen. In tegenstelling tot de televisie
hier, zie je haast geen eindeloze film
series, meestal van Amerikaanse ma
kelij. „Nee, natuurlijk", zal de arge
loze lezer opmerken, „Amerikaanse se
ries zal je in Rusland niet zien",
maar dat is niet waar. Amerikaanse
films worden wel vertoond en dat een
communistisch bewind Amerikaanse
series altijd zou versmaden is niet
waar, want voor de Poolse televisie
worden de Bonanzafilms bijvoorbeeld
aan de lopende band vertoond, al heeft
men daar de onhebbelijkheid geen on
derschriften te projecteren of de ac
teurs na te synchroniseren, maar al
leen één acteur te laten vertellen, wat
alle personages in het Engels hebben
verteld.
Terug naar Rusland. Voor de televi
sie neemt het nieuws en commentaar
op dat nieuws een belangrijke plaats
in. Urenlang kan je kijken naar aller
lei delegaties, die treinen in- en uit
stappen, stuwdammen, die aan de lo
pende band gebouwd schijnen te wor
den en vliegtuigen, die in de prachtig
ste formaties overvliegen.
Dat nieuws wordt afgewisseld door do
cumentaires, door een beeldschone om-
roepster breedvoerig aangekondigd en
toegelicht, wat niet nodig is, want de
ze Nederlander, die geen woord Rus
sisch spreekt kon de meeste documen
taires goed volgen, zo helder en duide
lijk zitten ze in elkaar. In dit soort
films hebben de Russen een hoge graad
van perfectie bereikt. Overigens het
filmen in zijn geheel is in Rusland al
tijd belangrijk geweest. Een man als
Eisenstein, de vader van de moderne
filmkunst, komt uit de Sovjet-Unie en
ook na de laatste wereldoorlog heeft
de Russische filmkunst veel films af
geleverd, die tot de toppers van de in
ternationale films gerekend kunnen
worden en die geduchte concurrenten
waren op de bekende filmfestivals van
Cannes en Venetië.
Film is bij de Russen dus erg belang
rijk en daarom is het prettig om te
horen, dat vooral de Nederlandse films
in de Sovjet-Unie een goede naam
hebben. Films als „Alleman" en „De
Stem van het Water", beide van Haan
stra, hebben heel lang in de Moskou-
se bioscopen gedraaid. Naast die tele
visiedocumentaires vertoont de Rus
sische televisie veel amusementspro
gramma's, eigenlijk op dezelfde leest
geschoeid als 't amusement in 't Me
tropolehotel. Ze hebben iets weg van de
Perry Comoshows. die vroeger op de
Nederlandse televisie werden getoond,
al missen de Russen het raffinement
om de show perfect op het scherm te
laten zien.
Veel sterren, veel muziek, wat klun
gelige showballetjes: dat is het Rus
sische amusement, maar de Russen
zelf zijn er tevreden mee, misschien
omdat ze vergelijkingsmateriaal mis
sen. Het is echter wel aandoenlijk om
een Rus te zien „croonen". Hij heeft
gezien en gehoord hoe hij dat moet
doen, maar om de een of andere re
den mist hij elke feeling met deze ma
terie. Het is wel duidelijk, dat ook
aan de show een traditie ten grond
slag ligt.
Kostelijk vermaak
Dat werd me helemaal duidelijk toen
ik later, wel niet in Rusland, maar
toch wel in de buurt, in het Poolse
stadje Krakau een opvoering zag van
de musical „Kiss me Kate", die hier
in Nederland het Nieuw Rotterdams
Toneel met zoveel allure op het toneel
zette, maar die in Krakau door het
eerste gezelschap van die stad (en het
Poolse theater is heus niet mis) op
In Russische restantrants geen
wilde danstonelen: netjes foxtrot
ten en af en toe een walsje
een verschrikkelijk dilettanterige ma
nier werd opgevoerd. Aan de acteurs
en actrices was te zien, dat ze vage
lijk wel wisten welke danspasjes moes
ten worden uitgevoerd en vaak ook
probeerden ze een soort swing in hun
zang en dans te leggen, maar het re
sultaat werkte erg op mijn lachspie
ren, iets wat door mijn huurlieden in
het publiek werd opgevat alsof ik me
kostelijk vermaakte. En dat deed ik
ook wel, al was dat niet zo als zij
dat hadden gedacht.
Dat amateurisme, die onbekendheid
met wat show en entertainment nu ei
genlijk is, kan je wel het kenmerk noe
men van het Russische amusement en
ik vond het dan ook een verademing
als zo'n televisieshow was afgelopen
en ik kon kijken naar bijvoorbeeld een
optreden van een plaatselijke dansgroep.
Voor een westerling blijkbaar aantrek
kelijker dan voor de Rus zelf, want
meestal merkte ik (en ik heb verschil
lende programma's bij Russische fami
lies gezien) dat de leden van het gezin
de tijd, dat zo'n groep optrad, ge
bruikte om wat anders te doen. Dan
zat ik moederziel alleen naar de tele
visie te kijken.
Toch zullen die programma's niet ver
dwijnen, daar is de Rus weer te chau
vinistisch voor en te veel gesteld op
zijn volkskunst. Alleen: zelf moet hij er
niet naar hoeven te kijken en prefe
reert hij shows met 't westerse stempel
en ziet hij niet hoeveel zuiverder en
eigenlijk ook geraffineerder zijn eigen
amusement is.
Ruimtevaart als amusement
Tot slot iets over de laatste pilaar van
de Russische televisie: de ruimtevaart.
Ook cut heeft met het chauvinisme te
maken. Alles wat in de ruimtevaart
wordt gedaan, wordt ademloos gevolgd
als geldt het een sportgebeuren. Elke
nieuwe lancering wordt nauwkeurig
vex-s'.agen en niet alleen voor de tele
visie, maar ook op straat luisteren de
mensen naar de laatste berichten die
door luidsprekers worden omgeroepen.
En niet alleen de prestaties van de ei
gen ruimtevaart, ook wat de Amerika
nen op dit gebied presteren, oogst bij
de Russen bewondering. Wat dat be
treft laat het volk zelf. ik laat de auto
riteiten dan maar buiten beschouwing,
een grote dosis sportiviteit zien.
En dat merk je, dat die ruimtevaart,
eigenlijk alles wat met techniek te ma
ken heeft, een van de grootste vormen
van amusement is voor de Rus en dat
programma's over ruimtevaart als een
goede show worden gebracht met dave
rende aankondigingen en veel spectacu
lair filmmateriaal. Op dit gebied zijn
de Russen dan weer in hun element.
Het amusement ligt dan wel anders
dan we hier gewend zijn, maar de Rus
sen zijn er door geboeid op een manier
zoals je je niet kan voorstellen.
Dat ge'dt niet alleen voor de ouderen,
maar net zo goed voor de jongeren..
Wat dat betreft is er geen enkel onder-
ROEMENIE BEZIT CULTUURSCHAT IN RELIGIEUZE VOLKSKUNST
Het wax ongeveer in 1926 dat de hei
lige schilderijen van de Oosters-or-
thodoxe Kerken voor het eerst bekend
heid in Nederland kregen door mid
del van enkele particuliere verzame
lingen. Sinsdien is de belangstelling
steeds toegenomen voor deze uitzon
derlijke cultus-kunstvoorwerpen, die
't westen in aanraking brachten met
de wereld van de religieuze mystiek
en de eredienst van het oosten. Wie
herinnert zich niet de prachtige ten
toonstelling van het Recklinghauser
Museum te Utrecht? Ook thans is er
weer een dergelijke collectie, zij het
in bescheidener omvang, op Neder
landse bodem.
Museum Bredius aan de Haagse
Prinsegracht stelt een aantal zoge
naamde Boereniconen ten loon, door
de volksrepubliek Joego-Slavië voor
dit doel tijdelijk afgestaan als exem
pelen van zuivere ongecompliceerde
godsdienstige volkskunst uit Roeme
nië. Het gaat hier om op, beter ge
zegd, achter glas geschilderde voor
stellingen van God, de Heiligen en de
bijbelse taferelen die overeenstemmen
met de feesten van het kerkelijk jaar
die niet bestemd zijn om in de kerk
vereerd te worden maar in huizen der
gelovigen als wandversiering een ere
plaats innemen. Ze werden geschil
derd door amateurs, in felle bonte
kleuren naar de voorbeelden van de
originele iconen die dikwijls op de
voet gevolgd zijn; primitief, 'n enke-
Jezus de Wijngaardenier (begin deze eeuw)
le maal onbeholpen zelfs (men houde
er rekening mee dat ze in spiegel
schrift geschilderd werden) maar zo
spontaan en expressief uitbeeldend dat
het geen twijfel lijdt: deze mensen
hebben er heel hun ziel in gelegd.
De heer Wijsenbeek, directeur van het
Gemeentemuseum, heeft de collectie
opgesteld in enkele vertrekken en
ging daarbij uit van het begrip „ieo-
nostese". We zien dus deze schilde
rijen in hun onderling verband, in
1 Petrus en Paulus (eind negentiende eeuw)
Als men een goed gedicht in een an
dere taal vertaalt, gaat er onherroe
pelijk iets verloren bij die bewerking
juist \aak naar gelang het gedicht be
ter is. De wijsgerige uiteenzetting heeft
dit met gedichten enigszins gemeen,
gaat men die bewerken, dat wil zeg
gen eenvoudiger navertellen in dezelf
de of een andere taal dan gaat er
meer verloren dan men wellicht ge
meend zou hebben. Dat maakt ge
schiedenissen van de wijsbegeerte
doorgaans zo teleurstellend. Men leest
daarover sommige bereiktheden. die
niet getrouw worden weergeven om
dat men ze niet getrouw weergeven
kan als nien de weg erheen niet laat
zien. De weg erheen is in alle wijsbe
geerte zeer belangrijk.
Wanneer we over de nieuwste publika-
tie van Corn Verhoeven iets zinnigs
schrijven willen is het daarom gera
den hem zelf zo mogelijk aan het
woord te laten. Verhoeven is die, zeld
zame verschijning, te weten een oor
spronkelijke wijsgeer, die geenszins de
verworvenheden van zijn collega's in
heden en verleden verwaarloost, maar
die met of zonder hulp van die verwor
venheden, zelf wil vinden en zien.
Hij doet aan Descartes denken door
zijn helderheid en eenvoud van taal en
door zijn aanpak, het verwijderen van
wat te geredelijk wordt aanvaard, hij
vermijdt ook, evenals Descartes, zo
veel mogelijk het vakjargon. Iedereen
kan hem lezen, al zal de lezer, even
als bij Descartes tot de ontdekking ko
men dat ondanks de eenvoud van de
taal de lectuur veel van de lezer vergt,
want Verhoeven blijft niet bij het
schijnbaar evidente staan. Hij gaat
steeds verder tot iedere nuancering
elk aspect van de moeilijkheid zijn v«
klaring heeft gevonden.
Het geweld, stelt hij vast, is i
gerig probleem. De ergernis
geweld is een van de vele vormen die
de verwondering, het begin en het be
ginsel van het denken, kan aannemen
Als probleem van het denken is ge
weld geen politiek probleem en geen
ethische opgave, het geweld is dat wat
geliquideerd zou moeten worden en li
quideren is. heldar en vloeibaar ma
ken, overleveren.
Het is onjuist over het geweld in die
zin te denken, dat ik zou menen door
mijn gedachten bepaalde beslissingen
in de wereldpolitiek onmiddellijk of
zelfs maar binnen afzienbare tijd te
veranderen. Wie dat doet maakt zich
schuldig aan een naïviteit die hem
buiten de werkelijkheid plaatst en zijn
gedachten tot onvruchtbaarheid doemt
of in schorre kreten doet ontaarden.
Ook de populaire ethische wijsheid dat
men de wereld kan verbeteren door
bij zichzelf te beginnen, is een grote
vergissing. De vrede in het hart.
schrijft Verhoeven, en al die mooie
ethische dingen, hebben nauwelijks iets
te maken met het geweld in de wereld.
Vrede in alle harten, als we even die
naïeve optelsom mogen maken, is
nog geen vrede op aarde. De vlucht in
het individuele, ethische, aangevuld
door de conditionele optelsom die ze
uitbreidt tot alle mensen, gaat aan
het probleem voorbij, zij het op een
schijnbaar nobele wijze. Het geweld is
niet een probleem van individuele ge-
NIEUWE PUBLIKATIE VAN CORN. VERHOEVEN
aardheid. Het is een verschijnsel dat
met de collectiviteit verband houdt.
Praten over innerlijke vrede is dus in
dit geval irrelevant.
Er is geweld als gebeuren en er is ge-
geweld als daad. een passief en actief
geweld. Passief is wat de mens over
komt en wat hem overweldigt, met een
Latijnse term „vis", actief is het ge
weld dat hij zelf uitoefent en gebruikt:
„violentia".
Er is een bepaald soort „exclusief"
denken dat in violentia het middel om
het geweld te voorkomen ziet. Si vis
pacem, para bellum, als gij vrede wilt
bereid u dan voor op een oorlog. Dit
wordt gewoonlijk machtsevenwicht ge
noemd, een quasi-status volgens Var-
Corn. Verhoeve
hoeven, die als achtergrond de aan
vaarding van het institutionele geweld
heeft, dat recht van de sterkste ge
noemd wordt. Vrede betekent in dit
„exclusief" denken alleen maar over
heersing, wat men het tegendeel van
vrede zou kunnen noemen.
De violentia in dienst van de overheer
sing is de eeuwen door bejubeld. Men
kan 't teleurstellend vinden, maar de
schitterendste poëzie, al lang voor Ho
merus en nog lang na Virgilius de
hoveling zoals Verhoeven hem scham
per noemt is gewijd aan het hel
dendom en de fysieke moed die ethisch
verantwoord wordt.
Van ethisch verantwoord geweld,
merkt Verhoeven op, kan echter nooit
gesproken worden: geweld is een puur.
onschuldig en onvrij gebeuren of het is
een ethisch verkeerde daad. Te verant
woorden is het nooit. Wat bij geweld
vanaf de oorveeg tot de waterstofbom
de inzet is, is de totale vernietiging. De
moed kan het geweld niet beëindigen,
maar helpt het definitief in het zadel.
De tijd van de horigheid van de dap
pere knecht aan de koning en de daar
op gebaseerde fraseologie is voorbij.
Maar ook de nieuwe macht komt voort
uit de ideologie van de activiteit en de
moed, zij geeft aan het geweld een an
dere structuur maar heft het niet op.
Hoe meer het geweld onder de verant
woordelijkheid komt van de gehele ge
meenschap, hoe problematischer het
wordt en hoe moeilijker het is de ge
welddaad, de „violentia" van het ge-
weldgebeuren, de „vis" te onderschei-
Om aan dit probleem te ontkomen wijst
Verhoeven niet op het machtsevenwicht
of op de ethiek, maar op de techniek.
Technische moeilijkheden, schrijft hij,
moeten gerealiseerd worden en het be
hoort tot de opdrachten van de tech
niek het geweld als anti-techniek over
bodig te maken en zich niet te laten in
spireren door de impuls van aggressivi-
teit, hoe „natuurlijk" die ook lijkt.
Dat deze redelijke techniek, niet door
gemoedsbewegingen beïnvloed, aller
minst een vage illusie of een niet te
realiseren droom is, blijkt voor Verhoe
ven uit de regeling van het moderne
verkeer. Wie zich aan de verkeersregels
houdt, schrijft hij, gehoorzaamt aan
niemand, is geen held en hoeft geen
moed te demonstreren; zijn aggressiviteit
richt zich alleen maar tegen hemzelf en
krijgt geen kans zich ais een ideologie
te realiseren. Zij wordt een volstrekt
machteloze individuele impuls, waar
voor in 't bestel geen plaats is. De lou
ter technische regeling voorkomt
chaos en geweld: de redelijkheid wordt
berekend zonder de met in overvloed
aanwezige aggressieve impulsen reke
ning te houden. Er kan binnen het be
stel niet tot geweld besloten worden:
het wordt zonder meer als primitief af
gewezen. Een van de redenen waarom
dit min of meer slaagt is waarschijn
lijk, dat het verkeer van den beginne
af een technische aangelegenheid is en
dat 't hier aanwezige geweld niet door
een vals ethos gerechtvaardigd is kun
nen worden. Als 't verkeer nog berust
te op feodale begrippen van fierheid,
moed en zelfcultuur, zou het tot veld
slagen aanleiding geven. Maar de mo
derne Oedipus krijgt niet meer de kans
'MO vader Mj wn driesprong te ver
moorden, omdat die hem geen voorrang
wil geven. Hij kan hem hoogstens nog
vervloeken, maar ook deze rituele scha
duw van gewelddadigheid staat op het
punt le verbleken. Verhoeven meent,
dat de onmacht van de techniek ten
overstaan van het geweld duidelijk 'n
voorlopig karakter heeft, zij zal op de
duur voeren tot de nuchtere waakzaam
heid die het geweld overbodig maakt.
Wat wij hier goeddeels met Verhoevens
eigen woorden opmerkten over z'n boek
Over het geweld, dat in de Ambo Pa
perbacks te Utrecht uitkwam, geeft er
.slechts een zeer onvolledig overzicht
van. Men zal goed doen het boek zelf te
lezen, om er de zin en de grote oor
spronkelijkheid van te ontdekken.
JOS PANHUIJ8EN
rijen naast elkaar, zodat de kleuren
pracht nog voller cn weelderiger lijkt
Hij hoopt dat veel mensen deze bij
zondere volkskunst komen bekijken,
want zoiets hebben we in ons land nog
nooit gezien. „Museum Bredius is wel
een erg deftig huis met z'n hoge stoep"
zei d's. Wijsenbeek, „maar het is
toch een gewóón museum waar ieder
een van harte welkom is. Je hoeft al
leen de stoep maar op te lopen cn
aan te bellen. De rest gaat vanzelf".
Dit omdat nog altijd velen drempel
vrees blijken te hebben voor een
sloten huis".
Soms westers gericht
Het is duidelijk aan te zien dat de
schilders en wellicht ook de schilde
ressen op twee manieren te werk gin
gen: enerzijds wilde men de officië
le liturgische iconografie getrouw blij
ven, anderzijds ging men tot ei
vrijere Interpretatie over. Zo is
een graflegging des Heren die ove
eenkomt met de voorstellingen van de
Byzantijnse corporale maar een treu
rende Maria daarentegen draagt ken
nelijk westerse elementen in zich, de
Lieve Vrouvy is er nomelijk afgebeeld
met de gekruisigde op de achtergrond.
heel
aparte
expositie
in
museum
bredius
We bedenken hierbij dat er in Roe
menië diverse godsdienstige schake
ringen waren en dat via de Rooms
Katholieke Kerk de Byzantijnse icono
grafie enigermate beïnvloed schijnt le
zijn. Dit is onder andere aan sommige
voorstellingen van de kruisiging te be
merken. En op een icoon met een Ma-
riafeest tot onderwerp is als archi
tectuurdetail. een gotische kapel af
gebeeld.
Het is zoals altijd bij een grote collec
tie ondoenlijk om te zeggen wélk
exemplaar nu wel hét mooist is. Be
schouwt men de zorg die er aan be
steed werd uls maatgevend (we heb
ben met amateurs te doen) dan val
len enkele exemplaren van Sint-Geor-
ge die de helse draak overwint wel
bijzonder onder de aandacht (No:
48 en 49 b.v.) maar gaat het om
spontane, directe uiting van volksge
loof dan zien we „Jezus met de wijn
stok" graag, 'n icoon die ook nogal
westers gericht is. Zo ook no 89 de
Geboorte van Christus waar Maria
naast het Kind knielt Een Petrus
Paulus die dateren uit 't eind van
vorige eeuw (de meeste schilderingen
zijn uit die tijd: 2de helft lfle eeuw)
niunt uit door de goudversiering
een materiaal waar men over het al
gemeen vrij kwistig mee is gewaagt,
denkelijk om toch weer terug te gaan
op de lconostage in de kerk.
Wat de techniek betreft: evenals de
gewone iconenschilderi maakten deze
mensen hun eigen verven klaar: har
telijke. briljante, felle, elementaire
kleuren. Men schilderde zoals gezegd
in spiegelschrift, vandaar de dikwijls
zeer ongeholpen handen. Bladgoud en
brons werden veel toegepast. Er werd
vaak in gemeenschap geschilderd: ie
mand uit de familiekring schilder
de de contouren, anderen kleurden
deze omgrensde vakken in, een derde
nam b.v, alleen de gewaden voor zijn
rekening, wie goed was in „gezichten-
maakte de icoon ui'. Een ander kon
het Cyrillische schrift maken of t
gelijk was er iemand in de omgeving
die latljnse Letters kende. De achter
grond werd het laatst aangebracht
dan fixeerde men de schildering met
een laag terpentijn. Deze volkskunst
Is hoofdzakelijk afkomstig ultTransall-
vanië, Oltenië en Muntenlë. De expo
sitie zal tot 1 september duren.
J.V.