MINISTER SCHUT: Vertrouwen in bouwmarkt NIEUWE RIVALITEIT IN TSJECHO-SLOWAKIJE Dr. Pluizer vraagt uw aandacht SCt ZATERDAG 13 JULI 1968 DE LEIDSE COURANT PAGINA T LUCKY LUKE: NAIJVER IN PAINFUL GULCH SUSKE EN WISKE: DE GRAMME HUURLING HIGGLESHAWK SLAAT TOE (Van onze parlementaire redactie) DEN HAAG Minister ir. W. F. Schut (Volkshuisvesting en Ruimtelijke Or dening) houdt niet van krasse uitspra ken over de ontwikkeling van de bouw nijverheid. Hij is voorzichtig, beseft te goed dat de toekomst hem ongelijk kan geven. Zijn critici verwijten hem een „aarzelend, vaag en vrijblijvend be leid". Ir. Schut is n „onverwoestbare optimist". Sombere voorspellingen, dat t met de bouw bergafwaarts gaat, lig gen hem niet. „Er is geen reden voor pessimisme. Ik vind dat vertrouwen gewettigd is. Natuurlijk moeten we erg op onze hoede zijn. Want er hoeft maar weinig te gebeuren, of het gaat fout. Ik beloof dan ook beslist geen gouden Aarzelenden o nwennig betrad ir. Schut 15 maanden terug als minister van 'n moeilijk departement de politie ke arena. Zijn optreden maakte aan vankelijk niet zo'n overtuigende indruk maar geleidelijk aan is hij blijkbaar meer met 't soms harde spel vertrouwd geraakt. Natuurlijk worden gauw vergelijkingen gemaakt tussen hem en zijn voorgan ger drs. Bogaers. Dat deed ook de baardige socialist Van den Doel, die drs. Bogaers typeerde ais een straal jagerpiloot en minister Schut als een ballonvaarder. Ir. Schut: „Het Kamerlid Van den Doel gebruikt graag gewaagde beelden. Over zijn vergelijking moet ik zeggen: in beide gevallen heeft hij zelf nakijken". De minister speelt wat verder met de vergelijking: Ik wil best ballonvaarder zijn. Je gebruikt de natuurlijke krach ten. Ballon varen is goedkoop. Je kunt vlak boven de grond blijven, zodat je de markt goed kunt verkennen en dicht bij de mensen bent". En dan wat serieuzer: „In vele opzich ten is het beleid van Bogaers voortge zet, met name ten aanzien van de li beralisatie en het huurbeleid. Alleen voor wat betreft de woningwetbouw zijn we uit een ander vaatje gaan tap pen. De last van de woningwetbouw drukte zwaar. Het geld is voor andere zaken hard nodig (onderwijs, ontwik kelingshulp, sociale voorzieningen). Het is heel acceptabel dat de mensen op den duur ook in de woningbouw zoveel mogelijk voor zichzelf gaan zorgen. Er zal trouwens altijd een groep mensen met lage inkomens blijven voor wie de sociale woningbouw nodig is. Bij mi nister Bogaers ging het allereerst om het opvoeren van de kwantiteit. Nu moeten we het bereikte peil evenwich tig handhaven, meer vrijheid in keuze bieden, krotten gaan vervangen, geld besteden aan speurwerk en onderzoek in de bouw". Minister Schut vindt niet dat hij op „Volkshuisvesting" met een ander be leid moest komen. We sluiten aan op wat is gegroeid, bouwen daarop voort. Het beleid van de dynamische voorgan ger was aan stabilisatie toe, nadat ach terstanden in een „overrompelend tem po" waren ingehaald. Er moet meer variatie in de woningen komen. De mensen moeten kunnen kie zen. De Nederlanders betalen lage hu ren in vergelijking met andere landen van West-Europa. „Maar", zegt minis ter Schut, „bij de grotere welvaart gaan ze het comfort waarderen, wil len ze ervoor betalen". Hoewel hij wat dit betreft niet de illusie heeft dat de mensen staan te springen om duurde re woningen te betrekken. De minister zegt, dat hij misschien op „Volkshuis vesting" beter geslaagd is dan bij „Ruimtelijke Ordening". Wanti wat be treft de Volkshuisvesting verwacht men niet veel van mij en bij de Ruimtelijke Ordening ir. Schut is planoloog misschien wel te veel. Sommige mensen willen, dat de minis ter alles met strakke hand leidt. Ik voel er niet voor om dictator te spelen. We moeten de totaliteit in de gaten houden, coördineren en zo nodig corri geren. En ook elkaar 'n beetje gunnen, dat we gouten maken", zegt ir. Schut, die graag ook als minister zichzelf wil blijven. Kritiek op zij beleid kan hij best heb ben. „Zinnige kritiek, daar luister je naar, daar laat je je door beïnvloeden. Maar ik vind wel dat men nog al eens foute kritiek spuit. Men doet onvoldoen de moeite om de feiten te laten spre ken. En het grote publiek kan dat niet zien. Laat men niet vergeten, dat er nu andere omstandigheden zijn dan ten tijde van het beleid van minister Bogaers. Een ander zou ook de conjunc tuur niet in de hand hebben gehad, zou ook moeten afwachten hoe de ongesub sidieerde bouw zich ontplooit". Als de werkloosheid in de bouw ter sprake komt, wijst de minister erop. dat de produktie cn het investerings- peil in deze sector nog nooit zo hoog zijn geweest. Er wordt veel meer gebouwd met minder mensen. Tegelijk kwamen in het zuiden 6000 pendelende OEKRAINERS WILLEN OOK EIGEN STAAT WENEN De Slowaakse dis trictshoofdstad Presov, gelegen op slechts 90 kilometer van de Russische grens, staat al en- e weken in hel teken van i openlfjk conflict tussen de Slowaken en de Oekraïners die onen. De autoriteiten pro- evenwel met behulp van de in dit deel van Tsjecho- Slowaküc nog goed functione rende censuur de hele zaak in de doofpot te stoppen. De kwestie waar het om gaal is dat 75.000 Oekraïners die zuide van de Karpaten leven, direct na het bekend worden de Slowaakse eisen be treffende een eigen staat met Pressburg als hoofdstad hoewel 'n federatief verband met de Tsjechen in Praag, ook zelf een li wensen hebben kenbaar «maakt, die neerkomen op nationaal zelfbestuur. Daarbii wordt verwezen naar het grote Oekralnse volk. dat binnen de Sovjet-Unie zün eigen repu bliek heeft. Oe Slowaken waren veront- bouwvakkers uit Duitsland terug. Het is wat gemakkelijk om te zeggen: er zijn nog zoveel krotten op te ruimen, waarom zetten ze de werkloze bouw vakkers niet in. Het vervelende is, dat de werkloze bouwvakkers in het zuiden en oosten zitten en er in het westen bouwvakkers nodig zijn. Men zegt wel: werkloos-zijn kost ook geld, laat ze werken, maar men vergeet dat laten bouwen nog al tijd vijf keer zo veel kost. En de krotopruiming is een dure zaak. Met alles wat erbij komt, wel 10.000,- gulden gemiddeld per woning. In de grote steden nog meer. De mensen, die de krotten verlaten, moeten elders woonruimte hebben. Het is een kwestie van doorstroming, van boven trekken (nieuwbouw), van onderen duwen (krotopruiming). Dat verloopt moeizaam. De Praag is of we het publiek het besef kunnen ge ven, dat het zal moeten. Eind septem ber zal de minister een nota over de krotopruiming aan de Tweede Kamer uitbrengen. Over de woningnood en de oplossing er van: de behoefte is er wel. maar is er vraag? De moeilijkheid is dat de koop krachtige vraag na de oorlog niet is ge stimuleerd, maar eerder ls afgezwakt. Men is verleerd voor zijn eigen woning voldoende te betalen. Geleidelijk aan moet daar een kentering in komen. „Ik ben blij", zegt de minister, „dat we veel meer bouwen dan vroeger. Maar het is natuurlijk geen geloofsar tikel, dat het alsmaar meer moet. Het gaat erom, dat we het hoge bouwniveau volhouden. Een terugslag zou hard aankomen. Er is een tijd geweest, dat iedereen naar de bouw trok. We zitten nu in een overgangsproces. Misschien zullen in Brabant en Limburg wel bouwvakkers beter kunnen omschake len, of elders aan de slag moeten gaan. Maar in 't algemeen gesproken: voor de vakman blijft er voldoende emplooi. Want de bouw heeft een enorme taak voor de toekomst. Voorkomen moet worden, dat door sombere uitspraken de animo voor de bouwopleiding ver mindert". Die mindere animo ia trouwens op de lts-en al gebleken. Van groot belang acht de minister het, dat er een brede re bouwopleiding komt, zodat de bouw vakkers in hun beroep mobieler wor den. Ze moeten in de bouw meer all round worden, waardoor ze „niet voor een gat te vangen zijn". Voorlopig ziet de minister nog wel, dat subsidies op de woningen moeten worden gegeven in plaats van aan de bewoners. De kwaliteit moet een punt van voortdurende zorg blijven. De wo ning moet toekomstwaarde hebben. Misschien kan te zijner tijd meer ge dacht worden aan individuele woning subsidies voor mensen met lage inko mens. „We moeten dan wel oppassen 'er geen bedeling van te maken" In de woningbouw mag de klant dan heel voorzichtig weer koning worden, de particuliere bouw mag vrijer worden, de huisvesting van 'n grote groep men sen blijf 'n voortdurende zorg voor de overheid. Ir. Schut, voor wie het minis terschap een „uitdaging" is. hoopt dat er in de komende jaren wordt gebouwd „dat het een lieve lust is Bouwen met veel variatie en met de nadruk op goed en goedkoop. Mede dank zij meerjarenplanning moet naar continuiteit worden gestreefd. Ik re ken op een fijn samenspel, een bunde ling van alle krachten, op een gezonde competitie. Dan hoop ik ook, dat we soepeler cn boeiender gaan bouwen. (Ik hou van het experiment). Misschien minder open in de buitenwijken, maar intie mer en levendiger, met meer kansen voor de mensen om zelf met hun bin nenhuis te experimenteren. En nok hoop ik, dat we binnensteden weer be woonbaar kunnen maken, want dat leeglopen van de binnenstad vind ik be denkelijk. Aldus de minister van Volkshuisves ting en Ruimtelijke Ordening. waardigd toen zij de Oekraïnse de zetel van het Oekraïnse zelf bestuur te maken, en zij demon streerden door de straten van de stad teeen dit plan om een „staat in de staat" te vestigen De laatste dagen is de situatie nog gecomDliceerder geworden door het verlangen om de in 1950 met geweld geliauideerde Grieks-katholieke met Rome geünieerde Kerk opnieuw tol leven te brengen. De beide or thodoxe bisschoppen lieten zich aandienen bii de voorzitter van do Oostslowaakse kringraad en informeerden naar de plannen van de regering die reeds een Grieks-katholieke Driester had toegestaan zijn ambt uit te oefenen. De bisschoppen kregen evenwel ten antwoord dat de orthodoxen zich bij de nieuwe situatie moesten neerleggen, want de regering was niet van plan opnieuw in een oud gods dienstig conflict in te grijpen. De bisschoppen moesten dus met lege handen vertrekken, maar zij verklaarden toch dat een toestand van confessionele coëxistentie aan de orthodoxie geen offers zou mogen vragen. De opnieuw oplaaiende strijd tussen orthodoxen en met Rome eeünieerdeö gaat terug tot de 17e eeuw, toen de inder tijd dominerende Hongaarse adel allerlei pogingen ondernam om tegenover het Turkse ge vaar de orthodoxen te bewegen zich weer met Rome te vereni gen. Dat gelukte gedeeltelijk en het leidde tot do stichting van een eigen Grieks-katholieke Kerk. Bij de volkstelling van 1930 bleken in Slowakije 213.000 gelovigen lid te zijn van de Grieks-katholieke Kerk en slechts 10.000 van de orthodoxe Maar na het binnentrekken van het Rode Leger braken voor1 de geünieerden kwade dagen aan. omdat men in hen sympathisan ten met de Duitsers zag. hoewel velen van hen aan de zijde van de partisanen gestreden hadden Het was Stalins wens in al de van Rusland afhankelijke „volksdemocratieën" een eind te maken aan de „Papisten", de op Rome gerichte christenen, en hen allen terug te voeren in de schoot van de orthodoxie die altijd ten dienste van het Russische regime had gestaan. Zo werden in de Oekraïne, in Roemenië en ook in Tsjecho- Slowakije de geünieerde Kerken met geweld geliquideerd. We kenlang trokken partijbonzen en leden van de geheime politie door het land om als religieuze agitators zielen te winnen voor de orthodoxie. Met beloften en dreigementen wer den tenslotte 30 van de in totaal 300 Grieks-katholieke priesters bereid gevdnden om op 28 april 1950 in Presov tot de opheffing van hun Kerk en de overgang naar de orthodoxie te besluiten. De beide geünieerde bisschop pen Gojdic en Hopko weigerden ovenwol de Paus af te zweren en werden daarom opgesloten. Bisschop Gojdic kreeg in 1951 levenslange gevangenisstraf, waaraan hij in 1962 overleed. Bisschop Hopko werd geïnter neerd en in 1964 vrijgelaten werden met hun gezin voor zonder naar zijn woonplaats te mogen terugkeren. Tweehon derd, meest gehuwde, priesters dwangarbeid naar Bohetfien gedeporteerd, en de vervolging van de gelovigen ging zover dat bij begrafenissen die zonder hulp van een orthodoxe pries ter plaats vonden, de deel- als geldboeten werden gestraft Maar slechts een derde geünieerden sloot zich onder druk van deze straffen bij de orthodoxen aan. de orthodoxie telt tegenwoordig ongeveer 100.000 gelovigen in Tsjeeho- Slowakijo. Een ding hebben de autoriteiten in Praag als gevolmachtigden van Stalin vergeten: de Grieks- katholieke Kerk werd ambU lijk niet opgeheven. En omdal zij sindsdien gedurende al die jaren „de jure" bleef bestaan, kunnen haar priesters zonder vrees voor tegenmaatregelen de zielzorg weer opnemen. In direct worden ze zelfs door de Slowaakse autoriteiten steund, omdat deze in de thodoxe Kerk een soort vijfde colonne van de Sovjet-Unie zien. Het is voor de Russen melijk van belang zich met be hulp van de Kerk Oekralnse organisaties een vas te plaats in Presov te houden om wellicht eens een afschei ding van dit gebied te verlan gen, zoals dit in 1945 gebeurd is met Karpatho-Oekraïne. HORIZONTAAL: 1. welaan 3. geboorteplaats van Samuel 7. kist van latwerk 10. kanaalpell (afk.) 12. gem. in N.-Br. 14. slot 16. dwaas 17. vogel 18. lij (ZN) 19. vrouw van Abraham 20. boom loot 21. metaalsoort 22. lus 24. laag schoven dorsvloer 25. geelkoper 27. muziekstuk 29. afnemend getij 30. oude lengtemaat 32. voornmw. 33. landbouw werktuig 34. vlug 36. een zekere 38. bezinksel De oplossing van de puzzel van de vorige week luidt: horizontaal: 1. het, 3. pelgrim, 9. mus, 11. pree, 12. eeten, 15. beurt, 16. manen, 18. op, 20. lid, 21. lis, 22. wij. 23. rob, 25, melodie. 29. bal, 30. Sam, 32. regie, 33. wal, 35. sim 37. sik, 38. ban, 40. of, 41. dis, 42. vel,'43. ho, 44. dak. 45. sar. 47. leg, 49. vos. 50. staar, 52. sijs, 54. big, 55. stellig. 57. sip. 59. Aa. 60. sta. 61. mat, 63. ka, 64. boert. 66. pilau, 68. snee.' 69. Enos, 71. mos, 72. onderin. 73. vla. Verticaal: 2. en, 3. pruim, 4. eerder, 5. Let, 6. rem, 7. Italië. 8. menie, 10. un. 11. pel. 13. nes, 14. tor. 17. Nyi, 19. poe, 22. wal, 24. bas. 26. les, 27. ogivaal, 28. dik. 29. ban. 31. midas, 33. Wales. 34. tot, 36. mik. 38. bel, 39. hof, 44. dog, 45. sté, 46. ral. 48. Gijs. 49. via, 50. sta-] ren, 51, Rlmlni. 53. sik. 54. bal, 55. steno, j 56. galon, 58. pap, 60. s.o.s., 62. tas. j 65. Ted. 66. per. 67. do, 70. al. De prijzen werden gewonnen door: 10 gulden: Dinl Kop. Spaanjaardlaan 8. j Leiderdorp. 2.50: Jar. Straathof, Gelderswoude 3.1 ix>st Benthuizen 40. voedsel 41. akelig 42. voorzetsel 43. Turkse tarwe 45. dorpje in Drente, onder Vries 46. teken dat In de psalmen voorkomt 49. spil van een wiel 50. dat is (afk. Lat.) 51. voorzetsel 53. ontkenning (Eng.) 55. Europeanen 58. mannelQk 61. eind 62. bedrog (barg.) 64. telwoord 65. groente 66. spleet 67. oude vr. datief 69. keukengerei 70. telwoord 71. rechtschapen 73. bekend gebouw in Amsterdam 76. zoon van Juda 77. scheik. ele ment (afk.) VERTICAAL: 1. myth, figuur 2. strijdperk 4. algemeen kiesrecht 5. zeemacht 6. de twaalf machtige goden der Germanen 7. lichaamsdeel 8. overmaking van geld 9. telwoord 10. zeeschildpad 11. kwellen 13. plaats In N.-H. 15. tasto solo (afk.) 16. wijnsoort 21. voorzetsel 23. son ordre (afk.) pronknaald 28. op geen plaats 31. bloem 32. plaats In Oostenrijk 34. snoer van een hengel 35. tussenzetsel 37. land in Europa (afk.) 38. spljstafel 39. gebod 44. tieren, gedijen 47. plaats in Overljsel 48. puntige 50. plotseling 52. eenzaam 54. spijltje 56. enig 57. voegwoord 59. bijwoord 60. profeet 63. vinnige klap 64. dus (Lat.) 68. schelk. ele ment (afk.) 71. in oprichting (afk.) 72. deel van de zo lang mogelijk tpacht te handhaven. Onderstaande partij uit Bolzano is daur weer een voorbeeld van. Duidelijk is het verschil in stijl op te merken, van S1J- brands de directe aanval op het midden- bord, terwijl de Russische meester het meer In een vertraagde ontwikkeling zoekt en door omsingeling zijn tegen stander temponood poogt op te dringen Het resultaat is een enerverend duel. waarin wit een formidabele combinatie vlecht en zwarts voorstellingsvermogen zwaar op de proef wordt gesteld. 32—28, 16—21, 31—26, 11—16, 37—32. 18—22, 41—37. 7—11. 34—29. 1—7. 4641, 29—25, 440—34, 14—20. 45—40 1014, 5045, 5—10. 28—23. 19x28. 32x23, neemt het Initiatief. 13—18, 34—30, 25*34. 39x30, 8—13, 43—39. 3—8, 4843. 20—25, 40—34, 13—19, 38—32, 19x28. 32x23, 9—13, 42—38, 21—27, 4137 schijfwinst. Een bijzonder fraaie en moeilijke slagzet. Zwart geeft nu aan 11—17, dreigt met 34—40 en 4—10, 5—37, 12—18 en op 37—48 is 15—20, 6x17 re mise. Maar waarom kan wit na 1218 niet met 3726 voortzetten? Het was een pijnlijke ervaring voor wit deze spannende partij nog op simpele wijze te moeten verliezen; zie diagram. m c ■OHO E Q Q B B a a b d P T Stand WiersmaS() brand* uit de vorige rubriek. Zwart vervolgt met 510. kan echter een damzet uit voeren door: 24—29, 33x24, 22x38. 38x29, 27x38, 42x33, 21—27, 31x22, 17x50! (Van onze schaakmedewerker W. J. Muhring) Op superieure wijze heeft de inter nationale grootmeester Szabo 50 jaar oud! het kampioenschap van Honga rije veroverd. Zonder een enkele neder laag te incasseren eindigde hij met 1% punt voorsprong op zijn oudere collega de internationale grootmeester Barcza op de eerste plaats. De aanstormende jonge re generatie onder aanvoering van Haag slaagde er niet in de hegemonie van deze topspelers te doorbreken. Integendeel, zij kregen bijna allen lik op stuk en zulks werd vooral veroorzaakt door de verwon derlijk constante vorm van zowel Szabo als Barcza. In het onderstaande duet heeft Szabo door een openingsfout van zijn tegenstander doorlopend het heft in handen. Fijn combinerend ondermijnt de nieuwe kampioen de vijandelijke positie en triomfeert tenslotte met een fraai dame-offer. Wit: Szabo Zwart: Kovacs Gespeeld om het kampioenschap van Hongarije 1968. Geweigerd damegambiet. 1. d2-d4, d7-d5; 2. c2-c4, e7-e6; 3. Pbl- c3, Lf8-e7; 4. Pgl-f3, Pg8-f6; 5. g2-g3, 0-0; 6. Lfl-g2 b7-b6. (Na verwisseling van zetten is een soort Katalaanse opstelling ontstaan). 7. c4xd5, e6xd5; 8. 0-0, Lcb-b7; 9. Lel-f4, Pb8-d710. Tal-cl, c7-c6; 11. Pf3-e5, Ta8-c8 (Tijdverlies); 12. Lg2-h3l, Tc8-a8; 13. Pe5\d7, Pf6xd7; 14. Pc3xd5! (Mooi gecombineerd); 14c6xd5; 15. Lh3xd7, g7-g5 (Zwarts enige kans. Na 15Dd716. Tc7, Db5; 17. Tb7:, Lf6; 18 e3, Db2: 19. Dh5! met de dreiging Ld6 verkrijgt wit een belangrijk positio neel overwicht). 16. Tcl-c7, I,b7-a6; 17. Lf4-e5, f7-f6; 18. Ddl-a4! (Op 18 fe5: beslist nu 19. Le6t, Kh8; 20. Td7>; 18 La6xe2; 19. Tfl-el, Le2-f3. (Wederom faalde 19fe5: wegens 20. Le6t, Kh8; 21. Td7, De8; 22. Te2: en wit staat overwegend. In aanmerking kwam echter 19Lh5!; 20. Le6t, Kh8; 21. Td7, Lo822. Td8:. La4: 23. Ta8:, Ta8;; 24. Lc7, Lb4 en de kansen zijn nagenoeg gelijk); 20. Ld7-eGt, Kg8-h8; 21. Tc7-d7, Dd8-e8; 22. Le5-c7, Ta8-c8; 23. Dn4xn7. Le7-b4. (Dc beslissende fout); 24. Lc7-d6! (Dreigt mat). '_iDe8-g6; 25. Ld6xb4. Tf8-e8; 26. Td7-e7, Te8xe7; 27. Lb4xe7. Tc8-c8; 28. Da7-d7. Lf3-c4; 29. Dd7xe8! Een mooi dame-offer als besluit. Zwart gaf zich gewonnen, omdat het mat niet meer te pareren is. SCHAAKRAADSEL Ondanks een subtiele verdediging van zwart kan de witspeler in deze opgave op een ze rt- artistieke wijze de winst af dwingen c.q, belanden in een volgens de theorie gewonnen eindspel. Het ls een schaaktest om van te watertanden cn voorwaar geen gemakkelijke opgave, al denkt u er wellicht aanvankelijk anders DAMMEN 6 6 m 15 lfl 25 26 O V v- O 35 36 a B o w o o 45 46 O Stand na wit: 37—31 In de partij geschiedde: 2732, 38x27 en 1319. Vanuit de diagramstand geeft 1319 dam aan wit door 3328. 22x24A, 31x13, 19x28, 30x19. 14x23, 38—33. 8x19, 33x22, 17x28, 34—29, 23x34, 29x30, 25x34, 26—21, 16x27, 36—31, 27x36, 47—42, 36x38, 43x5!! A. Op 22x42, 31x24, 42—48, Oplossing schaakraadscl Wit wint als volgt: 1. (4-f5t, Ke«xf5; 2. Pf7-h6t, TR6xh6 (Gedwongen); 3 (6-f7, Pe4-g5t; -I Ld8xg5, Kf5xg5; 5. h2-h4t! (Op 5. (8D volgt 5 Tflit en de partij is romlie); 5 Kg5-g6 (Zeer slim, na 6 f8D staat zwart Immers put); 6 f7-fH Loper (Bravo) B Kg0-f5. 7 L(8xhti en zwart kan opgeven (Gorglcv) In plaats van 5Kg5-g6 speelt zwart beter 5Kg5xh4 met als ge volg 6. H-fHD en nu: a) 6. Kh4-g5; 7. Df8-g7t, Th6-g0; 8. Dg7xh7, en het eindspel is gewonnen (Volgens de theorie wint de dame tegen toren en randpion wanneer deze laatste zich bevindt op de tweede, vierde of vijfde ri))l b) 6Th6-g6; 7. Df8-f7, Tg6-g3t; 8. Kf3-f2, h7-h6; 9. Df7-f4t, Tg3-g4; 10. Df4xh6 enz. (pion op de vierde rij).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 7