floortje
klomp:
KWAKZALVERIJ EN
HEBBEN ADVOCAAT
SNEL NAAR DE TOP KAN
SNEL DUIKELEN WORDEN
BIJGELOOF
JACOBSON ALS AARTSVIJAND
van kritiek word
je harder en
dat is gewoon
nuttig
VOOR KNOKKE:
FLEUR COLOMBE
DE RIDDER IS MOE EN DIEP TELEURGESTELD
(Van een onzer verslaggevers!
AMSTERDAM „Ik
hoop dat Knokke een
beetje goed uitpakt.
Dan bestaat misschien
de mogelijkheid om
ook internationaal wat
te gaan doen.
Ik weet dat het wat
hoog gegrepen is voor
iemand die nog maar
zo kort in het vak zit.
Maar als je de
gelegenheid krijgt, dan
moet je die toch
proberen te grijpen,
of niet soms?"
Floortje Klomp kijkt
zelfverzekerd rond. Ze
spreekt vlot, maar
zegt toch niets ondoor
dacht. Ze maakt de
indruk vastberaden te
zijn, zonder iets van
een haaibaai te krijgen.
Integendeel. Floortje
Klomp is lief en net
als haar liedjes
misschien een beetje
melancholisch.
Toch ziet ze haar
toekomst reëel en erg
scherp.
„Ik weet zeker dat. als ik snel naar de
top kan doorstoten, er absoluut wel
een duikeling zal volgen. Maar ik ge
loof dat dat niet moet wegnemen, dat
je zo snel mogelijk bovenaan probeert
te komen. In Nederland is het nu een
maal zo dat je al gauw de top bereikt
hebt, omdat er zo weinig mensen zijn
waar je tegenop moet boksen. In
Frankrijk bijvoorbeeld zou ik met
mijn huidige capaciteit en ervaringen
waarschijnlijk nog in een café staan
en met de pet rondgaan. Daar is het
veel moeilijker".
kleine ster
Floortje Klomp is de laatste weken
van een nagenoeg onbekend cabaret
zangeresje een zij het nog kleine
ster geworden. Te elfder ure werd
zij toegevoegd aan de ploeg, die dit
jaar in Knokke de Nederlandse eer zal
moeten verdedigen. Dat gaf haar al
snel bekendheid en radio, televisie en
pers achtten het moment gekomen
om haar doopceel te lichten. Dat was
niet moeilijk, want Floortje Klomp wil
alles wel vertellen.
Eenentwintig jaar geleden werd zij in
Amsterdam geboren. Na de lagere
school volgde de mulo en toen de
kweekschool. Zij zegt daarover: „Het
was zeker niet mijn vaste bedoeling
om onderwijzeres te worden. Ik wilde
gewoon wat verder leren. En ik heb
dan ook erg veel geleerd op de kweek
school. Door allerlei omstandigheden
ben ik gezakt voor het eindexamen
en toen stond ik voor de keus: nog een
tijd naar school of verder gaan met
mijn grote liefde, zingen. Ik had toen
eigenlijk toch al schoon genoeg van
die hele school en ik ben gaan zin
gen".
meisje met gitaar
Dat was in 1967. Floortje Klomp klom
als meisje met een gitaar op de podi
ums van allerlei kleine theatertjes.
Haar liedjes hadden succes en in de
cember van het vorig jaar kwam haar
grote kans. De nog jonge cabaretier
Herman van Veen (23), die tot dan toe
ook nog alleen voor „klein" publiek
had gewerkt ging op de grote zaal
mikken, zoals dat in vakjargon heet,
en hij had een vrouw nodig in zijn one-
manshow. Via teeveeregisseur Nico
Knapper kwam Floortje met hem in
contact en in minder dan geen tijd was
alles in kannen en kruiken.
Floortje: „Het U bijna onbegrijpelijk
wat ik in die paar maanden allemaal
geleerd heb. Stel je voor, toen ik be
gon kon ik alleen maar met een gitaar
in mijn handen op een stoel op het to
neel sltten. Nu loop ik al met een
handmlcrofoon over de grootste podi
ums. Dat is eigenlijk veel fijner. Je
wordt vrijer en je kunt je veel meer
op de tekst concentreren. Och, ik zal
altijd wel een of twee nummers met
een gitaar blijven doen. maar het lijkt
me vooral als je ouder wordt gewoon
vervelend om altijd zo'n instrument op
je buik te hebben hangen".
soort gastrol
In het cabaret van Herman van Veen
ven-uit Floortje Klomp een soort gast
rol. „Zoiets als Liesbeth List bij Ram
ses Shaffy", zegt ze. Ze zingt er Fran
se, Nederlandse en Engelse liedjes,
waarbij haar voorkeur duidelijk naar
het Frans uitgaat. Zij vertelt: „In de
hele show is eigenlijk maar een origi
neel Nederlands liedje. De rest is ver
taald uit het Frans. Wel hebben ze al
lemaal dezelfde sfeer: een beetje me
lancholie, een beetje liefde. Dat
spreekt me aan. Vaak gebeurt het dat
ik een Engels liedje hoor, de sfeer
proef en het op mijn repertoire wil ne
men. Meestal is het dan al een verta
ling uit het Frans. Op die manier blijf
ik toch in die heerlijke Franse stem
ming. Ik hou gewoon van Frans".
Floortjes toevoeging aan de Knokke-
ploeg kwam helemaal onverwacht. Via
(weer) Nico Knapper, Willem Duys en
Lou van Rees was haar plaats in de
Nederlandse afvaardiging binnen enke
le uren een feit. Fleur Colombe, zoals
Floortje vanaf dat moment heette was
er zielsgelukkig mee. y,Ik had 't gewoon
nodig", zegt zij. „Herman was plotse
ling erg bekend geworden en ik hing
er maar een beetje bij. Ik geloof dat
het goed is voor mezelf. Het heeft me
ook op geen enkel moment beangstigd
Het kan zijn dat de mensen in Knokke
kritischer zijn, maar publiek blijft
voor mij publiek. Of het nu een wed
strijd is of een gewoon optreden".
kan me niet schelen
Fleur Colombe „Lou van Rees heeft
die naam gevonden, omdat hij vond
dat mijn eigen naam te moeilijk was
voor buitenlanders, maar mij kan het
niet schelen hoe ze me noemen als ik
in Knokke maar goed kan werken"
is dus niet bang. Niet voor het
publiek, maar ook niet voor de
bekendheid die zij nu gaat krijgen
Zij is zich terdege bewust van de ver
antwoordelijkheid, die dit met zich
meebrengt, maar zij heeft uitgespro
ken meningen over hoe een artiest
moet leven. Zij houdt zich daar ook
veel hogere eisen
„Als je bekendheid hebt gekregen,
moet je veel harder werken", zegt zij.
„Er worden terecht veel. hogere eisen
aan je gesteld en daar moet je zo snel
sn zo goed mogelijk aan proberen te
voldoen. In kleine theatertjes tussen al
lemaal gezellige mensen kun je fijn
werken. Je kunt je er ook nog wat
foutjes permitteren, want die zijn zo
weggewerkt. Op het grote toneel gaat
dat niet. Daar heb je er maar voor te
zorgen dat het af is.
Toen ik in december bij de première
van de show van Herman van Veen
voor het eerst het grote toneel op
moest was dat echt niet zo leuk. Alle
bekende cabaretiers zaten in de zaal
en een aantal recensenten en dan
wordt er natuurlijk kritiek geleverd.
Dat vind ik niet erg al heeft het zo'n
eerste keer wel wat weg van een beeld
houwer al gaan beoordelen als hij al
leen nog maar een klomp steen heeft
uitgezocht. Toch wordt je er harder
van en dat is gewoon nuttig".
Mr. dr. J. D. Jacobson te mid
den van zijn boeken over bij
geloof en kwakzalverij.
ANTWERPEN We laten ons
graag in slaap sussen door de
gedachte dat we in de „Eeuw-
van de Verlichting" leven. Ruim
tevaart, (hart-) transplantaties,
computertechnieken, kortom een
nuchter-wetenschappelijke we
reld. Niets blijkt waar als je een
gesprek hebt gehad met mr. dr.
J. D. Jacobson. Een 67-jarige
Antwerpenaar met een vrij
wel accentloos Nederlands die
wellicht Europa's best bewapen
de bestrijder van het bijgeloof
en de kwakzalverij is. Zijn ont
hullingen zijn nogal onthutsend.
„Ondanks alle verlichting brei
den bijgeloof en kwakzalverij
zich uit als een dodelijk lepra.
De mateloze uitbuiting van
kwakzalvers, fakirs, magiërs, as
trologen, koffiediklezers, wiche
laars, gedachtenlezers, waarzeg
gers, enzovoorts is kunnen uit
groeien tot de meest winst
gevende nijverheid ter wereld",
aldus de heer Jacobson.
„Meneer, de wereld wil toch bedrogen
worden. De onwetendheid van die
lieden is zo grof dat ze slechts te
vergeleken is met het onbeschrijfelijke
lef dat ze hebben. Ze worden stinkend
rijk, allemaal. Een voorbeeld?
Wanneer je naar de dokter gaat en
je moet 12,50 betalen dan vind je
dat veel. Maar als je naar een magiër
loopt om de liefde van je buurvrouw
te verkrijgen en hij geeft je een hoop
koeiedrek met het oog van een kikker
en hij vraagt duizend gulden voor die
occulte onzin, dan betalen de mensen
dat gTif".
Mr. Jacobson heeft een goede
advocatenpraktijk. Maar iedór vrij
uurtje heeft hij besteed aan de
bestrijding van het bijgeloof en de
kwakzalverij. Om zijn tegenstanders
te kunnen ontmaskeren, heeft hij zelf
eerst alle mogelijke trucs moeten
leren. In drie landen ls hij „meester-
magiër". Heel wat „spoken", pseudo-
genezers en waarzeggers heeft hij het
weelderige leven zuur gemaakt. Niet
in de laatste plaats als leider van het
Belgische „Comité voor de Navorsing
van Paranormaal Geachte Verschijn
selen". Eén van zijn wetenschappelijke
„speldeprikken" was vaak voldoende
om een waarzegger plots aan ge
heugenverlies te laten lijden; een fakir
een hulpeloos oplichtertje te laten zijn,
een kruidendokter een inferieure thee
verkoper te laten worden.
De slopende kruistocht tegen het
occultisme heeft echter zijn sporen
achtergelaten. Na ons gesprek van
enkele uren, zegt hij dat wij de laatste
zijn geweest aan wie hjj een interview
heeft toegestaan. De ridder is moe.
Teleurgesteld door „de grootste ont
goocheling" in zijn leven. „Ik heb het
opgegeven. De mensen willen belazerd
worden. Tweemaal heb ik een beroerte
gehad. Mijn strijd tegen het bijgeloof
blijkt alleen maar als propaganda
voor het bijgeloof te hebben gewerkt.
Ik was blij als mensen aantekeningen
maakten tijdens mijn vele lezingen.
Wat ze opschreven? De adressen van
waarzegsters, die ik net had be
streden".
Gevaren
De onafzienbare horde uitbuiters is
ten eerste een gevaar voor ons geld.
Het is ongelooflijk hoeveel aan toe
komstvoorspellers, waarzegsters enz.
wordt uitgegeven". De Parijse toe
komstvoorspellers maken per jaar ge
zamenlijk zeventig miljard gulden
1968!
„Vader zit links
in de hemel.
Hij is portier.
Hij moet mensen
die aankomen
vragen naar hun
identiteit"
miljard meneer! afhandig. In de
Franse hoofdstad is er op iedere 120
inwoners één waarzegger(ster); op
iedere vijfduizend inwoners één
priester".
Fabuleus zijn de bedragen, die Ameri
kaanse mannen uitgeven aan „stimu
lerende" middelen. Op dit gebied kan
Nederland overigens de hand in eigen
boezem steken.
Het tweede gevaar, noemt mr. Jacob-
son. „de maatschappelijke bedreiging".
„Hoe vaak gebeurt het niet, dat een
waarzegster wordt gevraagd: „Is mijn
zoon nog in leven?" Het antwoord
is ontkennend. Vele moeders zijn al
gestorven van verdriet, waarna de
doodgewaande zoon, bij wijze van
spreken nog net de begrafenis kan
bijwonen. Hoe vaak heeft zo'n van
alle kunde gespeend mens niet gezegd:
„Uw man bedriegt u, waarna de echt
genote haar man rattenkruit liet
proeven? Of zelf overspelig werd".
De derde bedreigiingscategorie wordt
belichaamd. Het zijn lieden, die
schatten „verdienen" aan weten
schappelijk niet verantwoorde ge
zondheidsbemoeienis. „Zalver" komt
van genezer en „kwak" is de roep van
de eend. Een kwakzalver is daarom
het best te kwalificeren als iemand,
die voorgeeft te kunnen genezen en
zijn gebrek aan kennis met luid
ruchtige beweringen tracht te ver
doezelen.
Het zal niet de eerste keer zijn, dat
een patiënt aan de behandeling van
een kwakzalver overitjdt.
Naalden
De justitie in Zeeland heeft vorig jaar
korte metten gemaakt met dergelijke
figuren. Eén van hen was de „hetl-
praktiker-magnetiseur" Sake H. uit
Breda. Hij kreeg tien weken gevange
nisstraf voor het onbevoegd uitoefenen
van de geneeskunst. Sake heeft een
voorliefde voor naalden „met magne
tische kracht", die hij in het lichaam
van zijn slachtoffer steekt.
Getuige-deskundige dr. S. Lelie (in
specteur voor de volksgezondheid In
Zeeland) deelde op de rechtszitting mee
dat. Sake eenmaal een longperforatie
heeft veroorzaakt. Een dubbele long
perforatie is meestal dodelijk
In elk geval heeft hij heel wat Zeeuwen
Brabanders en Belgen met zijn kope
ren kettinkje als pendel een volstrekt
waardeloze diagnose aangepraat, waar
na a oontant de gepeperde rekening
volgde.
De 33-jarige W. M Z. uit Voorschoten
opereerde terzelfdertijd op de Bevelan-
den als kruidendokter.
Slechts één blik in de ogen van zyn
aspirant-patiënt was voldoende voor een
diagnose en een „sterk gekruide" nota.
Deze man ging zelfs zover een vrouw
te verbieden medicijnen te gebruiken
die een specialist haar had voorgeschre
ven. Het zij terzijde vermeld dat kwak
zalvers ln Brabant en Zeeland nogal
eens een gewilde prooi kunnen vinden.
Het dient evenwel ook gezegd te worden
dat magiërs tenslotte meestal zelf het
slachtoffer van hum praktijken worden.
„Haast alle mensen die magie uitvoe
ren worden krankzinnig", verzekert de
lieer Jacobson. „Ik ben het ook bijna
geworden". Een bediende komt binnen
en spreekt hem met „meester" aan. Ze
wordt „weggebonjourd". We zitten weer
alleen met de „meester-magiër" in een
zaal van een kanier
Die krankzinnigheid waarover hij sprak
is nu ook weer niet zo verwonderlijk,
want sommige occultisten schrikken er
niet voor terug tegen speciaal tarief in
lichtingen te geven over de gezondheid
van bijvoorbeeld ouders die zich in de
hemel bevinden. („Vader zit links, is
portier, hü moet de mensen die aan
komen naar Identiteit vragen".)
Dit zijn geen verhalen uit de eeuw van
„Het Nieuwe Toneel der Konsten", waar
in 17e-eeuwse „remediën" werden aan
bevolen. maar uit 1967. '68
„De meeste „tovenaars" zijn doortrapte
schurken", zegt de heer Jacobson. „De
fanatieken zijn het gevaarlijkst, de
magieken". Over het algemeen zijn het
luie meneen. met een soms simpel be
roep. Een nietswaardig amulet of een
talisman v.ji drie cent kostprijs wordt
als magische beschermer voor 10, 20.
30 gulden verkooht aan goedgelovig
volk.
„Ik vond het mijn plicht", zegt de heer
Jacobson, „om mijn hele leven aan de
strijd tegen deze oplichters te geven.
Ik moest de ogen openen tegen de ge-
meensten. Bijgeloof is dodelijk voor de
mensheid."
Zijn ontmaskeringen waren vaak in de
vorm van een kostelijke grap gegoten.
In Belgisch Brabant stopte hij eens tien
verpleegstertjes met hemelse blikken
onder de dekens om een waarzegger
op zijn falen te kunnen wijzen. Eén
alles doorvorsende omgang van deze
man over de zaal met „aanstaande
moedertjes" was voldoende voor een
uitspraak. „Vier jongens en zes meisjes
worden het", onthulde hij met gepaste
trots. De duivelse vrouwtjes sprongen
hun bed uit. De waarzegger deed mr.
Jacobson een proces aan.
Een kruidendokter ontving een paar
Jaar geleden van mr. Jacobson een beet
je haar. Zonder de patiënt ooit te hoe
ven zien, kon de „dokter" daarna zijn
diagnose stellen. Toevallig had mr. Ja
cobson wat haar van zijn hond opge
stuurd. Niettemin had hij 'n prostaat
aandoening die voor f7000 aan kruiden
wel te genezen zou zijn.
„Men wilde mij weghebben. Van zo'n
ontluisterende kerel had men alleen
maar last. Ik had miljoenen kunnen
verdienen aan horoscopen lezen. Ik
heb die goede functies geen van alle
aangenomen. Men wierp me voor de
voeten, dat ik een idealist, een idioot
was door het bijgeloof te bestrijden'.
Hij bleef strijdvaardig. Waarom?
„Elke zondag worden overal nog
steeds geesten bezworen, worden er
zelfs nog „zwarte missen" gelezen.
Het bijgeloof is een draak met zeven
koppen. Het geloof in geesten maakt
de mensen waanzinnig. Kerk en syna-
Een amulet dat in Afrika ge
bruikt wordt om de dood van
een gehate figuur te bespoedi
gen, Men spreekt de naam van
de „gedoemde" uit en drijft
een spijker in het poppetje.
Daarna zal het slachtoffer snel
sterven... Ook vele blanken
geloven heilig in dergelijke
vormen van zwarte magie.
goge hebben het altijd verboden. In
de bijbel staan er de meeste waar
schuwingen tegen. Op straffe des
doods", zo zegt de navorser.
Overal grijpt hij boeken en publikaties
vandaan om zijn woorden kracht bij
te zetten. Een secuur man. Hij kent
de magie als zijn broekzak. Hij komt
bij de heksen. Hij geeft een uitleg van
het bestaan van de heks door de
eeuwen heen. „Tegenwoordig gaat
men heksen niet meer te lijf. Ze
worden integendeel vaak bezocht.
De moderne heks rijdt in een dure
Amerikaan; ze heeft een villa of een
buiten en onder haar klantenkring
heeft ze ministers, generaals, Kamer
leden. Grote staatslieden en veldheren
hebben door de eeuwen heen niets
Deze op zich onschuldige tru
kunnen een succesvol magi
ertoe verleiden zijn succ
„hoger op" te gaan zoeken,
belangrijks durven aanvatten zone
eerot een waarzegster te raadpleg
En dat is nog steeds zo", verzek
mr. Jacobson ons.
Gevaarlijk
„Occulte wetenschappen zijn zeer f
vaarlek en de invloed die ze u
oefenen ls zeer verderfelijk. Het
overigens wetenschappelijk vastgestü
dat het werk met de wichelroede
de pendel nooit de berekeningen i I
de waarschijnlijkheidsleer heeft o\|l
jtrofiflbn, „Mensen, die enkele ja I
geleden een aardstralenkastje kochji
h raison van soms wel vijfduizeB
gulden, kunnen dat nu weten. ifl
aanzien van één van zijn bestrijding
specialismen maakt hij opmerkeM
genoeg enig voorbehoud. SpokM
„Spoken kunnen bestaan, neem
aan", zegt mr. Jacobson voorzicht*
De geleerden hebben er nog geen <1
lossing voor gevonden. „Men me#
enig onderscheid maken tussen spokl
en spookverschijningen. Wat zijn sr(|
ken? Het kunnen illusies zijn. L»
dwaallichtjes boven moerassen word!
voor spoken aangezien. Het zijn ij
sekten, die daar rondvliegen en dl
heeflt een bepaald effect op het ni
vlies van het menselijk oog. Spokf
kunnen ook tengevolge van hallucüJ
ties worden gezien. Men ziet iets dl
er (in tegenstelling tot de dwaJ
lichtjes) helemaal niet is. SpokiA
kunnen echter ook achteraf gewoof
boerenlbedriegertjes zijn".
Deze onzekerheid knaagt aan mr. Ji
cobson. Wat betreft het navorsen vt
dit probleem heeft hij de pijp nog ni
aan Maarten gegeven.
Maar, hij zei 't al, veel spoken blijk I
achteraf inbeeldingen of vormen v
banale oplichting te zijn.
„Bijna alle spookhuizen heb ik bh
zocht. Zo ook in Dison bij Vervie:
Duizend gulden
voor een hoop
koeiedrek
met oog van een
kikker
waar een klopgeest de halve bevolkii
krankzannig maakte. Het was bedro
Iemand kende een goocheltruc, waa
mee hij iedereen de stuipen op het 1
joeg".
Voor de heer Jacobson is de kwai
zalver echter het grootste „spook" g
bleven. Hij haalt tenslotte nog w
gevallen aan van de praktijken v.
handopleggende gebedsgenezers, hl
meopaten, strijkers, koffiedikme'ner;
en „kruidenadviseurs".
Veel Belgische praktizerende geneze
nemen de wijk naar het Nederland
grensgebied. In hun vaderland is h
onbevoegd uitoefenen van de genee
kunst een misdrijf. In Nederlai
slechts een wetsovertreding. M
name in Zeeuws-Vlaanderen zr
staaltjes van ergerlijke praktijk;
ruimschoots voorhanden. In een hote
restaurant in Hulst is de Belg Carol
V., die zich de naam „profess:
Wings" had aangemeten, vorig jaa
door de politie op heterdaad betrap
De man had dagelijks honderd klantc-
op zijn lijst. Toen de politie een invi
deed, had hij veertig patiënten (vooi
namelijk uit België) in de „wach'
kamer", het restaurant. Hij is toe
veroordeeld tot 2100 gulden boete. Et
consult leverde hem echter 35 guide I
op. En dan honderd klanten per da; I
Ingeworteld
Hoe diep het bijgeloof ls ingeworteil
mag ook hieruit blijken: nog steed I
wordt „pijlstaartolie", geadvertee: I
als „gegarandeerd zuiver tegen ral
matiek, verstuiking ontwrichtin: I
ischias, spit, rugpijn, maar ook tege I
pijn in de borst, stramheid, enz.". E
de „goeie zielen" kopen het nog ooi
Hoeveel mensen zullen dagelijks r.c
een azijncocktail drinken tegen ka:
ker, vijf doodskistspijkers op zz
hebben tegen reumatiek, een molle
tand tegen jioht ex-burgemeeste
Van Hall van Amsterdam bekend
hiertegen altijd een kastanje in zij:
broekzak te hebben), een mollepoo j
tegen tandpijn, een regenworm or
geen lintworm te krijgen? Heden te
dage gebruiken een angstwekkend I
groot aantal Nederlanders slakken
spdnnewehben, mensen- en dieredrel I
urine, beenderen van doden en mes I
selijk speeksel als geneesmiddel.
In de „Eeuw der Verlichting".
PIM GAANDtBÜ I