ook VOOR JOU nederbeat ondergang tegemoet? hendrix en het gevoel de krantentuin john mayall s blues- breakers 4- de laffe aanval op ijsselstein - IV rondkijken op het strand steken! Het. begint er wél op te lijken. Groepen zijn verdwenen en in sommige groepen werden enkele nieuwe krachten opgenomen. Met al dat gewissel wordt de groep er soms niet beter op, soms wel. De grootste „piek" in de groeps- wijzigingen hebben we nu wel gehad. Laten wij eens kijken hoe de groepen er nu voor staan. Beginnen we bij de Outsiders. De Amsterdamse Outsiders behoorden tot voor enige maanden tot de topgroepen van ons land. Na hun vaak „zolderkamersound" genoemde eerste hit „Lying all the time" is er een hele rij hits ge volgd. Al deze platen zorgden er voor dat de Outsiders niet „out" waren maar in; want gedurende een tijd van ongeveer een jaar stonden zij met een plaat op de Top-40 en soms wel eens met twee! De laatste grote hit was „Summer is here", maar daarna wilde het niet meer. Er verdwenen een paar leden van de groep. Eerst Tom Krabbendam, daarna zei Appie Rammers de Outsiders gedag en kwam Frank Beek voor hem in de plaats de Outsiders-gelederen versterken. In deze bezetting werd „Don't you worry about me" opgenomen wat maar heel even onder aan de Top-40 bengelde. Ron Splinter verdween maar kwam later toch weer terug. Er werd weer een plaat opgenomen, maar die behaalde helemaal geen notering. Toen besloot manager John B. van Setten eens flink de image van de groep te veranderen. Hij lanceerde de „page-look". Ten aan- schouwe van heel tv-kijkend Nederland werd Wally Tax gekort wiekt. Dat zorgde hem heel wat publiciteit, want Wally met „kort haar" bereikte de voorpagina van welhaast alle dagbladen. Ook aan de kleding werd aandacht besteed en in plaats van spijkerbroeken kwam fraaie ,,page"-kleding. Een ander feit was dat de Outsiders van platenmaatschappij ver anderden. Er is nu één plaat op Polydor uitgebracht, maar dit „I don't care" doet tot nu toe ook nog helemaal niets! Het lijkt wel of de vaart er uit is. En dat, terwijl de Outsiders toch heel wat fans hebben en vooral Wally zich mag verzekeren van een grote schare vrouwelijke bewonderaarsters. OOK ANDERE GROEPEN Het zijn overigens niet alleen de Outsiders die het minder goed schijnen te doen. Ook de Ro-d-ys en de Motions hebben geen hits meer. Het begint er hard op te lijken dat het gedaan raakt met de Nederbeat. Daartegenover staat dat andere groepen het fantastisch doen en zich weten te handhaven in de woelige wereld van de pop- mu8ic. Een mooi voorbeeld zijn de Golden Earrings, de Shoes, Cats en Cuby Blizzards. In sommige groepen treden wel eens verande ringen van bezettingen op, maar de groep blijft. Er is al veel geschreven over de Neder pops in de afgelopen maan den. Wij vertellen dus niets nieuws. Door diverse oorzaken ver dwenen er groepen en kondigden een paar nieuwe zich aan. Eén daarvan is Dragon Fly, die beloofd heeft een heel grote hit te maken. Maar die is er nog steeds niet! Een groep als de Buffoons bijvoorbeeld hebben een paar grote hits. Ze treden veel op in het oosten van het land en zitten vaak in Duitsland. Ook Amerika schijnt grote belangstelling te hebben voor de Enschedeërs. Er komen naar verhouding maar weinig nieuwe topgroepen bij. Maar wordt het daarvoor niets eens tijd7 Er zijn er een paar verdwenen en daar zouden toch best opvolgers voor te vinden zijn? Er zijn genoeg amateurgroepen die best iets zouden kunnen be reiken. Als het zo langer doorgaat, dat groepen verdwijnen, voorspellen wij de Nederbeat geen al te grote toekomst in het buitenland. En het moet voor Nedergroepen toch ook mogelijk zijn om buiten onze grenzen wat meer bekendheid te krijgen? De Motions zaten al eens, heel vroeger, in Parijs en de Shoes gaan twee weken naar Italië. Héél geleidelijk aan verovert de Nederbeat dus buitenlands terrein. Maar dat Is niet genoeg! Het kan nog veel beter. Mensen als Mayall en Eddie Boyd b.v. hebben veel bewondering voor Cuby Blizzards en in Amerika bestaat belangstelling voor de Earrings. Het begin is er dus. We zijn nu aan het einde van seizoen '67 - '68 en we hopen vast dat alles in volgende seizoen nog beter zal gaan. Dat groepen blijven bestaan en dat ze meer de erkenning krijgen die ze verdienen. Mayall doet er alles aan - en met groot sukses - om niet vergeten te worden. Dat niet in het minst in ons land, waar hij zeer populair it. Tegelijk met zijn optreden tezamen met Eddie Boyd en Cuby Blizzards in o.a. het Circustheater te Scheveningen van vorige week kwam een nieuwe elpee uit; Bare wires. Bare wires is blote draden, waarschijnlijk hoogspanningsdraden, gezien de haast elektronische spanning die het gehoor tijdens zijn muziek krijgt te verduren. „Duizendmaal excuses", staat er op de hoes, het is een noodhoes en, als we de producer moeten geloven, met een „noodgang" gereed gekomen. De echte hoes komt later uit, eerdere kopers van de plaat krygen hem als ze de waardebon in de hoes opsturen. En een affiesje erby! „Bare wires" begint met een klasy- slek-aandoende begeleiding, waardoor Mayall's stem goed tot zijn recht komt. De eerste nummers hebben deze begeleiding, maar in het derde (de a-kant hebben we het over) „Start walking", komt de wah-wah booster van Mick Taylor erby, waardoor de hoeveelheid aan bluesgeluid groter jimi Jimi Hendrix' naam is een garantie voor interessante muziek en voor mee slepende songs. Ook zijn laatst versche nen plaat Ghet that feeling, is daar een bewijs van. Tien nummer (6 op A en 4 op B) bewijzen zijn grandioos vakman schap allemaal. Zo Is daar eerst de Balad of Jimi. Een sterke tekst (b.v „The end of a love, a romance that I thought had a change"; betekent: ein de van een liefde, een romance, die ik een kans had gedacht). Een sterke poëzie, voorwaar. En de wah-wah-booster doet weer zijn Inspirerend werk. No bueslness Is zwaarder en slepen- der van geluid (sound noemen ze dat heden ten dage). Jimi zegt. dat hij geen zaken kan aannemen. Future trip wer*t naar een climax op de A-kant. De drum wordt wat steviger geroerd. In Gotta have a new dress wordt de stem lang zaam door de sound (muziek) over spoeld. Het is de voorronde tot de grote karakter: Hornet's nest. Een geweldig virtuoze instrumental die door een woeste kreet wordt Ingeleid (oefen je in de badkamer op dergelijke kreten). correspondentie Joke Straathof, Zoeterwoude, heeft van een fabel, die ln het leesboek op school stond, een gedicht gemaakt. Hier komt het: de zon en de wind De zon en de wind Waren heus geen vrind. De wind was vaak kwaad Zó kwaad, dat je het nooit raadt. Ze zouden op een keer Een wedstryd houden, min of meer. De zon zei: „Wie het eerst de mantel van die man „Afleggen kan „Is de sterkste van de twee". „Ja, dat is een goed idee „Ik wil het eerst proberen „jy zal dan zeker een lesje leren". „Ja hoor, hou nou maar e kop „En schiet alstublieft op". „Tut! tut!, wat een praat „Zorg voortaan dat je dat laat „Ik zal nu maar gauw beginnen „Want ik heb veel kans om te winnen". De wind begon de strijd met volle moed Doch hij kreeg alleen zyn hoed. Toch zette hij zyn bese beentje voor, Maar de mantel? Nee hoor! Toen riep hy de regen Die zorgde voor een zegen. Ook dat hielp niet Tot zijn grote verdriet. Hij gaf het maar op Dat vond hy een geweldige strop. Nu was de beurt aan de zon we zyn straatarm!" Haar man snapte het zo gauw niet. De centjes lagen toch veilig onder het matras. „Nee", snikte de vrouw, „ik vond het nu veiliger in de kachel." Zo was al het geld, dat met zoveel moeite gespaard was, verloren en konden ze weer opnieuw beginnen. Paula Hoogenboom, Hoogmade. De kleine Paula, een eerste klasser- tje, heeft my een verhaaltje ge stuurd. Ik denk dat Paula nu wel naar de tweede klas is overgegaan. Je hebt het knap gedaan, meiske. reus rolendam Een kabouter wilde op reis. Maar hoe? Ja, dat wist hij niet. Hy vroeg het aan zijn vriendjes en een vriendje wou ook wel mee. Samen bedachten ze een plannetje. Van hun spaarcent jes kochten ze een step en gingen op reis. Ze kwamen al gauw bij een berg. Het was de berg waar de reus woonde, maar dat wisten de kabou ters niet. Ze kwamen een man tegen die zei: „Daar op die berg woont reus Rolendam". Nu werden de ka bouters bang. Ze keerden terug maar liep in een val. De val klapte dicht en daar zaten ze gevangen. Na een uur sliepen ze en toen ze wakker werden stond de reus voor hen en nam ze mee. Ze moesten de hele dag het huis en de tuin van de reus schoon maken. Op een dag, toen de reus niet thuis was. liepen ze weg naar hun huisje. Gelukkig dat het zo goed was afgelopen. Nou, en of die het kon! Hy begon te schynen, te schijnen En deed de druppels verdwijnen. De man kreeg het warm Hij nam de mantel op de arm. Tenslotte wierp hy hem af, Toen stond de wind paf. Dat had hij niet verwacht Van die domme zon, die alsmaar lacht. Deze had o zo'n pret En riep: „Zachtheid doet het". Tonny W'yttewaal, Ter Aar. Je had geiyk Tommie, er was in het bood- schappeniyst een fout geslopen. Jammer! de verwaande geit Er was eens een geitje in Makte Dat elke dag haar nageltjes lakte En elke week naar de kapper ging Dat kostte haar altyd veel ping-ping. Ze liep altyd naast haar schoenen Het elektrische orgel geeft een ener verende melodie, met kleine variaties telkens herhaald. Er tussendoor is een thema van elektronische geluiden op gebouwd een psychedelisch geluid, voorwaar. Van eenzelfde kaliber is Hush now (B). De booster is beregoed en geeft een uitstekend (en gezonder) sur rogaat voor dope. Psychedelisch? Flashing is een nummer met de meest juiste titel: flashing, in èèn woord. De rock-soul gaat het doen (de pure rock eveneens: oude sterren als Cliff Richard, Fats Domino en Gene Pitney doen het weer goed). BIJ Jimi Is hij ook vertegenwoordigd, b.v. In Don 't accuse me. Mag niet In je dlsko ontbreken. Get that feellngl wordt en in „Open up a new door" een climax bereikt. Dan gaat met „Fire" en „Look in the mirror" de klassieke toon (alias: de klassieke toer) weer overheersen. De b-kant toont veel oud-Mayall stijl, wat sound betreft. De eerste twee nummers („I'm a stranger" en „No reply") gaan zo en neigen later naar het Zuid-Ameri kaans, dat zyn hoogtepunten krijgt in „Hartly quits". De booster doet hier weer goed werk. „Killing time" geeft een ander traditioneel geluid, dat van de big band. De Mayall-sound wordt weer teruggekregen in de twee laat ste nummers met „She's too young" en „Sandy". Let op het fluitje in „She's too young!". Niet veel eerder kwam „Diary of a band" in Nederland uit. Het is een dub- bel-elpee voor de prijs van één. Mayall heeft zestig uur optredens van hem en zyn Bluesbreakers opgenomen en na selectie de twee platen gevuld. En hoe! Hoewel „goede w(1n geen krans behoeft" de vermelding van de uit schieters. Dat is dan in de eerste Dlaats ..My own fault", waar het geluid ma ximaal is en de zeven man sterke for matie volledig tot zyn recht komt. Het bekende „Glmme some lovin'" was weer voor de boosteriaan. Mick Taylor. Taylor heeft de lacune, ge vormd door het afvallen van Eric Clapton en later Peter Green, van de groep, uitstekend opgevangen. Zijn sublieme werk Is verder te horen in „God save the queen", „I can't quit you, baby", „Bloods in the night" en „Edmonton cooks ferry Inn". Deze platen zyn sinds het verlies van Clapton wel het beste werk van de groep. Alle aspekten van Mayall en dat zyn er vele worden erin ver toond, zoals ze tegenwoordig nog maar nauwelijks worden belicht. Op de Mayall-manier, dat betekent hard, gevoelig, symbolisch, duister en van alles nog veel meer. De hoes: Mayall met een gitaar balstorig op zijn schouder: in! En droeg op haar hoofd mooie pompoenen. Ze lachte altyd om iedereen En at nooit eens een lekkere peen Totdat het iedereen begon te vervelen En niemand meer met haar wou spelen. Anita Bierman, Noordwyk, heeft een verhaaltje gemaakt over wat ze zo hier en daar eens gehoord en gelezen had. het vrouwtje dat met haar geld geen raad wist In het Panbos stond een leuk huisje met rood-witte luikjes, een deur met een klopper en een rieten dak. Aan de buitenkant zag het huisje er ge zellig uit. maar ook van binnen was het altyd keurig schoon, daar hield het vrouwtje van. In het huisje woon den de houthakker met zijn vrouw. Kinderen hadden ze niet. De man hakte het hout in het bos en ver kocht dat later in het dorp. Het bracht wel niet veel geld op, maar ze konden er toch van leven. Het vrouwtje was erg zuinig, ze wist zelfs nog wat geld over te houden, want: „met zuinigheid en vlijt bouwt men huizen als kastelen", en daar hield ze zich aan. Haar man vond dat wat fyn. De houthakker bracht iedere avond het geld thuis en gaf het aan zyn vrouw. Maar z'n vrouw was erg bang voor dieven en ze wist niet waar ze dat spaargeld moest verstoppen. Soms stopte ze het in een sierkan, die ze niet meer gebruikte en als ze dat niet meer vertrouwde zocht ze weer een andere plekje. Ook deed ze het geld eens in een sok van haar man en legde die onder haar matras, maar ook daar was ze niet gerust op en zocht steeds de gekste plaatsjes op. Op een goeie dag in mei, toen ze de kachel helemaal schoongepoetst had, legde ze het geld onder in de kachel „Ziezo, dat ligt daar zeker veilig tot de winter", dacht ze. Wie zou het geld in een kachel zoeken? 's Middags moest de vrouw naar het dorp om inkopen te doen. Onderwijl kwam haar man thuis en die had het erg koud. „Weet je wat", dacht hy „ik ga koffie zetten en de kachel fijn aanmaken, dat zal myn vrouw tje wel prettig vinden, als ze straks koud thuiskomt." Hy zocht wat houtjes by elkaar, stopte ze in de kachel en al gauw knetterde er een lekker vuurtje. „Wat zal ze biy zyn. Ze zorgt altyd zo goed en is zo zuinig op de cent jes." Daar hoorde hy haar al aankomen. Ze kwam de kamer binnen, zag de gloeiende kachel en riep: „O Jan, geertje en koko Het gezicht van oom Flip staat te vreden. „Ziezo", zegt hij. „nu ga je je best doen Geertjekind. Je, hebt geen koorts, als je ny dit boterham metje tot het laatste stukje op eet en dan nog je eitje, dan gaan we hele maal de goede kant op." Geertje ligt wit en smalletjes tussen een heleboel kussens in onder een geblokte deken. „Ik heb niks geen trek In ei", zegt ze zeurderig. Moeder staat achter oom Flip en schudt haar hoofd. „Van mij kryg je deze keer geen hulp kindje", zegt ze, „doe je best maar, zoveel te gauwer kun je weer met Ditta en Flippie naar buiten." Een weekje later was ze buiten. Daar zag ze weer die vreemde vogel in de tuin. Verleden week had die vogel voor het raam gezeten. „Moeder, mag ik die vogel hebben?" „Ja, als hij niet van een ander is", zei moeder. Ze gingen overal vragen maar steeds zeiden de mensen „neen". Geertje kwam vermoeid thuis. „Hy is van niemand, mam." „Nou, dan zetten we hem in een kooi." Geertje was heel biy en noemde de vogel „Koko". „Ditta en Flipje komen jullie eens kijken, ik heb een vogel. Hy heet Kóko!" „Ja, wij komen zo, Geertje!" riepen Ze kwamen naar buiten. „Waar is de vogel?" „Daar in die kooi!" Ditta en Flipje waren wel 'n beetje jaloers op Geertje, maar toch speel den ze weer prettig met elkaar. Monique v. d. Westen de bengels in het bos Carla en Rie zyn by oma gelogeerd. Ze liggen 'a avonds nog te praten in bed. „Slapen jullie nou nog niet", zegt oma. „Slapen hoor!" De volgende morgen gingen ze in het bos spelen. Ze zagen daar ook nog twee jongens en samen gingen ze spelen. Carla vond een lucifersdoosje. Ze deed het in haar zak en zou het straks aan grootmoe geven, maar 's middags had ze dat vergeten. Ze gingen weer in het bos spelen met de jongens. Ze deden verstoppertje. Later gingen de jongens weg. Het lucifersdoosje kraakte in Carla's zak. Carla haalde een lucifer uit het doosje. Ze streek hem aan. Een rood vlammetje kwam er uit. Carla werd bang. Het doosje stond open en op eens vormden alle rode kopje één grote vlam. Carla liet het doosje val len en stak twee vingers in haar mond. Die waren verbrand. Rie trap te gauw de vlam uit. Toen ze thuis Kwamen moest oma weten waarom Carla haar vingers had verbrand. „Nou, dat had een bosbrand kun nen worden", zei opa boos. „Speel nooit meer met lucifers." Dag allemaal. TANTE JO. Korte inhoud van het voorafgaande: Ridder Ewout van IJsselstein wordt door keizer Karei ten stryde geroe pen. Hy laat zqn gemalin, vrouwe Adelheid en zijn zoon Roderik met 10 soldaten op het kasteel achter. De roofridder Aarnóut verovert het kas teel. Roderik ontsnapt door de ge heime gang en is nu op weg om zyn vader te waarschuwen. Hy wil met de trekschuit naar Aken gaan. Na vier uur lopen bereikte Roderik de vertrekplaats van de trekschuit. Hy besloot in de herberg een hapje te eten en eens te informeren of rid- dr Aarnout hem nog achtervolgd had. Zodra hy binnen kwam voelde hy dat de waard hem Zeer scherp aankeek en toen een wenk gaf aan een paar mannen in zyn buurt. Roderik wilde gauw weggaan maar het was al te laat. Hy werd Ineens van achteren beet gegrepen en meegesleurd. Toen kreeg hij een slag op zyn hoofd en alles werd hem zwart voor zyn ogen. Toen hy na een tydje bijkwam, merk te hij dat hy in een kelder was op gesloten en aan handen en voeten gebonden was. By het vallen van de duisternis ging de deur open en kwam er een jong meisje binnen met wat water en brood. Ze maakte Roderik's handen los en bleef toen zitten wachten tot hij zijn eten op had. Roderik vroeg haar waarom hy zo plotseling opgesloten was, hij was toch maar gewoon een boeren knecht, die niets verkeerds gedaan had. Het meisje vertelde dat er vlak voor Rederik binnenkwam een bode van ridder Aarnout geweest was op zoek naar Roderik. De bode had Ro derik's uiteriyk nauwkeurig be schreven en de waard 20 zilverstuk ken aangeboden als hy Roderik le vend by ridder Aarnout kon afle veren. Het meisje zei ook nog dat de waard er zeker van was dat hy de goede man gevangen genomen had, want het lidteken dat Roderik op zyn linkerwang had, kwam pre cies overeen met de beschrijving van de bode. Roderik smeekte het meisje te probren de waard over te halen hem voor 30 zilverstukken vry te laten, want ridder Aarnout had hun kasteel veroverd en zijn moeder opgesloten, terwyi zyn vader op veldtocht was en Roderik was op weg naar zyn vader om hem te waarschuwen. Het meisje zei dat ze maar een arme wees was, die alleen maar slaag en weinig eten kreeg en toch hard werkte, maar dat ze haar uiterste best zou doen de waard over te halen Roderik vry te laten. Er is een goede kans dat het lukt, want de waard is vreseUjk heb zuchtig." Toen ging ze weg, op zoek naar de waard. Roderik lag in angstige spanning te wachten en werd steeds somberder naarmate het wachten langer duurde. Wat zou ridder Aarnout met hem doen, als de waard hem uit zou leveren. Zou de ridder hem eerst martelen om de geheime bergplaatsen van het goud te weten te komen en hem daarna doden. Of hem gevangen houden tot zyn vader terug kwam en dan een hoog losgeld vragen. Hy zag zich al liggen ln de donkere kerkers van het kasteel, op de vochtige Bte- nen met om hem heen het geritsel van muizen en ratten. Hy werd steeds banger. Eindelijk hoorde hy voetstappen op de gang en ja hoor daar verscheen het meisje met een kaars in haar hand. „En", vroeg Roderik. „Is het gelukt?" Het meis je zei stralend dat de waard bereid was Roderik vry te laten, ln ruil voor 35 zilverstukken. Roderik moest de zilverstukken maar aan haar geven en als de waard gecon doleerd had of ze niet vervalst wa ren, zou hy vry gelaten worden. Ro derik gaf de 35 zilverstukken en bleef vol spanning op de terugkomst van het meisje wachten. Na verloop van tyd kwam ze snikkend terug en het geld in ontvangst genomen had het geld in ontvangst gneomen had en gezegd had dat hy er nog 20 zil verstukken by ging verdienen door Roderik aan ridder Aarnout uit te leveren. Wat nu? Na enig denken vroeg Roderik of het meisje hem wilde helpen Zwygend knikte ze Ja. Hij vroeg haar zyn touwen los te maken, vervolgens bond hy haar stevig vast en zei haar tegen de waard te zeggen dat Roderik haar overweldigd had en toen gevlucht was. Hij bedankte voor haar hulp en vluchtte toen het huis uit, de duisternis in. Hy liep verder de ri vier langs naar de volgende ver trekplaats van de trekschuit. Zonder verdere avonturen bereik te hy zqn vader in Aken. Deze Bchrok vreselijk van het verhaal, maar zei dat hy helaas eerst met de Keizer mee moest in de veldtocht tegen Keulen. Roderik besloot toen maar met zyn vader mee te gaan. Je moet je ogen wel heel goed ge bruiken, als je op het strand barn steen wil vinden. Het beste is het na sterke zeewind op zoek te gaan. Want daarna heeft de zee meestal een heleboel nieuwe geheimen prijs gegeven, onder andere ook barn- steenklompen. Maar natuuriyk is niet alles goud wat blinkt -en deze spreuk geldt ook voor barnsteen. Heb je toch iets op het strand ge vonden, wat barnsteen zou kunnen zyn, dan is door een heel eenvoudige proef vast te stellen of het een ech te steen is of maar een hele gewo ne, die erg mooi glinstert. Barn steen kan men met een zakmes aan zetten. Dan is het magnetisch, als je de steen wryft en hem dan dicht by keline papiersnippers of by een haar houdt, zal de steen, als het barnsteen is, de voorwerpen aan trekken. Barnsteen kan geslepen worden en als halsketting of oor bel gedragen worden. Je begint het slijpen met grof schuurpapier, dan steeds fyner schuurpapier en tot slot zacht linnen. Nu de barnsteen nog met boenpoets en een zachte doek poiysten. Lym een haakje of een oorbel met velpon of lak vast. en je barnsteensieraad is klaar. Het kan zeer onaangenaam zqn door een bij of wesp gestoken te worden. Toch steken ze alle twee niet, als ze zich niet bedreigd voelen. Het is dan ook zaak hen uit de weg te gaan. Als het eenmaal ge beurd is, moet je weten wat je doen moet. Je moet de angel zo voorzich tig mogeiyk verwyderen. Druk je hem te zeer in elkaar dan riskeer Je, dat de rest van het gif nog in de huid dringt. Haal hem eruit met een naald of nog beter met een pincet. Maak daarna de wond schoon met spiritus of nog beter met sal miakgeest, dat het gif neutraliseert en de pqn vermindert. Een steek in de mondholte is veel onaangenamer. Ook hier moet eerst de angel ver- wyderd worden, voor je je mond spoelt met een glas water, waarin een halve theelepel zout opgelost Is. Ook een stuk ui -op de gewon de plaats gelegd - verricht wonde ren. Gaat het echter om een zeer boosaardige steek, wat gelukkig zelden voorkomt en als de gestokene zich daarna ziek voelt, moet hy gaan liggen en op de met spoed geroepen arts of ziekenwagen wachten. oom top I. Zie je wat bijzonders aan deze tak, Tip? Nee, Oom Top, dat is toch alleen maar een berkentak. III. Hé! Die ene tak beweegt zich toch! IV. Ja, Tip. Dat is namelijk helemaal geen tak, I het is de berkenspinrups. Als ze bang wordt, drukt ze zich omhoog en ziet er dan uit als j een kleine twijg.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 10