ook
VOOR
JOU
nederbeat
ondergang
tegemoet?
hendrix en
het gevoel
de krantentuin
john
mayall s
blues-
breakers
4-
de laffe aanval
op ijsselstein - IV
rondkijken
op het strand
steken!
Het. begint er wél op te lijken. Groepen zijn verdwenen
en in sommige groepen werden enkele nieuwe krachten
opgenomen. Met al dat gewissel wordt de groep er soms
niet beter op, soms wel. De grootste „piek" in de groeps-
wijzigingen hebben we nu wel gehad. Laten wij eens
kijken hoe de groepen er nu voor staan. Beginnen we
bij de Outsiders.
De Amsterdamse Outsiders behoorden tot voor enige maanden
tot de topgroepen van ons land. Na hun vaak „zolderkamersound"
genoemde eerste hit „Lying all the time" is er een hele rij hits ge
volgd. Al deze platen zorgden er voor dat de Outsiders niet „out"
waren maar in; want gedurende een tijd van ongeveer een jaar
stonden zij met een plaat op de Top-40 en soms wel eens met twee!
De laatste grote hit was „Summer is here", maar daarna wilde het
niet meer. Er verdwenen een paar leden van de groep. Eerst Tom
Krabbendam, daarna zei Appie Rammers de Outsiders gedag en
kwam Frank Beek voor hem in de plaats de Outsiders-gelederen
versterken. In deze bezetting werd „Don't you worry about me"
opgenomen wat maar heel even onder aan de Top-40 bengelde. Ron
Splinter verdween maar kwam later toch weer terug. Er werd weer
een plaat opgenomen, maar die behaalde helemaal geen notering.
Toen besloot manager John B. van Setten eens flink de image van
de groep te veranderen. Hij lanceerde de „page-look". Ten aan-
schouwe van heel tv-kijkend Nederland werd Wally Tax gekort
wiekt. Dat zorgde hem heel wat publiciteit, want Wally met „kort
haar" bereikte de voorpagina van welhaast alle dagbladen. Ook aan
de kleding werd aandacht besteed en in plaats van spijkerbroeken
kwam fraaie ,,page"-kleding.
Een ander feit was dat de Outsiders van platenmaatschappij ver
anderden. Er is nu één plaat op Polydor uitgebracht, maar dit „I
don't care" doet tot nu toe ook nog helemaal niets! Het lijkt wel of
de vaart er uit is. En dat, terwijl de Outsiders toch heel wat fans
hebben en vooral Wally zich mag verzekeren van een grote schare
vrouwelijke bewonderaarsters.
OOK ANDERE GROEPEN
Het zijn overigens niet alleen de Outsiders die het minder goed
schijnen te doen. Ook de Ro-d-ys en de Motions hebben geen hits
meer. Het begint er hard op te lijken dat het gedaan raakt met de
Nederbeat. Daartegenover staat dat andere groepen het fantastisch
doen en zich weten te handhaven in de woelige wereld van de pop-
mu8ic. Een mooi voorbeeld zijn de Golden Earrings, de Shoes, Cats
en Cuby Blizzards. In sommige groepen treden wel eens verande
ringen van bezettingen op, maar de groep blijft.
Er is al veel geschreven over de Neder pops in de afgelopen maan
den. Wij vertellen dus niets nieuws. Door diverse oorzaken ver
dwenen er groepen en kondigden een paar nieuwe zich aan. Eén
daarvan is Dragon Fly, die beloofd heeft een heel grote hit te
maken. Maar die is er nog steeds niet! Een groep als de Buffoons
bijvoorbeeld hebben een paar grote hits. Ze treden veel op in het
oosten van het land en zitten vaak in Duitsland. Ook Amerika
schijnt grote belangstelling te hebben voor de Enschedeërs. Er
komen naar verhouding maar weinig nieuwe topgroepen bij. Maar
wordt het daarvoor niets eens tijd7 Er zijn er een paar
verdwenen en daar zouden toch best opvolgers voor te vinden zijn?
Er zijn genoeg amateurgroepen die best iets zouden kunnen be
reiken.
Als het zo langer doorgaat, dat groepen verdwijnen, voorspellen
wij de Nederbeat geen al te grote toekomst in het buitenland. En
het moet voor Nedergroepen toch ook mogelijk zijn om buiten onze
grenzen wat meer bekendheid te krijgen? De Motions zaten al eens,
heel vroeger, in Parijs en de Shoes gaan twee weken naar Italië.
Héél geleidelijk aan verovert de Nederbeat dus buitenlands terrein.
Maar dat Is niet genoeg! Het kan nog veel beter. Mensen als Mayall
en Eddie Boyd b.v. hebben veel bewondering voor Cuby Blizzards
en in Amerika bestaat belangstelling voor de Earrings. Het begin
is er dus.
We zijn nu aan het einde van seizoen '67 - '68 en we hopen vast
dat alles in volgende seizoen nog beter zal gaan. Dat groepen
blijven bestaan en dat ze meer de erkenning krijgen die ze verdienen.
Mayall doet er alles aan - en met groot sukses - om niet vergeten
te worden. Dat niet in het minst in ons land, waar hij zeer populair it.
Tegelijk met zijn optreden tezamen met Eddie Boyd en Cuby Blizzards
in o.a. het Circustheater te Scheveningen van vorige week kwam een
nieuwe elpee uit; Bare wires. Bare wires is blote draden, waarschijnlijk
hoogspanningsdraden, gezien de haast elektronische spanning die
het gehoor tijdens zijn muziek krijgt te verduren. „Duizendmaal
excuses", staat er op de hoes, het is een noodhoes en, als we de
producer moeten geloven, met een „noodgang" gereed gekomen.
De echte hoes komt later uit, eerdere
kopers van de plaat krygen hem als
ze de waardebon in de hoes opsturen.
En een affiesje erby!
„Bare wires" begint met een klasy-
slek-aandoende begeleiding, waardoor
Mayall's stem goed tot zijn recht
komt. De eerste nummers hebben
deze begeleiding, maar in het derde
(de a-kant hebben we het over) „Start
walking", komt de wah-wah booster
van Mick Taylor erby, waardoor de
hoeveelheid aan bluesgeluid groter
jimi
Jimi Hendrix' naam is een garantie
voor interessante muziek en voor mee
slepende songs. Ook zijn laatst versche
nen plaat Ghet that feeling, is daar een
bewijs van. Tien nummer (6 op A en 4
op B) bewijzen zijn grandioos vakman
schap allemaal. Zo Is daar eerst de
Balad of Jimi. Een sterke tekst (b.v
„The end of a love, a romance that I
thought had a change"; betekent: ein
de van een liefde, een romance, die ik
een kans had gedacht). Een sterke
poëzie, voorwaar. En de wah-wah-booster
doet weer zijn Inspirerend werk.
No bueslness Is zwaarder en slepen-
der van geluid (sound noemen ze dat
heden ten dage). Jimi zegt. dat hij geen
zaken kan aannemen. Future trip wer*t
naar een climax op de A-kant. De drum
wordt wat steviger geroerd. In Gotta
have a new dress wordt de stem lang
zaam door de sound (muziek) over
spoeld. Het is de voorronde tot de grote
karakter: Hornet's nest. Een geweldig
virtuoze instrumental die door een
woeste kreet wordt Ingeleid (oefen je
in de badkamer op dergelijke kreten).
correspondentie
Joke Straathof, Zoeterwoude, heeft
van een fabel, die ln het leesboek op
school stond, een gedicht gemaakt.
Hier komt het:
de zon en de wind
De zon en de wind
Waren heus geen vrind.
De wind was vaak kwaad
Zó kwaad, dat je het nooit raadt.
Ze zouden op een keer
Een wedstryd houden, min of meer.
De zon zei: „Wie het eerst de mantel
van die man
„Afleggen kan
„Is de sterkste van de twee".
„Ja, dat is een goed idee
„Ik wil het eerst proberen
„jy zal dan zeker een lesje leren".
„Ja hoor, hou nou maar e kop
„En schiet alstublieft op".
„Tut! tut!, wat een praat
„Zorg voortaan dat je dat laat
„Ik zal nu maar gauw beginnen
„Want ik heb veel kans om te
winnen".
De wind begon de strijd met volle
moed
Doch hij kreeg alleen zyn hoed.
Toch zette hij zyn bese beentje voor,
Maar de mantel? Nee hoor!
Toen riep hy de regen
Die zorgde voor een zegen.
Ook dat hielp niet
Tot zijn grote verdriet.
Hij gaf het maar op
Dat vond hy een geweldige strop.
Nu was de beurt aan de zon
we zyn straatarm!"
Haar man snapte het zo gauw niet.
De centjes lagen toch veilig onder het
matras.
„Nee", snikte de vrouw, „ik vond
het nu veiliger in de kachel."
Zo was al het geld, dat met zoveel
moeite gespaard was, verloren en
konden ze weer opnieuw beginnen.
Paula Hoogenboom, Hoogmade.
De kleine Paula, een eerste klasser-
tje, heeft my een verhaaltje ge
stuurd. Ik denk dat Paula nu wel
naar de tweede klas is overgegaan.
Je hebt het knap gedaan, meiske.
reus rolendam
Een kabouter wilde op reis. Maar
hoe? Ja, dat wist hij niet. Hy vroeg
het aan zijn vriendjes en een vriendje
wou ook wel mee. Samen bedachten
ze een plannetje. Van hun spaarcent
jes kochten ze een step en gingen op
reis. Ze kwamen al gauw bij een
berg. Het was de berg waar de reus
woonde, maar dat wisten de kabou
ters niet. Ze kwamen een man tegen
die zei: „Daar op die berg woont
reus Rolendam". Nu werden de ka
bouters bang. Ze keerden terug maar
liep in een val. De val klapte dicht
en daar zaten ze gevangen. Na een
uur sliepen ze en toen ze wakker
werden stond de reus voor hen en
nam ze mee. Ze moesten de hele dag
het huis en de tuin van de reus
schoon maken. Op een dag, toen de
reus niet thuis was. liepen ze weg
naar hun huisje. Gelukkig dat het
zo goed was afgelopen.
Nou, en of die het kon!
Hy begon te schynen, te schijnen
En deed de druppels verdwijnen.
De man kreeg het warm
Hij nam de mantel op de arm.
Tenslotte wierp hy hem af,
Toen stond de wind paf.
Dat had hij niet verwacht
Van die domme zon, die alsmaar
lacht.
Deze had o zo'n pret
En riep: „Zachtheid doet het".
Tonny W'yttewaal, Ter Aar. Je had
geiyk Tommie, er was in het bood-
schappeniyst een fout geslopen.
Jammer!
de verwaande geit
Er was eens een geitje in Makte
Dat elke dag haar nageltjes lakte
En elke week naar de kapper ging
Dat kostte haar altyd veel ping-ping.
Ze liep altyd naast haar schoenen
Het elektrische orgel geeft een ener
verende melodie, met kleine variaties
telkens herhaald. Er tussendoor is een
thema van elektronische geluiden op
gebouwd een psychedelisch geluid,
voorwaar. Van eenzelfde kaliber is Hush
now (B). De booster is beregoed en
geeft een uitstekend (en gezonder) sur
rogaat voor dope. Psychedelisch?
Flashing is een nummer met de meest
juiste titel: flashing, in èèn woord.
De rock-soul gaat het doen (de pure
rock eveneens: oude sterren als Cliff
Richard, Fats Domino en Gene Pitney
doen het weer goed). BIJ Jimi Is hij ook
vertegenwoordigd, b.v. In Don 't accuse
me. Mag niet In je dlsko ontbreken.
Get that feellngl
wordt en in „Open up a new door"
een climax bereikt. Dan gaat met
„Fire" en „Look in the mirror" de
klassieke toon (alias: de klassieke
toer) weer overheersen. De b-kant
toont veel oud-Mayall stijl, wat sound
betreft. De eerste twee nummers („I'm
a stranger" en „No reply") gaan zo en
neigen later naar het Zuid-Ameri
kaans, dat zyn hoogtepunten krijgt in
„Hartly quits". De booster doet hier
weer goed werk. „Killing time" geeft
een ander traditioneel geluid, dat van
de big band. De Mayall-sound wordt
weer teruggekregen in de twee laat
ste nummers met „She's too young"
en „Sandy". Let op het fluitje in
„She's too young!".
Niet veel eerder kwam „Diary of a
band" in Nederland uit. Het is een dub-
bel-elpee voor de prijs van één. Mayall
heeft zestig uur optredens van hem
en zyn Bluesbreakers opgenomen
en na selectie de twee platen gevuld.
En hoe! Hoewel „goede w(1n geen krans
behoeft" de vermelding van de uit
schieters. Dat is dan in de eerste Dlaats
..My own fault", waar het geluid ma
ximaal is en de zeven man sterke for
matie volledig tot zyn recht komt.
Het bekende „Glmme some lovin'"
was weer voor de boosteriaan. Mick
Taylor. Taylor heeft de lacune, ge
vormd door het afvallen van Eric
Clapton en later Peter Green, van
de groep, uitstekend opgevangen.
Zijn sublieme werk Is verder te horen
in „God save the queen", „I can't quit
you, baby", „Bloods in the night" en
„Edmonton cooks ferry Inn".
Deze platen zyn sinds het verlies van
Clapton wel het beste werk van de
groep. Alle aspekten van Mayall
en dat zyn er vele worden erin ver
toond, zoals ze tegenwoordig nog
maar nauwelijks worden belicht.
Op de Mayall-manier, dat betekent
hard, gevoelig, symbolisch, duister en
van alles nog veel meer. De hoes:
Mayall met een gitaar balstorig op zijn
schouder: in!
En droeg op haar hoofd mooie
pompoenen.
Ze lachte altyd om iedereen
En at nooit eens een lekkere peen
Totdat het iedereen begon te vervelen
En niemand meer met haar wou
spelen.
Anita Bierman, Noordwyk, heeft een
verhaaltje gemaakt over wat ze zo
hier en daar eens gehoord en gelezen
had.
het vrouwtje
dat met haar geld
geen raad wist
In het Panbos stond een leuk huisje
met rood-witte luikjes, een deur met
een klopper en een rieten dak. Aan
de buitenkant zag het huisje er ge
zellig uit. maar ook van binnen was
het altyd keurig schoon, daar hield
het vrouwtje van. In het huisje woon
den de houthakker met zijn vrouw.
Kinderen hadden ze niet. De man
hakte het hout in het bos en ver
kocht dat later in het dorp. Het
bracht wel niet veel geld op, maar
ze konden er toch van leven. Het
vrouwtje was erg zuinig, ze wist
zelfs nog wat geld over te houden,
want: „met zuinigheid en vlijt bouwt
men huizen als kastelen", en daar
hield ze zich aan.
Haar man vond dat wat fyn. De
houthakker bracht iedere avond het
geld thuis en gaf het aan zyn vrouw.
Maar z'n vrouw was erg bang voor
dieven en ze wist niet waar ze dat
spaargeld moest verstoppen. Soms
stopte ze het in een sierkan, die ze
niet meer gebruikte en als ze dat
niet meer vertrouwde zocht ze weer
een andere plekje. Ook deed ze het
geld eens in een sok van haar man
en legde die onder haar matras, maar
ook daar was ze niet gerust op en
zocht steeds de gekste plaatsjes op.
Op een goeie dag in mei, toen ze de
kachel helemaal schoongepoetst had,
legde ze het geld onder in de kachel
„Ziezo, dat ligt daar zeker veilig tot
de winter", dacht ze. Wie zou het
geld in een kachel zoeken?
's Middags moest de vrouw naar het
dorp om inkopen te doen. Onderwijl
kwam haar man thuis en die had
het erg koud. „Weet je wat", dacht
hy „ik ga koffie zetten en de kachel
fijn aanmaken, dat zal myn vrouw
tje wel prettig vinden, als ze straks
koud thuiskomt."
Hy zocht wat houtjes by elkaar,
stopte ze in de kachel en al gauw
knetterde er een lekker vuurtje.
„Wat zal ze biy zyn. Ze zorgt altyd
zo goed en is zo zuinig op de cent
jes."
Daar hoorde hy haar al aankomen.
Ze kwam de kamer binnen, zag de
gloeiende kachel en riep: „O Jan,
geertje en koko
Het gezicht van oom Flip staat te
vreden. „Ziezo", zegt hij. „nu ga je
je best doen Geertjekind. Je, hebt
geen koorts, als je ny dit boterham
metje tot het laatste stukje op eet en
dan nog je eitje, dan gaan we hele
maal de goede kant op."
Geertje ligt wit en smalletjes tussen
een heleboel kussens in onder een
geblokte deken.
„Ik heb niks geen trek In ei", zegt
ze zeurderig.
Moeder staat achter oom Flip en
schudt haar hoofd.
„Van mij kryg je deze keer geen
hulp kindje", zegt ze, „doe je best
maar, zoveel te gauwer kun je weer
met Ditta en Flippie naar buiten."
Een weekje later was ze buiten.
Daar zag ze weer die vreemde vogel
in de tuin. Verleden week had die
vogel voor het raam gezeten.
„Moeder, mag ik die vogel hebben?"
„Ja, als hij niet van een ander is",
zei moeder. Ze gingen overal vragen
maar steeds zeiden de mensen „neen".
Geertje kwam vermoeid thuis. „Hy
is van niemand, mam."
„Nou, dan zetten we hem in een
kooi."
Geertje was heel biy en noemde de
vogel „Koko".
„Ditta en Flipje komen jullie eens
kijken, ik heb een vogel. Hy heet
Kóko!"
„Ja, wij komen zo, Geertje!" riepen
Ze kwamen naar buiten. „Waar is de
vogel?"
„Daar in die kooi!"
Ditta en Flipje waren wel 'n beetje
jaloers op Geertje, maar toch speel
den ze weer prettig met elkaar.
Monique v. d. Westen
de bengels in het bos
Carla en Rie zyn by oma gelogeerd.
Ze liggen 'a avonds nog te praten in
bed.
„Slapen jullie nou nog niet", zegt
oma. „Slapen hoor!"
De volgende morgen gingen ze in het
bos spelen. Ze zagen daar ook nog
twee jongens en samen gingen ze
spelen. Carla vond een lucifersdoosje.
Ze deed het in haar zak en zou het
straks aan grootmoe geven, maar
's middags had ze dat vergeten. Ze
gingen weer in het bos spelen met
de jongens. Ze deden verstoppertje.
Later gingen de jongens weg. Het
lucifersdoosje kraakte in Carla's zak.
Carla haalde een lucifer uit het
doosje. Ze streek hem aan. Een rood
vlammetje kwam er uit. Carla werd
bang. Het doosje stond open en op
eens vormden alle rode kopje één
grote vlam. Carla liet het doosje val
len en stak twee vingers in haar
mond. Die waren verbrand. Rie trap
te gauw de vlam uit.
Toen ze thuis Kwamen moest oma
weten waarom Carla haar vingers
had verbrand.
„Nou, dat had een bosbrand kun
nen worden", zei opa boos. „Speel
nooit meer met lucifers."
Dag allemaal. TANTE JO.
Korte inhoud van het voorafgaande:
Ridder Ewout van IJsselstein wordt
door keizer Karei ten stryde geroe
pen. Hy laat zqn gemalin, vrouwe
Adelheid en zijn zoon Roderik met 10
soldaten op het kasteel achter. De
roofridder Aarnóut verovert het kas
teel. Roderik ontsnapt door de ge
heime gang en is nu op weg om zyn
vader te waarschuwen. Hy wil met de
trekschuit naar Aken gaan.
Na vier uur lopen bereikte Roderik
de vertrekplaats van de trekschuit.
Hy besloot in de herberg een hapje
te eten en eens te informeren of rid-
dr Aarnout hem nog achtervolgd had.
Zodra hy binnen kwam voelde hy dat
de waard hem Zeer scherp aankeek
en toen een wenk gaf aan een paar
mannen in zyn buurt. Roderik wilde
gauw weggaan maar het was al te
laat. Hy werd Ineens van achteren
beet gegrepen en meegesleurd. Toen
kreeg hij een slag op zyn hoofd en
alles werd hem zwart voor zyn ogen.
Toen hy na een tydje bijkwam, merk
te hij dat hy in een kelder was op
gesloten en aan handen en voeten
gebonden was. By het vallen van de
duisternis ging de deur open en
kwam er een jong meisje binnen
met wat water en brood. Ze maakte
Roderik's handen los en bleef toen
zitten wachten tot hij zijn eten op
had. Roderik vroeg haar waarom
hy zo plotseling opgesloten was, hij
was toch maar gewoon een boeren
knecht, die niets verkeerds gedaan
had. Het meisje vertelde dat er vlak
voor Rederik binnenkwam een bode
van ridder Aarnout geweest was op
zoek naar Roderik. De bode had Ro
derik's uiteriyk nauwkeurig be
schreven en de waard 20 zilverstuk
ken aangeboden als hy Roderik le
vend by ridder Aarnout kon afle
veren. Het meisje zei ook nog dat
de waard er zeker van was dat hy
de goede man gevangen genomen
had, want het lidteken dat Roderik
op zyn linkerwang had, kwam pre
cies overeen met de beschrijving
van de bode. Roderik smeekte het
meisje te probren de waard over te
halen hem voor 30 zilverstukken
vry te laten, want ridder Aarnout
had hun kasteel veroverd en zijn
moeder opgesloten, terwyi zyn vader
op veldtocht was en Roderik was op
weg naar zyn vader om hem te
waarschuwen. Het meisje zei dat ze
maar een arme wees was, die alleen
maar slaag en weinig eten kreeg
en toch hard werkte, maar dat ze
haar uiterste best zou doen de waard
over te halen Roderik vry te laten.
Er is een goede kans dat het lukt,
want de waard is vreseUjk heb
zuchtig." Toen ging ze weg, op
zoek naar de waard. Roderik lag in
angstige spanning te wachten en
werd steeds somberder naarmate het
wachten langer duurde. Wat zou
ridder Aarnout met hem doen, als
de waard hem uit zou leveren. Zou
de ridder hem eerst martelen om de
geheime bergplaatsen van het goud
te weten te komen en hem daarna
doden. Of hem gevangen houden
tot zyn vader terug kwam en dan
een hoog losgeld vragen. Hy zag
zich al liggen ln de donkere kerkers
van het kasteel, op de vochtige Bte-
nen met om hem heen het geritsel
van muizen en ratten. Hy werd
steeds banger. Eindelijk hoorde hy
voetstappen op de gang en ja hoor
daar verscheen het meisje met een
kaars in haar hand. „En", vroeg
Roderik. „Is het gelukt?" Het meis
je zei stralend dat de waard bereid
was Roderik vry te laten, ln ruil
voor 35 zilverstukken. Roderik
moest de zilverstukken maar aan
haar geven en als de waard gecon
doleerd had of ze niet vervalst wa
ren, zou hy vry gelaten worden. Ro
derik gaf de 35 zilverstukken en
bleef vol spanning op de terugkomst
van het meisje wachten. Na verloop
van tyd kwam ze snikkend terug en
het geld in ontvangst genomen had
het geld in ontvangst gneomen had
en gezegd had dat hy er nog 20 zil
verstukken by ging verdienen door
Roderik aan ridder Aarnout uit te
leveren. Wat nu? Na enig denken
vroeg Roderik of het meisje hem
wilde helpen Zwygend knikte ze
Ja. Hij vroeg haar zyn touwen los
te maken, vervolgens bond hy haar
stevig vast en zei haar tegen de
waard te zeggen dat Roderik haar
overweldigd had en toen gevlucht
was. Hij bedankte voor haar hulp
en vluchtte toen het huis uit, de
duisternis in. Hy liep verder de ri
vier langs naar de volgende ver
trekplaats van de trekschuit.
Zonder verdere avonturen bereik
te hy zqn vader in Aken. Deze
Bchrok vreselijk van het verhaal,
maar zei dat hy helaas eerst met de
Keizer mee moest in de veldtocht
tegen Keulen. Roderik besloot toen
maar met zyn vader mee te gaan.
Je moet je ogen wel heel goed ge
bruiken, als je op het strand barn
steen wil vinden. Het beste is het
na sterke zeewind op zoek te gaan.
Want daarna heeft de zee meestal
een heleboel nieuwe geheimen prijs
gegeven, onder andere ook barn-
steenklompen. Maar natuuriyk is
niet alles goud wat blinkt -en deze
spreuk geldt ook voor barnsteen.
Heb je toch iets op het strand ge
vonden, wat barnsteen zou kunnen
zyn, dan is door een heel eenvoudige
proef vast te stellen of het een ech
te steen is of maar een hele gewo
ne, die erg mooi glinstert. Barn
steen kan men met een zakmes aan
zetten. Dan is het magnetisch, als
je de steen wryft en hem dan dicht
by keline papiersnippers of by een
haar houdt, zal de steen, als het
barnsteen is, de voorwerpen aan
trekken. Barnsteen kan geslepen
worden en als halsketting of oor
bel gedragen worden. Je begint het
slijpen met grof schuurpapier, dan
steeds fyner schuurpapier en tot
slot zacht linnen. Nu de barnsteen
nog met boenpoets en een zachte
doek poiysten. Lym een haakje of
een oorbel met velpon of lak vast.
en je barnsteensieraad is klaar.
Het kan zeer onaangenaam zqn
door een bij of wesp gestoken te
worden. Toch steken ze alle twee
niet, als ze zich niet bedreigd voelen.
Het is dan ook zaak hen uit de
weg te gaan. Als het eenmaal ge
beurd is, moet je weten wat je doen
moet. Je moet de angel zo voorzich
tig mogeiyk verwyderen. Druk je
hem te zeer in elkaar dan riskeer
Je, dat de rest van het gif nog in
de huid dringt. Haal hem eruit met
een naald of nog beter met een
pincet. Maak daarna de wond schoon
met spiritus of nog beter met sal
miakgeest, dat het gif neutraliseert
en de pqn vermindert. Een steek in
de mondholte is veel onaangenamer.
Ook hier moet eerst de angel ver-
wyderd worden, voor je je mond
spoelt met een glas water, waarin
een halve theelepel zout opgelost
Is. Ook een stuk ui -op de gewon
de plaats gelegd - verricht wonde
ren. Gaat het echter om een zeer
boosaardige steek, wat gelukkig
zelden voorkomt en als de gestokene
zich daarna ziek voelt, moet hy gaan
liggen en op de met spoed geroepen
arts of ziekenwagen wachten.
oom top
I. Zie je wat bijzonders aan deze tak, Tip?
Nee, Oom Top, dat is toch alleen maar een
berkentak.
III. Hé! Die ene tak beweegt zich toch!
IV. Ja, Tip. Dat is namelijk helemaal geen tak, I
het is de berkenspinrups. Als ze bang wordt,
drukt ze zich omhoog en ziet er dan uit als j
een kleine twijg.