't Is een hele goeie geweest en nu maar weer afwachten..." BURGEMEESTERBRUINS SLOT STAAT VOOR ZIJN PENSIOEN n STERK GEGROEID ALPHEN EEN BEGEERDE STANDPLAATS Veel tijd voor rust is er nog niet bij Ervaringen uit een 40-jarig priesterschap van voor, tijdens en na de wereldoorlog ZATERDAG 8 JUNI 1968 DE LEIDSE COURANT PAGINA 3 Wie het ook mag worden, de nieuwe burgemeester van Alphen aan den Rijn zal het de eerste tijd waarschijnlijk niet makkelijk hebben. „Bruins Slot is een hele goeie geweest" en „Je weet wel wie je gehad hebt en je moet maar afwachten hoe de nieuwe burgemeester zal zijn". Het zijn twee veel gehoorde uitspraken in Alphen, dat binnenkort zonder burgemeester zit. Na een ambtsperiode van ruim elf jaar gaat burge meester Zwaantinus Bruins Slot op 1 juli met pensioen. Hij laat veel achter. Eén lichtpunt is er wel voor zijn gemeentenaren en de ambtena ren van de secretarie van wie hij met overtuiging zegt, dat het zijn vrienden zijn: burgemeester Bruins Slot blijft in Alphen wonen en zal nog veel contact hebben, want hij gaat als voorzitter van de Johannes- Stichting in de villa Hoog in de Wind te Zwammerdam in de komende jaren zijn organisatietalent aanwenden voor het realiseren van een enorm plan: een nieuwe vestiging te Zwammerdam voor geestelijk ge handicapten, 56 ha groot wordt het. Er is trouwens nóg een punt. En dan vooral voor de Alphenaren, die met begrijpelijk scepticisme zeg gen: ..Je moet maar afwachten wat je krijgt". Onder leiding van burge meester Bruins Slot is de burge meesterspost van Alphen een zeer begeerde geworden en er zal stel lig een groot aantal kandidaten ge weest zijn voor een goede keus Maar terug naar burgemeester Bruins Slot zelf. Iemand heeft hem gekarak teriseerd als een man, die zonder ver- loon steeds zijn weg ging, „echt de fi guur van een rustige doordouwer, maar ook iemand, die volkomen open staat voor anderen." De eerste woorden van burgemeester Bruins Slot in het telefoongesprek voor het vastleggen van een afspraak, beves tigen de typering volledig. „Natuurlijk altijd welkom, maar verwacht niet, dat ik nu eens ga zitten opsommen wat ik gepresteerd heb. Ik heb leiding mogen geven, maar als er iets tot stand ge komen is in Alphen dan kwam dat door dat er goed samengewerkt werd. Door 'le raad, de ambtenaren en de bevol kingBurgemeester Bruins Slot houdt niet van het roemen op eigen daden. Gedecoreerd Het blijkt niet de bescheidenheid, die wel eens voorgewend wordt om het te gendeel te verbergen. Als wij in zijn knoopsgat de bouton van het officier schap van Oranje Nassau zien en vra gen waar dat vandaan komt, vertelt de burgemeester, dat het een overblijfsel is uit de oorlog. BU de zuivering na de oorlog, ik was toen burgemeester van Nykerk, moesten alle burgemeesters op schrift zetten wat zij in de oorlog hadden uitgevoerd, wat voor goede dingen zij gedaan hadden. Ik heb dat vierkant en tot in hoogste in stantie geweigerd. Zoiets ging te gen mijn hele wezen in. Verschrik kelijk bang ben ik in de oorlog ge weest. Aan mijn geloof heb ik het te danken, dat ik op bepaalde mo menten niet liet merken, dat ik doodsbang was." Dat is het wat hy wil zeggen over de oorlog. „Des ondanks" kwam hij met twee ande re Nederlandse burgemeesters als een gedecoreerd man door de zul- Schippersknecht Waar de burgemeester wel over te spreken is, is zijn jeugd. „Hoewel mijn dubbele naam iets doet vermoeden heb ik nooit van mijn jeugd een geheim wil len maken. Ik ben van een oud Drents geslacht, maar van een tak, die hard moest werken voor de kost. Mijn bet overgrootvader trouwde eens niet met geld, maar uit liefde. Tien kinderen, delen en U begrijpt het verder wel. Mijn vader was schipper, een harde werker. Zelfstandig en onafhankelijk als hij was, vond hij het maar niks, dat ik op mijn vijftiende jaar als leerling klerk op de zuivelfabriek in mijn ge boorteplaats Hoogeveen ging werken. Daarvoor zat ik twee-en-een-half jaar op het schip van mijn- vader, maar ik stapte er af, omdat ik er geen perspec tief meer in zag." De overstap van de schuit naar de administratie bleek het begin van in drukwekkende carrière, want burge meester Bruins Slot vertelt, dat hij op zijn twintigste zover was, dat hij zich als zelfstandig accountant „met meu bilair, dat mijn vader op een veiling had gekocht" kon vestigen in een ge huurd kamertje aan de voornaamste straat van Hoogeveen. „Ik besloot daar toe, toen de bank waar ik werkte, in moeilijkheden kwam en een beloofde pro motie niet doorgang. Zwaantinus gooide zijn kop in de wind en hij stapte zo de bank uit Met het gemeentelijk leven maakte hij enkele jaren later kennis, toen de gemeente-ontvanger van Hoogeveen kwam te overlijden. „Ik had toen al een mooi kantoor opgebouwd met ge regeld drie of vier assistenten. Nog jong en ambitieus pakte ik alles aan. Ook die vacature van gemeente-ontvan ger. Mezelf heb ik het nooit vergeven. Voor mijn gevoel ben ik te gretig ge weest." De burgemeester zwijgt even, zegt niet, dat zijn „bekentenis" maar uit het interview moet blijven. Verbazing Of Hoogeveen er zwaar aan tilde is een andere vraag. Waarschijnlijk niet, want de heer Bruins Slot bleef vele jaren de dubbel-functie en nog veel meer, zoals politiek (CH) en sociaal werk vervullen. De scheiding kwam ten slotte in 1939, toen de heer Bruins Slot tot zijn verbazing „ik ambieerde het wel, maar had eigenlijk min of meer op goed geluk af gesolliciteerd" be noemd werd als burgemeester van Nij- kerk. Hij zou er 18 jaar blijven. Tot 1 januari 1957. Toen kwam Alphen aan den Rijn, een gemeente, die zoals hij zegt, alleen al door zijn prachtige cen trale ligging achter de Randstad voor bestemd is voor een grote ontwikke ling. Het grootste probleem, aldus de bur gemeester, waar ik bij mijn komst mee geconfronteerd werd, was het vertrek- overschot. Er gingen meer mensen uit dan er binnen kwamen. Het funeste ge volg was, dat de financiële middelen voor het uitvoeren van het gemeentelijk structuurplan, dat tot 1980 voorziet in een groei tot 70.000 inwoners, ontbra ken. Het redmiddel was woningbouw op grote schaal. Het Rijk keert de ge meenten immers per inwoner uit. Door een flinke stoot ineens te maken kre gen we de middelen om de gang er in te houden. Een fijne zaak Is het, dat de middenstand en het bedrijfsleven volop deelnemen aan de ontwikkeling van de gemeente. Men investeert ter plaatse in vernieuwingen en uitbreidin gen. Ik zie er een bewijs in, dat men vertrouwen heeft in de gemeente, het gemeentebestuur en de ontwikkeling. Vertrouwen „Het wekken van vertrouwen heb Ik ook altyd als een van de Ivoofdtaken van een burgemeester gezien. Hy moet daar voor onafhankelyk zün, niet gebonden aan partypoütiek wat Iets anders is als lid zyn van een bepaalde party, dat is zelfs nodig om kandidaat-burgemees ter te zyn. Beloften en toezeggingen doen mag alleen als je ze kunt nako men, anders verspeel je het vertrouwen. En dan ook: bereidheid om te praten en te luisteren. Een burgemeester, die een bullebak ls, verknoeit het ook voor zijn ambtenaren en gemeenteiyke dien sten. Gevolg: drempelvrees, wantrou wen en kortsluitingen." Burgemeester Bruins Slot heeft een prachtige ambtsperiode achter zich. Enkele markante feiten: de spectacu laire groei van het inwonertal, de suc cesvolle verdediging by de prov. plano logische dienst van het industrieterrein. „Een van de belangrijkste opgaven voor een gemeentebestuur ls te zorgen, dat een gemeente self-supporting is. Er moet ook werkgelegenheid zyn. Het «dee van een zogenaamde slaapgemeente ls mis schien wel aardig, maar de ervaring leert, dat heel wat mensen reizen als een ongemak voelen en graag ook wer ken in de plaats waar zij wonen, indien er geschikte werkgelegenheid is." Een mooie verworvenheid, die ook de bur gemeester tekent, is het ziekenhuis. „De ene minister zei nee, toen hij ge vallen was, gingen we terug naar zyn op volger en die gaf wel zyn medewerking, 'n Zaak ls nog niet zo gauw verloren..." Teleurstellingen heeft burgemeester Bruins Slot ook gekend in Alphen. Woningnood „Nog steeds woningnood, vooral in de hoek van de minder draagkrachtigen. Op het spreekuur word ik er geregeld mee geconfronteerd. Het ls een nagel aan mijn doodskist!" „Een teleurstelling was ook de defi nitieve afwyzing van de Katwykse ha venplannen. We hadden alles hier al rond, de argumenten en de technische adviezen om in geval van het wél door gaan van een visserijhaven een sluis in de Rijn te bepleiten. Het karakter vnn de Rijnstreek zou er ingrypend door gewijzigd zijn. Den«c eens in: coasters, die de Oude Rijn opgekund hadden van uit Katwyk, de industriële bedryvigheid zou er enorm door zijn opgeleefd." Goede jaren Voor burgemeester Bruins Slot en de Alphenaren zijn de afgelopen elf jaar desondanks toch goed ge weest. Zij nemen geen afscheid van elkaar. De burgemeester blijft in de Hoorn wonen, zij zullen hem Burgemeester Bruins Slot is een enthousiast watersportliefhebber. Hier staat hij op zijn fraaie Friese tjalk. nog wel eens in zijn Friese tjalk zien varen. De heer Bruins Slot blijft in zijn gemeente werken voor de Johannes-Stichting in Zwam merdam. „Ik heb wel even getwij feld, maar ik pak nou eenmaal graag iets nieuws aan". En de gemeentenaren wachten intussen af, wie zij gaan krijgen na Zwaantinus („tja, wat 'n naam, maar hij zat nou eenmaal in de familie") Bruins Slot, die zich even eerlijk en ongecompliceerd als in dit gesprek, heeft gegeven voor zijn gemeente. H. P. M. H. 50-jarig jubileum bij „Rieder Van 13-jarig maatje tot productiechef Vrydag 7 Juni was het precies 50 Jaar geleden, dat de heer A. Bennlng ala 13- jarige Jongen In dienst trad by Riedel Limonadefabrieken N.V., destyds RHW. In aanwezigheid van het gehele per soneel dat in de Leidae veatlglng van het bedryf werkzaam Is, werd hy in de kan tine van hetb edryf gehuldigd met dit steeds zeldzamer wordend Jubileum. Door de directie werd by inonde van de heer Th. Wetting do jubilaris gepre zen als een man van bijzondere vitaliteit, die de lange staat van dienst niet la nnn te zien. Als produktiechef Is hy thnns de spil van de fabricage in het bedryf en daardoor een zeer gewaardeerd mede werker. Een armbandhorloge met In scriptie onderstreepte deze appreciatie. Mevrouw Bennlng werd een plantenbak aangeboden. Namens het gehele personeel van de bedrijven te Lelden en Ede bood de heer J. Ouwersloot een bloemstuk aan. Tenslotte voerde de heer J. A. Riedel Jr. het woord, die als lid van de familie Riedel en later als directeur samen rnet de heere Benning de ontwikkeling van Riedel Limonadefrabrleken gedurende deze halve eeuw heeft meegemaakt. De jubilaris dankte alle sprekers in een geestige speech. Gedurende personeelsdag in septem ber. waarby dan ook het personeel van het bedryf te Ede aanwezig zal zyn. wordt aan dit jublluem verder aandacht ZOETERWOUDE H.R. Bejaarden Meerburg gaan feestvieren Dinsdag a.s. zullen de bejaarden van de Meerburg-parochie voor de tweede maal hun gezameniyke verjaardag fees- teiyk gaan vieren. Om tien uur zal de Eucharistieviering uit dankbaarheid door pastoor Kragt- wyk met de bejaarden gevierd worden. Het dameskoor zal hierby de gezangen I verzorgen. Na deze Eucharistieviering gaan de bejaarden koffie drinken en is er gelegenheid om een kaartje te leggen. In de middag gaan de bcjnarden „op stap" om de dames gelegenheid te ge ven het diner te verzorgen. Het feest zal ongeveer om zeven uur geëindigd I zyn. DEKEN HARING IN VRAAG EN ANTWOORD Zoudt U in het kort een levensloop willen opgeven TER INLEIDING VAN HET 40-JARIG PRIESTER FEEST VAN DEKEN W. P. M. HARING TE LEIDEN, C SCHRIFTELIJK VOORGELEGDE VRAGEN DE DEKEN SCHRIFTELIJK GEANTWOORD. Geboren 4 mei 1904 te Rotterdam. Na lagere school, seminaries Hageveld te Voorhout en Warmond, op 2 juni 1928 in de kathedrale kerk van Haarlem (St. Bavo) door aartsbisschop van Utrecht, monseigneur H. v. d. Wetering priester gewijd (Wegens de dood van monseigneur Aug. Callier was de Haar lemse bisschopzetel vacant). In augustus 1928 benoemd tot kapelaan van Heemskerk. In mei 1930 overge plaatst naar de parochie van H. Theresia te Rotterdam. In augustus 1938 benoemd tot kapelaan in de parochie H. Willibror- dus buiten de Veste te Amsterdam (de kerk aan de Amstel, die nu afgebroken wordt). In april 1951 opdracht gekregen om parochie te stichten en kerk te bou wen in Dordrecht (in november 1952 gereed). Begin april 1956 volgde de be noeming tot deken van Leiden en pas toor van de Lodewijkparochie waarvan de kerk in restauratie was, welke restau ratie op 19 juni 1967 gereed was. Op 1 november 1956 kwam de benoeming van Kanunnik-Poenitencier van het op te richten kathedrale-kapittel van het bisdom Rotterdam. U bent priester gewijd vóór de crisistyd van de 80-er jaren (1928). Zoudt u zich nog Iets kunnen herinneren van hoe u toen dacht over priester zijn, over de Kerk en over de taak die u toen wachtte? Mijn eerste plaats was te Heemskerk, een plaats toen nog (1928) voor 95% katholiek en praktisch zonder non-paschanten. Een oer-conventionele katholieke paro chie. Met dit laatste is eigenlijk alles gezegd! Als priester werd je volledig aanvaard! Je vond er alles wat je toen jezelf van het priesterschap had voorgesteld! In de crisisjaren was u kapelaan in een grote sfad, Rotterdam, 't Was een tyd met aan de ene kant grote armoede en anderzyds een grote sociale bewogenheid. Inderdaad was de Theresia te Rotterdam een jonge en zeer arme parochie (meer dan de helft der parochianen was werkloos) met een zeer groot aantal gemengde hu welijken zodat het aantal non-paschanten de 50% ver overschreed. Een plaats met alle problemen van die tijd! Je leefde in de tyd van de stempelaars, huurstakingen en hongeroptochten. Wat de meeste indruk op mij maakte is moeilijk te zeggen. Men ging, daar je dagelijks met de sociale wantoestanden te maken had, het geheel als ge woon beschouwen! ste. -B. Wat vond u als priester in die dagen het moeilyk- wat het aantrekkelijkste Moeilyk en aantrekkeiyk behoeft niet tegengesteld te zyn. Het nioeiiykste was wel het huisbezoek, dat daar zeer noodzakelijk was, inaar toch trouw ook door de collega's gedaan werd. Het was de tyd van fel commu nisme. Daarom waren er heel wat weerstanden te over winnen om toegang te krygen tot de gezinnen. Je dorst nauweiyks te vragen: „hoe maakt u het?" daar het ant woord meestal w'as, dat men reeds zoveel jaar geen werk had. Hoewel het gesprek daardoor vaak over de mate riële omstandigheden en de sociale wantoestanden ging, met alle beschuldigingen van dien, mag toch niet ontkend worden dat men toch op den duur met velen geestelijk contact kreeg. Voor my als jong priester was het jeugdwerk dat in die tijd aan vernieuwing onderhevig was (Kruisvaart, Ver- kennery, Graal) erg aantrekkeiyk, vooral daar de nieuwe styi jeugdwerk voldoende kans tot experimenteren gaf. Wat is voor een jonge man aantrekkelijker? De Kerk was als instituut haar tyd niet vooruit! Constateerde wel de nood in het byzonder de geeste- ïyke nood maar was te traditioneel om goede oplos singen aan de hand te doen. dagen hun geloof? Geloofsverzwakking en afval zoals wy het toen noemden was zeer groot, vooral bij degenen, die uit katholieke streken naar Rotterdam kwamen en niet tegen de verandering op konden. Melkboer en bakker lichtten de komenden wel zo spoedig en nadrukkelijk in dat men als zielzorger direct achter lag. By de getrouwen was de geloofsbeleving vaak traditioneel en wettisch. Men hield in die tyd van Apologie en Roomse Rijkdom meer vast aan „zijn geloof" dan men zich in het geloven verdiepte! Trouw aun het geloof en opofferingsgezindheid voor het geloof was bij een kleine groep dikwyis bewonderens waardig. Toen de oorlog begon was u kapelaan te Amsterdam. >len zegt wel eens dat de oorlogsperiode de grote stoot gegeven heeft aan een nieuwe structuur vnn kerk en maatachappü. A. Vindt n dat het zlelzorgwerk In het algemeen In die jaren bijgedragen heeft tot wezenlijke verdieping van het Het beste is deze vraag als volgt te beantwoorden: wy leefden toen in de tijd dat de Katholieke Aktie in zyn beginstadium stond. Het was toch nog een echt zoeken naar de plaats van de leek in de Kerk en de veelvuldige vormingscursussen etc. zetten de mensen B. Heeft u in uw zlelzorgpraktyk In die jaren de eerste aanzet tot veranderingen o.a. In de gezagsopvat- tlng reeds zien aankomen? Ik meen hier bevestigend op te kunnen antwoorden. Daar in feite een bezettende macht alle gezag aan zich trok, werden in het verzet illegaliteit, sabotage, vervalsing, diefstal, complot etc. als deugden beschouwd. De jeugd groeide hier geheel mee op en werd zelfs ln die richting door de ouderen gestuwd. Zij zag van de bezetters het grove misbruik van macht. Daar de jongeren geen ver- geiykingen konden maken met andere verhoudingen kreeg hun opvatting over gezag wel degeiyk een gewel dige klap. Als men daarnaast in aanmerking neemt hoe kinderen en jonge, mensen een paradys werd voorgespie geld „als de oorlog maar voorby ls" wat op een ont zettende ontgoocheling is uitgelopen, dan is het niet te verwonderen, dat men de gezagsopvatting na 1945 niet kon terugschakelen op van voor 1940. Integendeel, wan trouwen was onvermijdeiyk en verandering in gezags opvatting een natuurlijk gevolg. In de nood zoekt en vindt men elkaar! De priester had daardoor meer toegang tot de gelovigen en velen zochten by hen hun toevlucht. Doordat In verenlgings- en groepsverband werken ongeoorloofd was, zocht men het vanzelfsprekend meer in het persooniyk contact. Een sterkere binding dus, geboren in een noodtoestand. Na de bevrydlng van Nederland was er alom een drang tot ulteriyke en inneriyke wederopbouw. U bent In die periode pastoor geworden. A. Bracht deze behoefte min wederopbouw ook een behoefte aan vernieuwingen binnen de zlelzorgstruktuur of was er alleen maar een hervormen van de Ujn vun voor 1940? Volgens mij is er tydens de oorlog en vlak na de be vrijding een grote fout gemaakt. Dit is onmogeiyk ln een paar woorden te verduideiyken. Ik zou hier uren over kunnen spreken. Wy hadden ons juist in de oorlogstyd moeten bezinnen op datgene wat er vóór de oorlog aan ontbrak en vooral hoeveel ballast aan strukturen en prak- tyken we we ons op de hals gehaald haddden. De oorlog liet ons nieuwe wegen zien. Als men en ik heb dit met enige collega's gedaan by gezaghebbende instanties op bezinning in deze aandrong vond men zeer weinig begrip! Helaas. Het idee van „het elastisch front" om zich be hoedzaam terug te trekken om naderhand terug te veren had ook vele zielzorgers aangetast. Na de bevrijding was de rek er eigeniyk uit omdat men zich niet voldoende op een nieuwe Ujd had voorbereid. Ik heb mij hier vreselijk over geërgerd. De bevrijding werd gevierd met het mar cheren achter de vaandels en vlaggen van voor de oorlog, Ijverig van de zolders gehaald! Alles (ook al het oud- bakkene) moest verryzen met het gevolg dat de ulteriyk gegroeide eenheid weer werd gesplitst en verkaveld met alle competenties die daaraan vast zaten. Men had zich niet voldoende gerealiseerd, dat de in de oorlog 'opgroeien de jeugd vooral een heel andere instelling had gekregen maar in eerste Instantie niet in staat was een eigen weg te kiezen, omdat tijdens de bezetting haar steeds was aan gepraat dat het vooroorlogse allemaal zo ideaal was' ..VVe hebben onze tijd voorbij laten gaan en de kans heeft er ingezeten" biyft myn vaste overtuiging. Eerst moest de teleurstelling en chaos komen voordat men aan ver nieuwing ging denken en toen was er al veel verloren. Jammer. B. Heeft u In uw zlelzorgwerk na de oorlog zelf Iets kunnen bemerken van het nauwere contact, dat er onder de oorlog was gegroeid, tussen de leiders van ver schillende kerken en groeperingen? Iets. Maar ook van het verworven goed dat door de nood was gegroeid en vnak aan de buitenkant bleef is te weinig profyt getrokken en men zocht toch weer te veel zyn eigen hokje op. Toch had men geleerd elkaar met andere ogen te zien. C. II heeft ln die tyd veel tyd en arbeid gestoken In het bouwen van een nieuwe kerk. Hoe heeft u dat als zielzorger beleefd? Enthousiast. Door de omstandigheid om met een schone lel te kunnen beginnen lagen er veel mogeiyk- heden. Los van tradities lug het veld open tot experimen teren! In die Jaren nog wel bescheiden maar toch leven dig. Fyne tyd! Elf jaar geleden bent u Deken van Ijlden geworden, 't Is de tijd van het begin van de grote vernieuwingen binnen de Kerk. De tyd van Paus Johannes en liet Vaticaans Concilie. Wat zyn nu uw reacties als u de woorden hoort: A. Kerkbesef Langzaam groeiend. B. Liturgie-viering. Door een doordachte vernieuwing toe te passen een zegen voor de gelovigen, indien de mensen voldoende worden begeleid! Het kerkvolk behoort hierby Inspraak te hebben. Doordrukken van eigen extreme inzichten van geesteiykheld ls funest. Inzicht geven in de vernieu wingen ontbreekt nog te veel! C. Hiërarchie. Eigen aan de kerk! Democratisering dient evenwel te worden bevorderd. Zolang echter het begrip „demo cratie in de Kerk" nog niet voldoende duidelijk 1h, blijft het nog moeilyk de lyn aan te geven waarlangs de demo cratisering dient te gaan. Er wordt te pas en te onpas met het woord democratie geschermd ook wel om eigen pretenties door te drukken. Dat de mogeiykheld van in spraak behoort te zyn voor allen, kan alleen maar te bevorderen zyn! Echter eerst: volkomen vertrouwen In D. Collecte Behoort by do Eucharistieviering. Vereenvoudiging wordt, Goddank, steeds meer toegepast. Jammer dat nog zoveel terugkerende noden vragen, zodat het doel van de collecte niet voldoende geput kan worden uit do Litur gie van de dag. E. Parochie Aan schaalvergroting kan niet worden ontkomen. Het parochieverband wordt losser. Toch zal een zekere binding met een bepaalde kerk en eigen zielzorgers nodig biyven. F. Oecumene Niet genoeg te waarderen verschynsel. Toch zal het begrip van de oecumene by velen nog verhelderd moeten worden willen we komen tot de eenheid zoals Christus die gewild heeft. G. Gelovigen Liever mede-gelovigen! H. Deken Moeilyk in een overgangstydToch vol perspec tieven. Terugziend op de gehele periode 19281968, zou het dan voor u mogelijk zyn aan te geven welke fan.- van uw zlelzorg-praktyk u het het prettigst heeft beleefd? Neen ik kan onmogelijk aangeven welke fnse van de zlelzorg-praktyk ik het prettigst heb beleefd. Wel kan ik zeggen altyd heel gelukkig te zyn geweest ln myn werk en in myn verhouding tot myn collega's. Wat I* naar uw mening In de huidige geloofsbele ving het meest waardevolle? - Dat men is gaan meedenken en meepraten! Men wil bewust geloven. Een groot goed! Tot slot zou ik willen vragen: niet hoe zou u wensen «lat maar hoe denkt u dat de parochie, het dck«-nnnt ln de toekomst zullen functioneren voor de mensen in deze omgeving? Parochiegrenzen zullen langzamerhand beslist ver vagen. Zielzorg in dekenaal verband wordt absoluut nood- zakeiyk. Moeizaam en niet zonder offergezindheid groeien wy hier langzaam naar toe.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 3