SAMARITANEN VOOR DE BIDONVILLES leven zonder werk, zonder recht op werk HONDENBAR IN MANHATTAN ZATERDAG 8 JUNI 1988 '(Van i correspondent L. KleUn) Wij liepen elkaar in de stakingsdagen zomaar toevallig tegen het lijf, en dan nog alleen maar per telefoon. Dat zat zo. Je luisterde in die bewogen week met één oor naar radio Europe en met het andere naar radio Luxembourg. Van Luxembourg vingen we het volgende op: door Parijs en de voorsteden liepen jongens en meisjes voor het ophalen van levensmiddelen voor de bidonvilles, waar ze niet meer te eten hadden. Men kon met etenswaren ook naar de centrale zelf gaan: achter de Notre Dame. Daar zei ons een dame, in het Nederlands nog wel: kom maar voor inlichtingen bij mij in Pierrelaye, richting Pontoise. De vrouw die zich daar voorstelde was freule A. de Vos van Steenwijk. Op de voordeur hing een bord met geschreven letters: Aide a toute détresse internationale. Weet de lezer wat een bidonville is? Bidonblik en villestad. Dus een stad van blikken, benzineblikken, olieblik- ken, planken, bij elkaar geraapt hout en ijzer. Daar vegeteren mensen, nog een rang lager dan het lompenprole- tariaat van Karl Marx. Heel wat grote steden in de wereld Parijs telt er tachtig hebben zulke bidonvilles. Breidt de stad zich uit en naderen de echte woonhuizen zo'n bidonville, dan komen zonder waar schuwing de bulldozers en duwen in een paar uur de hele bidonville plat. Veel kracht is er niet voor nodig. Een klein bulldozertje zou het best alleen af kunnen, want de lieden die er wonen hebben niets. Helemaal niets, niets, niets. Nauwelijks een stoel om op te zitten, een bed om op te slapen. Dan trekken de mensen van de geplette bidonvilles een paar honderd meter verderop en beginnen opnieuw, totdat andere flatgebouwen weer dreigend na- Tien jaar geleden kwam in Noisy-le- Grand, een van zulke bidonvilles, een barmhartige Samaritaan voorbij. Père Joseph. Hij leeft nog. Een energieke «oj/liger. De lezer kent die gelijkenis log wel van de barmhartige Samari taan. Ook in onze moderne tijd, zoveel eeuwen later, lopen priesters en levie ten voorbij. Ook heel veel vakbondslei ders, want die hebben het te druk met Renault en Citroën en Sud Aviation en met massabetogingen van hon derd-, tweehonderd-, driehonderddui zend mensen, zo niet meer. Kan er niet iemand, in godsnaam, naar de bidonville van Noisy-le-Grand ko men? zo werd tien jaar geleden ge vraagd. Père Joseph kwam, bleef en begon. Begon aan wat? Aan een ont zaglijk, niet te overzien probleem. Hij begon aan de basis. De basis is tegen woordig in Frankrijk een modewoord geworden. Kan een vakbondsleider in deze dramatische week de moeilijkhe den niet meer aan, dan zegt hij: de basis moet maar beslissen. Père Joseph haalde de mensen van dé bidonville er zelf bij. Want dat is het geheim van iedere hulp aan bidonvilles. Niets van boven af, want dat kweekt maar wantrouwen. Vooral geen mede lijden. De mensen van de bidonvilles moest duidelijk worden gemaakt dat ze mensen zijn, die recht hebben op een menswaardig bestaan en die rechten moeten laten gelden. Begrijpen ze dat? Gaat dat niet boven het kleine beetje verstand dat ze hebben? Voila, de berg, die Père Joseph begon op te klim men. Met een paar vrijwilligers, van wie freule De Vos van Steenwijk er een Niets, hoegenaamd niets Wij bevoorrechte mensen leven in een welvaartsstaat met rechten en plichten. Vaak eisen wij meer rechten dan plich ten; wat voor iedereen geldt en waar lijk niet alleen voor de arbeiders. Wij Bijna omvallend onder hun eigen gewicht staan de hutten van blik en planken i boven hen uit rijzen de oprukkende flats. i scheef gelid. Ver Baronesse A. de Vos v. Steenwijk leven onder de zelfkant rijden in auto's, in kleintjes en in dure sleeën. Wij luisteren naar radio en kij ken naar televisie of dat de gewoonste zaak van de wereld is. Wij kunnen kinderen maken en beschikken ook over de middelen om ze niet te maken. Wij gaan naar de grote warenhuizen en kopen daar voor onze kinderen splin ternieuw speelgoed. In de tijd van de communie kijken wij niet op honderd franc voor een witte bruidsjurk voor de meisjes of een witte pij met een gouden kruis voor de jongens. Wij heb ben, de een wat meer dan de ander, wat met een groot woord cultuur wordt genoemd. Maar de mensen in de bidonvilles heb ben niets, hoegenaamd niets. Wat ze wel hebben z(jn doorgaans grote ge zinnen. In de Paris Jour van dezer da gen stond de volgende anekdote. Een man zei: „In 1950 werd b(j ons het eerste kind geboren. In 1951 weer een, in 1952 weer een. in 1953 weer een. in 1954 weer een. maar in 1955 was het uit. want toen kwam de televisie". Televisie hebben de mensen van de bidonvilles niet. Wat zouden ze er mee moeten doen? Er is in de bidonvilles geen elektrische stroom en bovendien zouden ze van de telebeelden maar weinig begrijpen. Even weinig als een papegaai van Vivaldi of van Bach. Kinderen maken in het donker is hun enige vermaak, kinderen krijgen is hun trots. Pas later worden die kinderen een last. maar zo ver gaat hun denk vermogen nog niet. Vader en moeder produceren samen iets. Dat is de enige vorm en de enige mogelijkheid van hun produktie. Voor de moderne produktie in de tegenwoordige maatschappij ko men ze niet in tel. Ze zouden best willen werken, de man nen. Maar waar moeten ze aan begin nen? Wat ze doen is volstrekt onmaat schappelijk en niet rendabel. Ze hebben kleine, ondeugdelijke en onregelmatige baantjes. Ze halen een kerkhofauto uit elka«ar. Vaak heel handig. En verkopen de onderdelen voor oud-roest. Een nor maal mens verdient geld, brengt zijn geld thuis en houdt er wat van over en achter de hand. In zijn werk kan hij een zeker plezier hebben, ook al staat hij de hele dag aan de lopende band. De man van de bidonville heeft niets achter de hand. Geen droog stuk brood. Geen aardappel. Hij wordt geminacht als een clochard. Geen mens heeft res pect voor hem. Hij leeft niet aan, maar onder de zelfkant van de maatschappij en weet niet waarvoor hij leeft. Hij heeft niet alleen geen werk, maar ook geen recht op werk. Full employment is een paradijs waar hij nog nooit van heeft gehoord. Voor het SMIG (mini mumloon) komt hij maar sporadisch in aanmerking, want door zijn ongeregel de werk kan hij niet aantonen hoeveel hij verdient om voor het SMIG in aan merking te komen. Wat hij doet is vol strekt onmaatschappelijk. Wie koopt er nog veters of schoensmeer van een man aan de deur, als hij alles voor de hand kan kopen in de eenheidsprijswinkels De Algerijn, die naast hem slaapt, doet hem geen concurrentie aan. Want de Algerijn in de bidonville is doorgaans van een wankele gezondheid. Maar wie hem de das om doet, zijn de Spaanse en Portugese arbeiders. Want die liggen net een graadje hoger en brengen uit hun land nog iets mee aan beschaving, waardoor zij de maatschappelijke lad der kunnen gaan opklimmen. Bij ho pen komen de Spanjaarden en Portu gezen de grens over. Meestal illegaal. Als het kan met vrouw en kinderen, of anders maar alleen. De man leeft in zijn bidonville van honderd franc in de maand. De rest stuurt hij naar zijn ge zin in Spanje of Portugal. De gevol gen van de man hier en de vrouw daar. en dat niet voor een paar dagen, maar voor maanden en maanden, kan men zich voorstellen. Jaren achter Wat doen die Père Joseph en zijn vo lontairs? Ze beginnen bij de basis. Bij de kinde ren. Veel wordt in deze dagen gediscus sieerd over culture revolutie, die be ginnen moet op de universiteiten. In de bidonvilles meent men veel en veel vroeger te moeten beginnen: al op de lagere school, of op de bewaarschool Een kind van de bidonvilles- heeft, zo dra het naar de lagere school gaat, minstens al een jaar achterstand. Het gaat op de bank zitten met gevoelens van angst. Er i6 voor dat kind niet de minste zekerheid, die andere, normaal opgevoede kinderen, hebben: geen ze kerheid van een vaste woonplaats, geen zekerheid van eten of drinken. Op de schoolbanken brengt het bidonville- kind niets mee. De meester of de juf frouw zegt: „Kind je stinkt" en zet het achter in de klas, een vernedering te Al een jaar na de geboorte vertoont het bidonvillekind afwijkingen: minder ge wicht, minder goede gezondheid door te weinig of door ondeugdelijk voedsel. In het derde jaar is er achterlijkheid van taal. Bepaalde voorwerpen, voor 'n normaal kind vanzelfsprekend, kent het niet, omdat het die nooit ziet of er nog nooit van gehoord heeft. Het weet niet wat een appel is, of een banaan. Wat Frankrijk is? Geen flauw benul. In het vierde jaar zijn de bewegingen onhan dig. Het psychisch mechanisme werki slecht. Het heeft geen idee van recht' of van links, van mijn of van dijn. Hoe haal je die achterstand in? Door te beginnen als het bidonvillekin* twee of drie jaar is. Dan kun je het noj bijfietsen. Mits men de ouders er ir betrekt, vooral de moeder. Een moedei moet bijgebracht worden dat het in he' belang van haar kind is dat het regel matig naar school gaat. Dat is het eer ste begin van een zekere discipline. Eer moeder die een ziek kind heeft, haal het thuis. Een moeder die zelf ziek i: stuurt het kind niet naar school. Al het wasdag is kijk niet naar de lom pen aan de waslijn houdt de moede het oudste meisje thuis. De kindere hebben vaak geen schoenen om na.' schopt te gaan. En op school worde ze slecht ontvangen. Langzamerhand met mondjesmaat k> men boekerijen in de bidonvilles. Alk wat het intellect van deze kinderen ka aankweken, wordt bij elkaar gesleep Eerst eenvoudige boekjes. Boekjes m* veel plaatjes en weinig tekst. Geleid* lijk wat meer tekst, die de ouders hc laas niet kunnen lezen. Geen oud boeken, die weldadigheids! ieden van d rommelzolder halen en die uit de tij zijn, maar moderne boekjes, met plaat jes, die aanspreken. De kinderen ne men die boekjes mee naar huis en - de ouders proberen mee te gaan lezen Radio? Voor velen is de radio een vreemde wereld, die ze niet begrijpen De transistor wordt op afbetaling ge kocht. En weggehaald, als door werk loosheid de afbetaling stokt. Voor die actie is geld nodig. Tien jaar geleden had freule De Vos van Steen wijk bij sociale zaken en financiën geen voet aan de grond. Het eerste contact begint nu te komen, druppels gewijs. Want Debré, toen hij nog aan financiën zat, had andere zorgen dan de bidon villes. Zijn opvolger Couve de Mur- ville moet de loonsverhogingen voor de ambtenaren betalen na de golf van sta kingen, zodat de freule nog wel even zal moeten wachten. Laat ons daar maar niet teveel over zeggen, gedach tig aan de kleine hond die dankbaar moet zijn voor beentjes en voor brood. En niet alleen de mensen van de bidon villes moet iets bijgebracht worden. Ook de bewoners van de dure en goed kope woningen die uit hun ramen op de bidonvilles neerkijken. Hun kinde ren moet worden geleerd dat ze geen pop weggeven, die als oud vuil aan el kaar hangt, maar dat ze voor de kinde ren van de bidonvilles ook 'n stuk splin ternieuw speelgoed moeten kunnen missen. Want sociale rechtvaardigheid hoe spreken wij dat grote woord gelaten uit is geen liefdadigheid, maar een doodgewone sociale plicht van de ene tegenover de andere mens.' Freule De Vos van Steenwijk heeft er acht jaar geleden haar diplomatieke loopbaap aangegeven. Zij is de ambas sade en de OECD uitgestapt en leeft voortaan, net als haar andere volon tairs van het SMIG, van nog geen drie honderd franc per maand, dat nu verhoogd is tot even boven de vijf honderd. De volontairs die zij heeft, leven in woonwagens in de bidonvilles, temidden van de allerarmsten. De paar roulottes (woonwagens) die er zijn heeft de prefectuur geleverd. Wij hebben er één gezien, waarin twee jon ge vrouwen wonen, 'n FranSaise en een uit Tahiti. De bewoners van een bidon ville kunnen er in en uit lopen: de mannen, de vrouwen en de kinderen. Allemaal met hun noden. En wat voor noden! Noden, dag en nacht. Vier kranen, geen toilet In de avonduren hebben wfj er samen doorheen gelopen: door bidon villes met een bevolking van Fransen, Spanjaar den. Portugezen, Zuid-Slaven en No maden. Een varken in zijn stal leeft beter. In een bidonville van 2000 men sen met 4 kranen, die 's winters be vriezen. Niet één enkel toilet. Waar de mensen hun behoeften laten? Overal, 's Nachts één grote rattenplaag over wegen die honderd jaar voor Chris tus kwamen toen niet de Ba tavieren in ons land beter waren. Een auto komt er nauwelijks overheen of doorheen. Geen PariJse vuilniskar komt er het vuil ophalen. Geen dokter, die er 's nachts komt, want hij kan er geen hand voor ogen zien. Buitenlanders die geen woord Frans spreken, of het beginnen te leren. Kin deren op blote voeten en lompen aan De straten in de bidonvilles mo gen nauwelijks die naam dragen. Vaak zijn het niet meer dan mod dersloten, waar de bewoners door heen moeten soppen om hun hut te bereiken. het magere lijf. Honderden mensen met open blikken rondom de water kraan. Potkacheltjes of spiritusbran ders om op te koken. Brandgevaar dag en nacht. Loslopende honden. Een man die met een beer of met een aap aan de ketting een homp brood verdient. Moeders met kinderen aan de rokken en zuigelingen aan de borst. Vrouwen zonder (weggelopen) man. Mannen en vrouwen in concubinaat. Zogenaamde onechte kinderen, die voor kindertoe slag niet in aanmerking komen, want vader en moeder moeten kunnen aan tonen dat ze getrouwd zijn. Administra tieve rompslomp, waar de stumpers geen raad mee weten, en waarmee de volontairs helpen zo goed als ze kun- Er zijn er ook, die het iets beter heb ben. Dat zijn lieden, voor wie de pre fectuur een barak ter beschikking heeft gesteld. Barak is veel gezegd. Zeker, er brandt elektrisch licht en dat is al heel wat. Maar kom niet binnen als het regent. Want het houten dak, in de zomermaanden kromgetrokken door de zon, is 's winters een vergiet. Daar staat in lange monotone rijen de geprefabri ceerde armoede to^foon. En natuurlijk zijn er in de stfjeings- dagen ook goedwillende studenten ge komen. Onder kreten van: „Voor de stakende Spaanse arbeiders" de ar me Spaanse arbeiders hebben nooit gestaakt, want wat valt er voor hen te staken trok een vrachtwagen vol kippen naar de bidonvilles en deelde rechts en links kippen uit. Toen ze weg waren, die studenten, stonden er man nen met messen tegenover elkaar, want één had zes hele kippen en de andere nog geen kippepoot. Hadden de studen ten hun kippen naar het hoofdkwartier gebracht, dan had ieder bldonville- gezin zijn portie gehad, want de bidon ville zou zelf zijn ingeschakeld bij de distributie. Ze kunnen en willen het best. Er is een fonds, dat 20 000 francs telt. Het wordt onder toezicht van de volontairs door de bidonvilles zelf be heerd. En er ontbreekt geen centime Hiervoor hebben wij barmhartige Samaritaan. Vooral het slot van de gelijkenis is van belang. Mogen wij dat slot citeren. Het luidt aldus: „Wie van deze drie dunkt u de naaste te zijn geweest van degene, die onder de moordenaars gevallen was? En hij zeide: die barmhartigheid aan hem gedaan heeft. Zo zeide Jezus tot hem: Ga heen en doe gij insgelijks". Zijn er in Nederland onder de studen ten en niet-studenten boven de 18 jaar niet een paar, die deze zomer twee maanden minimum vrij will igersdienst willen verrichten bij de bidonvilles van freule De Vos van Steenwijk? Het kan de kop niet kosten. Ieder betaalt zijn eigen eenvoudige eten en drinken, twee honderd tot tweehonderd vijftig franc in de maand. Hier is het adres: Freule A. de Vos van Steenwijk, 107 Avenue du Général Lecler, Piejrelayc 95, Route Nationale 14. Herenleven met fris water NEW YORK De hond doet het bijzonder goed in Amerika. Ik spreek nu niet van de onzinnige hondenkerkhoven, waar wij vroeger wel eens wat over gehoord hebben, maar van de gewone meneer en mevrouw, die een hond als huisdier koesteren en braaf enige malen per dag met hem of haar gaan wandelen. Het gezin van deze verslaggever Is sinds enige weken een hond rijker, een slim en pienter beest, dat zijn voorvaderen minstens over 57 ver schillende rassen en merken moet verdelen. Hij heeft duidelijk een St.-Bernard in de familie. Er is geen meter te lopen met hel beestje, want dan buigt al weer iemand zich naar de grond om a. het op te tillen en b. te vragen wat voor merk het is. Sinds enige dagen hebben wij a. de mededeling: „Please, niet optillen, want dat vinden kleine hondjes niet altijd even dol" en voor b. ..Het ftg een Hollandse hond". Dat is volstrekt afdoende, want alles wat te maken heeft met Hans Brinker en zijn vinger ln de dijk met windmolens en met klompen is bijna mystiek omgeven. Gewoon een Hollandse hond, door Sijte Boes in Volendam zelf uitgevonden. En laten we wel wezen: wij lopen met die Hollandse hond in het ge deelte van Riverdale, dat Spuyten Duyvil heet, genoemd naar een op merking, die een Hollandse soldaat lange jaren geleden maakte toen hij de levensgevaarlijke Hudson was overgezwommen: „Spijt den duivel". Fifth Avenue Fifth Avenue is een van de fraaiste avenues van New York, een riante boulevard met de beste (en duurste) winkels van New York. Voor „Wallachs", een van die winkel bedrijven, staat in luxe uitvoering op de grond voor de ingang een „dog-bar", waar honden zonder enige moeite het hoofd in kunnen steken om zalig fris water te drinken. Op 16 april werden de lezers vun de New York Times uitgenodigd om aan Wallachs te laten weten welke nieuwe bestemming er aan de „dog-bar" ge geven moest worden. Daar de hondenbevolking van Manhattan met de baas en de vrouw „uptown" (naar het noorden) vertrokken was. sl stelde 'AM ui er «MKwemstadion voor mieren van te maken (je moet er tcch maar opkomen) en vele schrijvers vonden, dat van de ..dog- bar" maar een mensenbar gemaakt moest worden, want je kan de gehele Fifth Avenue aflopen zonder een drinkwaterfontein tegen te Maar veruit de meeste schrijvers wensten de „dog-bar" ongerept en impliciet aanwezig voor het laven van honden. Een dame uit de 68e straat beloofde om minstens eenmaal per week met haar twee poedels naar de „dog-bar" te lopen om haar poedels daar te laten drinken. Van de 68ste naar de 46e straat 1» 22 blokken en dat is zeker voor onze Nederlandse begrippen een aardige wandeling. Een heer van Sutton Place liet weten, dat de „dog-bar" voor hem en zijn honden het doel was van zijn zondag se wandelingen. Andere Heden beloof den om er zorg voor te dragen, dat de bar doorlopend met fris water gevuld zou blijven en de booosaar- digen onder de 3000 schrijvers dreig den om Wallachs aan te geven bij da Aspca, de onderneming, die wij kunnen vergelijken met de dieren bescherming. Op 21 mei heeft Wallachs de knoop doorgehakt ten gunste van Man hattans 43.906 honden. De „dog-bar* blijft in volle glorie voor ten minste een nieuwe 13 Jaar bestaan de bat werd in 1955 opgericht en dc honden, die ik op 21 mei 's ochtends over Fifth Avenue zag lopen, keken triomfantelijk en zeiden tegen elkaar: „In deze tijd van computers en laserstralen is toch weer duidelijk gemaakt, dat ook de belangen van kleine minderheidsgroepen door gezamenlijk optreden veilig gesteld kunnen worden". Fifth Avenue blijft verzamelplaats honden van alle soorten en rassen. In de hondenbar is altijd oe® slokje te halen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 11