muziekfestivals HET PROBLEEM DER DONDERDAG 30 MEI 1968 DE LKEDSE COURANT PAGINA 9. - Op vrijdag 14 juni a.s. wordt het Holland Festival 1968 geopend met een voorstelling te Amsterdam van Rameaus opera „Platée". Tot 9 juli, een week korter dus dan vooraf gaande jaren, vinden in tal van plaatsen in ons land manifestaties plaats. De nadruk valt daarbij op muzikale en muziekdramatische voorstellingen, maar ook het toneel heeft een belangrijk aandeel, evenals het ballet. Onze muziekredacteur en onze toneelmede werker blikken op deze pagina vast vooruit op wat geboden gaat worden. '(Van onze muziekredacteur) De internationale aandacht voor festivals is in evenredige mate gestegen sinds het belang van de verschillende landen in vreem delingenverkeer en „hard cur rency" van min of meer vitale aard werd. Men kende onge twijfeld reeds jaren vóór de tweede wereldoorlog uitbrak ver scheidene aantrekkelijke festival- centra, om slechts enige te noe men: die van Salzburg, Venetië, Statford-upon-Avon, Na de wapenstilstand trachtten de oude kunstcentra hun reputatie en activiteit te herstellen. Daarnaast echter namen steeds meer steden en landen het initiatief tot 't organiseren van festivals. We wijzen hier op Interlaken, Aix-en-Provence, Avignon, Gennady Rodzdjestvenski leidt op 4 juli te Amsterdam het Concert gebouworkest o.m. in Tsjaikovski's Manfredsymfonie. Straatsburg, Edinburgh. Aldeburgh, Bath, Glyndebourne, Hastings. En. vooral niet te vergeten, het Holland-Festival. Daarom in deze schare zo merkwaardig, omdat het van meet af aan een „landelijk", niet een „plaatselijk" karakter droeg. Dat „landelijke" was overigens het gevolg van het door onze historie bepaalde antagonisme tussen twee grote steden: Amsterdam en 's-Gravenhage. En eenmaal dit beginsel aanvaardend, hebben de organisatoren 't ontwikkeld, mede om redenen van financieel- politieke aardzodat er jaren zijn geweest, dat er in meer dan twintig plaatsen van ons vaderland „festival te beleven" viel. Wat behelsde dat? Wat werd er geboden, speciaal op muzikaal gebied? Uit de eerste jaren memoreren we het proclameren van het beginsel, dat een festival bepaald niet een uitsluitend toeristische aangelegenheid mocht worden: zulks zou het artistieke peil van de op- en uitvoeringen te zeer verlagen. Het artistieke peilhoe dacht men zich dat Een festival moest vooral aandacht wijden aan muziek, die in het normale seizoen, hetzij om redenen van financiële, hetzij om redenen van psychologische aard verzet van het publiek onder andere minder goed aan bod kon komen, In zekere zin werd daardoor liet festival een jaarbeurs, waar men risico's nam, jaarbeurs, die zaken presenteerde, waarmee men na een experiment, in de gewone daarop volgende seizoenen eventueel zijn voordeel kon doen. We hebben dit altijd een zeer aanvaardbaar, zelfs aantrekkelijk uitgangspunt gevonden. Maar wordt, om ons tot het komende Holland Festival te bepalen, dit beginsel nog wel in praktijk gebracht Ween se School Ongetwijfeld zal men ons daarop een bevestigend antwoord geven, hierbij onder meer wijzend op wat het Residentie-Orkest onder leiding van Pierre Boulez het publiek in vier concerten gaat brengenvier concerten geheel gewijd aan het oeuvre van Arnold Schönberg, Alban Berg, Anton Webern. Maar is dit aanbod een uitzondering op de regel van de seizoenen? Dat was het in de tijd, dat het Holland Festival startte, dat is het niet meer. Want in de programmapolitiek van de orkesten, niet alleen van 's-Gravenhage en Amsterdam, maar ook van de gewestelijke is sindsdien veel veranderd, heeft men moeiten noch kosten gespaard de consument vertrouwd te maken met de verworvenheden van de zogeheten Tweede Weense School. Vergeef si Niet vergeefsf Wie zal liet zeggen In elk geval is het zo, dat voor velen het brengen van 'n SchönberglBerglWeberncyclus te progressief is, nog altijd te progressief, voor een happy (of unhappy!) few daarentegen niet progressief genoeg. Festival hier tussen twee stoelen kwamen te zitten Uitzondering op de regel van de seizoenen: akkoord. Maar met de nodige tact toegepast: docerend, doch ook doserend. Waardoor men de presentatie van Schönbergs „Mozes en A&ron", door de Deutsche am Rhein uit Düsseldorf/Duisburg te brengen Want hier krijgt men iets. dat in het normale seizoen waarschijnlijk nooit zou gaan en een completering kan vormen van de Weense-Schoolcursus door de Nederlandse orkesten de laatste jaren gegeven. Rameau: Platée Zoals wij het ook geheel eens zijn met het initiatief een reeks opvoeringen van Rameaus „Platée" te organiseren. Men werkt hier mee aan de renaissance van de belangstelling voor de scheppingen van een van de grootste Franse componisten, die er ooit geleefd hebben. Renaissance, die wat ons land betreft, in feite nog moet beginnen. Er is meer goeds te vertellen over de initiatieven in de operasector: we doelen hier op de opvoeringen van Richard Strauss' „Salomé", waarvan de première te Dresden in het seizoen 1905 plaatshad: sindsdien heeft men dank zij de activiteiten van dc Nederlandse Wagnervereniging van dit wondere werk in eerste instantie vrucht van samenwerking tussen Strauss, Hofmannsthal en Reinhardt ten onzent meerdere malen kunnen genieten. Een feest van de herkenning: zo zou men een manifestatie van dit karakter AANDACHT VOOlt DE „TWEEDE WEENSE SCHOOL" kunnen noemen. Er zouden eigenlijk meer van dit soort feesten moeten zijn: concerten en opera's, wat ons betreft van het „ijzeren repertoire", waarmee de bezoeker zich om twee redenen gelukkig zou voelen, dat hij ouwe getrouwen zou weerzien, maar in zondagse kledij. Want is het niet zo. dat onder bepaalde omstandigheden een Symfonie van Beethoven, een Traviata van Verdi „nieuw" kan klinken, zelfs voor de meest blasé muziekminnaar? Dat hangt slechts van de weergave af. Berlioz: Messe des Morts Dat feest van de herkenning: het is in het komende festival niet geheel cn al afwezig. Verheugen zullen velen zich over de uitvoering van de Grande Messe des Morts (1837) van Hector Berlioz, die onder leiding van Jean Fournet in het Amsterdamse Concertgebouw door het Radio Filharmonisch Orkest, het Groot Omroepkoor en het N.C.R.V. Vocaal Ensemble, op 21 juni gaat. Niet alleen, omdat hiermee de nagedachtenis van tic Franse meester op 8 maart 1980 is het honderd jaar geleden, dat hij stierf zal worden geëerd, doch ook, vooral ook, omdat de majestueuze bezetting ervan het oog zal boeien en het oor strelen vanwege de fenomenale instrumentatie vier extra-koperorkesten! Laten we deze, uiteraard niet volledige, inleiding beëindigen met u te wijzen op de Debussycyclus in de kleine zaal van het Amsterdamse Concertgebouw en het Haagse Diligentia. Debussyeyclus Cyclus van drie kamerconcerten, een „festival in een festival" ter ere van <ie „musicien Francals", die vóór een halve eeuw overleed. Waarin men, dank zij een keur van Nederlandse executanten die we overigens elders wel eens missen wederom kennis kan maken met een belangrijk element ln de produktte van «Ie meester, beginnend met 't unieke Strijkkwartet Behalve door het Nationale Ballet en het Nederlands Dans Theater wordt aan het balletgedeelte van het festival meegewerkt door twee buitenlandse groepen: het Alvin Axley American Dance Theatre uit New York en de Batsheva Dance Company uit Tel Aviv. De foto toont de laatste groep. van 1893 en eindigend met (onvoltooide) serie .Sonates pour divers instruments, die in haar zo vereenvoudigd procédé wenken naar een toekomst, die men helaas niet kent. hoogstens kan vermoeden. Het geheel afgesloten door een opvoering, met marionetten, met „La bolte A joujoux" (1913), door Claude de France geschreden voor kindoren en voor hen, die gaarne kind zouden willen blijven Eenvoud, raffinement? We weten het niet en waarom zouden we dat willen Laten we er ons maar een beetje gelukkig bij voelen, een beetje weemoedig gelukkig. Ook hier. voor de fijnproever* een feest van de herkenning. Want er komen zaken aan de orde, normale zaken, conventionele zaken, die door de programmapolitiek van de laatste jaren wel eens op de achtergrond geraakt zijn. spel van Brederode als Nederlandse toneelmanifestatie De verkorting van het Holland Festival met een week heeft wat het toneel betreft geen opmerke lijke daling van het aantal pro- dukties als gevolg. Meer dan in vorige jaren zelfs levert het Ne derlandse toneel bijdragen, ter wijl er iets minder buitenlands toneel wordt aangeboden. Die verhoogde inbreng van Nederlandse gezelsohappen is een verheugend feit. Vooral toneelgroep Studio is zeer actief het brengt reprises van succesvolle voorstellingen uit dit seizoen: De archi tect en de keizer van Assyrië van Ar- rabal (met Ton Lutz en Maiius Crans), Hoera Amerika van Jean-Claude van Itallie, onder regie van Kees van Iersel en het eenakfcerprogramme van Lode- wijk de Boer (Darts en Lijken6ynode onder regie van de schrijver. Toneel groep Arena komt in het Festival met iets nieuws, een speciale manifestatie voor de jeugd. Arena werkt samen met het Pantomime Theater Carrousel (Rob van Reyn) en het Scapino Ballet voor deze voorstelling onder regie van Erik Plooyer. die De Krant, gaat heten. Herdenking De belangrijkste Nederlandse bijdrage lijkt echter wel de aangekondigde Brederovoorstelling onder regie van Johan de Meester. Dit jaar is het 350 jaar geleden, dat Bredcro stierf en een herdenking is dus wel op zijn plaats. Dc keuze is merkwaardig genoeg ge vallen op „Luccllc", misschien wel het minst persoonlijke stuk van Bredcro. Het is immers een vrij getrouwe berijming van een gelijknamige Franse tragikomedie in proza. „Lucelle" is voor hef eerst gespeeld rond 1615. het Franse origineel is een halve eeuw eerder geschreven. Het was van Le Jars, een niet zo belangrijk dichter, die zijn stof weer had gevonden bij Boccac cio („Decamarone") en die had het weer van Vergillus. Het gaat uiteinde lijk namelijk terug op de historie van Dido en Aeneas. Een dergelijke gang van zaken was ge bruikelijk in de zeventiende eeuw. Alle toneelschrijvers in binnen- en buiten land namen stof over van anderen. Bredero deed het geregeld: Moortje is een bewerking naar een stuk van Te- rentius. De Spaanse Brabander is naar een Spaanse roman. Maar in belde ge vallen heeft Bredero nogal wat wijzi gingen aangebracht, wat in Lucelle in veel mindere mate het geval is. Le Jars isvrij getrouw gevolgdde droerige passages zijn hoogdravend, de vrolijke tamelijk grof. Er zijn enkele oorspron kelijke tonelen Ingevoerd, maar daar staat tegenover dat Bredero de oor spronkelijke tekst slecht heeft begrepen (hij geeft vaker toe dat hij slecht Frans kent zodat er onduidelijke passages te vinden zijn. Guus Rekers haalt die er bij zijn tekstbewerking waarschijnlijk uit. hij moderniseert het stuk immers wat de taal betreft. Lucelle is opgedragen aan de dichteres Tesselschade („Aen de eerbaare, kunst- rijeke Tessel-scha Roemers Dochter"). Literatuurbeschouwers hebben daaruit vroeger graag een verliefdheid van Ger- brand voor de mooie, gevierde dichteres willen afleiden. Tegenwoordig vindt men dat al te romantisch. Nu zijn de lief desproblemen in het stuk wel erg groot. Lucelle wordt ten huwelijk gevraagd Scene uit Molières Dom Juan, waarvan de Comédie Frangaise een aantal voorstellingen komt geven. door een Duitse baron, maai- zij wijst hem af. In de eerste twee bedrijven van het stuk wordt er flink over de liefde gefilosofeerd door de baron en en zijn vertrouweling Adellaar en door Lucelle en MargrietDit gedeelte is „blij en gheneuchelijk", vindt Bredero. maar het wordt wel anders, wanneer Lucelle op de kamerknecht van haar vader verliefd wordt (Ascagnes) en zelfs met hem trouwt, in het geheim. Als de baron daarvan hoort, zweert hij zijn rivaal te zullen doden. En de vader van Lucelle betrapt haar in de armen van haar echtgenoot. De gevolgen zijn vre selijk. „Eenige worden gehouden voor dood, anderen waren daarover uit om te moorden, sommigen roepen angstig naar de dood, ettelijken willen vluch ten." Maar het spel eindigt blij: Ascag- nes blijkt een zoon van de prins en palzgraaf van Polen. Door deze geschiedenis vindt men enkele kluchtfiguren. Regisseur Johan de Meester brengt het stuk op het to neel als een reconstructie van een voor stelling zoals die in Bredero's tijd moet hebben plaatsgevonden. Televisie- decorontwerper Jan van der Does bouwt daarom op het toneel het inte rieur van een Amsterdamse rederijkers kamer. Er zullen musici aanwezig zijn en men zal o.a. Ina van der Molen. Hetty Verhoogt, .loop Admiraal, Leo den llartogh en Paul van Gorcum kun nen zien. De première is op 15 juni n Amsterdam, dan volgen er veertien voorstellingen in het hele land en ten slotte wordt „Lucelle" uitgezonden via de televisie. Een week na de première van „Lucelle'' brengt Johan de Meester zijn tweede regie van het Holland Festival: de tra ditionele „Elckerlyc" in Delft, waarvoor hij dit jaar terugkomt, nadat Wim Ban het vorig jaar voor de regie tekende Toen waren e«r moeilijkheden over de .Elckerlyc"-vooreteHingendie niet be vredigend zijn opgelost. Het Holland Festival meldt nog slechts dat Johan de Meester ditmaal regisseert, wie er Spelen is nog niet bekendgemaakt. Het staat wel vast dat de Nederlandse Comedie het ook ditmaal niet doet. Buitenlandse groepen Lindtberg, mei onder anderen Judith Holzmeistcr; dc Comédie Francaisc uit Parüs brengt „Dom Juan" van Molière, regie Antoine Bourselller, met o.a. Jasques Charon. Men kan zo twee vak matig zeer goede voorstellingen tege moet zien, die geen nadrukkelijke mo derniteiten zullen bevatten. Modern toneel komt uit de Angelsak sische landen. Engeland levert ..Little Malcolm and his struggle against, the Eunuchs" een stuk van David Halllwel. dat onder regie zal staan van Michael Croft, in Nederland bekend als leider van het Youth Theatre, dat vroeger wel eens met Shakespcnrestükken op bezoek was in ons land en als regis- seur van Shakespeare bij de Haagse Comed le. enkele seizoenen geleden. Halllwell is een jong auteur, van wie dit eerste stuk veelbelovend mag worden genoemd, lioewel de Engelse criticus John Russei Taylor het beschrijft als het „klassieke voorbeeld van een inte ressante mislukking'. Studenten Boelender lijkt de komst van een Ame rikaanse studentengroep. Uit Los Ange les. van de university of Southern California, komt het Festival Theatre U.S.C -U.S.A.. dat is de Drama Division van dc school of performing arts van die universiteit Ze komen slechts ln Twee klassieke stukken van even klas sieke buitenlandse groepen biedt het, Festival naast deze Nederlandse voor stellingen aan. Het Burgtheater uit Wenen komt met Goethes Iphigeoeia auf Tauria", onder regla van Leopold KEASK1EK EN MODERN Amsterdam. Scheveningen en Rotter dam, waar zij dan een reeks van rond ze6 avonden spelen. Er zijn drie pro gramma's. het eerste bevat drie klas sieke eenakters uit het moderne reper toire: „Krapp's Last Tape" van Samuel Beckett. „The Sandbox" en „The Zoo Story" van Al bee Het tweede program ma bestaat uit een stuk van de contro versiële Amerikaan Lawrence FerlIn ge tti <„A Coney Island of the Min en „Peiffere People", een toneelbewer king van cartoons en strip6 van de Ame rikaanse satiricus Jules Feiffer. Het derde programma belooft het meest. De Amerikanen wegen het namelijk oin tweetal korte musicals te brengen, •cn uit Amerika afkomstig is. maar waarvan de ander is geschre ven door Jean Cocteau cn Darlus Mli- haud. Zij stelden in 1920 een ponto- iiiime-acntig spel samen. „Le Boeuf sur ie Tolt", dat word gespeeld ln decors van Raoul Dufy. met uls acteurs het drietal FraternelUs. de beroemde clowns. Deze „musical" zou Is de Ameri kanen het aankondigen, speelt In een Amerikaanse bar. tijdens dc ..droogleg ging'. Er komt een ugent binnen, die onthoofd wordt dom- een ventilator, maar die later verrijs^ alleen om de rekening aangeboden te krijgen Zestien stukken, waarvan ln 14 plaat sen 85 voorstellingen worden gegeven. Dat biedt de afdeling Toneel van het Holland Festival. Naar de aard van de Ellen de Zwart ontwierp de kos tuums voor de Nederlandse toneel- manifestatie. Zó laat zij Lucelle ge kleed gaan. stukken Is er zeer redelijke spreiding ln tegenstelling tot het vorig Jaar. toen het drama was wat de klok sloeg. Dit maal zowel klassieke blijspelen als tra gedies. zowel gematigd als extreem modem toneel Opvallend is ditmaal wel het ontbreken van namen van uiterst belangrijke toneelvernieuwer*. De vorige jaren hadden wc tenslotte Orotoweld nog Daarvoor ls niets in de plaats gekomen, het Amerikaanse stu dententoneel kan men toch niet op het zelfde niveau plaatsen. JAN VERSTAPPK*

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 9