KANOVAARDERS Aad Steylen: de nomaden van het water „De limiet voor Mexico moet ik kunnen halen" (Van onze sportredactie) ZUTPHEN Aad Steylen, drievoudig Neder lands marathonkampioen, heeft zich voor dit seizoen slechts een doel gesteld: in oktober deel nemen aan de Olympische Spelen in Mexico. De Zutphense jeugdsportleider is graag bereid zich daarvoor alles te ontzeggen. Of uitzending naar Mexico te realiseren is? Aad Steylen zelf denkt van wel. „Voor het N.O.C. behoef ik slechts aan een voorwaarde te voldoen: de ma rathon afleggen binnen de 2 uur en 22 minuten. Lukt me dat, dan ben ik verzekerd van een plaats in de Nederlandse atletiekploeg voor Mexico". ..Hoewel het geen gemakke lijke opgave is waarvoor het N.O.C. mij heeft gesteld, moet ik dat toch kunnen halen. Het vorige seizoen heb ik de marathon twee maal binnen de gestelde li miet gelopen. Het moet dus ook dit seizoen kunnen, te meer omdat ik me veel in tensiever op dit seizoen heb kunnen voorbereiden". Als de 32-jarige Aad Stey len, tot voor kort in Rot terdam wonende, de limiet haalt, betekent dat voor hem zonder twijfel een hoogte punt in zijn, nationaal ge zien althans, briljante atle- tiekcarrière. Steylen, die in 1961 de nationale titel ver overde op de 800 meter en korte tijd daarna overscha kelde op de marathon, is daarop een van de beste lopers die ons land heeft gekend. Zijn verkiezing voor Mexico is echter nog lang niet zeker en Steylen beseft dit zelf beter dan wie ook. Hij zal nog vele maanden dag-in- dag-uit vele kilometers moe ten trainen om zijn doel te bereiken. Hoewel hij niet van plan is na Mexico met atletiek te stoppen, be schouwt hij ook zelf een eventuele uitverkiezing als hoogtepunt van zijn loop- Zwaar trainen Om dit te kunnen bereiken, volgt Aad Steylen stipt een uiterst zwaar trainingspro gramma, dat slechts weini gen zullen kunnen volbren gen. Hij staat iedere morgen om half zeven op en is reeds Marathonkampioen werkt aan hoogtepunt van carrière om half acht te vinden op de rijksweg tussen Zutphen en Almen. De dag begint voor hem met een trainingsloop van twintig kilometer, waar na hij tot vier uur les geeft aan het jongensinternaat „Huize De Beele" in Voorst. Daarna staan duur- en tem polopen op het programma, afgewisseld met twintig tot dertig sprints over vijftig meter. In totaal legt hij 's middags zo'n slordige 20 km af. Ook 's avonds vult hij een groot deel van zijn vrije tijd met atletiektraining. Om in aanmerking te komen voor een hoge klassering in Mexico is privé-training al leen niet voldoende. Een trainingsprogramma afwer ken in hooggelegen gebieden zou ideaal zijn. Niet voldoende tijd Zo lang Steylen echter nog niet eens weet of hij voor Mexico in aanmerking komt, heeft dat weinig zin. Over zijn uitzending zal niet eer der beslist worden dan na afloop van de in juli te hou den zeslandenontmoeting in het Italiaanse Brescia. Hoe wel Aad Steylen in de ge- ZATERDAG 25 MEI 11 f"0 AAD STEYLEN: om half acht begint de training. lukkige omstandigheid ver keert, dat hij zijn werkzaam heden aan het jongensinter naat uitstekend kan combi neren met zijn trainingspro gramma, is hij toch van me ning, dat hij er nog niet vol doende tijd aan kan bestë- „Ik heb in Zutphen een sau- nabadinrichting laten bou wen. Aangezien hier iemand toezicht moet houden, lijkt het me verstandiger binnen kort ontslag te nemen bij „Huize De Beele". Op die zal ik ook kunnen vinden voor de trai ning", aldus Aad Steylen. Indien Aad Steylen naar Mexico wordt afgevaardigd, is de kans dat hij met een medaille terugkomt uiterst klein. Daarvoor is de buiten landse concurrentie met o.m. de Ethiopiër Abebe Bikila, de Japanner Sasaki, de Belg Gaston Roelants, de Nieuw- Zeelanders McKenzie en de wereldrecordhouder Derek Clayton uit Australië veel te groot. Maar ook een eervolle plaats telt op de marathon AMSTERDAM De Eindhovense kanovaarder Jan Verhaard had talent, maar geen boot. De kleine dnizend gulden voor de uit Denemarken ge- importeerde boot zaten er niet aan bfj Jan Verhaard. Du> stond hU een hele winter in het holst van de nacht op en liep een krantewUk, net zo lang tot hU een boot kon kopen. De Hengeloër Frans Hoekstra, die thans in Amsterdam pedagogie studeert, moet elke week proberen een paar maal een lift te krijgen naar Eindhoven om met zijn ploeggenoot Anton Geurts te kunnen trainen. Mieke Jaapies stapt elke ochtend vroeg uit de veren om op de ouderlijke boerderij in Wormerveer de handen uit de mouwen te steken. Ze heeft een hometrainer, een racefiets en een halter set gekocht om elk half uurtje, dat ze vrjj is, te kunnen trainen. Anton Geurts doet het gemis van een autootje af met: „Ach, je wordt er toch maar lui van". HU stapt elke dag op de fiets om naar zün werk te gaan en met zün zesendertig jaar is hfj niet alleen de veteraan in de vaderlandse kanoselectie maar toen dokter Biersteker tüdcns de Voor- Olympische Spelen zün proeven nam en atleten, wielrenners, kanovaar ders en al die anderen uitkruiste, keek hü met verbazing naar zUn statistieken. Anton Geurts beschikte over de beste conditie. HANDEN VOL MEDAILLES EN EERVOLLE VERMELDINGEN VRIJWEL GEHEEL OP EIGEN KRACHT De kanovaarders zelf en hun coach Ka- rel Muijs zijn daar niet zo verbaasd over, ten hoogste trots. Ze zijn kei hard, al die mannen en vrouwen, die in de afgelopen jaren handen vol me dailles en „eervolle vermeldingen" heb ben vergaard. Ze zijn niet veel ge wend. De kleine kanobond kan zich niet veel permitteren en als er geen NOC was, die de training voor de top sporters subsidieert en geen NSF, die af en toe in de buidel tast, zou het er nog net zo uitzien als in de jaren vóór 1963 toen de kanovaarders en -vaar- sters naar de districtstrainingen kwa men, zich verkleedden in de auto van Karei Muijs, op een weiland zo goed mogelijk de conditietraining ondergin gen en zonder te douchen weer in de kleren doken, in de auto van Karei Muijs. „Het tekent de mentaliteit, dat ze er alles voor over hebben. Ze zijn niet eens jaloers op zo veel andere sportlieden, die in de watten worden gelegd. Gelukkig maar dat het bij ons niet gebeurt, dan krijgen ze ook geen sterallures en blijven ze hard", zegt Karei Muijs, het „opperhoofd" van de nomaden van het water. Nog meer bereiken In Oost-Europa waren de artsen er al lang achter, dat, wat zuurstofgebruik betreft, vier sporten ver boven alle an deren uitsteken, de skimarathon, de etappekoers wielrennen, roeien en ka novaren. Een stelling, die door dr. Biersteker volledig wordt onderschre ven. Het verschil met die Oosteurope- *se landen is echter dat men zich daar kan wentelen in de faciliteiten. De Ne derlandse kanovaarder moet het me rendeels zelf doen. „Er is veel verbe terd. Let wel, we klagen niet, maar we zouden nog zo veel meer kunnen berei ken als we meer mogelijkheden had den", aldus Karei Muijs. „Neem de trainingsopbouw. Die jongens en meis jes werken. Van hun werk gaan ze naar de training, komen om half tien thuis, eten en gaan met een volle maag naar bed. Dat kan nu eenmaal niet anders. En er moet keihard ge traind worden. De concurrentie in Oost-Europa traint tweemaal per dag. Wij moeten het in de kwaliteit van de training zoeken, want die frequentie is TOTOWEDSTRIJDEN Sittardia—GVAV MVV—DWS FC TwenteVolcndam PSV—FeUenoord Xerxes/DIICDOS NEC—Go Ahead Ajax—ADO NAC—Fortuna '54 DFC—FC Den Bosch RBC—Vitesse Blauw WitSC Cambuur EREDIVISIE SpartaTelstar EERSTE DIVISIE Holland SportVolewUckci Willem II—FC VVV ElinkwükRCH HaarlemKindho' VeloxHeraclei HVC—SVV TWEEDE DIVISIE Hermes DV8Heerenveen 8C GooilandDe Baronie PECHelmond Sport AGOVV—ZFC ExcelsiorZwolse Boys KJ DrenteNOAD De GraafachapRoda JC VeendamHilv voor ons natuurlijk onmogelijk. Onze top traint twee uur per dag en dan praten we niet over de tijd die het rei zen kost. Dat is extra. In het weekein de trainen we op de Bosbaan, zes uur per dag. Dan zitten ze zo'n zeventig kilometer in de boot, per dag vijfen dertig kilometer. En als ze eruit ko men, zijn ze drijfnat en ijskoud. Een sauna is er niet, ruimte om te mas seren evenmin. En toch doen ze het, al vanaf maart elk weekeinde en alle feestdagen dat ze vrij zijn". Te gek De nomaden van het water doen alles. Als er meerdaagse wedstrijden zijn, slapen ze in een tent. Ze gaan weg met een Volkswagenbusje, rijden achthon derd kilometer, komen zaterdag en zondag op wedstrijden uit en rijden 's maandags weer achthonderd kilo meter terug. Dat is pas dit jaar, het Olympische jaar, veranderd. „Het NOC vond dat te gek worden. Als er nu be langrijke wedstrijden zijn, gaan we met het vliegtuig of met de slaaptrein. Maar als we dat in voorgaande jaren ook hadden kunnen doen, waren we nog veel beter voor de dag gekomen. Het is dan ook logisch dat we in het Olym pische jaar sterker zijn dan in jaren waarin Europese- of wereldkampioen schappen worden gehouden. We hebben nu doodgewoon de helft van de facili teiten die we nodig hebben. En dat scheelt al enorm". Over het NOC niets dan goeds ln dit Olympische jaar. t Er is een trainings kamp (conditie) geweest in Arosa, in maart. Er komt een Pinksterkamp van tien dagen op de Bosbaan (in de boot), begin september gaan de „definitie ven" voor Mexico veertien dagen naar Zwitserland en in Mexico is er nog een trainingsvoorbereiding van vier weken. Dat alles in het Olympische jaar. In andere jaren houdt het op met tien da gen trainigskamp. En toch bereiken de kanovaarders en -vaarsters geweldige resultaten, in hoofdzaak op eigen kracht. Drie a vier boten ..We krijgen in andere dan Olympische jaren wel NOC-subsidie voor de top mensen. Dat is veel. De bijdrage van de NSF gaat naar het aantal leden en dan zitten we met onze kleine bond fout. En de bond kan niet groot worden want op een drie a vier goede boten voor de top hebben we geen materiaal. Omdat er geen geld is. Van de contributies kunnen we de zaak net draaiend hou den. Als iemand zich aanmeldt bij een vereniging, kan hij wel een tijdje een boot lenen. Maar dan komt de tijd dat ze er zelf een moeten kopen. Er zijn maar een paar verenigingen die een boot hebben. Vrijwel alle boten zijn eigendom van de vaarders en vaarsters. Wat we nodig hebben zijn summière kleedgelegenheden en boten. Ga eens na, wij hebben de grootste sportplaats die bestaat, zo maar van moedertje natuur. Voor vijfhonderd gulden koop je een polyester kajak en die gaat ge neraties mee. Een ideale leerboot voor de jeugd. Als je er vijftien hebt. kun je in een uur dertig kinderen laten trainen. En die vijftien kajaks kosten even duur als een enkele BM. Maar waar halen we het geld vandaan" Buitenbeentjes Karei Muijs, helemaal „opgeslokt" door de kanosport, die zijn grote hob by is, zegt het zonder een spoor van venijn. Hij accepteert, zoals zijn pu pillen het doen. Ze zijn al vele jaren niet anders gewend. Kanovaarders en -vaarsters zijn buitenbeentjes in de topsport, die zichzelf allerlei beperkin gen opleggen en blijmoedig een uiterst zware training volgen: zes dagen per week. waarvan twee dagen centrale training, een dag districtstraining in Eindhoven, Deventer. Zaandam, Rot terdam en af en toe in Leeuwarden, een dag clubtraining en twee dagen „thuis" volgens het schema dat Karei Muijs opstelt. De zevende dag is rust dag, meestal de maandag na wedstrij den. En dat gaat zo het hele jaar door. zomer en winter, water of ijs. „Er zijn sporten waar je met een paar uurtjes per week trainen kan toe komen. Bij ons niet, dat is niet genoeg. Onze training ligt op hetzelfde vlak als ran de wielrenners, alleen hebben die meer mogelijkheden. Die kunnen nog wel eens een aardig prijsje weg- Achterland Vurige wens van de kanobond: mede werking van gemeentebesturen. „Er is eep markt. Onze bond telt dertienhon derd leden maar bij de ANWB staan ongeveer vijfentwintigduizend mensen En er liep een conditietrainer rond AMSTERDAM. Sinds 1959 Is Karei MuUs (36) trainer/coach van de Nederlandse Kanobond. Per ongeluk erbü gekomen, zon men kunnen zeggen. Afgestu deerd aan het CIOS, werd hU districtstennisleraar in Zeeland. De kanobond informeerde bü het CIOS of er niet ergens een conditietrainer rondliep. De naam Karei MuUs werd genoemd. Hij kwam eens kijken, merkte dat er veel meer uit te halen was en ging zich in de techniek ver- „Toen ik zag hoe hard die lui aanpakten en ik ervan overtuigd was, dat er veel meer te bereiken was, had de sport meteen mijn hart gestolen". Tot nu toe is Karei Muijs het „opperhoofd", die zijn taak als zijn hobby be schouwt. Hij is bovendien condi tietrainer van de tennistopjeugd in Amsterdam en had als zo danig ook drie jaar Tom Okker onder zijn leiding. „Toen merkte ik al dat er veel in zat. Okker was een van de weinige kei- harden. Hij was er een, die zich zelf kon martelen". Dat was een eigenschap, die Muijs ook bij de leden van de kanobond aantrof. Zonder die mentaliteit, die op offeringsgezindheid en dat stugge volhouden zouden nimmer de, gezien de mogelijkheden zeker, opzienbarende resultaten zijn bereikt, waarvan Karei Muijs er een aantal losjes uit zijn geheu gen schudt: 1960, Olympische Spelen ln Rome: zevende plaats Geurts- Knuppe; 1961, Europese kampioenschap pen in Poznan: in vrijwel alle finales, Geurts derde op de tien kilometer; 1962, wereldkampioenséhappen in Essen: zilver estafette 4 x 500 m heren en 'n serie vierde plaatsen; 1963, wereldkampioenschappen in Jajce: Knuppe-Weijzen vijfde, Geurts vijfde op de 10 km; in datzelfde jaar w.k. junioren en Hoekstra zilver, met Lagerwey vierde in de K2, voorts Thea Duif wereldkampioene; 1964, Olympische Spelen in Tokio: zilver Hoekstra-Geurts in K2 1000 m. Geurts zesde KI, Hoekstra - Weijzen - Wittenberg - Van Hal teren zevende (uit 24 ploegen) bij K4; 1965, Europese kampioenschap pen in Snagow: zilver Geurts- Hoekstra, Mieke Jaapies-Thea Duif vijfde; 1966, wereldkampioenschappen in Grönau: Hoekstra brons, Geurts- Hoekstra vijfde, Mieke Jaapies- Thea Duif zesde; 1967, Europese kampioenschap pen in Duisburg (32 boten per nummer)Wittenberg-Lagerwey vijfde, Geurts (met angina)- Hoekstra achtste. Het zijn slechts de hoogtepunten. Finales bereiken was schering en inslag, goede klasseringen in sterke velden eveneens. als kanovaarder ingeschreven. Er wordt ook aan schoolkanöen gewerkt. In Den Haag is een jeugdwatersport- centrum, in Amsterdam komt er een aan de Sloterplas. Maar als je je jeugdkanöen creëert, moet je een achterland hebben, dus verenigingen. En onze verenigingen zijn helaas niet groot genoeg om leden te kunnen aan- Zo draait de kanobond in feite rond in een vicieuze cirkel. De helpende hand kan wonderen verrichten, nog grotere dan de nomaden van het water in voorbije jaren vrijwel op eigen kracht al tot stand hebben gebracht. Herman van Bergem.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 12