jjtnafo Van Huis ter Duin naar Nieuw-Zeelandse gletscher Romeinen bevolkten kort na de jaartelling Zwammerdam Unieke vondsten blijken zeer goed bewaard Leidse kok op de Mount Cook LEGERPLAA TS NIGROPOLLO NU GEVONDEN ZWAMMERDAM Na een jarenlang onderzoek, eerst door ama teur-archeologen en sinds 24 september van het vorig jaar door prof. dr. W. Glasbergen van het Instituut voor Pre- en Proto-historie te Amsterdam, is thans in de nabijheid van het voormalige station een grote Romeinse legerplaats voor een deel blootgelegd. Bij dit onderzoek heeft men teverts ontdekt, dat de bedding van de Oude Rijn in de eerste eeuwen van onze jaartelling anders heeft gelopen dan thans het geval is, namelijk ongeveer 1500 meter zui delijk: vlak langs de muren van het Castellum, dat in de Romeinse tijd de naam Nigropollo droeg. Het onderzoek, dat in Zwammerdam is verricht, heeft voor ons land unieke resultaten opgeleverd. De thans gevonden legerplaats is de gaafste, die tot nog toe is ge vonden. In de eeuwen nadat de vele gebouwen van het Castellum zijn gesloopt, zijn de funderingen dicht onder de oppervlakte gaaf bewaard gebleven. Kennelijk hebben de boeren, die het land eeu wen door hebben bewerkt, hier geen ploeg gebruikt en ook is het terrein niet ontgrond, ondanks het feit, dat het opgravingsterrein hoog boven het maaiveld ligt. Bovendien is er op het terrein van de eens belangrijke legerplaats nimmer gebouwd. Alleen is er in de loop der eeuwen een klein deel verdwenen doordat er een af- wateringssloot dwars overheen is gegraven. Zelfs de spoorlijn Alphen a/d Rijn- Leiden heeft slechts net een puntje van een buitenmuur geraakt. Meer niet. De vier poortgebouwen, de fun damenten van de buitenmuren en van de binnenmuren zijn ongerept geble ven. Maar er is meer: voor de hoofd poort ligt nog een deel van de Ro meinse heirweg en nog enkele fun damenten met vloer, waarvan prof. 1 dr. Glasbergen meent dat dat een tempeltje geweest moet zijn. Nadat een diepe gleuf van twee meter over de oude Rijnbedding was getrokken, beschikte men over zoveel Romeins materiaal, dat om met prof. dr. Glasbergen te spreken hiermee wel twee musea kuiinen worden ge- Het is enkele jaren geleden alle maal begonnen nadat langs de, straat die vlak voor het voormalige station een bocht naar links maakt, een sloot werd gegraven. Hieruit kw£km een zeer grote hoeveelheid Romeins soher- Een deel van het opgravings terrein. Op de achtergrond de spoorlijn Alphen a/d Rijn - Leiden. Op de voorgrond de len van de funderingen. Ge heel op de achtergrond het deel van de westelijke poorttoren. venmateriaal, dat op een dicht grind- pakket lag, tevoorschijn. Er werd na nader onderzoek, o.a. door ir. Van der Kley uit Leiderdorp ge dacht aan een Romeinse heirweg, maar later werd deze theorie weer verworpen. Spoedig bleek, dat de hele omgeving vol lag met Romeins aardwerk, glas, spijkers, dakpanfrag menten en bouwdelen. Maandenlang hebben de leden van de Archeolo gische Werkgemeenschap Nederland de omgeving letterlijk afgestroopt, tot men het op het huidige opgra vingsterrein terecht kwam. Hier stond men voor een raadsel. Ondanks het feit, dat op het terrein bij borin gen een dichte concentratie van Ro meins puin tevoorschijn kwam, wist men nog niet, wat dit te betekenen had; in ieder geval men wist niet, of men hier met het gezochte Castel lum te maken had. De fundamenten van de wes telijke poorttoren. De leger plaats heeft vier van derge lijke torens gehad. De leger plaats is door de Romeinen geheel symetrisch gebouwd. IN BESTUUR De tijd begon te dringen. De Jo- hannes-Stichting, thans nog gevestigd in Nieuwveen, had rond het terrein 55 ha grond aangekocht, om daarop nieuwe stichtingsgebouwen te zetten. Toen het bestuur er van overtuigd was, dat op het aangekochte terrein zeer belangrijke historische resten gevonden konden worden, werd direct Elders, zoals bij Rijswijk en in de provincie Utrecht was al gebleken dat deze namen betrekking hadden op een versterking die eeuwen geleden in de nabijheid van deze boerderijen had gestaan. Het bleken zowel in Rijswijk als in Utrecht Romeinse ne derzettingen te zijn. Ook in Zwam merdam was dit het geval. TEMPEL? Op 2 april van dit jaar werd door het IPP te Amsterdam met het on derzoek begonnen. Met een zoge naamde dieplepel werd dwars over het terrein een smalle, diepe sleuf getrokken. Aanvankelijk leverde dit niet veel op, tot men een tweede sleuf trok. Het eerste raakte men een fundering van veldkeien met daar onder een groot aantal houten palen. Later zou blijken, dat dit gebouwtje niets met Castellum te maken had, maar een tempeltje geweest moet zijn, of een marktplaats ten behoeve van de inheemse bevolking. Nadat 't onderzoek vorderde, kwa men er steeds meer belangrijke en voor ons land unieke zaken te voor schijn. Bekend is o.a. dat rond iedere Romeinse legerplaats een grachten stelsel werd gegraven als verdedi gingsgordel. Het in Zwammerdam gevonden stelsel blijkt volgens prof. dr. Glasbergen uniek te zijn in ons land. Ondanks het feit, dat reeds een flink deel is bloot gelegd, kan nog niet worden gezegd, hoe het totale grondplan van de legerplaats er heeft uitgezien. Een deel met o.a. de buitenmuur, de westelijke toren en een aantal gebouwen zijn reeds bloot gelegd. De toren met de hoofdingang en de drie overige poorttoegangen wachten nog op nader onderzoek. Niet kon worden vastgesteld, welke gebouwen achter de westelijke poort toegang hebben gelegen. Prof. Glas bergen denkt aan een zogenaamde excercitieplein. Anderen denken weer aan paardenstallen, want uit gevonden materiaal, o.a. graffito's (inscripties op muurresten, aarde werk enz.) meent men te doen te hebben met een legerplaats, die door ruitereenheden was bevolkt. Dit blijkt o.a. uit vondsten van veel ijzerma teriaal, o.a. een paardebit. Toch blijkt het thans gevonden Castellum uit de late Romeinse tijd te stammen. Wel liggen er zeer veel brandnesten van een voorgaand Cas tellum. dat ouder moet zijn geweest. Het blijkt, dat het eerste Castellum na een verwoesting in de oude Rijn bedding is geschoven, althans de resten van de legerplaats. Prof. Glas bergen meent, dat er reeds in de tijd van keizer Nero (hij was aan 't bewind van 54 tot 68 na Christus) reeds 'n gebouwencomplex in Zwam merdam moet zijn geweest. Alleen is het de vraag, of er toen al van een legerplaats sprake kan zijn. In ieder Een klein deel van de metalen vondsten. Op de voorgrond enkele Romeinse munten, een scalpel en links twee gave mantelspelden. besloten prof. dr. Glasbergen officieel in de werkgroep van het bestuur te benoemen. Ook deze maatregel is in de thans ongeveer 50 jaren lange archeolo gische historie in ons land een unieke gebeurtenis. Door deze benoeming werd het niet alleen mogelijk ge maakt, dat een opgraving zou worden verricht, maar werd zelfs door het bestuur alle mogelijke medewerking verleend. Er was zowel voor de amateurs als voor de beroepsacheologen nog een aanleiding om in deze omgeving naar een Castellum te zoeken. In de na bijheid hiervan stonden namelijk en kele boerderijen, die in de naam het woord „burcht" hadden, zoals „De Hoge Burcht" en „De Lage Burcht". geval kan, o.a. uit de datering van gevonden dakpanstempels worden opgemaakt, dat er reeds vóór 105 na Christus een stenen gebouwencom plex gestaan moet hebben. Een be langrijk deel van de vondsten dateert uit de zogenaamde Flavische periode, die loopt van 70 tot 180 na Christus. Tot nog toe zijn er maar weinig dak panstempels gevonden, nl. acht. Hier van zijn er van o.a. het beroemde Tiende Romeinse Legioen en van het Dertigste Legioen. De vondsten van de oudste leger plaats zijn alle gedaan in de oude rivierbedding. De bodem heeft hier zoveel en zo goed geconserveerd, dat zelfs leerwerk, schoeisel en kleding- resten goed bewaard zyn gebleven. Slechts een kleine twee meter brede sleuf door deze bedding leverde zoveel materiaal op, dat er wel twee musea gevuld kunnen worden. Ook hierbij zijn unieke zaken, zoaLs een volledig gesloten vondst van een bepaald soort aardewerk, namelijk Terra Si- gillata Dragendorf 32. Dit laatste voor de liefhebbers. Bij deze vond sten uit de oude rivierbedding beho ren ook een aantal munten, mantel spelden en andere metalen gebruiks voorwerpen. SCHILDKNOP Zeer bijzonder echter is de grote koperen schildknop, die kennelijk aan twee Romeinen heeft toebehoord, want in de rand van de knop zijn twee namen gegrift met de aandu.ding van de onderdelen, waartoe deze Ro meinen behoorden. De eerste eige naar van het schild met de thans gevonden knop heette Hacucu en de tweede Pupus. Onder de blootgelegde gebouwen heeft men ook "n brandlaag gevon den, als overblijfsel van de opstand der Bataven en Caninefaten in 69 na Christus. Het onderzoek zal spoe dig worden afgesloten. Het IPP in Amsterdam wil met de huidige eige naren overleg plegen om in de na- De koperen schildknop, ge vonden in de oude rivierbed ding. In de rand staan twee Romeinse namen gekrast. bije toekomst nog meer van het Cas tellum te mogen onderzoeken. In ieder geval Ls nu reeds vastgesteld, dat kort na het begin van onze jaar telling de omgeving van Zwammer dam reeds 'n belangrijke strategische en uiteraard ook burgerlijke neder zetting bezat. Een witte kroon van wolken had zich rond de top van de Mount Cook gedrapeerd, toen kok Peter Devillee mij in zijn snelle stationcar naar de eeu wig bewegende en krakende gletscher Abel Tas man voerde. Het was half vijf in de ochtend. Ginds ver beklommen gemzen de steile rotsen en hoger op in de sneeuw zagen we berggeiten op jacht naar wat groenvoer tussen de spleten. Een eindeloze, machtige wereld. De Mount Cook, ongenaakbaar en besneeuwd, schitterde plotse ling in de opkomende zon, die de hellingen paars en vermiljoen kleurde. Slechts anderhalf uur konden we in dit paradijs van eenzaamheid en natuurgenot vertoeven toen moest Peter weer terug, want in de keuken van het hotel Hermitage werd reeds naar hem de chef-kok uitgezien. Vroege gasten wil den hun ontbijt op bed hebben en dan zou de dagtaak van Peter en zijn gezellen doorgaan tot vier uur 's middags. Een goeie twee uur siësta houden en dan weer zorgen voor het diner. Kok op de Mount Cookl HOE KWAM een Leidse jongen ln deze contreien ver zeild? Terwijl we terug reden over de brokkelige op de gletscher veroverde weg, die omlijst wordt door een weelde van bloemen, vertelde Peter Devillee over zijn leven, dat dertig jaar geleden ln Lelden begon. „Ik was een Jongen van achttien toen mijn vader wilde emigreren. Ik wilde niet eens mee naar Australië. Had bet best ln m|jn baan ln Noordw|jk aan Zee. Ik was na m|jn schoolopleiding voor kok gaan leren en In Huls ter Duin aan de kust voelde lk m|j helemaal gelukkig. Maar Ja. hoe gaat dat, op aandringen van m|Jn moeder ging ik toch mee op de boot en zo kwamen we in Melbourne terecht. Kreeg een baan In Savoy Plaza In Melbourne en dat heeft my nooit gespeten want ik heb er m|jn vrouw Julte ontmoet. We trouwden ln 1962 en kregen (tot nu toe, herhaalt Peter met nadruk) twee kinderen". VERANDERING VAN SPIJS „Het was me ln Australië al meteen opgevallen, dat de variatie in het voedsel zo gering was. Steak, steak en nog eens steak. Het la carte was onbekend. Daar ls dan nu verandering ln gebracht onder druk van al die miljoenen emigranten. Gekookte worst, rookvlees en noem maar op, daar hadden de Aussies nog nooit van gehoord. Maar de landverhuizers uit alle delen van Eu ropa wilden hun eetgewoonten niet pr|)s geven en zo groeide ook in Australië het besef dat er behalve steak ook nog wat anders te genieten valt. Datzelfde geldt ook voor Nieuw Zeeland, waar lk nu drie jaar geleden ben neergestreken toen lk de baan als chefkok by Her mitage had verworven". Peter Devillee staat aan het glimmende fornuis van de moderne keuken, wanneer hij iets van de sluier van zijn levffcisveghaal oplicht. De andere Itok* die onder zyn vleugel* opereren, zyn stuk voor stuk zgn. newcomers. Een Griek, twee Italldhen, 'feen DhltaÉr, een Zwitser en twee Belgen. „Ik verdien zeventig dollar per week en woon vry en eet ook vr|J. MUn vrouw hoeft maar naar de keukendeur te komen en haar verlanglQstje te tonen. Allen wordt keurig Ingepakt en kosten nihil. Zo kun Je nog eens Iets overhouden", grinnikt Peter en wuift met een stapeltje dollars. „Wat de hotelbusslness betreft zijn ze hier vyftlg Jaar achter. Ze zien de kansen nauwelijks. Toerisme ls een beste kant die Mount Cook ls onweerstaanbaar en duizenden vreemdelingen komen Jaariyks kyken naar de kolos, die de naam draagt van de ontdekker van dit land. Ik ben ln dienst van de Nieuw Zeelandae regering, die zeptien hotels onder haar beheer heeft. Ben dan ook door de regering aangenomen en zogezegd ln staats dienst met alle voordelen en weinig nadelen. Weet Je hoe dat gaat ln die nieuwe landen ln deze streken? Ze zoeken de beste plekjes uit en bouwen er hotels, die dan vanzelf vol móéten komen". Nooit een rekening Julle Devillee van oorsprong uit MUnchen en zeer by de tyd komt met heerlijke grote bramen aan dragen, die zy met room heeft overgoten. „Zeg nou zelf eens zou Je zulke delicatessen kopen als Je er voor moest betalen. En ik klop maar op die keukendeur van het hotel en lk krQg net zo veel lekkers als lk maar wil hebben. De rekening heb ik nog nooit gezien. Een unieke baan heeft die kok Peter en hy Is dan ook niet van plan ooit weer terug te gaan naar Hol land. „Wel even om een hoekje kykenby Huls ter Duin een pilsje drinken en de baas goeie dag zeg gen, maar dan weer retour naar de Mount Cook, waar myn grote „naamgenoot" eens omheen wandelde. Ik kan de vryheld niet meer missen. De natuur Is voor my cultuur en daar kan ik myn hart aan ophalen. Als Ik In myn vrye tyd er met geweer en verrekyker op uit trek voel Ik my als Adam In het paradys. Voorlopig biyf lk „cook" op de Mount Cook ze zullen my hier weg moeten Jagen". Wllko A. G. M. Bergmans

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 11