NANCY SINATRA OVER NAAR C&W P [Bi Ir 1 Grote Sterren Serie Leidse t0 t:e n Status Quo naar Nederland de drie op vakantie OOM TOP Voorjaarsbloemen op de paastafel ZATERDAG 6 APRIL 1968 Nancy Sinatra is definitief uit haar laarsjes gestapt en beweegt, zich mo menteel samen met Lee Hazlewood op het terrein van de Country and Western. Dit legt haar zeker geen windeleren. Vele keren reikten haar CountTj'-songs naar de top. Nu ook weer heeft de nieuwe single de kans om hoge ogen te gaan gooien Het is „Storybook Children", ge schreven door Chip Tayler en Billy Vera. Een heerlik melodieus liedje in het C. W.-genre. De achterkant is een song, die in Amerika op weg is om een hit te worden: „100 Years". Ook op het gebied van de langspe- ler heeft Nancy grote plannen. Bin nenkort komt een L.P. met o.a. „Sto rybook Children", „Jackson" en „Summenvine" uit, die we met be langstelling tegemoet zien. Deze week is een aantrekkeiyke serie langspeelplaten uitgekomen. De prys van elke iangspeler ligt tussen de normale prfls en de „goedkope aanbiedin gen" in, maar dan heb je ook een Iangspeler van formaat. Het zijn er veertien in totaal, die door een en dezelfde maatschappij wordt uitgebracht. Zo Is er één bij van Cliff Richard met veel van zjjn grote suksessen zoals „The day I met Marie", „In the Country" en „All my Love". Verder The Seekers, Mr. Acker Bilk, Eddie Calvert niet te vergeten de Beatles met „Twist and Shout", „She Loves You", „Ticket to Ride" en nog veel meer. Het zjjn allemaal top-artiesten: Nat King Cole, The Hollies en The Beach Boys ontbreken er niet aan, evenmin als het Franse chanson, vertolkt door Jacques Brei en Charles Aznavour. Je kunt de serie herkennen aan het speciale „Grote Sterrenvignet" op de hoes. Eindelijk een mooie kans om ook met een kleine beurs eens een Elpee te kunnen kopen. Twee maanden geleden nog was de 18-jarige, dus zeg maar Mike). „Status Quo" gewoon een begelei- De plaat met de Jankende gitaren, dingsbandje van Madeleine Bell. Nle- die toch niet onwelluidend klinken mand had nog ooit van hen gehoord. Totdat hun grote sukses Pictures of Matchstick Men zomaar opeens ver scheen. En dan te bedenken, dat het pas de eerste zelfstandige uitvoering was van drummer John Coghlan (21), organist-pianist Roy Lines (21), zan- ger-slaggltarist Rick Parfitt (19), basgitarist en koperblazer Alan Lan caster (19) en wow-wow sologitarist Francis Dominic Michael Nicholas Rossi (een hele mond vol voor een kent iedereen al na hem een paar keer te draaien. Toch verscheen h(j bovenaan op de vaderlandse top-tien evenals op de Engelse. Ook in Ame rika is de singel nu uit en gaat daar een even grote toekomst in. Het suksesvolle vjjftal komt na veel onderhandelen nu ook naar Nederland voor een korte „promotion-vislt" op 22 april in het NCR V-programma Tulen. Ze zingen dan hun nieuwste hit „Black Veils of Melancholy". Op de vraag: uit hoeveel kubussen bestaat deze tekening? zul je on getwijfeld direct „6" antwoorden. Maar misschien kom je plotseling tot een andere oplossing, wanneer je de tekening omdraait. Dan zie je er 7 en dat is dus het goede antwoord. Wat de kinderen schrijven Wat hebben die derde-klassers weer hun beat gedaan: van ieder verhaaltje over een tent maken en daar nog een tekening bij over een tent. Er waren heel leuke tekeningen bij van grote en kleine tenten, met kinderen en zonder kinderen, met bomen en bloemen cn met vogeltjes op het dak of de vlagge- stok. We hebben er van genoten, ik zeg „we", want oom Toon moest ze ook bewonderen. De beste verhaaltjes komen In de krant en dan komt van daag: Margriet Bavelaar De tent Het was 12 uur, de school ging uit. Miep en Elsje komen door de school deur naar bulten. ..Kom, dan gaan we naar huis" zei Miep. ..Wacht even, ik moet wachten op Hans". Hans was het broetje van Elsje. Na een kwartiertje waren bijna alle kinderen weg. maar nog steeds ston den Elsje en Miep te wachten op Hans. „Wat duurt dat lang", zei Miep. „Zullen we gaan kyken of hy nog in de klas is?" Samen gingen ze naar de klas van Hans. Miep deed de deur open en daar zagen ze Hans op zijn bank zitten schryven. De meester zat schriften na te kyken. Toen hy de twee meisjes hoorde keek hy op. „Mag Hans mee komen?" vroeg Elsje verlegen. „Nee", zei meneer. „Hans moet zyn taalles over maken. Ga maar naar huis, Hans is nog lang niet klaar, want de taalles is lang en moeiiyk". Elly en Miep zelden niets, ze gingen gauw naar huls om het aan moeder te vertellen. Elsje vond het toch wel erg, dat Hans op school moest biyven. „Zullen we Hans eens verrassen?" vroeg Elsje. „Ja, maar hoe?" wou Miep weten. „Nou, we zouden toch vanmiddag een tent bouwen? Nog steeds begreep Miep niet, wat Elsje wou doen. „Als wij nu alvast de spullen pakken". Ja. dat was een goed plannetje van Elsje, want Miep wist dat Hans het altyd naar vond, die spullen te halen, dus dat zouden ze doen. Ze vroegen moeder of ze naar de zolder mochten. Moeder wilde eerst weten waarom, maar toen ze hoorde dat het een ver rassing was voor Hans. vond ze het goed. Ze waren juist half op de trap toen moeder vroeg: „Moet Miep niet eerst gaan eten?" Ja, dat waar ook. „He, moeder, mag Miep bij ons eten?" „Als Miep8 moeder het goed vindt, is het best". Moeder belde Mieps moeder op en die vond het goed. Even later, toen de meisjes klaar waren, werd er gebeld. Daar stond Hans voor de deur. Hij keek er wel van op toen hij alle spullen zag staan. Ze gingen vlug eten. Elsje vond het die middag echt leuk, dat kwam ook omdat ze mocht biyven eten. Na het eten zetten ze eerst de spullen buiten cn begonnen toen de tent le bouwen. Toen ze na een kwartiertje byna klaar waren, kwamen ze nog een kleed te kort. „Misschien heeft myn moeder nog een kleed", zei Miep en vlug ging ze weg. Ze was zo weer terug, want ze woont niet ver van Els en Hans. Gauw maakten ze het kleed vast aan het andere kleed. Nu was de tent klaar. Met z'n drietjes gingen ze in de tent zitten, dronken limonade en aten koek jes die ze van moeder gehad hadden. Ook de poppen hadden ze gehaald. Hans had een oude vlag voor de tent neergezet. Ze gingen fyn spelen. Hans ACHT SPORTEN Hier wordt aan sport gedaan en het is jullie taak, uit te zoeken met welke sport iedereen zich bezig houdt. Om het jullie wat ge- makkeiyker te maken, zie je op de onderste tekeningen om welke sporten met gaat. Voor oplossing zie pag. 3. was vader, Miep was moeder en Elsje dienstmeisje. Terwyi vader naar zijn werk was, gingen de meisjes met de poppen wandelen. „Het is net echt", zei Miep. Vader kwam thuis en zc gingen eten. Onder het eten stortte de tent in. Ge lukkig was de limonade op en de koek jes opgegeten. „We zullen meteen maar opruimen, het is toch al laat", zei Miep. Ze ruimden op en gingen naar huis. Ze hadden een fyne middag gehad. Johnny Hoogervorst Met de tent spelen Het was een mooie zomerse dag. De zon scheen heeriyk. Kees, Ann en Els gingen samen de tent opzetten. Ze mochten van moeder in de tuin spe len. „Het zal best leuk worden", dacht Ans en ze gingen de tent opzetten. Dat was niet zo gauw klaar, het duur de wel een poosje. Ook moesten ze er van alles in zetten: een tafel, stoeltjes, een lantaarn enz. Toen de tent klaar was, zetten ze er nog een vlag op. Ook moest er nog een kleed op de grond. Eerst gingen ze eten en daarna heer iyk de hele middag spelen. Moeder keek door de ramen hoe fijn de kinde ren aan het spelen waren. Toen het een beetje donker begon te worden, staken ze het lantaarntje aan. Dat gaf rood licht. „Als het maar niet gaat stormen", zei ••Nee, joh, dat komt niet", zei Ans. Maar even later begon het te waaien en de tent stortte in elkaar. Moeder kwam gauw de kinderen halen want het begon nog te regenen ook. De vlag was ook gebroken. Ze gingen nu binnen spelen. „Hè, als het morgen mooi weer is, gaan we weer een tent maken", zei Kees. „Ja!" zeiden Ans en Els tegehjk. Het was een fyne middag geweest. Wini van Rohen? Het spreekuur van dokter Haas Voor zyn zandhol zit deze morgen Dokter Haas van Knabbeltuin. En hij helpt daar alle beesten Die niet goed in orde zyn. Hy weet raad voor alle kwalen. En ook laat men hem wel halen. Maar wie kan komt bij hem aan Om genezen weg te gaan. „Wat wilt u, mijnheer de sprinkhaan?" „Dokter, ach, ik heb zo'n pijn In myn beide achterpoten". „Dat zal wel van de regen zyn". Wilt u even biyven zitten? „Dan zal ik met olie wryven „Olie is voor deze pijn „Wel de beste medicijn". „Wat wilt mynheer de veldmuis?" „Dokter, trek me gauw een tand" „Boven, voor, achter of onder?" „Au! au! au! aan deze kant „Goed zo, geef die tang eens even „Trekken is voor deze pgn „Wel de beste medicyn". „En wat wil u, juffrouw Kikvors?" „'k Heb een doperwt ingeslikt. „En omdat die in myn keel zit. „In geen dag gerikkikkikt". „Wel, ik zal die erwt wel even „Een duwtje naar beneden geven. „Zo, daar gaat ie al omlaag „Hup daar ploft hy in je maag". „Dank u wel mynheer de dokter. „Goedendag!" Dag allemaal. Volgende week weer nieuwe raadsels. TANTE JO EN OOM lOON. Jean Luc was dus net op tijd buiten. Maar hij was er nog niet! Nu moest hij zien naar beneden te komen en dat was een groter probleem. Hij hoorde, dat de bewaker aan de deur begon te rammelen en riep, dat hij moest op schieten. Daarom besloot hij het risico te nemen en langs de klimop naar beneden te gaan. Maar dat was alles behalve gemakkelijk. Jean Luc stond dan ook doodsangsten uit, want het gebeurde een paar keer, dat de klimop los liet en dat hij een paar meter naar beneden tuimelde. Gelukkig kwam hij heelhuids en zonder kleerscheuren naar beneden. Het eerste gedeelte van zijn ontsnappingspoging was gelukt. Nu moest hij zien zo snel mogelijk met de politie in kontakt te komen. Het begon echter wel gevaarlijk te worden, want uit het roepen dat hij vanuit het landhuis hoorde komen begreep hij, dat zyn ontsnapping nu ontdekt was. Hij zette het dus op een lopen en kon nog net voordat de boeven naar buiten kwamen het boa in duiken. Hij vroeg zich af, wat hij nu moest doen. Wanneer hij verder zou lopen, zouden ze hem ongetwijfeld ontdekken, wanneer hij zo aan de rand van het bos stil zou blijven zitten zouden ze hem waarschijnlijk ook vinden, ondanks het feit, dat hij zo goed verstopt zat. Goede raad was duur, maar na wat wikken en wegen besloot Jean Luc in de boom, die-niet ver van hem weg stond, te klimmen. Ook deze klauterpartij was niet gemakkelijk, maar het lukte hem zonder veel geluid te maken naar boven te komen. Daar, op een dikke tak, bleef hij rustig zitten tot het gevaar geweken was. Vanaf de plaats waar hij zat kon hij het landhuis goed zien, zonder dat men hem zou kunnen zien. Er waren drie mannen naar buiten gekomen en het duurde een half uur, voordat ze alle drie weer binnen waren. Nu kon hij weer verder gaan. Na een half uur lopen bereikte hij het eerste dorp. Dit dorp was zo klein, dat hij even bang was, dat er geen politie zou zijn. maar gelukkig was deze vrees zonder rede, want boven de deur van het derde huis hing een groot bord „Polizei". Jean Luc belde aan en het duurde niet lang of een oude veldwachter deed open. Jean Luc legde hem alles uit, maar omdat de veldwachter nog nooit zoiets had meegemaakt, wilde hij Jean Luc niet geloven. Daarom vroeè Jean Luc of hij even naar het politie bureau van Trier of Keulen op mocht bellen. Dat was goed. Hij vertelde de commissaris van Trier in welk dorp hij nu zat en wat er allemaal ge beurd was. De commissaris van Trier zou onmiddellijk kontakt opnemen met Keulen en dan zou hij door de Keulse politie worden afgehaald. Binnen een half uur was de Keulse politie bij Jean Luc. Ze vertrokken onmiddellijk, een hevig geschrokken veldwachter achter latend. In de auto moest Jean Luc uitleggen waar dat landhuis precies lag, zodat de wegen waar dat nodig was afgezet konden worden. Ze kwamen precies op tijd bij het landhuis aan want de boeven stonden net op 't punt te vertrekken. Toen deze echter bemerkten, dat de politie hen ontdekt had, gaven ze zich zonder slag of stoot over. Je kunt je wel voorstellen hoe blij de jongens waren, dat de hefe bende nu achter slot en grendel zat. Natuurlijk was ook de politie erg in zijn sas met het behaalde succes. Drie dagen later kwamen er in Rotterdam drie jongens met de trein aan; ze werden opgewacht door hun ouders en een menigte journalisten, die van alles wilde weten. De ene vraag na de andere werd gesteld, maar na een half uur kreeg de vader van Jan Luc er genoeg van en kapte het gesprek af. Ze gingen naar huis en 'savonds moesten de jongens uitgebreid verhalen wat er nu allemaal gebeurd was. EINDE 1. H-E-L-P! een héél groot hert! 2. Alstublieft! Doe my niets, lief hert! 3. Ik ben toch de kleine Tip! 4. Eén april, één april! het was een boom' Witte madeliefjes, paarse viooltjes en gele boterbloemen kun Je uit dik papier uit knippen en op een krans van groen karton plakken. Leg overal op de tafel zo'n krans. Maar je kunt ze ook om een eierdopje leggen, of om een kandelaar. Ook tegen de muur kunnen ze er heel leuk uitzien; je hoeft ze alleen maar aan een draadje te hangen, zie fig. 4. De krans zelf snij je uit groen karton. Je kunt ze van verschillende grootte maken. Voor de kleinste kransen trek je b.v. twee cirkels vanuit hetzelfde punt. De binnenste cirkel maak je dan 5 en de buitenste 7 cm. Knip de ring uit en maak er daarna nog een. Plak ze met de gekleurde kanten naar buiten aan elkaar vast. wanneer het papier of karton slechts aan één kant gekleurd Is. Voor de grotere kransen maak je b.v. de binnensts cirkel 2 en de buitenste 4 cm gro ter. Nu maak je eerst de bloemen klaar voordat je gaat plakken. Alle bloemen zyn eerst een cirkel. Je kunt er verschillende te geiyk maken naar gelang het aantal blaadjes papier dat je op elkaar legt. 1. Het viooltje: teken Je na van fig. 1. die op ware grootte getekend is. Knip de scherpe randen weg en plak een geel kringetje in het midden vast. 2. Het madeliefje: teken je na van fig. 2, knip rondom in en plak een rose cirkeltje in het midden. 3. De gele boterbloem en de groene bladeren: fig. 3 laat je de bloem en de bladeren zien. De bladeren bestaan uit een cirkel, die rondom ingeknipt is. Het kleine cir keltje plak je in het midden van de bloem: dit plak je dan weer op het groene blad. Buig de gele bloembladeren een beetje naar boven. Je kunt een krans met verschillende bloemen maken en, als je zin hebt, de verschil lende mogeiykheden uitproberen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 10