Lr scherpschieten op het publiek VEERTIEN PUIKE BEDRIJVEN WORDEN „VERDRONKEN" MARKTONDERZOEK Hr l i L i1 \l\t ^RKETING-RESEARCH I EEN SOORT {ZEKERINGSPREMIE SPEURWERK NAAR HET „GAT IN DE MARKT' tdfe. president met of zonder snor RDAM Statistische onderzoekingen hebben thoonmoeders gemeen, dat ze als een rode lap op de spotlust. De literatuur wemelt van de grappen aan het adres van de cijfermatige acro- i, die al in voor-christelijke tUden werd beoefend Ide belastingdiensten der plaatselijke potentaten, r die zich tegenwoordig letterlijk met alles bezig- II. Het schijnt de heren onderzoekers niet te frus- :n en zij hebben het gelijk aan hun kant, want speldeprikken in hun richting ten spijt hun gten zijn nog nooit zo in trek geweest als tegen- Mig. Jgrzelende vraag, of God dood is, is nauwelijks ge- fi, of: boem, een weekblad gooit er een enquête oaan die het antwoord geeft. Wenst het Amerikaanse een president met of zonder snor? De onderzoekers si het haarfijn te vertellen en de kandidaat heeft maar te scheren. Dat zijn dan de opiniepeilingen r het publiek weet van heeft, omdat de resultaten fè krant komen. Daarnaast bestaat er echter een zant gebied, het marktonderzoek, dat bijna geheel de leek voorbijgaat, terwijl de invloed ervan op ■leven met de dag groter wordt. Deze „marketing arch", die in Nederland pas na 1960 tot volle bloei dromen (zes grote en een tiental kleinere firma's aan er thans van) heeft een graad van dichtmazige ijning bereikt, die beangstigend is. drinkt m'n frisdrank? zo lang geleden was er een man, die een nieuwe ank uitvond en op de volgende manier een markt voor zijn thans zeer populaire produkt. Hij stapte axé binnen en bestelde onschuldig een flesje van igen spul. Uiteraard was het niet aanwezig. Daarop hij zich zeer gekwetst en maande de kastelein, >ch vooral in voorraad te nemen, tonderzoekers zullen deze methode bestempelen delict, dat nóg ernstiger is dan het spannen et spreekwoordelijke paard achter de kar. Als een ;ant bij hen komt met het idee om een nieuwe ank te lanceren, zullen zij hem precies kunnen ekenen, dat de grootste groep mannelijke frisdrank- ikers de categorie is tussen de 15 en 24 jaar (29 zijn drankje aan te praten bq ouden van dagen hoe de voorkeur voor de lange sigaret zich verhoudt tot de korte procent) en de kleinste de categorie boven de 65 jaar (9 procent). Voorts kunnen zij hem nauwkeurig uit de doeken doen. dat de minder welgestelden de grootste gebruikers zijn (47 procent) en dat zowel de minst wel gestelden als de klasse met de hoogste welstand weinig frisdranken tot zich nemen (respectievelijk 8 en 10 pro cent). Duidelijk is nu het gat in de markt zichtbaar, waardoor de fabrikant zijn nieuwe produkt naar binnen kan pompen. Wie rookt wat en waarom? Deze gesimplificeerde voorstelling van zaken doet de ingewikkelde materie van het marktonderzoek geen eer aan. Laat ons eens zien, wat er allemaal aan vooraf gaat, voordat een verstandige fabrikant een nieuw sigarettenmerk lanceert. Allereerst komt er een totale marktanalyse, die antwoord geeft op de vraag, wie rookt, wat wordt er gerookt en waarom; hoe de voorkeur voor de lange sigaret zich verhoudt tot die voor de korte en waarom; hoe de filterloze sigaret in de markt ligt ten opzichte van de filtersigaret; hoe de concurrentiemoge lijkheden bij de verschillende marktonderdelen liggen, hoe de bestaande merken zijn gegroeid en nog veel meer. Dit onderzoek levert de principiële beslissing op: ja, er is nog ruimte voor een nieuw merk, dus gaan we het maken en aangez.en slechts 20 procent van de Neder landers filter rookt, terwijl in het buurland Duitsland dit percentage in korte tijd tot 80 is gestegen, moet het een filtersigaret worden. Vervolgens komt het smaaktype ter discussie. Waar zit de meeste ruimte in de markt bij-Virginia, bij de Amerikaanse of bij de Franse smaak? Ook dat wordt helemaal uitgeplozen. Stel, dat de keuze valt op het Amerikaanse smaaktype. Dan is de volgende stap een analyse van het produkt van de belangrijkste concur renten in het marktonderdeel Amerikaanse filtersiga retten. Want je moet zorgen, dat je die op een aantal punten overtroeft. De melangeurs gaan aan het werk om een tabaksmengsel te maken, dat even goed is als dat van de concurrenten, maar goedkoper; of duurder, maar dan ook beter. Nu komt de research pas goed op gang. Alle variabelen, die de sigaret in zich bergt, passeren de marktanalytische loep. Het zijn zeer subjectieve zaken, waarvoor het ant woord ligt bij de consument, maar het vervelende is, dat je hem er niet rechtstreeks naar kunt vragen, want dan komt er geen zinnig woord uit. Een van die varia belen is bijvoorbeeld het filter. Je kunt het glad maken en je kunt er een laagje kurk omheen doen. Wat wil het publiek? De oplossing voor dit probleem wordt aldus gevonden: men geeft sigaretten met precies hetzelfde melange, maar met verschillende filters, aan een aantal proefpersonen (bij een dergelijk onderzoek 200 300), die een wetenschappelijk verantwoorde doorsnee van het rokende deel onzer natie zijn. Men vraagt dan: welke smaakt het best? De proefpersonen zullen, niet wetende dat ze bij de neus worden genomen, naar eer en geweten antwoorden en daarmee onbewust stemmen voor het gladde of voor het omkurkte filter. Op deze manier wordt het hele lijstje van variabelen afgewerkt (de vraag of de sigaret licht of zwaar moet trekken, is er een van) en komt de eindgestalte van het nieuwe merk tot stand. Nu zitten de onderzoekers nog met de verpakking. Je kunt een gewoon pakje maken, maar dat gaat snel plat in de zak en het geeft, als het bijna leeg is, een hoop gefriemel. Een schuifdoosje dan maar? Geen een voudige beslissing, want de. research heeft aan het licht gebracht, dat het publiek de schuifdoosjes asso cieert met Virginiasigaretten en er is nu eenmaal ge kozen voor een merk met Amerikaanse smaak. Dan kun je nog de fliptop nemen, maar die worden door mannen onbewust als vrouwelijk gebrandmerkt en de nieuwe sigaret moet blijkens de marktanalyse juist de man aanspreken, wil er kans zijn op succes. De marke ting-research geeft weer, met behulp van allerlei expe rimenten, de optimale oplossing. Bij dit alles heeft ook de herkenbaarheid de aandacht. Uiteindelijk komt het nieuwe merk tussen vierhonderd andere, reeds bestaande merken terecht en speelt de automaat een steeds grotere rol. De gezichtspsychologie wordt te hulp geroepen met zijn indrukwekkende arse naal aan laboratoriumtechnieken, die uitwijzen onder welke hoek een pakje sigaretten nog herkend kan wor den, bij welke lichtsterkte, etcetera. En het ontwerp is belangrijkhet bepaalt psycho logisch in hoge mate het karakter van de sigaret of hij mannelijk gevonden zal worden, vrouwelijk, jeugdig, sjiek. Nergens mag de deelgroep uit het oog verloren worden, waarop wordt gemikt; het gaat alsmaar om het gat in de markt, dat de eerste analyse aan het licht heeft gebracht. De groep, die gekozen is, moet meteen weten: dat is een sigaret voor mijl De kleur van het pakje speelt mee (wit zal bij mannen de gedachte op wekken: dat is een merk voor vrouwen), maar het letter type van het merk evenzeer, want als dat kleine onder deel ook maar de geringste onbewuste associatie zou oproepen met bijvoorbeeld een benzinemerk of een in- sekticide kan de fabrikant zijn moeite wel vergeten. Een onderzoek als hierboven beschreven duurt een jaar tot anderhalf jaar en kost 30.000 tot 40.000 gulden. Amerika loopt achter In tegenstelling tot wat men zou verwachten hinkt Amerika achter bij deze vorm van wetenschappelijk marktonderzoek, al wordt er daar veel meer geld aan uitgegeven dan waar ook ter wereld. De technieken van de Amerikanen zijn overgesimplificeerd. Ze vervangen kwaliteit door kwantiteit. Engeland is toonaangevend. Nederland kan goed mee, maar het zou nog veel beter gaan, als bedrijven en bedrijfstakken, die een onderzoek hebben gedaan, hun gegevens, vastgelegd op ponskaarten, zouden willen uitwisselen, zodat er een gigantische informatiecentrale zou ontstaan. Vinden de marktonderzoekers hun beroep ethisch? Uit eindelijk is hun doel een optimale markt te zoeken voor een produkt. Zij zijn de spionnen van de fabrikanten en de fabrikanten hebben het per definitie gemunt op de beurs van het publiek. Moet er zo nodig een nieuw si garettenmerk bijkomen, als er al vierhonderd zijn? Is het publiek gebaat bij alweer een nieuwe pijnstiller, die precies werkt als alle andere en alleen in naam, verpakking en prijs verschillend is? Hun antwoord: „Wij scheppen geen behoeften, wij speuren slechts latents behoeften op. In laatste instantie maakt het publiek zelf uit, of het behoefte heeft aan een produkt of niet". Geen gespat in de keuken Ter illustratie van de wijze, waarop de marktonder zoekers latente behoeften opsporen, het volgende gevalt de simpele leek zou denken, dat er onderhand wel ge noeg soorten en merken boter, margarine en vet op da markt zijn. Maar een slimme fabrikant dacht daar ..nders over. Hij gaf marktonderzoekers opdracht eena heel goed rond te gaan kijken in de Nederlands® keu kens. Wat ontdekten zij al spoedig? Dat hulsvrouwen enerzijds het spetteren bij het braden van vlees ver velend vinden en anderzijds een lekkere bruine jus willen overhouden. Welnu, sprak de fabrikant, dan ga ik een braadmiddel maken, dat niet spat en dat de gewenste bruine jus levert. Bovendien verpak ik het zo, dat de hulsvrouw gemakkelijk de nodige hoeveelheid kun afmeten (een andere behoefte, die bij het markt onderzoek was gebleken) en dat ze nooit in de ver leiding kan komen het op de boterham te «meren. Anderzijds komt lang niet alles was de specialisten van de marketing-research ter analyse onder de neus geschoven krijgen, bok in de etalage. Een der onder zoekers; „Ik heb laatst een produk^ in studie gehad, dat lag in de sfeer van het luxe-eten. Het zat aan alle kanten rond. Het was helemaal goed en de markt bleek er rijp voor ook. Alleen: niet tegen de prijs, die de fa brikant in zijn hoofd had. en de fabrikant kon zijn prijs niet omlaag doen vanwege de produktiekosten. Het w de ijskast ingegaan en daar blijft het, totdat de welvaart nog wat meer gestegen is, of totdat de fabrlknnt een goedkopere produktiemogelijkheld heeft gevonden. Je moet het zo zien: elke dag komen er nieuwe produkten op de markt. Een heleboel ervan worden een flop. Mar keting-research veifdeint het risico. Het is een soort verzekeringspremie." PIET SNOEREN In de Biesbosch wacht een zestigtal mensen wat gelaten de dag af dat hun boerderijen en huizen met de grond gelijk gemaakt zullen worden als Rotterdam dit schone tweestromen land heeft „platgewalst". Miljoenen mensen hebben in 1980 drinkwater nodig. Mensen uit de agglomeratie Rotterdam, uit Noord-Brabant en waarschijnlijk Zeeland zullen eerlang water drinken uit de drie spaarbekkens, die als reusachtige zwem baden in een klap de Zuldwaard van de Biesbosch intrigerend natuurgebied „af" zullen maken. Pionierende boeren zullen elders hun werk moeten zien te vinden. Dan kan boer Cees de Jonge (57) van de Heenplaat de gebrandschildèrde ruit in de huiskamerdeur aan diggelen smijten. De spreuk „Door woest geweld verloren, door nijvere arbeid herboren", zal zijn ogen dan niet meer bepriemen. een onzer verslaggevers) SBOSt'H ..Toen die mensen de kwamen schatten ik mag het zeggen maar ik had ze wel kunnen slaan. Alsof de beulen nen. Ik dacht bij mezelf: heb je helemaal niets meer te vertellen eigen bedrijf? Mijn vrouw g nog, zouden we ze er wel in- en uur nadat die kexels wa- ■okken stonden de witte af- van m'n nagels nog in mijn palmen. We zjjn mensen van het MMchras. Die dag voelden we da', zou moeten uitsterven". klinkt wat gezwollen, maar er is greintje vals sentiment bij als de Jonge 157) zijn verhaal doet. a van de 14 Biesboschboeren door de uitvoering van het gigar- drinkwaterleidingproject van temeente Rotterdam in de Zuld- rd van de Blesbosch zijn land en zal moeten prijsgeven. 1000 ha uniek Nederland worden zeer gemengde gevoelens van de bewoners afgestaan aan ►ch Rotterdam. oudste bewoners van dit stukje natuur zeggen: „AI meer dan ig jaar bestaan er allerlei wilde nen. Maar iedere keer weer zijn ze :en beslissend moment afgeketst, zou natuurreservaat zijn geworden :én immens recreatiegebied. En eel keer men de Blesbosch al heeft 'n inpolderen? In 1902 zijn daar- al buitendijken gelegd. Die dijken liggen nu nog aan alle kanten in het water". Voor mannen als Cees de Jonge en zijn buurman Piet Brooymans (52) staat het nu echter vast dat er over een paar jaar een requiemmis voor een verloren Biesbosch kan worden opgedragen. De gemeente Rotterdam moet de drinkwatervoorziening veilig stellen. Rotterdamse technici zien in het twee stromenland Biesbosch de oplossing van hun drinkwaterpuzzel. In het meest woeste gedeelte van de Bies bosch zullen drie spaarbekkens wor den aangelegd met een gezamenlijke inhoud van bijna 150.000 kubieke meter. „We moeten redelijk blijven", zeggen de Biesboschboeren wat verkrampt, „Achter de drinkwatervoorziening van Rotterdam zitten zoveel belangen dat wij dat project niet kunnen tegen houden". Land verwaarloosd Sommige landbouwers zeggen zelfs dat het maar goed is dat er nu spijkers met koppen gaan worden geslagen. De Jonge: „De Biesbosch is achteruit gevlogen. Het land wordt niet meer zo behartigd als vroeger. Het ligt er ver waarloosd bij. Voor de boerderijen geldt hetzelfde. Ik zou ook hoognodig het. een en ander aan de stee moeten opknappen. Maar als Je zit te wachten op de tijding dat je eraf moet dan laat Je dat allemaal na. Dat de mooiste stukken land in de Biesbosch worden verwaarloosd heeft bijzonder schrijnende bijverschijnselen gekregen. Op wellicht de beste land bouwgrond van heel Nederland „mensen van de cultuurtechnische dienst likken hun handen af als ze deze grond zien", aldus de heer Brooy mans hebben vier landbouwers (on der wie een met bijna 100 ha bouw grond) financiële steun van de Bij standswet moeten vragen om in af wachting van de financiële regeling met Rotterdam hun gezinnen nog te eten te kunnen geven. Eenzame zelf-doener In betere tijden wist de eenzelvige Bie8boschmens wat hij te doen had. Hij was zijn eigen landheer en eigen dijk graaf. Vrij als een vogeltje in de lucht. Hij had vrijwel met niemand iels te maken. Zijn buurman, een poldereiland verderop kon ook doen wat hij wilde. Niemand bezorgde iemand last. Hij heeft zijn eigen wegen: zelf aangelegd. Zijn eigen land: van het water gewon nen, zelf ingepolderd, zelf ontwaterd, zelf gedraineerd. Kortom hij heeft in de onherbergzame Biesbosch zichzelf gemaakt. Het enige moderne gerief, dat d. Biesboschbewoners kennen is de tele foon. Maar als hun vrouwen water moeten hebben, dienen ze dat nog uit een ouderwetse zwengelpomp te tap pen. Als de duisternis valt wordt er de lamp nog sissend opgestoken, waarna het vreemde schijnsel van een gaskousje de kamer verlicht. Televisie hebben ze tegenwoordig ook. De be nodigde stroom levert een tractor, die in de buurt van het woonhuis is neer gezet. De levensfilosofie van boer De Jonge: een goede Blesboschbewoner moet de eenzaamheid hier kunnen overbruggen. Iemand die zich eenzaam voelt, heeft hier geen goed leven. Degene die. hier eenzaam wil zijn. heeft het best". Met oollegaboeren heeft hij niettemin geijverd voor een ruimere sociale wel stand voor de Biesboschbewoners. En ook op landbouwgebied is ondanks alles veel vooruitgang geboekt. „In die zevenendertig jaren heb Ik alles aan gepakt om de streek vooruit te kr(j- De Biesbosch: water, dijken, land en boerderijen. Mistroostig wachtend op de beulen van Rotterdam. gen Dat gaat je niet In de kouwe kle ren zitten. Nu ik zie en zeker weet dat we wegmoeten, voel je Je rot. Alles weg". Voor de vierde keer Dit Is overigens niet de eerste tegen slag die de heer De Jonge heeft moe ten verwerken in zijn landbouwers leven, Op 21-jarlge leeftijd pachtte de jonge Zeeuw uit 's-Heer Abtskerke een eigen boerderij in de Biesbosch. Zijn eerste. Zeven jaar later moest hU van de eigenaar dat bedrijf verlaten. „Ik kan gerust zeggen dat ik in die zeven jaar al binnen was. Ik had veruit de grootste opbrengsten. Midden in mijn gezicht zei de eigenaar toen dat zo'n goed renderend bedrijf niet in handen kon blijven van een protestant. H(j had een andere pachter. Een katholieke. Ik heb wraak kunnen nemen. Via een katholieke notaris in Wouw die wat breder van opvatting was wist ik een ander bedrijf te pachten. Veel minder groot weliswaar, maar ik bleef in de Biesbosch". Het bedrijf Is inmiddels uitgegroeid tot 96 ha binnen- buiten dijks land. In de oorlog dook hij diep In het verzetswerk. „Mijn nieuw opgewerkt* bedrijf werd gebombardeerd. Ik moest weer van voren af aan beginnen". In 1953, zijn bedrijf was goed en wel herrezen uit de puinhopen, of de watersnoodramp diende zich aan. „Alles weer kwijt. En nu zal ik dus voor de vierde keer een schop krijgen", aldus De Jonge. Het Is inmiddels wel verklaarbaar, waarom hij met grote witte letters, die van veraf te zien zijn „De Vluchtelin gen" op zijn stee heeft staan. Op handen en voeten Het klinkt ons helemaal niet vreemd In de oren als hij zegt: „Ik zou nooit boer worden als ik het nog eens mocht overdoen". Ondanks alles is hU echter meer dan verknocht geraakt aan tie Biesbosch. „We vissen, jagen, vuren, zwemmen, we zijn natuurmensen. We nierken amper .lat we werken. M(jn broer heeft ook In de Biesbosch ge woond. Hij Is later naar Groningen gegaan. Als hij nu op handen en voe ten zou kunnen terugkomen, zou hij het doen. Daar kunnen ze niet tieren", vertelt De Jonge. Zijn collega Brooymans zegt: „Wij zijn geen van allen geschikt om in een huis te wonen". HU roert een voor de Biesbosch zwaar probleem aan. „Ik stel alles In het werk om ergens In het land een ander bedrUf op de kop te tikken. Niet voor mezelf ik hen maar bijzaak maar voor mUn Jon gens. We kunnen natuurlUk makkelijk g.^an rentenieren Maar bij de mensen die zeggen, .Het zal mijn tijd wel duren heb Ik alleen muur drama's gezien". De heer De Jonge vertelt een teke nende geschiedenis: „Ik heb zeer on langs in We»'-Brabant een miljoen geboden voor een bedrijf van 40 hec tare. Ik kreeg het er niet voor We krijgen geen voet meer aan de grond in Nederland". Topprodukties En dan te bedenken dat cultuurtech nisch gezien de landbouwgrond ln de Biesbosch topproduktb - garandeert. Bovendien zijn de klimatologische om standigheden uiterst guns Wanneer er in vele plaatsen van Nederland in de kritieke jaargetijen nachtvorst voorkomt, kruipt het kwik in de waterrijke Biesbosch net tot enkele graden boven nul. Vooral voor de tuinbouw- en frultteeltbedrljven is dit van doorslaggevend belang. Tenslotte Is de gemiddelde grootte van de BiesboschbedrUven niet minder dan 80 ha. De kavels liggen aaneengeslo ten in éên gebied Allemaal factoren die de betrokken landbouwers ervan overtuigden dat zU dat type bedrUf be zaten dat zUn tijd al tientallen Jaren vooruit was in structuur en opzet. Waarheen? De Biesboschboeren noemen het „on nozel" dat de afwikkeling van de on derhandelingen met Rotterdam niet anders kunnen verlopen. „MU staan miljoenen guldens schadeloosstelling te wachten", zegt de heer De Jonge. „Ik ben er niet eena zo HliJ mee. Gaven te me maar grond ln ruil voor mijn spul hier. Waar moeten we straks een nieuw bedrijf beginnen? Het Is een gunst als enkelen van ons ln de Flevopoïders -erecht kunnen. Maar het la toch geen gunst dat men grond af neemt?". Het bestaan ln de Biesbosch heeft de boeren daar gehard. Pionier en vecht jas De Jonge heeft zich nog niet ge wonnen gegeven. ..Er Is nog Iedere keer weer een helder moment ge komen. wuarop ik weer kon zeggen: jongen het gaat weer goed".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 9