Duizendjarig Urk
betaalde zware tol
aan de zee
TUSSEN 1865 EN 1904 KWAM TIENDE VAN BEVOLKING IN GOLVEN OM
fLAAT ONS
OP ZONDAG
MET RUST"
ZATERDAG 2 MAART 196S
Van
verslaggevers)
URK In het jaar 968 gaf keizer Otto de helft van het eiland Urk,
toen Ore genoemd, cadeau aan het Stift Elten, dat vijf jaar tevoren
door Graaf Wichman was gesticht. De oorkonde, waarin dit feit
vastgelegd werd, is het oudste document, dat van Urk gewag maakt.
Vorig jaar hebben B. en W. van Urk met echtgenotes een bezoek aan
Elten gebracht en er ter onderstreping van de historische banden
een antieke Statenbijbel aangeboden. Men werd er hartelijk ontvan
gen, kreeg een herinneringsbord mee naar huis en woonde een
Mis bij. „Dat kon toch maar op ons calvinistische Urk", zegt burge
meester Bossenbroek niet zonder trots, wanneer hij ons het herinne
ringsbord toont en tevens uitlegt, hoe Urk ertoe komt om zijn
duizendjarig bestaan te gaan vieren.
„De Here heeft een twist met ons",
zegt de monteur, die een auto weg
gebracht heeft en die vanwege de
slechte busverbinding dankbaar een
lift terug naar Urk aanvaardt. WU
hadden hem gevraagd, hoe het staat
met de voorbereidingen voor het „1000
Jaar Urk"-feest. „De Here heeft een
twist met ons. Als u het mU vraagt,
dan wil zeker 75 procent van de Urkers
geen feest vieren. Denkt u zich maar
in: vier scheepsrampen in twee jaar
tUds. Dat betekent een twintig wedu
wen en dan al die familieleden nog.
Die zijn niet in de stemming om feest
te vieren, maar bovendien: in zoveel
slagen achtereen zien wU de hand van
God. WU moeten ZUn toorn over ons
niet nog erger maken door feest te
Maar in de cafetaria Havenzicht en
in de huiskamer van de heer Brouwer,
die behalve de plaatselijke man van
de IJsselcentrale, ook redacteur van
het weekblad „Het Urkerland" is (en
die „Heere" met twee ee's schrijft)
krijgen we te horen, dat het feest toch
wel door zal gaan. Er zijn al zoveel
onkosten gemaakt, zoveel voorbereidin
gen getroffen en bovendien: de koningin
heeft toegezegd om het monument voor
de verdronken vissers te komen ont
hullen. Dat kun je toch allemaal niet
meer veranderen!
Het gemeentehuis met zijn torentje en
zijn hoge ramen lijkt op een kerk. Er
wordt dus niet gevloekt, maar er staat
wel bij de voordeur: „Voeten vegen,
klompen uit!" Kort en krachtig, zoals
Urkers zich plegen uit te drukken.
Burgemeester .J. Bossenbroek is nu
bijna vijf jaar op Urk. Inderdaad, het
is nog altijd óp Urk en één de wal.
„Dat zeg ik ook altijd en met grote
liefde. Het is ook waar. Urk is een
kwart eeuw nadat het eiland-af werd
nog altijd een typisch eigen gemeen
schap".
Een gesloten gemeenschap? In zekere
zin wel. Er zitten zes partijen in de
raad, allemaal van protestants-christe
lijke signatuur, al heet er eentje Ge
meentebelang.
„In het begin deed ik natuurlijk wel
eens gekke dingen, maar dat wordt je
gauw aan je verstand gebracht".
De onderlinge tegenstellingen lijken
feller dan ze zijn. Laatst trouwden er
twee Urkers van verschillende kerke
lijke gezindte. De bruid wilde niet
overstappen naar de Kerk van haar
toekomstige echtgenoot en de bruide
gom voelde niets voor de kromme
sprongen, die de kerkelijke gemeen
schap waar zijn bruid toe behoort, in
zijn ogen telkens weer maakt. Dus was
er alleen een burgerlijk huwelijk en
natuurlijk een gezellig feestje. De
dominees van beide betrokken gemeen
ten waren erbij uitgenodigd. Ze zaten
plezierig bij elkaar aan één tafeltje en
vertrokken broederlijk gezamenlijk. De
mens worstelt met de raadselen van
Gods leiding in het leven, maar daarom
hoef je elkaar nog niet links te laten
liggen.
„Wee ons, als we Zijn Stem niet zouden
opmerken", schreef een inzender in
„Het Urkerland". De slagen, aan de
vissersvloot uitgedeeld, zijn hard aan
gekomen. Vier schepen in twee jaar,
twee precies op dezelfde dag: in janu
ari '66 de. U.K. 58 en nu weer de
U.K. 91, de „Jonge Albert". Als ze niet
naar binnen gewild hadden, was het
misschien goed gegaan.
„Menselijkerwijs gesproken was er
niets gebeurd, als hij op zee was ge
bleven", zegt onze lifter. „Natuurlijk
je tijd ligt toch vast, maar menselijker
wijs gesproken".
En dan zo'n voorzichtige schipper. Die
andere, ja, die tartte God en gebod.
Die maakte een besomming van
tiamen^ gegrift
ROUW WOONT ACHTER MENIG RAAM
19.000 aan de afslag, als de anderen
om het slechte weer in de haven bleven.
Die zou nog bij windkracht 80 uitge
varen zijn, maar deze keer woei het
niet harder dan windkracht zeven. En
dan die eerste ramp: toen was het
zelfs mooi weer. Weet u wat het is?
Vroeger werd er aan de achterkant
van het schip gevist, maar nu halen ze
aan de voorkant de netten binnen. Als
je niet bliksems snel reageert, dan
trekken de zware gieken het hele
Uncrowned Kings
Deskundigen zijn inderdaad van mening,
dat de Urker vissers nogal wat risico
nemen. Tja, de Urker vreest God, maar
soms vestigt hij de indruk, dat hij het
allemaal veel beter weet dan de Here
God zelf. Burgemeester Bossenbroek
heeft een woordspeling op de betekenis
van de letters U.K., die de Urker
kotters sieren. In zijn jongste nieuw
jaarsrede zei hij: „In de ogen van onze
Engelse bondgenoot uit de laatste
wereldoorlog moeten de letters, die
onze steeds moderner, krachtiger en
groter wordende vloot voert, wel zeer
de aandacht trekken, omdat men in
Groot-Brittannië de woorden United
Kingdom op dezelfde wijze afkort. Het
behoort echter tot een van onze zwak
heden, dat wij nog veel te weinig
„united", als één eenheid optreden. De
letters U.K. doen maar al te vaak
denken aan „Uncrowned Kings", onge
kroonde koningen, waardoor wij op
Urk net zo zwak zijn als wij sterk
zijn".
Ongekroonde koningen. Ja, daar doen
zij aan denken, de Urker vissermannen
wanneer zij in hun wijde broeken, de
karpoets op het hoofd, wijdbeens en
zelfbewust door de kleine straatjes
stappen.
In die straatjes zijn de witte lakens
voor de ramen nu weer verdwenen; er
wordt niet meer, zoals vroeger, maan
den, tot zelfs een jaar lang gerouwd,
maar de rouw woont niettemin achter
menig raam. Er zijn Urkers die daar
per ingezonden stuk in het plaatselijke
weekblad („christelijk-nationaal", zegt
de ondertitel) de conclusie uit trekken,
dat de Here het eiland straffen wil:
„Wee ons, als wij Zijn Stem niet zouden
opmerken".
Maar de meerderheid laat zich daar
toch niet door beïnvloeden. Het feest
in de komende meimaand gaat door.
Vlaggetjesdag, onthulling van het mo
nument. „U moet niet vergeten, dat
honderden oud-Urkers er hun vakantie
al naar geregeld hebben", zegt de heer
Brouwer. „Ik heb 750 postabonnemen
ten op Het Urkerland". Elke week
gaan er zoveel kranten het hele land
in, ja zelfs naar Duitsland, Canada,
Amerika en Australië. 'Eens Urker,
altijd Urker.
Groei en bloei
Urk heeft reden om feest te vieren.
Dat de naam „Ore" duizend jaar ge
leden voor het eerst in een oorkonde
werd vastgelegd, is niet meer dan een
aanleiding. Eerder vieren de Urkers
de voorspoedige groei en bloei van
hun „eiland".
„We hebben hier vrijwel het hoogste
geboortecijfer van het land", zegt
burgemeester Bossenbroek. „De bevol
king is nu 7473 zielen groot. Als de
tendens uit de jaren '47 tot '60 door
gaat, zullen het er over twintig jaar
9400 zijn. Gaan we uit van de groei
in de jaren '60-'66, dan komen we zelfs
op een inwonertal van 14.600 in het
jaar 1985. We rekenen nu maar op het
gemiddelde: 12.000".
„In april 1899 werd het lijk van Jacob
Kamper op Urk gebracht", schrijft
C. de Vries in de „Geschiedenis van
het eiland Urk". „Toen kwam in her
innering, dat ook zijn beide groot
vaders, zijn vader, zijn broers en bijna
al zijn ooms en neven in zee waren
omgekomen als hij". In hetzelfde boekje
staat, dat er tussen 1865 en 1904 niet
minder dan 210 Urkers in de golven
omkwamen. Dat was toen een tiende
van de totale bevolking!
Meestal werden de lijken nooit gevon
den. Van de honderden namen op het
muurtje bij de kerk, waar straks het
monument zal staan, behoren slechts
enkele aan regulier begraven slacht-
De „Geschiedenis van Urk" staat vol
zeerampen. In 1883 vergingen acht
schuiten tegelijk en kwamen 28 vissers,
Jong en oud, in de golven om. In één
slag had Urk er 17 weduwen en 52
wezen bij. Nu Juist honderd Jaar ge
leden zijn er op één dag 26 vissers
„gebleven", die dertien weduwen in
kommervolle omstandigheden achter
lieten. Soms wilden mannen, die ter
nauwernood aan verdrinking ontkomen
waren, niet meer naar de Noordzee.
Zij bleven op de ook niet bepaald
ongevaarhjke Zuiderzee vissen of zij
bleven aan land, als veehouder, bakker,
kruidenier of een combinatie van deze
drie beroepen. Maar steeds opnieuw
gingen er jonge Urkers naar zee.
Van de beroepsbevolking is 43 procent
direct by de visserij betrokken: als
visser, handelaar of werknemer by
visafslag, koelhuis en ysfabriek. Indi
rect dan nog eens 7 procent, waaronder
een kleine scheepswerf. En tenslotte
zyn ook de winkelier, de dokter en
de aannemer, om aan de dominees nog
voorby te gaan, voor de helft van hun
inkomen indirect op de visserij aange
wezen. Geen wonder dat op het glas-
in-lood-raam boven de werktafel van
de burgemeester een kotter met de
letters U.K. is afgebeeld, geen wonder
dat in het gemeentewapen een vis
Urk is nog altijd een typische vissers
gemeenschap, ook al zyn er na de
bevrijding een limonadefabriek en een
bloeiend bedrijf dat visprodukten ver
werkt, bijgekomen. Er wordt zoveel
vis naar Italië verzonden, dat men zich
daar zorgen begint te maken over de
concurrentie. Men kan de vraag nau-
weiyks bijhouden, er zou nog meer
vis aangevoerd moeten worden, maar
nu al werken er zo'n zeventig meisjes
by Rein Bos, waar ze onder leiding
van Deense instructrices schol fileren
Keerpunt
noodlottls worden
kousen aan. Klederdracht zie Je alleen
nog by de ouderen en in het museum
pje op de zolder van het gemeente
huis.
•Urk legt steeds meer trekken van zyn
geïsoleerd bestaan af. Zó geïsoleerd
was het trouwens de eeuwen door ook
weer niet. Urk is geen Staphorst, de
Urker vissers zagen meer van de
wereld dan menig „landman". „Sociaal-
medisch zyn we bepaald niet achter
gebleven", vertelt burgemeester Bos
senbroek. „Toen ik hier kwam en we
overal bezoeken aflegden, zyw mijn
vrouw en ik ook naar het sanatorium
Sonnevanck in Harderwyk geweest.
Daar lagen toen 27 Urkers en in totaal
waren hier 63 t.b.c.-patlënten. Op het
ogenblik nog maar een stuk of drie.
Het Urker Rode Kruis staat met zieken-
„Een verrukkelijk produkt", vindt bur
gemeester Bossenbroek. „Het gaat er
mee als met de Nederlandse roomboter;
we eten het zelf nauweiyks, alles
wordt uitgevoerd". Het bedrijf is ver
bonden aan het Deense Findus Inter
national en via dit met het Nestlé-
Altyd hebben de Urkers op de Noord
zee gevist. Maandag van huis, vrijdag
avond terug. De zaterdag en de zondag
waren voor het gezin, de onderlinge
gezelligheid en de kerk. Dat is nog zo.
De IJsselmeervissery zinkt in het niet
by wat de Noordzee oplevert. En sinds
de zomer van 1962 worden de Noord
zeevangsten ook op Urk zelf afge
leverd. Voordien gingen de Urkers
behalve met wat het IJsselmeer op
leverde, naar de visafslag van IJmui-
den of naar die van Schevenlngen en
Harlingen.
Nu is er op Urk zelf een grote Vis
afslag. Op 1 mei '65 werd het nieuwe
gebouw geopend en men bouwt er al
weer de helft by aan. „Dat was het
keerpunt in de ontwikkeling", zegt de
burgemeester.
Het gaat Urk goed. Er wordt verdiend
in de vissery en wie daarin niet wil
of kan werken, ziet er niet tegenop,
om by voorbeeld stenen te zetten in
het Deltaplan. De lange pendel is op
Urk normaal. Er zyn mannen, die jaar
in, jaar uit de hele week in Zierikzee
zitten, terwyi vrouw en kinderen op
Urk blijven. Ze zyn sinds eeuwen aan
dat gescheiden leven gewend. De
tieners op Urk lopen net als overal
rond in hoge laarzen en met witte
vervoer en bloedtransfusiedienst be
paald vooraan".
De burgemeester vindt dan ook de
typering van de Urkers in een socio
logisch rapport, waarin zij mensen met
een beperkt, doorzettingsvermogen ge
noemd worden, bepaald onjuist. „Eer
der gaan we aan doorzettingsvermogen
ten onder, als we niet uitkyken".
Volkskerk
Problemen zyn er nog genoeg. De
grootste bevolkingsgroep is de synodaal
gereformeerde. Op het hoogste punt
van de keiieembult, die het vroegere
eiland vormt, ligt de oudste kerk. die
van de hervormden (900 zielen), maar
midden in het dorp, by het gemeente
huis, staat de grootste, de gerefor
meerde kerk, met al de verschynselen
van een typische volkskerk.
Daar zyn de grammofoonplaten opge
nomen van de dreunende psalmzang.
die de Urkers al 60.000 opgebracht
hebben, waurvan zij gereformeerde
dominees als zendelingen naar Brazilië
sturen. Er biyken in de wereld nog
heel wat liefhebbers te zyn van het
voorvaderlyk kerkgezang, waar geen
Urker verandering in wil brengen. Die
zang hoort by Urk" de kerk, en zyn
Aan de Ingang van het oude cen
trum van l'rk staat een bord.
waarop aan vreetndeilngen ver
zocht wordt op zondag dit cen
trum te mijden. Eigenlijk sou
het er In alle talen op moeten
•taan", zegt burgemeester Bos
senbroek. „Kijk, u moet dit zien
als een vriendelijk verzoek. Men
bewijst ons een dienst met on* op
zondag niet rust te laten. Duh:
geen auto'*, geen fototoestellen".
Is dit een stuk achterlijkheid
van een calvinistisch vissers
dorp? Helemaal niet. „Er staat
nergens In de hjjbel. dat Ik mijn
kleren moet laten natregenen en
dus rijd lk al* het regent wel met
m'n auto naar de kerk", zegt de
burgemeester. ,,De bevolking
heeft daar begrip voor. En toen
laatst de televisie opnamen van
de kerkgang wilde maken, heb
Ik dat direct goedgevonden. I.aat
de mensen In het buitenland
maar rlen. da» wJJ op zondag
naar de kerk gaan, tri Ik als
Iemand me vroeg of dat nou wel
kon. KJjk, we zjjn heus niet zo,
dat we de toeristen het fototoe
stel uit de handen slaan. Maar
als Je een hele week van huls
geweest bent. dan wil Je rust.
Het Is dus gewoon een prnktlsch
drie dominees horen erby, maar daar
mee is voor het merendeel de religieuze
kous byna af. Van een werkeiyk ker-
keiyk leven is nauweiyks sprake.
Kyk, economisch ontwikkelt Urk zich
niet zo slecht, ondanks het byna ont
breken van wetenschappeiyke bege
leiding. Maar Juist zo'n groeiende
samenleving kan van economie alleen
niet leven. Een dezer dagen is de
laatste hand gelegd aan twee zuiver
wetenschappeiyke onderzoeken, respec-
tieveiyk gericht op medische zaken in
de visser ij we re ld en op sociale leef
patronen, De resultaten zullen In de
Ihtematlonale vakliteratuur verschy-
'iïién;''hi£iii'"büfyWriéysler BÖtóënbrock
zou willen, dat ook de toegepaste
sociale wetenschappen belangstelling
voor Urk vertoonden.
Modderen
„Is het niet triest, dat ze een ex-eiland
maar lieten modderen, terwyi in dc
nieuwe polders hier vlakby de socio
logen alles moesten uitkienen? En zo
is het vandaag-de-dag nog. Urk wordt
rustig aan zyn lot overgelaten. Ik heb
daar geen woorden voor". In de raad
heeft de burgemeester zyn excuus ge
maakt voor het feit, dat hy in de
afgelopen Jaren biykbaar een te groot
vertrouwen gehad heeft in de steun,
die „van de wal af" verwacht mocht
worden in de vorm van allerlei modern
sociaal opbouwwerk. De ontwikkeling
gaat te snel, dan dat er op meer begrip
van elders gewacht kan worden. Urk
zal aan de vooravond van morgen zelf
aan zyn toekomst gestalte moeten
Hoe de burgemeester die toekomst
ziet? „Er moeten barrières weggebroken
worden tussen Urk en zyn omgeving,
maar zonder de geëigendheid van Urk
weg te poetsen. Vroeger draaide men
met een boog om de moellykheden van
zo'n eilanddorp heen. Het streekplan
spreekt nu gelukkig wat genuanceer-
detf. Wy kunnen en moeten samen
werken met de Noordoostpolder en het
lukt trouwens al aardig. We praten
en eten met elkaar als colleges van
B. en W. Wy willen elkaar leren
kennen. Daar was vroeger geen sprake
van. En uit dit kennis nemen van
elkaar kunnen misschien heel concrete
gezameniyke voorzieningen voort-
In zyn nieuwjaarstoespraak (d(ie niet
in het plaatselyl^ weekblad stond) zei
de burgemeester: „God biedt Urk
onvoorstelbare kansen in de nabyc
toekomst. Maar het nieuwe Urk komt
niet uit de hemel vallen". En spre
kende over de voorbereiding van het
feest: „Het ls een genoegen van dc
voorbereidingen kennis te nemen. Als
de sfeer waarin gewerkt wordt, zo
mag biyven, dan belooft dat iets goeds
voor ons feest te worden, zelfs tot lang
na dit feest. Laten wy de Here daarin
nu eens niet voor de voeten lopen"
De Here (Heere, volgens „Het Urker
land") niet voor de voeten lopen. Dit
lykt ons een gezonde opgave voor Urk
aan de vooravond van morgen.
VOETEN VEGEN,
KLOMPEN UIT!