Ramses
öe kRantentuin
It's traddad
Wie the Shoes past
WAT IS DAAR NU AAN DE HAND
ZATERDAG 17 FEBRUARI 19!
Mel 1966. Ontstellend bericht voor
„Shaffy Chantant" kapt ermee. El
pee was gemaakt, en een goeie! Ram
ses ging weer opnieuw aan het werk
en is er in geslaagd een tweede Shaf-
fy-completie te maken, waarin alle
sublieme teksten, stijl, muziek, sfeer
aanwezig was.
Elf jaar lang heeft de in Frank
rijk geboren Ramses (zoon van Rus
sische moeder en Egyptlsch-Franse
vader) in Leiden gewoond, en in
Wassenaar. Zijn scholastieke carrière
is niet daverend, behalve de Amster
damse toneelschool. Via de Neder
landse Comedle, waar hij vooral de
excentriek-humoristische rollen speel
de, kwam hy in het cabaret terecht.
Aan zijn „Shaffy Chantant" wer
ken behalve Ramses mee: Llesbeth
List, Loes Hamel, Joop Admiraal en
Polo de Haas (plano). De beste
mers uit de eerste elpee: Shaffy can
tate, Ienemienemlnimut, Soms, De
een wil de ander.
„Ramses II" heet z(jn tweede plaat,
waarin h(j alle liedjes zelf zingt. Ook
hier weer de nummers „Soms" en
„De een wil de ander". Verder en
heel gevoelig „Kom, lieve lieve" en
„5 uur". Een van zijn fleurigste
nummers is „Marije", waar de meeste
woorden die op „ije" eindigen wel
als rijmwoord worden gebruikt voor
zover ze met de liefde hebben te ma
ken. En als ze niet rijmen, worden
we ze wel een beetje vervormd.
Fleurigfleurigspottendsatiriesge-
voelug, de term waarmee de liedjes
jijn te omschrijven, en als jullie het
niet snappen: troost, want dat doet
•iemand hier.
Soms, laat me nu maar soms al
leen z(jn. Laat me nu maar soms ple
zier maken in de stille stad. Aldus
Ramses in een van zijn liedjes. Het
fijne van die liedjes is dat ze niets
pretenderen en dat ze wel zeker een
voelige of amuserende tendens heb-
Zijn begeleiding is summier en
fijntjes. Zijn stemgeluid is welluidend
en overstemt daarom ook telkens de
muziek, juist daar waar het nodig
in en dit is geen loze opmerking,
want de meeste zangers of cabaretiers
weten daar niks van. Ramses heeft
geholpen het jeugdige cabaret in Ne
derland cabaretland bij uitstek
een fris aanzien te geven, net als de
snel populairder wordende Seth
Gaaikema.
Opmerkelijk is dat Ramses sinds
14 februari optreedt in het Felix
Meritisgebouw van de CPN in Am
sterdam. Het theaterzaaltje is er in
derdaad geschikt, maar anderen
zouden weieens een beetje bang voor
hun populairteit kunnen worden bij
het horen van een dergelijke aanbie
ding. Er kunnen 350 mensen in en de
voorstelling begint om half tien des
avonds. In de tijd daarvoor is het
café. Het programma duurt drie uur,
met twee pauzes Ingelast. Het pro
gramma heet „Shaffy Cantate". Tij
dens iedere voorstelling zal een gast
(e) aanwezig zijn. Doel is vijf voor
stellingen per week (dagelijks, behal
ve, zondag en maandag). Dit tot juni.
Zijn medewerkers(sters) haalde hij
weer uit de Kleinkunstacademie en
via een oproep tijdens een artiesten
bal.
Hoofdtrio: Ramses, Thijs vah Leer
en Eelko Nobel met de meisjes Mar-
jol Flore en Sylvia Alberts. Voor de
begeleiding zorgt het trio Louis van
Dijk. Het geheel staat borg voor een
optreden zoals we dat gewend zijn:
een uitstekend. De naam van het
cabaret: „Shaffy Cantate". Amster
dam is de teneur waar in alle liedjes
worden en zijn geschreven. Uit alle
teksten blijkt dat, soms tussen de
regels door.
Film van Heien Shapiro „It's trad,
dad". Betekent: het is een traditio
nal. pappie! Maar. wat is een
traditional? Een traditional is een
evergreen. Een traditional is een
lied dat er jaren, eeuwen tnbiyft.
Omstreeks 1900 (einde pruikentijd,
begin mechanisatie) begon de lichte
muziek verder door te werken in het
volk. Rondreizende gezelschappen
brachten cabareteske programma's,
met een toneelstuk vooraf (bijvoor
beeld van Heijerman( dan caba
ret en ba! na.
Tegenwoordig zien we op elpees
telkens achter een kompositie ofwel
een naam, of het woordje „trad"
staan. Bob Dylan had op z(jn eerste
elpee enkele traditionals bewerkt
(daarvoor is de benaming arr. van
arrangement). Verder zowat alle be
kende artiesten. Behalve het omwer
ken van ouwe toppers in een andere
stijl is er een soort wansmaak mode
geweest tijdens de roek-periode,
toen klassieken verprutst werden.
Herinnering: Liebestraum van Liszt.
Zo ook het „ver-jazz-en" van klas-
Sam Cooke omstreeks 1956 zo'n song
ging Interpreteren. Dat was Chain
Gang, een lied dat de werkers aan
de lopende band brengen. En hij
schoot zijn doel voorbij, kilometers.
Ondanks de negroïde stem en zijn
machtig keelgeluid was de vertolking
bar te noemen. Wat Elvis van de
folkssong maakte is ook geen staal
tje van muziek- en overleveringsge
voeligheid. Denk maar eens hoe de
zachte melodieën van het eiland Ha-
wal verrockt werden in zijn filmpje
erover. Er zijn talloze voorbeelden
te noemen. En nu de huidige ontwik
keling. We hebben vele zangers en
zangeressen die folkssongs op hun
repertoire hebben en daaronder zijn
ook de folkssongs onder te brengen.
Namen: na bovengenoemden nog
Bob Dylan, Ferre Grignard, Donovan,
Joan Baez en Tim Hardy. De in
breng van groepen als The Byrds valt
geheel buiten het eigenlijke thema,
zodat we die kunnen generaliseren
met de naam popgroepen. Als ze een
trad brengen, is het in dezelfde styi-
verhouding tot het gégeven als de
man Sam Cooke z(jn songs tot het
origineel, maar dan nóg slechter. Do
novan is voor velen een twijfelgeval,
maar je kan hem gerust bij de pop
artiesten rekenen en geen enkele
aanspraak laten maken op de door
hem aangenomen titel folkssinger.
Meer aanspraak daarop heeft Bob
Dylan. Of Ferre Grignard. Tim Har
dy is ©en daadwerkelijk twijfelgeval.
Hij is de man die in ieder geval
folksy zingt, maar zijn gedichten zijn
allemaal protesten. Joan Baez en
niet te vergeten ons eigen landelijk
duo Esther en Abi Ofarlm zijn de
volkszangers zonder meer. Ze kom-
poneren zelf niet, maar brengen het
leuk.
En dan rest ons de soul te bespre
ken. SOUL. Mannen als Wilson Pic
kett, Otis Redding en zijn voornaam
genoot de heer Lee. En verder Carla
Thomas. Sam Dave, Pecy Sledge -
allemaal te horen op de voortreffelij
ke elpee „That's soul". Voortreffelijk,
maar de beoefenaars van de soul
muziek moeten zich geen air gaan
ïanmeten van folkssingers nieuwe
ityi. Hun teksten zijn wat beter dan
we totnogtoe gewend zijn en de stem
>s wel folksy aangepast, maar soul
in de oeroude betekenis van het
woord brengen ze echter niet. Maar
dat geeft niet. Het is fijne ontspan-
ningsmuziek die genoemde artiesten
brengen en als het niet meer preten
deert heeft iedereen daar vrede mee.
De soul zoals die tegenwoordig wordt
gebracht vindt zijn verkapte oor
sprong in de manier van zingen die
groepen als The Rightious Brothers,
The Walker Brothers, The Associa
tion brengen. En die muziek is heel
fijn om te horen.
Verder kan teruggedacht worden
tot in de rock-tyd met de zanger Del
Shannon. Wat die man presteerde
Hats off to Larry; Swiss made; Run
away. Mensen die liet niet eens zyn
met de betrekking van dit artikel no
digen wjj uit hun visie of kritiek mee
te delen. We verwachten massa's
post, we willen merken hoe sterk de
ze rubriek wordt gelezen.
Ook voor Jou
Elpe van The Shoes. Twaalf hits
van de voetzoolbeschermers en alle
erg goed. Wlm van Huls - sologita
rist - zingt voor het eerst mee en wel
in het nummer „No money for roses".
Climax aan het einde van het num
mer met speciale sound. „Baby good
for you". Langzamer op elpee ge
zongen dan bij de optredens. Iets
anders dan het gemiddelde Shoes-
werk! „Elle ne me quitte pas" is het
het beste stukje van de A-kant, vin
den wij. Franse chanson-stijl, erg ge
voelig en bewijzend dat The Shoes
veelzijdlger zijn dan je eerst zou
denken. Verder op A: „Peace and
privacy" (ouwe hit) en „No sweeter
music", een pittig nummertje. B-slde:
„Tips of my fingers", enige numm
dat niet door de schoenen zelf is g
schreven op de elpee. Wel een
best gezongen nummers op de pl
Geweldige climax op het eind
het nummer. „Do understand", knol
goed nummer, luister maar 's
Ouwe hit weer: „What in the 1
Is love", wel goed, hoor! Beste
side nummer is „My world in
tion". Zou eerst nieuwe single
den. Geinig „hee"-koortje er d
heen. Arabisch is ut nummurtj
„Like many of us do". Meezingen
Last but not least: „Let's find
Advies? Kopen!
Nadere informaties bij de fanclu
Smaragdhorst 96, Den Haag.
Bieke komposities. Het hoeft geen be
toog dat meestal de oorspronkelijke
sfeer die een lied heeft verdwenen is
in het arrangement doordat we nu
eenmaal in een andere tijd leven en
daardoor in een andere mentaliteit.
Een goed voorbeeld van nabootsing
is de in zwang geweest zijnde work-
song. Oorspronkelijk een katoenpluk-
kerslied, werd door populaire arties
ten op een beschaafde manier ge
bracht. Maarrrr. dat is nu juist
fout. Als de Beatles een "liedje muzi
kaal en fijngevoelig ^brengen, is dat
juist, omdat ze het lied schreven
vanuit deze tijd. Met dit worksongs
ligt dat allemaal anders. Op het veld
zongen de plukkers op een eentonige
manier hun inspirerènde liederen.
Dat het geheel erg rauw klonk, hoeft
geen betoog. Ook niet, dat de inhoud
van de teksten het toen onaanvaard
bare dikwijls bereikte. Maar het ge
heel was gewoon fijn voor de mensen.
De eerste artiesten die de nummers
op de plaat zetten ik noem Pete
Hooker deden het op de manier
zoals ze werden gebracht. Totdat ene
Correspondentie
Jolan Sanders, Leiden
Nu ik weet, dat je het gedicht zelf
gemaakt hebt, komt het in de Kran-
tentuin. 't Is zeker een heel werk ge
weest. Of vliegen de rijmwoorden je
zo maar uit de mouwen
Uit het leventje
van Jenny
De klok wijst acht en nu uit bed
De zon heeft 't al in 't licht gezet
Er kondigt weer een nieuwe dag
Met vrolijkheid en blijde lach.
Kijk, Fido brengt de schoenen al
Die Jenny heden dragen zal.
Ze wast zich eerst en kleedt zich snel
Zij doet het goed, dat zie je wel.
De tafel staat al mooi gedekt
En Jenny eet heel opgewekt
Een bordje pap en soms wel twee
En Fido. wel die eet ook mee.
En mama eet een boterham
Met spek of kaas of jam.
Hoor! Pietje in zijn kleine kooi
Die zingt zijn liedje al, heel mooi.
't Is vakantie, wat een pret
De boeken in de kast gezet
En heerlijk spelen in de straat
Kijk eens Fido, wie daar gaat.
Dat is die jongen van hiernaast
Je weet wel Tommie, die m(j laatst
Zo plaagde met die kippepoot
Hij gaat nu vissen in de sloot.
Met Tommie speel ik dus niet meer
Die plaagt me toch maar iedere keer.
Zeg weet Je wat Ik neem mijn pop
En zet haar een heel mooi hoedje op.
Ze krijgt ook nog een jasje aan
Dat zal haar vast wel schattig staan.
Kijk Bartje, o die kleine guit
Die kijkt vol pret z'n ogen uit.
Hé kijk, daar heb je Tommie weer
Hij zegt: „nu plaag ik je niet meer
Wij gaan wat spelen met elkaar
De schommel staat al voor ons
En Tommie geeft een flinke duw
„Pas op nou Tommie, niet zo ruw".
Zo spelen ze een hele tijd
Omhoog, omlaag, wat een Jolijt.
Die Fido. als je 't nog niet wist
Is werkelijk een groot artist
Hij doet zijn kunstjes heel voldaan
Tot Jenny en Fido eten gaan.
De tafel staat alweer gedekt
Ook Jenny kijkt weer opgewekt
Ze denkt: Ik eet een heleboel brood
Ik heb een honger, o zo groot.
„En Fido zeg. jij aardig beest
„Ik ga vanmiddag naar een feest
„Daar voor kleedt mama mij aan
„En dan moet ik spoedig gaan.
„Blaf nu maar niet, jij aardig dier
„Het spijt me wel, maar jij blijft hier
..Nu nog een strikje in mijn haar
„En dan zegt mama: je bent klaar.
„Ik ga naar een verjaarspartij
„Waar ieder lacht en is zeer blij
„Er is limonade en daarna
„Krijgt ieder cake en chbcola."
Als Jenny thuis komt van de pret
Brengt haar moeder haar naar bed.
Eerst bidt ze nog: Jezus, dank wel
duizend keer
Zegen vader, moeder en nog veel
Anita Vorst, Leiden
Jip en Janneke
„Ga je mee, Jip?" riep Janneke.
„Waar naar toe?", vroeg Jip.
„We gaan naar oma en opa een
lekker paasbrood brengen."
„O wat fijn. Ik ga met je mee".
Ze liepen een hele tijd.
„Kijk eens", riep Jip, „zand, stenen
en latten. Weet je wat, we gaan een
huis bouwen".
Samen bouwden ze een heel mooi
huis. De mand met het paasbrood
hadden ze weggezet. Opeens kwam
er een hond aangerend. Hij gooide de
mand om en liep hard weg. Het paas
brood was in het zand gevallen. Ze
probeerden het zand weg te vegen,
maar er bleef veel zand opzitten. Jip
en Janneke kwamen huilend bij opa
„Waarom huilen jullie toch zo?'
Snikkend vertelden ze van de stou
te hond die de mand omgegooid had
en van het zand dat op het brood zat.
„O, wat jammer nu. Wat zou het
brood lekker geweest zijn, toen het
nog niet vies was".
„Ja, 't is erg jammer", zei opa.
„Maar jongens, ik heb een idee. Ik
snijd de kantjes er af en dan heb
ben we toch nog wat".
Jip en Janneke huilden niet meer.
Ze kregen ook elk een stuk.
Hans Dubbeldeman
Op school
Toen de vakantie voorbij was.
moesten we weer naar school om te
leren. Elke dag leren we taal en re
kenen en soms geschiedenis, natuur
kunde en aardrijkskunde. Op school
is het heel leuk, want we leren ook
lezen en schrijven en soms wordt er
een film gedraaid. Met kerststmis
stond er een kerststal met beeldjes
en kaarsjes. Na de vakantie moesten
we weer naar school. Je leert er de
tafels van 10, 20 en 25 en die zijn niet
zo moeilijk. Je leert er ook stilzit
ten en als je dat niet doet, krjjg je
9traf.
De eerste klas was niet zo moei
lijk, vooral rekenen was gemakke
lijk. De tweede klas was iets moei
lijker, daar leerden we rekenen tot
honderd. Maar in de derde klas is
het rekenen heel moeilijk. We moe
ten optellen van onder naar boven
en van boven naar onder. We leren
de geschiedenis van de Batavieren,
de Germanen, de Noormannen en
de Franken. Aardrijkskunde vind ik
een klein beetje moeilijk, maar de
tafel van 10 is de fijnste.
Marianne Amsterdam:
De kabouter met
de acht neuzen
Kabouter Kronkelstaf was een
aardige kabouter. Iedere bosbewo-
ner hield van hem. maar hij had
één groot gebrek: hij was heel erg
nieuwsgierig. Hij zat heel dikwijls
bij de kok te kijken en dan was
het steeds: „Wat eten we vandaag?"
De kok zei: „Soep."
„Wat voor soep?"
„Kippesoep met balletjes?" En zo
ging het de here dag door.
Dat begon kabouter Ringeling Ie
vervelen en op eén dag ging ze
naar tovenaar Langetak.
„O tovenaar help me, dat Kron
kelstaf niet meer zo nieuwsgierig
De tovenaar dacht even na. „Ik
zal je een tovermiddel geven. Kijk
ik zal je dit doosje geven. Als je
dit doosje open maakt en je ruikt
er aan, nou, ha! ha!, dan krijg je
er een neus by."
„Bedankt tovenaar!" en Ringe
ling ging lachend naar huis.
De volgende dag zat Kronkelstaf
III. De Tweelingen.
a) We hebben een foto van Elvis
Presly, met zijn handtekening er op.
b) Maar de anderen in de klas wil
len het niet geloven.
c) Natuurlijk niet, want de naam is
fout geschreven!
weer bij de kok nieuwsgierig in de
pannen te kijken. Op de terugweg
ging hij even bij Ringeling aan.
Het doosje stond op de tafel.
„O ik moet even naar de keuken.
Ik geloof dat het eten aanbrandt,"
riep kabouter Ringeling.
Nu was Kronkelstaf alleen in de
kamer. „Gauw het doosje openma
ken," dacht hij. „O," wat ruikt dat
lekker!" en hij snoof zeven keer.
Hij kreeg er zeven neuzen bij, dus
had hij acht neuzen.
Wat lachte Ringeling toen hij dat
zag. „Ik tover die neuzen weer weg,
als je belooft niet meer nieuws
gierig te zijn."
Nu dat beloofde Kronkelstaf en
hij heeft woord gehouden.
llllillllllllllllllllllllllMIIIIIIIIW^
DE DRIE
OP VAKANTIE
Ons drietal verliet dus het
hotel, waar ze na alle avonturen
nu eens rustig hadden kunnen
slapen, en dwaalden op hun dooie
gemak wat door de stad. Trier is
een mooie stad. Alles wat ze
erover geleerd hadden in de loop
der jaren, in de geschiedenis en
aardrijkskundelessen, kenden ze
terug. De oude Romeinse burcht,
die zonder cement gebouwd en
toch ongeveer 50 meter hoog was,
het Romeinse badhuis en ampy-
theater en natuurlijk ook de
prachtige barok-kerken. Ze
besteedden hun ochtend dus goed.
Omstreeks het middaguur hadden
zc nog een hapje gegeten en het
liep al tegen drieën toen ze de
Trierse commissaris met een bezoek
vereerden. Met opgewekte
gezichten liepen ze 't politiebureau
binnen. Dat was dan wel voor het
eerst sinds lang, dat ze een
politiebureau zonder een angstig
gevoel binnen konden stappen.
Want alhoewel het nog geen vier
weken was, dat ze vertrokken
waren, leek het hun dat ze al vier
maanden onderweg waren. Toch
was hun opgewekte stemming
ten onrechte, maar dat zou later
nog blijken
Toen ze binnenkwamen en zich
zoals iedereen en zoals dat dan
ook hoort, gemeld hadden aan het
loket, mochten ze, na even gewacht
te hebben in de hal direct bij de
commissaris binnenkomen. Het
nieuws dat deze hun had te geven
was slecht ten dele goed nieuws.
De mensen die waren gearresteerd,
zowel in Frankrijk, twee dagen
geleden, als by Trier, de vorige
avond, hadden, uit vrees het leven
er bij te laten, bij verhoren niets
los gelaten. Er was er slechts één,
die iets had durven zeggen, maar
veel had de commissaris daar niet
aan gehad. Het enige wat de
man had weten te vertellen, was
dat hij lid was van 's werelds
grootste smokkelorganisatie. Hij
verdiende er goed mee en voor
zover hij het wist, bevond „de
grote baas" zich in Keulen. Maar
hij kon niet zeggen, of daar het
hoofdbureau van de bende was,
of dat het slechts een onderdeel
van een nog grotere bende was.
De kans was dus groot, dat de
bende wraak zou nemen op de
jongens? Wat moesten ze nu doen?
E ^1
mm «««in
[/I fjn>wr<i»<r»r\
C s 3-48 7f££~
De tekenaar heeft zich weer eens een keer vergist en het verhaal
heeft kop noch staart. Kun je de tekeningen in de juiste volgorde
zetten
a :9 V S D Q d 'Z H :I :Sujssoido