ossip
zadkine
de kwestie van het geluk
DB T.BTDSB COURANT
BEELDHOUWER DIE IN NEDERLAND DE MEESTE ERKENNING VOND
Zadkine was eigenlijk een beeldhouwer met drie nationaliteiten. Hij werd geboren
in Rusland, werkte in Frankrijk, vond de meeste erkenning in Nederland. Deze
drieëenheid kan men momenteel uitstekend constateren in Museum Dingbuis te
Deurne. Daar wordt de eerste expositie van zijn werk na zyn dood gehouden. Men
vindt er iets terug van zyn liefde voor bet hout, stammend uit de tüd dat b|) als
■ebtjarige jongen zwierf op de scheepswerven van zijn oom te Smolensk. Je proeft
er iets van de sleutelwoorden voor zijn werk: „Toute la tendresse plastique" (Pierre
Janssen bij de opening). En de Nederlandse waardering komt misschien daar het
beste tot uiting in de woorden van de arts-artiest (of omgekeerd) Hendrik Wiegers-
ma. Hij riep ons trots toe: „Er staan hier tien werken van Zadkine, die mü toe
behoren". En dat is heel wat op een expositie met 35 i
HERDACHT
MET EXPOSITIE IN
DEURNE
,Na de renaissance is dit het eerste
dubbelbeeld, dat er van man en vrouw
gemaakt is. Voordien wilde alleen de
vent pronken". Hendrik Wiegersma
wijst op „Henk en Nel Wiegersma" in
brons dat ergens centraal staat Zad
kine maakte het in 1931 en bleef tot
zijn dood bevriend met dit echtpaar in
,de Peel. „Of ik er iets aan gehad heb?
en of. Het staat ln mijn kamer en
Fbet is mpoL. .Maag. .ook als bet niet
mooi zou zijn is het de moeite waard,
want het gaat om de vent die het in
zijn hand heeft gehad, kijk en hij
peutert een reep chocolade uit zijn
zak die reep is niet belangrijk,
maar hij wordt belangrijk door dege
ne die hem aanrijkt". Over wie heeft
hij het? In ieder geval loopt hij weg
als een geslaagd man, aan wie niets
valt toe te voegen. Hij hoeft nog al
leen de mythe rond zijn persoon te
handhaven. En slaagt daarin.
Sinds „Rotterdam" („De verwoeste
stad") is met name in ons land ook
rond Zadkine een mythe gegroeid. Hoe
wel dit barokke beeld met zijn gave
holle en bolle vormen niet tot zijn
sterkste werken behoort (de aanwezi
ge kleinere uitgave van Boymans-Van
Beuningen laat dat zien), moet het tot
De verwoeste stad
dat Zadkine Juist in ons land voet aan
de grond kreeg. Hij voelde zich ver
want met het Nederlandse „klimaat".
Kort voor zijn dood verklaarde hij nog
in een interview met het Bouwblad:
„In de Nederlandse kunst is er altijd
een expressionistische toets aanwezig
geweest. De kunstenaars uit de Neder
landen hebben steeds een aparte visie
op de dingen gehadDaarin voelt
men de aarde, de boer, het landschap
en de huizen. Dat soort expressionis
me maakt deel uit
dat ik de evolutie
het bestaan, van het landschap en
alles zou noemen". Zadkine hield van
Nederland, ons land houdt van hem.
Hij blijkt aan te slaan bij het gemid
delde van onze volksaard, een aard
die ook is samengesteld uit gemiddel
den. Zijn stijl past daarbij, een amal-
gaan met een beetje van dit en een
beetje van dat. Zozeer non-figuratief
dat hij niet in het abstracte belandt en
zozeer abstract, dat hij de band met de
natuur niet verbreekt. En dat ligt de
gemiddelde Nederlander wel. Maar
dat betekent ook. dat hij soms ge
weldig teleurstelt en anderzijds tot
prachtige hoogten weet uit te groeien.
Op de grens
der tweespalt
de bekendste beelden van de wereld
gerekend worden. De naam van Rot
terdam als wereldhaven is daar ook
debet aan. Toch is het niet vreemd
Met Archipenko is Zadkine gegroeid
uit Derain en vooral Brancusi. Zadki
ne lijkt nooit helemaal zichzelf gewor
den, maar zweeft op de grenslijn der
tweespalt. Zijn intuïtie voor gesloten
monumentale werkingen wordt door
kruist met een expressieve lyriek.
Hij komt tot prachtige tournures, waar
door de plastiek van een werk van al
le kanten gaaf blijft, maar de constan
te evenwichtigheid van een Moore be
zit hij niet. Hout is wel zijn fort Het
blijft bezield. Demeter (uit het Van
Abbe) en ook Jeune fille a la cruche
(Wiegersma) zijn daar voorbeelden
van. ..Hout is mijn geliefkoosd materi
aal. Ik ben eigenlijk een neefje van
het woud, waarmee ik alleen wil zeg
gen dat ik verliefd ben op iedere boom
die zijn takken naar me opsteekt", zei
hij in hetzelfde gesprek. De meest
intense werking gaat voor ons dan ook
uit van zijn torsen, die zichzelf ertoe
beperken stam te zijn.
een klimaat Toch ontkomt men niet aan de indruk
het leven, van dat de pathos, die zijn andere beel
den inderdaad siert, eerlijk
is. Ontbreekt het vele beelden aan in
nerlijke structuur, de pathetiek die ge
speeld wordt met de omgrenzende
ruimten is oprecht. Is het misschien
daarom dat hij ons Nederlanders
wars van pathos toch iets doet, on
ze gefrustreerde pathosgevoelens er
gens kriebelt?
Wanneer Zadkine sterk overhelt naar
het kubistische schijnt dit in tegen
spraak te komen met zijn eigen ge
aardheid. Dat is met name te zien op
enkele tekeningen, die er hangen.
„En dan is er de natuur. Als echte
kunstenaar kan je niet anders dan die
dingen tekenen. De kunstenaar be
hoort tot de dieren die altijd de na
tuur nodig hebben. Voor mij is de
mooiste boom diegene die men zich
herinnert en niet meer ziet", is een
van zijn uitspraken. Eerst wanneer
hij boven de techniek van het kubis
me uit weet te groeien, wordt deze
gezichtshoek op de natuur lucide. En
dat is meer bij zijn beelden dan zijn
tekeningen. Hij was primair beeld
houwer, die met het materiaal en de
ruimte speelde. Vaak met een prach
tig gevoel voor de werking van de
vlakken en het omringende licht. En
dan opeens weer verzinkend in een
verstild „handschrift" op de materie
in de vorm van ingekraste gelaats
trekken, handen en bladmotieven, (Ini-
timité Gemeentemuseum Arnhem-Les
trois belles, collectie Van der Togt).
Wederkerige vreugde
Pathos en poëzie. Het reliëf voor To
rnado en Diane. Deze tentoonstelling
geeft een vrij gaaf beeld van deze
wisselvallig grote beeldhouwer. Dat is
te danken aan de beperkte ruimte,
die hot mogelijk maakt om het ge-
heel te overzien. Dat is te danken aan
de kwaliteit, dank zij het Nederlandse
begrip voor Zadkine, dat de mooiste
dingen van hem aankocht. Le retour
du fils prodigue uit Schiedams Ste
delijk Museum moet daarbij genoemd
worden. „Wij gingen naar Parijs,
Zadkine kwam naar de Peel. Wij
werden mensen die tezamen en in vol
ledige gelijkheid hetzelfde doel na
streefden, het zoeken, ieder naar zijn
eigen beeld, dat hoe verschillend ook,
wederkerig vreugde schonk", schrijft
Wiegersma in de (schamele) catalo
gus.
Zadkine is niet meer. Zijn beelden
kwamen naar de Peel. Ze kunnen on
getwijfeld velen vreugde of voldoening
schenken, al staan ze wat gedrongen
in de kleine ruimte bijeen. Een ruimte,
die meer geschikt is voor de poëzie
dan de pathos. Tot 31 maart kan men
er voor Zadkine terecht, dagelijks van
25 uur (of hoe poëtisch na te
lefonische afspraak). Een tocht naar
de Peel is de moeite waard, want
Zadkine staat er treffend „uitgebeeld".
De Verloren Zoon
Door begeerten wordt de mens, die
verder leven wil beheerst, de begeerte
tot zelfhandhaving even onontbeerlijk
als de seksuele begeerte, die noodza
kelijk is tot instandhouding van de
soort en de begeerte tot bezit, die al
evenzeer een natuurlijke begeerte is.
Zij zijn alle, in verschillende variatie
bij verschillende mensen, vrij sterk
en zij zijn potentieel alle gevaarlijk
voor de medemens, voor de naaste.
Zij moeten bedwongen worden wil men
zelf en de medemens in vrede leven
en het is natuurlijk dat ze wel eens
niet bedwongen worden, want ze kun-
uitermate sterk zijn. Daarom is
het begrijpelijk dat men zegt: alle
mensen zijn zondaren, zondigen is een
bijzonder menselijke eigenschap. Al
die begeerten reiken naar iets wat
men het geluk heeft genoemd. De
mensen, zegt men, willen het geluk en
vroegere katechismussen stond dat
en God moest dienen om het eeu
wige geluk te verwerven in het hierna
maals en in wat latere katechismus-
i stond dat men God moest dienen
i hier en in het hiernamaals geluk
kig te zijn, in die ïaatste ging men
klein pasje naar de wereld
toe. Nadien is de grote pas gemaakt
1 is het geluk hier sterker op de voor
grond gedrongen ten detrimente van
het geluk hiernamaals.
Nu zijn de meeste mensen niettemin
sceptisch gebleven omtrent het geluk
hier, het is zeldzaam, en al mocht P.
C. Boutens al dichten dat alle leed ein
de vreugd eindeloos is, hij
wist wel dat ,,'s levens openende roos"
niettemin in de meeste gevallen meer
leed dan vreugde in zich verborgen
hield. Verdriet is geen vluchtige toe
stand in het menselijk klimaat.
Beatgeneratie
Het geluk heeft nog altijd de belang
stelling, het had de belangstelling van
de beatgeneratie, van de provo's van
sters zijn waarschijnlijk gedoemd ook
te verdwijnen. Evenals de provo's zon
der twijfel terecht op verkeerdheden
in de samenleving gewezen hebben,
doen dat de love makers, maar in hun
streven naar geluk of vrede, verloren
ze soms uit het oog, dat de mens om
gelukkig te zijn althans zo ver mo
gelijk zijn begeerten dient te be
heersen. Nog onlangs deed een goeroe
in het Concertgebouw te Amsterdam
zijn jonge toehoorsters en toehoor
ders kond, dat om het geluk, dat ook
hij «ls hoogste doel stelde, te berei
ken geen verdovende middelen nodig
zijn. Dat zal sommige toehoorsters
toehoorders wellicht
zijn tegengevallen.
Vele godsdiensten hebben de seksuaU-
teit als promiscuïteit in hun liturgie
opgenomen, maar de latere grote gods
diensten hebben alle gehouden dat de
seksuele begeerte evengoed als de an
dere beheerst moet worden en dat ze
op de weg naar het geluk zeer frus
trerend kan werken, de grote gods
diensten kennen alle de onthouding de
Als de dichters van de beatgeneratie
naar India gaan, treffen ze daar die
ascese, waarvan ze, althans in hun
werk, niet direct getuigen.
Het beste kan men hun streven naar
het geluk zien in het werk van Allen
Ginsberg, die 3 juni 1926 geboren werd
als zoon van de Russische emigranten
Naomi en Louis Gindberg te Paterson
in New Yersey. Hij bezocht later de
High School tot zijn zeventiende, kwam
daarna in de Columbia University, in
de koopvaardij, als redactie-loopjon-
Gedichten
van
Allen
Ginsberg
Zijn gedichtenbundel Howl, die in 1956
uitkwam, werd door de politie van San
Francisco en de Amerikaanse doua
ne in beslag genomen, maar voor de
rechtbank werd na een lang proces uit
gemaakt dat ze niet obsceen waren.
Ze werden na dit proces uiteraard een
ten", volgens Vinkenoo,„nachtmer
ries aan Lower East Side, mijmerin
gen in de openbare leeszaal, overpein
zingen in Maia-ruïnes, sex-dagdromen
aan de Westkust, vliegtuigvisioenen
van Kansas, ethische zig-zagpoëzie in
blue hotelkamers in Peru". Die opsom
ming is niet onjuist. Allen Ginsberg is
'n waarachtig dichter en soms zelfs 'n
groots dichter, maar wat de kwestie
van het geluk aangaat is hij geen on
feilbare profeet. Hij heeft als in de
godsdiensten van lang geleden de sek
sualiteit in zijn liturgie opgenomen, hij
is ervan overtuigd dat het gebruik
van verdovende middelen de geest ver-
Debacle
Maar wat hij vooral in zijn gedichten
laat zien, die als goede gedichten wer
kelijkheid tonen en doorlichten, is de
debacle van zijn liturgie en zijn gees-
tesverrulming.
ste plaats, ondanks de „profetische",
toon, gedichten, werkelijkheidssand-
wiches.
JOS PANHUIJSEN
Twee verlangens hebben het leven
van Vladimir Majakovski beheerst:
het verlangen naar de liefde van een
vrouw en het verlangen naar een ge
slaagde revolutie. Hij werd op de ne
gentiende juli 1893 geboren in Bagda-
di, dat tegenwoordig Majakovski heet.
In 1902 verhuisde zijn familie naar
Kutaïs en ln 1906 nadat zijn vader, de
houtvester, gestorven was. naar Mos
kou. in 1908 werd Vladimir Majakovs
ki lid van de bolsjewistische sociaal
democratische partij. Hij werd dat
zelfde jaar gearresteerd in een klan-
destiene drukkerij, maar kort daarna
vrijgelaten. In 1909 werd hij nog twee
maal gearresteerd en alleen omdat hU
nog zo heel jong was, werd hij niet
naar Siberië gestuurd.
Toen de revolutie eenmaal een feit
was, begeleidde hij haar met zijn poë
tische oproepen, zijn mars i, zijn ver
heerlijking, maar ook met zijn satire.
Hij wees onvervaard op de misbruiken
die zelfs de revolutie aankleefden en
toen hij zich op de veertiende april
1930 in zijn studeerkamer het leven be
nam, geloofde hij dat hij gestraft zou
kunnen worden voor zijn vrijmoedig
heid. Hem werd door de literaire bon
zen van het ogenblik duisterheid van
taal verweten naar aanleiding van zijn
laatste stuk Het Badhuis, dat geen
succes werd in tegenstelling met zijn
voorlaatste toneelstuk De Wandluis,
dat onder Meyerhold en met muziek
van Sjostakovitsj in première ging.
De Wandluis is onlangs bij Polak en
Van Gennep te Amsterdam versche
nen in een zeer goede vertaling van
Charles B. Timmer. Het is een feeërie
ke komedie in negen taferelen, die min
Naar keu* ben Ik de vleselijk wrede
uit het hemelse «talenboek,
ook onberispelijk «eder-
geen man, maar een wolk In broek.
Vladimir Majakovski was ongetwijfeld
een man, en een vleselijk man, maar
hij kon Inderdaad ook teder zijn, onbe
rispelijk of niet.
HIJ toonde dat al in het zeer bekend
geworden vroege gedicht dat hij in
plaats van een brief aan LUltsJka
richtte, hij toont het in het eerste
„luik" van Een Wolk in Broek, dat in
1915 de massa aanspoort tot de op
stand, dat de esthetische dichters ver
wijt dat ze niet aan de „straat", de
gewone mensen, de samenleving, den
ken, maar dat ook over Maria handelt,
die in Odessa maar niet komen wil. U
dacht de koorts te horen tieren?
'I gebeurde ln Odessa.
Marls had gezegd: „Ik -kom bi) vieren".
Ie Ijzing der r
De kwestie van het geluk wordt hier
bepaald niet opgelost. Allen Ginsberg
toont dit duidelijk en magistraal en
ceerde reeds enige tijd geleden hij De hier niet alleen. Door al deze gedichten
Bezige Bij te Amsterdam een bloem
lezing vertalingen uit die bundels, die
hij onder de titel, ontleend aan een
der uitstekend vertaalde verzen, Proef
mijn Tong in je Oor noemde. De
de goeroe bloemlezing bevat „Grootse, vreemde, ontoereikend. Zo zijn de gedichten
hoort men de honger naar een nieuw
aarde en een nieuwe mensheid, die
zich niet leiden laat door „oorlogsge-
leerden", maar de wijze waarop men
tracht die honger te bevredigen blijkt
Vladimir Majakovski
of meer laten doorschemeren dat de
revolutie gevaarlijke kanten heeft.
Een communist die erin geslaagd is
zich vooruit te ellebogen gaat daar
met een burgerjuffrouw trouwen. Er
ontstaat brand bij de bruiloft en de
bruidegom bevriest. In dit diepvries
blijft hij een halve eeuw
Als hij weer ontwaakt, is hij ln een ro
botwereld terecht gekomen, waar hij
aan het volk als monster wordt ver
toond Een zeker scepticisme over de
ontwikkeling der revolutie, die wel
eens af zou kunnen wijken van de
dichterdroom over de revolutie kan
men in het stuk opmerken, het houdt
in ieder geval een waarschuwing in.
Het verwijt van duisterheid van taal
is uiteraard onrechtvaardig, maar er
zijn redenen voor die uitspraak. De
taal van Vladimir Majakovski is her
haaldelijk moeilijk. Die moeilijkheid
is een kwaliteit. Marko Fondse die
voor De Bezige Bij te Amsterdam
Majakovski v kleine reeks gediehten,
..het vierluik" met proloog: Ken Wolk
in Broek vertaalde, laat dat zien.
Fondse had ernaar kunnen streven
om de tekst te vereenvoudigen zoals
dat een ander yertaler van de proloog
van Een Wolk in Broek, Nico Scheep
maker deed. Fondse heeft dat echter
terecht niet gedaan, hij heeft gepoogd
de kernachtigheid, het lapidaire, het
brokkelige van de tekst recht te laten
wedervaren en hij is daar bijna voort
durend voortreffelijk in geslaagd.
Uitstekende vertaling
Marko Fondse
Wat wU zo'n blok van een verftf
Do dichter lijkt hier meer wolk dan
man, hij doet dat eveneens ln 't frag
ment van een gedicht dat men in zijn
nagelaten papieren vond. Weer wacht
hij daar in de nacht op een overigens
niet nader genoemde vrouw, tot twee
maal toe stelt hij vast dat de boot
der liefde, althans wat hem betreft stuk
geslagen is tegen het leven van alle
dag. Het fragment begint, naïef en
wolkachtig, met: LJoebiet? Njè LJoe-
blet? Houdt ze van mij? Houdt ze niet
van mij? Ze schijnt niet gekomen te
zijn, ze schijnt dus niet van hem ge
houden te hebben.
Ondanks de vormgeving, ondanks het
onderwerp, dat hij soms behandelde,
is Majakovski nog een romanticus,
zijn levenslot is romantisch, zijn lief
desboot is het, zijn satire, zijn verzet
tegen de benauwende samenleving, sa
tire en romantiek horen bij elkaar.
Dat hij niet helemaal past In 't bols
jewistische Rusland van zijn tijd is
ongetwijfeld waar, het 'ging hem om
essentiëler dingen dan economische
planning, hoezeer hij het Vijfjaren
plan op het laatst van zijn leven ook
verheerlijkt heeft.
Hij zat als iedere romanticus met 't
raadsel van het bestaan, en liet bracht
hem langzaam tot vertwijfeling. Men
kan dat in Ken Wolk in Broek dat
oorspronkelijk De Dertiende Apostel
heette, reeds bemerken.
Op een bepaald ogenblik is hij daar
in gesprek met God, met de Almachti-
Misschlen lijkt dat een wat onzinnige,
zelfs kinderachtige vraag, maar het is
om vraag die men tegenwoordig niet
temin existentieel zou noemen.
Vladimir Majakovski wist er geen ant
woord op. het gesprek met de Almach
tige ia niet zelden bijzonder eenzijdig,
ook als het aan de ene zijde gevoerd
wordt door Iemand die het leven nieuw
wil maken, door een revolutionair.
JOS PANHUUSEJf.