Falende leiders werken affaires in de hand
HET BEDRIJVEN VAN SCHAATSTOPSPORT BRENGT
CONSEQUENTIES MET ZICH. MAAR:
Keiler: Starter treft geen blaam
Russisch koningspaar Kür
van weergaloze perfectie
WEN GESPREK BESTUURTRAINER
UJDERS EN RIJDSTERS HOOGNODIG
Stille type De Graaff
huizenver af van
toffe leiderHuiskes
5 5
JAN BOLS: „Ik
ging gewoon slecht
Deceptie voor
Emmerich Danzer
INDERDAG 15 FEBRUARI
DE LEIDSE C0URAT3T
(Van ome sportredacteur Herman van Bergem)
GRENOBLE Voor elk mens die gedurende langere tijd
in een spannende periode leeft en onder druk staat, breekt
het moment van de prikkelbaarheid aan. Voor de tot in
alle vezels gespannen atleet geldt dat in nog sterkere
mate. Vandaar dat er geen groot toernooi voorbijgaat of
er komen uitspraken of onverkwikkelijke toestanden, die
de buitenwereld schokken. Op momenten dat de atleet
emotioneel overloopt, komen woorden uit de mond, die
later meestal haastig worden teruggenomen, maar dan is het te laat. Aan
die toestand van prikkelbaarheid en van emotionele uitspraken is de
Nederlandse afvaardiging op de Olympische Winterspelen evenmin ont
komen. Er zijn echter factoren, die daartoe hebben meegewerkt. Dat is bij
de dames het gebrek aan begeleiding en bij de heren Anton Huiskes, die
als een spookbeeld boven de rijders blijft hangen. Er is geen betere, hij
alleen kan het. Dat mag waar zijn, maar hij heeft een andere richting in
geslagen, de Zweedse rijders onder zijn hoede genomen, maar geniet noch
tans, en hij alleen, het volle vertrouwen van de Nederlandse rijders. Er
spelen dus twee verschillende zaken, die door pruilende vedetten worden
opgeblazen en waarvan dit het gevolg is: Wim de Graaff zal als trainer van
de heren moeten verdwijnen, Piet Zwanenburg zal het moeilijk over zijn
nt kunnen laten gaan, dat dames die alleen dank zij hem zo hoog konden stijgen, hem afvallen. Ook al ge-
irt dat op een moment, dat zij er niet geheel voor verantwoordelijk gesteld kunnen worden. Daarna volgt
het gebruikelijke spel van nietes, welles. Het is wel gezegd, het is niet met zo veel woorden gezegd, men
>ft het niet zo bedoeld, het is in het geheel niet gezegd.
at er spanningen in beide kampen
is verklaarbaar. Maar als daarvan
naar buiten dringt heeft men de
pen aan het dansen. Daarbij komt
er door trainer noch door schaats-
dbestuurders v/ordt ingegrepen. De-
slappe houdilig heeft van hen,die
de top van de schaatswereld beho-
maar dè&rdftFnög '-«let het redht
Itten de lakens uit te delen, veronge-
kte vedetten gemaakt, omdat er van
enaf niets wordt gedaan. Omdat de
Ruurders zelfs niet unaniem achter
door hen aangestelde trainer staan
hem door dik en dun steunen, kun-
er toestanden ontstaan die ronduit
chamend zijn.
is in Oslo tijdens de Europese
npioenschappen een Nederlandse
aatser die na de eerste dag van de
istrijden in de nacht thuis kwam.
tuurders noch trainer namen maat-
elen. Een dergelijke figuur het
ïus: „Ik ben toch kansloos" had
hetzelfde moment teruggetrokken
eten worden. Ongestraft kon een
laatser in het bijzijn van de trainer
[gen: „Hij kan het eenvoudig niet".
Waar die woorden werden wel ge-
oken na teleurstellende resultaten en
moet men ze toch niet zo ernstig
len. Het blijft echter een uitlating
niet te pas komt. De heren denken
iter dat zij zo hoog op de troon zit-
dat ze zich alles kunnen veroorlo-
i. En dat kan blijkbaar nog ook.
lees Verkerk laat geen gelegenheid
arbij gaan om op te merken dat vijf
lden zakgeld per dag geen weelde is.
het ook niet. maar hij hoeft niet. Als
morgen zegt dat hij niet meer wil
ïaatsen kan hij ophouden. Als Ard
henk terecht zegt dat zijn studie lijdt
der het schaatsen, heeft hij gelijk.
hij hoeft niet te schaatsen. De
ders wijten de minder goede resulta-
ln Oslo aan het feit dat de K.N.S.B.
oit Anton Huiskes los had moeten la-
En dan zit De Graaff daar. Hij is
■t het type dat met de vuist op tafel
Hofrat. Hij laat de rijders inderdaad te
aan hun lot over. Zij kunnen bij
i niet uithuilen als bij „vader Huis-
Bovendien hebben zij in de tech-
iche capaciteiten van De Graaff ten
enmale geen vertrouwen. En wie geen
Men mag aannemen dat het beslist
niet meevalt om enige maanden van
huis te zijn en van wedstrijd naar wed
strijd eir van training naar training te
trekken. En dan komt het moment dat
mên gaat „zoeken", van allerlei andere
minder belangrijke zaken grote affaires
gaat maken. En die kunnen niet wor
den uitgesproken. Het bestuur van de
schaatsbond staat te ver van de rijders
af in plaats van zich naast hen te be
vinden. Op de vraag: „Waarom moes
ten wij zo nodig tussen de Nederlandse
kampioenschappen in Amsterdam en de
landenwedstrijd in Deventer naar Noor
wegen, waar we ons doodvervelen, ter
wijl in Nederland toch ook ijs is?"
kwam geen antwoord. Op de vraag:
„Waarom moeten wij na Oslo een dag
in Amsterdam blijven en gaan de meis
jes ineens van Helsinki door naar Da-
vos?" kwam geen antwoord. Op de
vraag: „Wij vormen toch een olympi
sche equipe en waarom dan dat ge
scheiden reizen?" kwam geen ant
woord. Die vragen werden dan wel niet
rechtstreeks tot de verantwoordelijke
personen gesteld, maar die vernemen
ze evengoed als wij en anderen dat
Geen vertrouwen
Het stille type Wim de Graaff staat
huizenver af van de „toffe leider" An
ton Huiskes. Hij ging op gezette tijden,
wat men noemt, met de jongens op
sjouw, dan konden ze er weer tegen.
Huiskes, als directeur van de „Stich
ting Sport en Spel" had een ruimer
psychologisch inzicht, hij kon de jongens
ook bezig houden en het geestdodende
verblijf in het hoge noorden aanvaard
baar maken. Wie dat niet kan kweekt
een prikkelbare stemming, die zich uit
in dikwijls ongenuanceerde uitspraken
die gretig worden aangegrepen om aan
te tonen, dat het „weer helemaal mis
is in de Nederlandse ploeg".
Het enige feit is dat de rijders geen
vertrouwen hebben in Wim de Graaff.
Vertrouwen heeft men echter of men
heeft het niet, en De Graaff heeft het
niet. Het blijkt steeds weer uit de uitla
tingen van rijders, die vinden dat zij in
het luchtledige zweven en onvoldoende
steun hebben. Ze hebben echter even
min de sterke hand die hen op gezette
Dol Duits
feest na
olympische
sprinttitel
verslaggevers)
GRENOBLE. Erhard
Keiler, de naam was op
ieders lippen. De 5000 toe
schouwers op de eindelijk
redelijk bezette tribunes
van de olympische schaats
baan riepen het toen de
23-jarige student in de
tandheelkunde gisteren zijn
rit op de 500 meter tegen
de Canadees Bob Boucher
reed. De jeugdige „Schlach-
tenbumler" zongen het,
nadat ze de toegang tot
de tunnel onder de baan
hadden geforceerd. De
honderden handtekenin
genjagers, die waren door
gedrongen tot de kleed
kamer. schreeuwden de
naam uit. De opgewonden
jeugd van Hamburg
„Die Jugend von Hamburg
grüsst Grenoble", vertelde
het spandoek riepen het
toen Erhard Keiler een
klein uur na de wedstrijd,
die West-Duitsland voor
de tweede keer goud
bracht, voor vrijwel ver
laten tribunes zijn ere-
ronde kreeg op de schou
ders van de jongeren uit
de Hansestad.
Het was een dol Duits
feest, al voorzichtig in
gezet, nadat Keiler, in
wiens achtertuin bijna de
wonderhaan van Inzeil
ligt, de 40,3 seconde op de
klokken had gebracht. „Ik
was niet tevreden", zei hij
later tijdens een pers
conferentie, die veel weg
had van een demonstratie
catch-as-catch-can, „als je
een wereldrecord van 39,2
hebt gereden, is 40,3 lang
zaam. Grlsjin kwam naar
me toe en gaf me ook al
weinig hoop. Hij dacht,
dat ik zilver of brons zou
krijgen". Dat het inter
view moeilijk verliep, on
der de toenemende druk
van de menigte, was niet
Keilers schuld. Gul gaf hij
ledereen zijn medewer
king. zoals hij dat de ge
hele dag zou doen.
Het begon al amper nadat
hij de Noren had uit
getrokken. De Westduitse
radio eiste het sprint-
fenomeen uit Beieren op.
Erhard had daar zelf geen
bezwaar tegen als onbe
zoldigd commentator
tenslotte zijn het de spelen
van de amateurs-
om de race van zijn
landgenoot Gerhard Zlm-
mermann tegen de Zweed
Manne Lavaas te ver
slaan. Toen in de laatste
rit Richard Modermott, de
Amerikaan, die in Inns
bruck olympisch kam
pioen op de sprint werd,
aan de beurt kwam, werd
het de Duitser bang te
moede. Met een nerveuze
blik volgde hij op de mo
nitor de laatste man, die
hem het goud zou kunnen
ontnemen. „Ik stond daar
wel met knikkende
knieën", gaf hij later eer
lijk toe, „die laatste se
conden hebben heel wat
van mijn zenuwen geëist".
Geen kans
„Kritiek op de bochten?
Ik weet. dat erover wordt
gepraat", zei de winnaar,
wiens lach met de minuut
stralender werd. „De baan
was goed, ik heb geen en
kele moeilijkheid gehad".
In de roes van zijn triomf
had Keiler trouwens waar
dering voor alles en ieder
een. „De starter treft geen
(Van een onzer verslaggevers)
GRENOBLE. ..Het was meteen gebeurd", :rt
Jan Bols lakoniek toen hij zich tijdens de training
eren rust gunde. .Jk ging onderuit cn hoe het
kwam* Ik weet het werkelijk niet". De 23-jarige
machinebankwerker uit Hoogeveen was het allerminst
eens met theoretici, die me&nden, dat de kortere
bochten van de ijsbaan oorzaak uxiren van de vele
misslagen, die vooral de cracks op de sprint hebben
gemaakt. ,.Voor mij waren die bochten gord, daaraan
lag het niet. Ik ging getvoon slecht. Bij de start tat
het al fout. En kritiek is er zo gauw. Ook over de
starter wordt het een en ander gezegd. Die man heeft
gewoon zijn plicht gedaan en gezorgd dat iedereen
correct wegging".
blaam", reageerde hij, na
dat was gevraagd of de
valse start fractie# van
seconden hadden gekost.
„Die man heeft er alles
aan gedaan om de kracht
meting eerlijk te maken.
Amerikanen en Canadezen
willen nu eenmaal in het
schot vallen en daarom
kunnen die in hun land
tot 39.4 of 39.5 komen. In
Europa hebben ze op zo'n
tijd geen kans", zei hij met
een schuin oog gericht op
McDermott, die het naast
hem echter te druk had
met zijn Amerikaanse re
laties. De supporters kon
den gerust zijn, want
Keiler vervolgde: „Ik ben
door die valse start hele
maal niet nerveus ge
worden. Integendeel ik
won er door aan concen
tratie".
Terry McDermott met de
verrassend sterk rijdende
Magn© Thomassen, win
naar van 't zilver, maakte
geen drama van zijn ont
troning al# olympisch
sprintkampioen. „Ik vond
het een voortreffelijke
come-back", zei hij. „Vo
rig jaar heb ik maar
twintig dagen op het ijs
gespan en voor de Spelen
ben ik me pa# serieus gaan
voorbereiden. Het la mijn
laatste race geweest. Ik
ben nu eenmaal geen man
voor de strijd om het
wereldkampioenschap.
Mijn besto tijd? 39.6 se-
Naast hem lachte Erhard
Keiler maar eens -
iiniiinnitiiiiiiiiiiiiiiinHiiiniuiiiiiiiiiiiniiininiiniiiiiiiirjiiiinisDiainniiiiiiinflHiDiiiiiiHiiifiiiiiiiniiniiianiiiiRiiitiiinuiinniinnwnnRi.
tijden de dreun verkoopt die zij dan zo
hard nodig hebben. Huiskes, klinkt het
dan. En zolang de K.N.S.B. geen man
komen"
de huidige top zal verdwenen moeten
moeten zijn en raet jhen de man. aan
wie zij zich vastklampen: Huiskes.
Wellicht de beste
Op technische gronden zal men Piet
Zwanenberg nooit kunnen aanvallen. Hij
wordt allerwegen gerekend tot de bes
te trainers van de wereld, wellicht is
hij zelfs de beste. Terecht zegt de met
koosnaam „Ome Piet" door de dames
aangesproken Zwanenburg: „Ik ben er
Kees Verkerk natuurlijk met de bontmuts, al was de temperatuur bijna tegen de lente aan in de olympische stad
Grenoble stond na zijn onttroning ats olympisch- en wereldrecordhouder 5000 m. meteen klaar om zijn opvolger
Fred Anton Maier geluk te wensen. Zo'n plaatje demonstreert een brokje fijne sportiviteit.
louter voor de technische zijde". En
dan staat de zaak stop. De meisjes, die
in het maatschappelijk leven niet
bar vgjl betekenen, zijn door die „Ome
Piet" naar de eerste drie plaatsen in
het wereldkampioenschap gebracht
naar vtff «lyntffsch* rmdaüles 1
hebben zij enkel en alleen aan hun
„Ome Piet" te danken. En dan wordt
er geklaagd dat „Ome Piet" hen niet
bezig kan houden, dat hij niet als
kindermeisje naast het bed gaat zitten,
dat zij zich in de maanden van voorbe
reiding zoveel moeten ontzeggen.
Aan de andere kant gaat men
prat op topsport te bedrijven. En dat
brengt consequenties met zich. Een top
sporter mag niet klagen over vroeg
naar bed moeten, hij of zij mag geen
aanmerkingen hebben op strenge trai
ningsschema's of andere dingen die
broodnodig zijn. Toch gebeurt dat en
als dat In een emotionele stemming
met grof geschut wordt geuit, is de af
faire alweer geboren.
Onsportief
Het moment telt dan niet, slechts de
woorden. „Zwanenburg moet weg"
klinkt het dan. Zwanenburg wordt als
een „dooie" afgeschilderd, alsof hij de
man is die de levensuren van zijn pu
pillen moet vullen. Bovendien is er toch
Henk van der Grift die als begeleider te
boek staat? Wat dat betreft hebben de
dames nog meer dan de heren. Het geeft
geen pas, het is onsportief, zelfs vlegel
achtig om de man die met zijn 54 jaar
net zoveel moet ontberen als zijn pupil
len. en zeker zo hard voor successen
werkt als zij, met een enkele zinsnede in
de vernieling te duwen.
Enig excuus is: het emotionele mo
ment waarop men meer zegt dan men
in feite wil. Woordvoerdster Carrie
Geijsen, die het bepaald niet zo erg
heeft bedoeld met te zeggen dat de da
mes zijn uitgekeken op Piet Zwanen
burg, liep dinsdagavond tijdens de re
ceptie die minister Marga Klompé gaf
Als Zwanenburg
weggaat hebben
«lei
dames dat aan
zichzelf te wijten
Geen zin
„Ome Piet" weet heus wel dat er van
pruilende vedetten af en toe uitspraken
komen, die men niet zo ernstig moet
nemen. Maar als hij weg gaat De
Graaff noch Zwanenburg hebben de
K.N.S.B. hierover iets bericht en van
deze zijde zijn evenmin pertinente aan
wijzingen hebben de dames dat aan
zichzelf te wijten. Er moet echter hoog
nodig een wel zeer open gesprek komen
tussen schaatsbondbestuurders. trai
ners, rijders en rijdsters. Er moet klaar
en duidelijk worden gesteld, wat er
moet gebeuren. Er moet bovenal meer
communicatie komen. En er mag de
vedetten best eens duidelijk worden ge
maakt, dat Nederland trots is op hun
prestaties, maar dat het niet hoeft als
ze tv zelf genoeg van hrliben
Doorsukkelen op deze manier heeft
geen zin. Dan maar wat minder. Liever
dan geprikkelde figuren die het inder
daad zwaar hebben, maar de sport zelf
hebben gekozen en er van doordrongen
moeten zijn, dat hun status als topspor
ter hun nu eenmaal verplichtingen op
legt die nagekomen moeten worden.
Het alternatief is alleen: stoppen, als er
niet voldoende belangstelling of wils
kracht in kan worden opgebracht
MaMar affaires kweken is een
onwaardige toestand, die echter
wel in de hand wordt gewerkt
door het falen van de schaats
bondsleiders van wie de straffe
hand de strenge maar rechtvaar
dige leiding en begeleiding steeds
meer een braakliggend terrein zal
worden. En dat zijn toch zaken
die in de eerste plaats de bonds-
leiding aangaan.
i sportredacteur Herman i
i Bergem
XENOBLE De Mondscheinsonate klonk door
t grote Ijsstadion. Twee atleten waren begonnen
een demonstratie van schoonheid en perfectie
sinds jaren zijn weerga niet heeft. Oleg Pro-
jpov (36) en Locdmilla Beloesova (33), na de
rplichte figuren bü het paarrüden slechts 0.3
L int hoger genoteerd dan hun landgenoten Tatia-
Jouckchesternava en Alexandre Gorelik. kenden
cn zenuwen. Zü wisten dat hun Kür het toppunt
n meesterschap en beheersing is- Schijnbaar
oeiteloos werden de figuren op het üs geregen.
Ie bewegingen precies op de muziek en zo syn-
dat het soms leek alsof iemand met zijn
haduw demonstreerde.
viel sterk terug en eindigde zelfs nog achter het
derde Russische paar, Tamara Moskvina en
Alexei Mlchine, die in dit concours d'élégance op
de schaats als laatste van de achttien paren
waren gestart en met een frisse Kür voor een
opgewekt einde zorgden.
De waardering van de jury was voor het publiek
in de wederom uitverkochte hal 12.000 toe
schouwers), hoewel er geen Frans paar deelnam,
aanleiding nog eens het ongenoegen uit te fluiten.
Maar met hun cijfers tussen 5.5 en 5.7 voor de
inhoud en voor de uitvoering tussen 5.5 en 5.8
konden de Russen toch oprukken van de zevende
naar de vierde plaats. Het peil van het paarrijden
was hoog, er waren slechts weinig d io's, die met
het gemiddelde niet meekonden, maar ook zij
kregen van het sportieve Franse publiek altijd een
waarderend applaus en een stimulans als het even
mis was gegaan. Het grote ijsstadion, dat al vele
malen voor Ijshockey en kunstrijden is tfit-
de grootste successen
De uitslag van het paarrijden was:
3. Loedmilla Beloesova/Oleg Protoppopov (Rusl.)
plaatscijfer 10. 315,2 punt2. Tatjana Tsjoek,
Alexander Gorelik (Rusl.) 17—312,3: 3. Margol
Glockshuber/Wolfgang Danne (W.-Dld) 31
304,4; 1. Heidemarie Steiner/Helnz Ulrich Wal-
ther (O.-Dld) 37,5303,1; 5. Tvamara Moskvina/
Alexander Misjin (Rusl.) 44,5—300,3; 6. Cynthia
en Ronald Kauffman (V.S.) 56297,0; 7. Sandy
Sweitzer/Roy Wageleln (V.S.) 66294,5; 8. Gu-
drun Hauss/Walter Haefner (W.-Dld) 66293,6;
9. Irene Müller/Hans-Georg Dallmer (O.-Dld)
81289,4; 10. Buhunka Sramkova/Jan Sramek
(Tsj.-Sl.) 92—285,5.
Goed verliezer
„Het is uit, ik heb verloren". Tot deze nuchtere
uitspraak was wereldkampioen Emmerich
Danzer eerder op de dag gekomen, nadat hij b(J
de verplichte figuren een achterstand van
tweeëndertig punten op zijn leidende landgenoot
Wolfgang Schwarz had opgelopen. „Het 1# ge
makkelijk een goed winnaar te zijn. nu moet ik
ook tonen een goed verliezer te kunnen zijn",
zei Danzer na zijn nederlaag, die hem in het
gunstigste geval nog ruimte laat voor een
bronzen medaille. „Voor ik aan mijn eerste figuur
begon, was lk overtuigd van de eindoverwinning.
Het is een enorme deceptie geworden".
Wolfgang Schwarz verklaarde na afloop zelf
bewust: „Ik ben er zeker van ln staat te zijn mijn
voorsprong te behouden. Doorslaggevend was,
dat Emmerich ditmaal geen „Danzerjury" tot zijn
beschikking had. Eindelijk is het nu eens recht
vaardig toegegaan tussen ons belden".
Het commentaar van olympisch kampioen Man
fred Schnelldorfer na de sensatie in het ijs
stadion; „Ik heb ln het voorjaar bij de wereld
kampioenschappen in Davos reeds gezegd, dat de
verplichte figuren niet Danzers sterkste zijde zijn.
Men lachte mij toen uit en ik werd voor jaloers
uitgekreten. De experts zullen mij nu gelijk
moeten geven"
1. Wolfgang Schwarz (Oostenrijk) plaatscijfer
16.5, 1006.6 punt; 2. Timothy Wood (V.S.) 21.0
992.4; 3. Patrick Pera (Fr.) 22.5—990.5; 4. Em
merich Danzer (Oostenrijk) 31.5974.6; 5. On-
drej Nepela (Tsj.-Sl.) 65.0924.4; 6. Gary Vis
conti (V.S.) 65.0—922.1; 7. Peter Kriek (Did)
68.0—920.3 8. John Petkevieh (V.S.) 73.0—911.2;
9. Jay Humphry (Canada) 78.0914 8; 10. Gün-
ter Zöller (O.-Dld) 82.0—906.L
Gracieus en perfect; superlatieven, (Us betrekking hebben op de prestaties
van de meervoudige Russische wereldkampioenen LudmUla Helusovn en haar
echtgenoot Oleg Protopopov, die in een bijna volmaakte Kür de olympischs
titel kunstrijden voor paren tot zich trokken.