Er zijn er een heleboel en ze willen allemaal hetzelfde: een medaille PATER BAUER TRACHT CANADA WEER 'N EIGEN IJSHOCKEYGEZICHT TE GEVEN Meisjes klagen over „Ome PieV SCHENK: „ZE MOETEN ME MAAR EENS HELEMAAL UIT ELKAAR HALEN" Nederlandse dames het best uit olympische schaatsstrijd Stien Kaiser: „Ik ga ermee door, al word ik honderd Ans Schut: „Tegen die tijd achter de kinderwagen Olympische resultaten Sport is prachtig, maar niet het voornaamste DINSDAG 13 FEBRUARI 1968 DE LEIDSE COURANT PAGINA 7 (Van onze sportredacteur Herman van B er gem) GRENOBLE Uit het zonnige Devos, na een overnachting in Genève, in het druilige Greno ble waar het weer voor de zoveelste maal is ge wijzigd. In de middaguren verkenden de vier man, die voor Nederland zijn ingezet in de olympische schaatsstrijd, de baan. Ze hedden de Oranjemut- ten maar opgezet en Kees Verkerk reed met zijn onafscheide lijke bontmuts. Trainer Wim de Graaff draaide rondjes als een schoonrijder en Kees Broekman, die eigenlijk alleen oog mag hebben voor zijn Italiaanse pupillen, reed met zijn brede borst achter Kees Verkerk aan en vroeg of het niet een beetje sneller kon. Det kon, want de wereldkampioen zit, zoals Kees Broekman het zei „erg los". Overigens wordt Broekman in de „betere schaatskringen" als potentieel kandideat genoemd als trainer van de dames, indien Piet Zwanenburg inderdaad mocht beslui ten zijn functie neer te leggen. Kees Broekman trok er de lippen voor naar beneden en de wenkbrouwen vragend omhoog, omdat hem daarvan niets ter ore was gekomen. Piet Zwanenburg zal het eerst nog eens met zijn vrouw doorpraten, die heeft gezegd: „Wat zullen we nou krijgen. Als het goed gaat eruit scheiden?". Trainer De Graaff: samenwerking veel verbeterd Maar Zwanenburg denkt aan de lege 'onden thuis als hij maanden weg is t zijn vrouw alleen zit. Hij denkt ook m zijn leeftijd „ik ben tenslotte 'er de vijftig" en zo zal het dus grotendeels afhangen van het gesprek n het echtpaar Zwanenburg of de dames eventueel een andere trainer zullen krijgen. Kees Verkerk is als vanouds: de ene kwinkslag na de andere. Vóór de Neder landse ploeg trainden de Noren en Kees heeft Fred Anton Maier zo gejend, dat naar vroegtijdig van de baan ver dween. Per Willy Guttormsen, door Kees Verkerk zo nadrukkelijk als kan didaat voor goud op de 5 en 10 kilo meter aangeprezen dat hij er stil van werd, knikt als tegenprestatie met het hoofd in de richting van de wereld kampioen, die na de training ietwat mokkend opmerkte: „Ze hadden ons beter tot vlak voor de wedstrijden In Davos kunnen laten. Met dit weer heb je er toch helemaal geen zin in". ELKE DAG KNOKKEN „En nu moet niemand me vragen wat er gaat gebeuren, want voor mij is het zo: er zijn er een heleboel en ze willen allemaal hefetslfde: een medaille. Ook de jongens die er normaal niet aan te pas komen. maas. hier alles uitstallen wat ze hebben ep die ene afstand die ze zullen rijden. Het wordt elke dag weer knokken". Kees Broekman blijft bij zijn voorspelling dat er voor de Nederlandse nummer één enige medail les liggen te wachten. „De grootste knokker zal Kees zijn. Hij gaat goed. Ik heb het gemerkt, toen ik achter hem reed. Hij is er voor mij weer helemaal en dan weet iedereen wat dat kan be tekenen". Ard Schenk is er niet. HU ging wat sloom over de baan en greep af en toe naar z|)n rug als hU iich oprichtte. Ard Schenk is ook weinig te spreken over het feit dat hU niet is ingeschreven voor de 5000 meter. Maar toen hfj de baan afstapte ontsnapte hem dit: „Ze moeten me maar eens helemaal uit elkaar halen. Ik geloof dat er niet veel goeds meer aan me zit". Maar de pees ontsteking aan zUn rechtervoet, waar mee hU in Oslo heeft moeten rUden, is geheel genezen, dat wel. Voor Peter Nottet was het ook weinig aanlokkelijk om op de baan in de regen te trainen. „Het lijkt net de Jaap Eden- baan in Amsterdam tijdens het Neder lands kampioenschap". Het zag er ook allemaal weinig opwekkend uit in dit oord, dat hoe langer hoe meer een mis greep gaat lijken. In de bergen smelt de sneeuw qmdat het daar vijf graden boven nul is. De bobsleeërs konden gisteren weer niet trainen omdat de baan één druipgrot was. In de regen moest Jean Claude Killy de enige over wie in Franse kranten pagina's vol wordt geschreven terwijl de meeste andere evenementen er veel schameler afkomen en het schaatsen wordt vermeld om volledig te zijn zijn tweede gouden plak ver- (Van ome sportredacteur Herman von B er gem) GRENOBLE Twee bronzen medailles voor een wereld kampioene lUken niet zoveel. Stien Kaiser denkt er zelf an ders over. Ze zegt: „Met die bronzen plak op de 3000 meter ben ik dolgelukkig. Ik ben er blUer mee dan met het brons op de 1500 m. Toen Ans Schut die mooie tüd reed, wist ik dat ik haar niet meer kon ver dringen. Daarvoor ging ik de laatste dagen te slecht. Maar dat ik er toch nog in slaagde de derde plaats te bemachtigen, schenkt me heel veel voldoe- Als Stien Kaiser inderdaad voorbij Ans Schut had willen komen, had ze zeer dicht in de buurt van haar eigen wereld record van 4.54.6 moeten rijden en dat zat er ten enenmale niet in. Op het door de régen hob belige ijs kwam Stien Kaiser tot een uiterst fraaie prestatie en bracht ze het totaal aantal medailles voor Nederland op vijf, de meeste van alle deel nemende landen. Het gaf haar ook de impuls om op te merken: „Dat ik niet zo goed heb ge reden als men verwachtte, doet er voor mij niet toe. Ik rijd voor mijn plezier en ik ga ermee door, al word ik honderd". Met twee gouden Carrie Geijsen en Ans Schut, een zil veren (Carrie Geijsen) en twee bronzen medailles (Stien Kaiser) is Nederland toch nog het best uit de strijd ge- STIEN KAISER komen. De optimistische woor den van Piet Zwanenburg „we halen er zeven" zijn niet bewaarheid, maar vijf is toch altijd een aantal om mee te geuren. Alleen dank zij de drie meisjes die op de sprint sterk rijden, kwam Amerika aan drie medailles in zilver, plus nog een bronzen (resp. Mary Meyers, Diana Holum en Jennifer Fish op de 500 m en Diana Holum op de 1000 m). Finland moest het doen met een gouden medaille van Kaja Mustonen op de 1500 m en zij behaalde ook zilver op de 3000 m. Eenzelfde resultaat was voor Rusland weggelegd voor Lud- milla Titova, de enige die kon Weer is Rusland de grote ver liezer geweest. Niet Lasmo Kauniste, die in Helsinki naar de ereplaats in het wereld kampioenschap reed, speelde een rol van betekenis, noch Lydia Skoblikova, die met goud beladen uit Innsbruck kwam en in Grenoble nog eens een gooi wilde doen en evenmin Anna Sablina die op de uit slagenlijsten op een bescheiden plaats figureert. Alleen de Russische kampioene Titova kon meekomen in het elitegezel schap waarin Nederland weder om de hoofdrol vervulde, maar niettemin een geval van on behagen achterliet. Spaak in wiel Er was zonder meer op een on stuitbare rush naar het goud gerekend, er heerste de mening dat op de 3000 meter alleen Nederlandse dames de afstand aan zouden kunnen en dat er dus, vooral dus, drie plakken op die afstand In moesten zitten. Er zijn er twee uitgekomen. Want hier stak de Finse Mus- tonen een spaak in het wiel. Ans Schut reed zonder meer voor treffelijk, al had zij de omstan digheden mee. Voor Stien Kaiser was het de laatste kans zich te revancheren op zichzelf. ANS SCHUT Dat heeft zij gedaan. Want zij ging als eenling over de baan, omdat de Noorse Karin Kaaring geen partner was en zij moest bovendien optornen tegen regen en een daardoor in een steeds minderen conditie ver kerende baan. Voor Ans Schut was de stimu lans van Helsinki, waar zij de 3000 m ook won, zo groot dat zij het povere werk op de 1500 m (12de plaats) geheel uitwiste. Zij is de typische stayer die eigenlijk niet eens op de ander halve kilometer had mogen starten. Het had evenmin zin als de komst van Stien Kaiser op de 500 m, waarop ze toch kansloos is. Nuchtere Ans Schut was in de wolken met haar gouden medaille, maar aan haar olympische record hechtte ze niet veel waarde. „Dat raak ik over vier jaar gegarandeerd kwijt. Doet me niets, want dan ben Ik er toch niet meer bij. Ik ben verloofd en tegen die tijd hoop ik achter de kinder wagen te lopen. Ten hoogste twee jaar wil ik nog schaatsen, binnen die tijd ben ik ge trouwd". Top is wankel Dat betekent dus dat Neder land een sterke rijdster die nog wel even mee kan ze is pas 23 jaar kwijt raakt. Van Willy Burgmeijer mag echt niet zo bar veel worden verwacht en Elly van de Brom is nog niet in staat de langere afstan den aan te kunnen. Wel de sprint en de 1000 m op welke afstand zij bepaald onder haar kunnen bleef. En ondanks het optimisme van Stien Kaiser „al word ik 100" moet er toch rekening worden gehouden met het feit dat zij de weg zal moeten gaan die vroegere grootheden ook noodgedwongen hebben moeten inslaan. De top is wankel en er volgt onherroepelijk een teruggang; Carrie GeUsen heeft zich ont popt als de rijdster van de zeer nabUe toekomst. Olympische winterspots Onenigheid over het bezetten van plaatsen wordt In de wintersportoor den rondom Grenoble opgelost met het enige wapen dat aanwezig Is: af en toe sneeuw. In Autrans kreeg men ruzie over de plaatsen. In een mi nimum van tijd ontstond een enorm gevecht, met sneeuwballen als pro jectielen. Toen de witte stof was op getrokken. waren echter kletsnatte plaiunen overgebleven. Het aantal ongelukken bij de Olym pische Spelen neemt onrustbarend toe. Men is er zelfs toe overgegaan elke dag een lijst van geblesseerden aan te leggen. Meestal valt het wel mee met de blessures, maar de lijst van uitgeschakelden neemt niettemin van dag tot dag toe. In een afde ling van het nieuwe militair hospitaal in La Tronche waarheen de meeste geblesseerden worden vervoerd, het begint er al aardig vol te raken met been-, arm- en andere breuken kwamen er bijna nop wat gewon den bij, omdat een ontploffing ont stond door een lek in de gasleiding. Het bleef bij een aantal pebroken Na alle wedstrijden wordt, zoals be kend, controle op doping uitgevoerd. Tot nu toe heeft niet één onderzoek een positief resultaat opgeleverd. Wat dat betreft blijken Olympische Spelen zuiver te zijn. In de boxen van het perscentrum waar de officiële gegevens liggen of in de hal van de diverse flats, zijn van vrijwel alle landen boekjes met gegevens betreffende de deelnemers van die landen te verkrijgen. Van Nederland ligt er niets. Daarnaar ge- vraagd was het antwoord: „We heb ben ze wel, maar ze liggen In Ne derland". Een mens kan eens in de vier Jaar best wel eens wat verge ten. Kleine regiefout in Chamrousse: daar staat een muziekkorps dat de evene menten opluistert. De muzikanten hadden het te koud ln hun blazers en er werd om anoraks gevraagd. Toen de kist arriveerde en de musici meenden lekker warm gekleed te kunnen gaan, zat er een gaskachel in. En die is zo moeilijk aan te slui ten midden ln de sneeuw. Met het rodelen zit de organisatie diep in de put. Voor gisterochtend (maandag) stond in Vlllard-de-Lans weer een evenement op het program ma. De Jury had besloten dat er om acht uur in de ochtend zou worden gestart. Helaas het ging voor de zo veelste keer niet door. Het regende en niet zo zacht. Het officieel bekend gemaakte aanvangstljdstlp moest tenminste 48 uur worden verschoven. Men hoopt het rodelen nu In elk ge val voor het sluiten van de spelen te kunnen afwerken. ovéren; na de afdaling nu ook de re slalom. Tussen, al dat minder vroIUke korte maar veelzeggende verklaring trainer Wim de Graaff: „De king met de jongens is prima. Die is veel verbeterd". De vierde man, Jan Bols, hield zich wat afzijdig. Op voorstel van Kees Verkerk „we hebben ons zakgeld nog Medaille- feest in Oranje kamp Het ioas gisteren ,,medattlefeest" in hot Nederlandse kamp. De juist gearriveerde heren/ploeg deelde in de feestvreugde. Stien Kaiser, Ans Schut en Carry Geysen op de schouders. Op de voorgrond Jan Bols, Peter Nottet en Ard Schenk. niet gekregen" gaf de „pers" een rondje koffie in de aan de schaatsbaan grenzende bowling, op voorwaarde dat er niet over schaatsen en desnoods dan maar over ijshockey zou worden ge praat. Jan Bols nestelde zich aan het eind van de tafel naast schaatsdokter Lap. Hij trok zich van het hele circus rondom hem, van de wederom aan de gang zijnde welbekende psychologische oorlogsvoering, niets aan. Jan Bols gaat zijn eigen gang. Hij zat met zijn gebruinde hoofd, één bonk ge zondheid en lekker afgetraind zoals het een pure atleet betaamt stil voor zich uit te kijken. Maar als die vulkaan straks tot eruptie komt, en dat kan net zo goed in Grenoble als een week later in Gotenburg zijn, kan de concurrentie ervan lusten. Want als Kees Broekman gelijk krijgt met Kees Verkerk, mag hij Thermometer van de plakken GRENOBLE. Na de drie gisteren gehouden onderdelen, is de medaille verdeling op de Olympische Winter spelen als volgt: goud zilver brons Noorwegen 2 2 1 Frankrijk 2 2 0 Nederland 2 12 Italië 2 0 0 Ver. Staten 13 1 Finland 12 1 Rusland 12 1 Oostenrijk 113 West-Duitsland 110 Tsjecho-Slowakije 1 0 l Zweden 1 0 1 Zwitserland 0 2 1 Oost-Duitsland 0 11 Roemenië 0 0 1 Er is geen juichstemming te voren als bij de dames, maar het is ook beter zo. GRENOBLE. De uitslag van de vijf kilometer cross country voor dames luidt: 1. Toini Gustafsson (Zweden) 16.45,2; 2. Galina Koslakova (Rusland) 16.48,4; 3. Alevtina Koltsjina (Rusland) 16.51,6; 4. Barbro Martinsson (Zweden) 16.52,9; 5. Marjatta Kajosmaa (Finland) 16.54,6; 6. Rita Asjkina (Rusl.) 16.55,1; 7. Inger Aufles (Noorw.) 16.58,1; 8. Senja Pusuta (Finland) 17.00,3; 9. Stefania Biegun (Polen) 17.03,4; 10. Berit Moerdre (Nrw.) 17.11,9. ADO met v. Miert tegen militairen DEN HAAG. Piet van Miert, de ADO-speler, die lange tijd door een ernstige blessure uit de roulatie is ge weest, zal morgenavond zo goed als zeker de ADO-aanval leiden tegen het Nederlandse militaire elftal ln het Zui derpark. De opstelling van ADO luidt: Thie - Van der Burch, Weimar, Mansveld, Vos - Jochems, De Zoete - Pas, Hou- waart. Van Miert, Aarts. Lambert Maassen heeft van trainer Happel een rustdag gekregen. Onenigheid in schaatsploeg (Van een onzer verslaggevers) GRENOBLE Ondanks de olympische buit vijf medailles w.o. twee gouden is toch zeker fenomenaal kan de stemming in de Nederlandse dameséquipe nauwelijks opgewekt worden genoemd. De oorzaak is te zoeken in de leiding van de Rotterdammer Piet Zwanenburg, die in de ogen van Stien Kaiser en Carrv Geyssen geen genade meer kan vinden. Beide rijdsters vinden hem te oud en te slap voor het werk, beide meisjes vinden ook dat zij boven hem zijn uitgegroeid. Piet Zwanenburg zelf, die vier seizoenen de hardrijdsters heeft begeleid en hen ook naar het eerste plan heeft opgezweept, ziet het niet zo somber in „Ik denk er zelf aan ermee te stoppen. Het is niet leuk meer elk jaar zo'n maand of vier van je familie weg te zijn." (Van onze sportredacteur Herman van Bergem GRENOBLE Elk ijshockeyteam heeft In Gre noble zUn eigen trainingstUd, een uur per dag. Vraag paler David Bauer niet of zUn Canadese ploeg die training nog wel nodig heeft. De neder laag tegen Finland vooral zit hem, trainer Jack McLeod en de spelers danig dwars. Vier Jaar al probeert coach Bauer het land, dat de bakermat van dexe sport is, weer een eigen Ushockeygezlcht te geven. Sinds hU zich intensief met de nationale formatie ging bemoeien, in Innsbruck 1964, zlin de grote successen uitgebleven. Voor trainer McLeod een gruwel, voor de pater niet zo bUster erg. Hem sUr.t iets anders voor ogen dan louter sportieve successen behalen. Hij bevindt zich ook niet op de baan, waar McLeod met knauwende stem de spelers aan vuurt. Er wordt geoefend op de aanval. De ver dedigers worden op de proef gesteld en tot slot van een oefenpartij stellen alle spelers zich naast elkaar op met ieder een puck voor zich. In mi trailleurtempo wordt dat ding op de goalie afge vuurd, die armen en benen te kort komt om zo veel mogelijk schoten te keren. „Ken Broderick", zegt pater Bauer, „is een goede doelman, maar geen Seth Martin, en dat heeft ons een klap gegeven. Seth Martin ging als prof naar de St.-Louis Blues en we raakten nog twee verdedigers kwijt aan profclubs. Dal hebben we voor deze Spelen niet kunnen opvangen. Onze teamgeest is goed, de spirit is er, maar het man keert ons aan een ijzersterke verdediging. Wij zullen er dus dit jaar weer niet komen", oordeelt de pater wat triest, maar hij kan er, in tegen stelling tot McLeod, toch nog een glimlach bij produceren. McLeod kijkt nors voor zich uit. Zijn instelling ten opzichte van het Canadese ijshockey is nu eenmaal totaal anders dan die van de in een licht blauwe sweater geklede pater David Bauer, die zelf in jongere jaren een zeer verdienstelijk ijs hockeyer was en zich via het college in Vancouver waar hij leraar is, in de sport heeft begeven. Niet waar „Sport is prachtig", zegt pater Bauer, „maar h"t is niet het voornaamste. Sport moet de jongens en meisjes harden, maar dat moet niet ten koste van alles gaan. Ook niet ten koste van de sporti viteit. Ik weet het, we hebben de Mam, dat we woest spelen, ruw zegt men soms, dat is niet waar. We spelen mannelijk en dan heb ik het natuurlijk alleen over de amateurs. Is het nou zo erg als een goed beschermde tegenstander een opdoffer krijgt, zelfs al zou die bulten de regels zijn? Moet je eens zien hoe ze elkaar In een trainingsmatch te lijf gaan. Maar sport moet tot iets anders leiden. Tot iets hogers. En die taak heb ik me als coach gesteld. Niet het veroveren van een wereldtitel of een gouden medaille is mijn grootste succes, maar het meewerken aan de vorming van goede mensen, die ook in de maatschappij tegen een stootje kunnen. En daar voor is ijshockey nu net bijzonder geschikt, af gezien van het feit, dat ik er nog altijd een beetje weg van ben." „Ik kijk mijn ogen uit op de ploeg van Finland Dat zijn knapen die de sport bedrijven zoals het moet. Ze zitten vol energie, hebben een sterke wil om te winnen, ze houden zichzelf in opperste conditie. Het is fijn om zulke sportmensen te zien en ik hoop alleen maar, dat het niet hun enige doel is. Verdenk me er niet van, dat ik erop uil ben een preek te houden. Daarvoor heb ik wel andere gelegenheden, maar het moet me toch steeds weer van het hart, dat sport alleen een mid'del is tot vorming van de totale mens. Ik ben blU. dat ik daaraan kan meewerken en dat mijn superieuren inzien dat ik niet de man ben die er extra-vekentle uitsleept om met de UAockeyere Binnen de regels Jack McLeod beloert intussen met arendsogen zijn spelers en springt met een woeste kreet over de balustrade. Hij jaagt zijn mannen op naar een hoger tempo en verzorgt inmiddels een speler, die ln de oefenpartij als een botsautootje tegen de omheining is gekwakt. „Maar dat ging binnen de regels", merkt pater Bauer op, die geen mo ment de ploeg uit het oog verliest. En evengoed, als ze in de avonduren hebben gespeeld, om half een in de nacht nog met hen aan tafel gaat zitten in het restaurant van het olympisch dorp. Hij volgt de andere ploegen ook, geeft af en toe technisch of tactisch advies, maar beweegt zich verder niet op het terrein van de trainer, met wie hij wel samen de selectie voor Grenoble heeft samengesteld. „Allemaal pure amateurs", zegt pater Bauer, „het zijn allemaal studenten en een paar leraren. Ons ijshockey op de high schools en de colleges is goed, zonder meer. Maar Ja, als er een pertinente uitblinker is, verdwijnt hij naar een profclub waar grof geld verdiend kan worden. Ik ben er wel trots op, dat wij een zuiver ama- teurteam hebben. Voor mij is Rusland de grote favoriet, dat is een zeer sterk team, maar mag ik er misschien aan twijfelen of ze halve profs sljn? En in elk geval minder amateur dan wij? Carry Geijssen heeft zich moeilijk kun nen inhouden. Onmiddellijk na het laat ste schaatsnummer, de drieduizend me ter, is zij losgebarsten in een aantal ver wijten aan het adres van Ome Piet. Zij was hevig verontwaardigd, dat men haar niet had ingeschreven voor die afstand. „Net of ik er niet goed genoeg voor ben. Zwanenburg had me ook al op de 500 meter laten vallen en daarop ben ik notabene nationaal kampioene. Maar hij vond het anders zo zielig voor Willy Burgmeijer. Of sentimenten bij zulke be langrijke zaken moeten meetellen". Carry Geijssen, Amsterdams meisje en allerminst op haar mondje gevaiien, weet waar zjj hel over heelt. Piet Zwanenourg scnuift ae verwijten van Carry op net adres van de Techniscne Commissie van de Bond. Maar per slot van rekemng bnjit hij de man loch, wiens slem door slaggevend moet zijn. Daarvan juist heo- ben Carry en Stien heel weinig gemerkt. Groot bezwaar is, dat urne Piet wel kun juichen als er een prestatie wordt gele verd, maar bij een teleurstelling een i ija- ster niet kan opvangen. Spreaeno voor- oeeid is Snen Kaiser, die na haar pracn- tige resultaten in Helsinki pioiseung in een depressie belandde. Wat nceu de i coach gedaan om ae wereldkampioene over dat punt heen te heipen/ „Niets is de mening van Carry ueijssen. „Ln dai kan hij ook mei; zijn auure is te beKrompen voor ons geworden. Dentc nu niet dat Btien uitgeiangeerd ls. Zo da delijk is zij weer de oude en gaat zij j ons weer als een schim voorbij. Piet Zwanenburg Had In Grenoble «nes moe- 1 ten doen' om Stien in haar gewone doen I te brengen". Bezwaren zijn ook nog, dat Ome Piet zich in het buitenland zo moeilijk ver staanbaar kan maken. Hij spreekt nau welijks een vreemde taal. Het is beslist niet goed als rijdsters gaan klagen, dat de coach op hun zenuwen gaat werken. De K.N.S.B. had dat allang moeten we ten. In Grenoble wist het bestuur (na tuurlijk present) er nog niets van. Carry Geijssen heeft zich tenslotte niet kunnen inhouden. Wie de twee meisjes wel als coach graag zouden hebben? Kees Broekman, die in Italië rijders opleidt, o.a. de al wat grijzende hardrijder De Riva.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1968 | | pagina 7