Er zijn er een heleboel en ze willen
allemaal hetzelfde: een medaille
PATER BAUER TRACHT CANADA WEER
'N EIGEN IJSHOCKEYGEZICHT TE GEVEN
Meisjes klagen
over „Ome PieV
SCHENK: „ZE MOETEN ME MAAR EENS HELEMAAL UIT ELKAAR HALEN"
Nederlandse dames het best uit olympische schaatsstrijd
Stien Kaiser: „Ik ga ermee
door, al word ik honderd
Ans Schut: „Tegen die tijd
achter de kinderwagen
Olympische
resultaten
Sport is prachtig,
maar niet
het voornaamste
DINSDAG 13 FEBRUARI 1968
DE LEIDSE COURANT
PAGINA 7
(Van onze sportredacteur Herman van B er gem)
GRENOBLE Uit het zonnige Devos, na een
overnachting in Genève, in het druilige Greno
ble waar het weer voor de zoveelste maal is ge
wijzigd. In de middaguren verkenden de vier man,
die voor Nederland zijn ingezet in de olympische
schaatsstrijd, de baan. Ze hedden de Oranjemut-
ten maar opgezet en Kees Verkerk reed met zijn onafscheide
lijke bontmuts. Trainer Wim de Graaff draaide rondjes als een
schoonrijder en Kees Broekman, die eigenlijk alleen oog mag
hebben voor zijn Italiaanse pupillen, reed met zijn brede borst
achter Kees Verkerk aan en vroeg of het niet een beetje sneller
kon. Det kon, want de wereldkampioen zit, zoals Kees Broekman
het zei „erg los". Overigens wordt Broekman in de „betere
schaatskringen" als potentieel kandideat genoemd als trainer
van de dames, indien Piet Zwanenburg inderdaad mocht beslui
ten zijn functie neer te leggen. Kees Broekman trok er de lippen
voor naar beneden en de wenkbrouwen vragend omhoog, omdat
hem daarvan niets ter ore was gekomen. Piet Zwanenburg zal
het eerst nog eens met zijn vrouw doorpraten, die heeft gezegd:
„Wat zullen we nou krijgen. Als het goed gaat eruit scheiden?".
Trainer De Graaff:
samenwerking
veel verbeterd
Maar Zwanenburg denkt aan de lege
'onden thuis als hij maanden weg is
t zijn vrouw alleen zit. Hij denkt ook
m zijn leeftijd „ik ben tenslotte
'er de vijftig" en zo zal het dus
grotendeels afhangen van het gesprek
n het echtpaar Zwanenburg of de
dames eventueel een andere trainer
zullen krijgen.
Kees Verkerk is als vanouds: de ene
kwinkslag na de andere. Vóór de Neder
landse ploeg trainden de Noren en Kees
heeft Fred Anton Maier zo gejend, dat
naar vroegtijdig van de baan ver
dween. Per Willy Guttormsen, door
Kees Verkerk zo nadrukkelijk als kan
didaat voor goud op de 5 en 10 kilo
meter aangeprezen dat hij er stil van
werd, knikt als tegenprestatie met het
hoofd in de richting van de wereld
kampioen, die na de training ietwat
mokkend opmerkte: „Ze hadden ons
beter tot vlak voor de wedstrijden
In Davos kunnen laten. Met dit weer
heb je er toch helemaal geen zin in".
ELKE DAG KNOKKEN
„En nu moet niemand me vragen
wat er gaat gebeuren, want voor mij is
het zo: er zijn er een heleboel en ze
willen allemaal hefetslfde: een medaille.
Ook de jongens die er normaal niet aan
te pas komen. maas. hier alles uitstallen
wat ze hebben ep die ene afstand die
ze zullen rijden. Het wordt elke dag
weer knokken". Kees Broekman blijft
bij zijn voorspelling dat er voor de
Nederlandse nummer één enige medail
les liggen te wachten. „De grootste
knokker zal Kees zijn. Hij gaat goed. Ik
heb het gemerkt, toen ik achter hem
reed. Hij is er voor mij weer helemaal
en dan weet iedereen wat dat kan be
tekenen".
Ard Schenk is er niet. HU ging wat
sloom over de baan en greep af en toe
naar z|)n rug als hU iich oprichtte. Ard
Schenk is ook weinig te spreken over
het feit dat hU niet is ingeschreven
voor de 5000 meter. Maar toen hfj de
baan afstapte ontsnapte hem dit: „Ze
moeten me maar eens helemaal uit
elkaar halen. Ik geloof dat er niet veel
goeds meer aan me zit". Maar de pees
ontsteking aan zUn rechtervoet, waar
mee hU in Oslo heeft moeten rUden, is
geheel genezen, dat wel.
Voor Peter Nottet was het ook weinig
aanlokkelijk om op de baan in de regen
te trainen. „Het lijkt net de Jaap Eden-
baan in Amsterdam tijdens het Neder
lands kampioenschap". Het zag er ook
allemaal weinig opwekkend uit in dit
oord, dat hoe langer hoe meer een mis
greep gaat lijken.
In de bergen smelt de sneeuw qmdat
het daar vijf graden boven nul is. De
bobsleeërs konden gisteren weer niet
trainen omdat de baan één druipgrot
was. In de regen moest Jean Claude
Killy de enige over wie in Franse
kranten pagina's vol wordt geschreven
terwijl de meeste andere evenementen
er veel schameler afkomen en het
schaatsen wordt vermeld om volledig
te zijn zijn tweede gouden plak ver-
(Van ome sportredacteur
Herman von B er gem)
GRENOBLE Twee bronzen
medailles voor een wereld
kampioene lUken niet zoveel.
Stien Kaiser denkt er zelf an
ders over. Ze zegt: „Met die
bronzen plak op de 3000 meter
ben ik dolgelukkig. Ik ben er
blUer mee dan met het brons
op de 1500 m. Toen Ans Schut
die mooie tüd reed, wist ik dat
ik haar niet meer kon ver
dringen. Daarvoor ging ik de
laatste dagen te slecht. Maar
dat ik er toch nog in slaagde
de derde plaats te bemachtigen,
schenkt me heel veel voldoe-
Als Stien Kaiser inderdaad
voorbij Ans Schut had willen
komen, had ze zeer dicht in de
buurt van haar eigen wereld
record van 4.54.6 moeten rijden
en dat zat er ten enenmale niet
in. Op het door de régen hob
belige ijs kwam Stien Kaiser
tot een uiterst fraaie prestatie
en bracht ze het totaal aantal
medailles voor Nederland op
vijf, de meeste van alle deel
nemende landen. Het gaf haar
ook de impuls om op te merken:
„Dat ik niet zo goed heb ge
reden als men verwachtte, doet
er voor mij niet toe. Ik rijd
voor mijn plezier en ik ga ermee
door, al word ik honderd".
Met twee gouden Carrie
Geijsen en Ans Schut, een zil
veren (Carrie Geijsen) en twee
bronzen medailles (Stien
Kaiser) is Nederland toch
nog het best uit de strijd ge-
STIEN KAISER
komen. De optimistische woor
den van Piet Zwanenburg
„we halen er zeven" zijn
niet bewaarheid, maar vijf is
toch altijd een aantal om mee
te geuren. Alleen dank zij de
drie meisjes die op de sprint
sterk rijden, kwam Amerika
aan drie medailles in zilver,
plus nog een bronzen (resp.
Mary Meyers, Diana Holum en
Jennifer Fish op de 500 m en
Diana Holum op de 1000 m).
Finland moest het doen met een
gouden medaille van Kaja
Mustonen op de 1500 m en zij
behaalde ook zilver op de 3000
m. Eenzelfde resultaat was voor
Rusland weggelegd voor Lud-
milla Titova, de enige die kon
Weer is Rusland de grote ver
liezer geweest. Niet Lasmo
Kauniste, die in Helsinki naar
de ereplaats in het wereld
kampioenschap reed, speelde
een rol van betekenis, noch
Lydia Skoblikova, die met goud
beladen uit Innsbruck kwam
en in Grenoble nog eens een
gooi wilde doen en evenmin
Anna Sablina die op de uit
slagenlijsten op een bescheiden
plaats figureert. Alleen de
Russische kampioene Titova kon
meekomen in het elitegezel
schap waarin Nederland weder
om de hoofdrol vervulde, maar
niettemin een geval van on
behagen achterliet.
Spaak in wiel
Er was zonder meer op een on
stuitbare rush naar het goud
gerekend, er heerste de mening
dat op de 3000 meter alleen
Nederlandse dames de afstand
aan zouden kunnen en dat er
dus, vooral dus, drie plakken
op die afstand In moesten zitten.
Er zijn er twee uitgekomen.
Want hier stak de Finse Mus-
tonen een spaak in het wiel. Ans
Schut reed zonder meer voor
treffelijk, al had zij de omstan
digheden mee. Voor Stien
Kaiser was het de laatste kans
zich te revancheren op zichzelf.
ANS SCHUT
Dat heeft zij gedaan. Want zij
ging als eenling over de baan,
omdat de Noorse Karin Kaaring
geen partner was en zij moest
bovendien optornen tegen
regen en een daardoor in een
steeds minderen conditie ver
kerende baan.
Voor Ans Schut was de stimu
lans van Helsinki, waar zij de
3000 m ook won, zo groot dat
zij het povere werk op de 1500
m (12de plaats) geheel uitwiste.
Zij is de typische stayer die
eigenlijk niet eens op de ander
halve kilometer had mogen
starten. Het had evenmin zin
als de komst van Stien Kaiser
op de 500 m, waarop ze toch
kansloos is. Nuchtere Ans
Schut was in de wolken met
haar gouden medaille, maar aan
haar olympische record hechtte
ze niet veel waarde. „Dat raak
ik over vier jaar gegarandeerd
kwijt. Doet me niets, want dan
ben Ik er toch niet meer bij.
Ik ben verloofd en tegen die
tijd hoop ik achter de kinder
wagen te lopen. Ten hoogste
twee jaar wil ik nog schaatsen,
binnen die tijd ben ik ge
trouwd".
Top is wankel
Dat betekent dus dat Neder
land een sterke rijdster die nog
wel even mee kan ze is pas
23 jaar kwijt raakt. Van
Willy Burgmeijer mag echt niet
zo bar veel worden verwacht
en Elly van de Brom is nog
niet in staat de langere afstan
den aan te kunnen. Wel de
sprint en de 1000 m op welke
afstand zij bepaald onder haar
kunnen bleef. En ondanks het
optimisme van Stien Kaiser
„al word ik 100" moet er
toch rekening worden gehouden
met het feit dat zij de weg zal
moeten gaan die vroegere
grootheden ook noodgedwongen
hebben moeten inslaan.
De top is wankel en er volgt
onherroepelijk een teruggang;
Carrie GeUsen heeft zich ont
popt als de rijdster van de zeer
nabUe toekomst.
Olympische
winterspots
Onenigheid over het bezetten van
plaatsen wordt In de wintersportoor
den rondom Grenoble opgelost met
het enige wapen dat aanwezig Is: af
en toe sneeuw. In Autrans kreeg men
ruzie over de plaatsen. In een mi
nimum van tijd ontstond een enorm
gevecht, met sneeuwballen als pro
jectielen. Toen de witte stof was op
getrokken. waren echter kletsnatte
plaiunen overgebleven.
Het aantal ongelukken bij de Olym
pische Spelen neemt onrustbarend
toe. Men is er zelfs toe overgegaan
elke dag een lijst van geblesseerden
aan te leggen. Meestal valt het wel
mee met de blessures, maar de lijst
van uitgeschakelden neemt niettemin
van dag tot dag toe. In een afde
ling van het nieuwe militair hospitaal
in La Tronche waarheen de meeste
geblesseerden worden vervoerd,
het begint er al aardig vol te raken
met been-, arm- en andere breuken
kwamen er bijna nop wat gewon
den bij, omdat een ontploffing ont
stond door een lek in de gasleiding.
Het bleef bij een aantal pebroken
Na alle wedstrijden wordt, zoals be
kend, controle op doping uitgevoerd.
Tot nu toe heeft niet één onderzoek
een positief resultaat opgeleverd.
Wat dat betreft blijken Olympische
Spelen zuiver te zijn.
In de boxen van het perscentrum
waar de officiële gegevens liggen
of in de hal van de diverse flats, zijn
van vrijwel alle landen boekjes met
gegevens betreffende de deelnemers
van die landen te verkrijgen. Van
Nederland ligt er niets. Daarnaar ge-
vraagd was het antwoord: „We heb
ben ze wel, maar ze liggen In Ne
derland". Een mens kan eens in de
vier Jaar best wel eens wat verge
ten.
Kleine regiefout in Chamrousse: daar
staat een muziekkorps dat de evene
menten opluistert. De muzikanten
hadden het te koud ln hun blazers en
er werd om anoraks gevraagd. Toen
de kist arriveerde en de musici
meenden lekker warm gekleed te
kunnen gaan, zat er een gaskachel
in. En die is zo moeilijk aan te slui
ten midden ln de sneeuw.
Met het rodelen zit de organisatie
diep in de put. Voor gisterochtend
(maandag) stond in Vlllard-de-Lans
weer een evenement op het program
ma. De Jury had besloten dat er om
acht uur in de ochtend zou worden
gestart. Helaas het ging voor de zo
veelste keer niet door. Het regende
en niet zo zacht. Het officieel bekend
gemaakte aanvangstljdstlp moest
tenminste 48 uur worden verschoven.
Men hoopt het rodelen nu In elk ge
val voor het sluiten van de spelen te
kunnen afwerken.
ovéren; na de afdaling nu ook de re
slalom.
Tussen, al dat minder vroIUke
korte maar veelzeggende verklaring
trainer Wim de Graaff: „De
king met de jongens is prima. Die is
veel verbeterd".
De vierde man, Jan Bols, hield zich
wat afzijdig. Op voorstel van Kees
Verkerk „we hebben ons zakgeld nog
Medaille-
feest
in Oranje
kamp
Het ioas gisteren
,,medattlefeest" in
hot Nederlandse
kamp. De juist
gearriveerde
heren/ploeg deelde
in de feestvreugde.
Stien Kaiser, Ans
Schut en Carry
Geysen op de
schouders. Op de
voorgrond Jan Bols,
Peter Nottet en
Ard Schenk.
niet gekregen" gaf de „pers" een
rondje koffie in de aan de schaatsbaan
grenzende bowling, op voorwaarde dat
er niet over schaatsen en desnoods dan
maar over ijshockey zou worden ge
praat. Jan Bols nestelde zich aan het
eind van de tafel naast schaatsdokter
Lap. Hij trok zich van het hele circus
rondom hem, van de wederom aan de
gang zijnde welbekende psychologische
oorlogsvoering, niets aan.
Jan Bols gaat zijn eigen gang. Hij zat
met zijn gebruinde hoofd, één bonk ge
zondheid en lekker afgetraind zoals het
een pure atleet betaamt stil voor zich
uit te kijken. Maar als die vulkaan
straks tot eruptie komt, en dat kan net
zo goed in Grenoble als een week later
in Gotenburg zijn, kan de concurrentie
ervan lusten. Want als Kees Broekman
gelijk krijgt met Kees Verkerk, mag hij
Thermometer
van de plakken
GRENOBLE. Na de drie gisteren
gehouden onderdelen, is de medaille
verdeling op de Olympische Winter
spelen als volgt:
goud zilver brons
Noorwegen 2 2 1
Frankrijk 2 2 0
Nederland 2 12
Italië 2 0 0
Ver. Staten 13 1
Finland 12 1
Rusland 12 1
Oostenrijk 113
West-Duitsland 110
Tsjecho-Slowakije 1 0 l
Zweden 1 0 1
Zwitserland 0 2 1
Oost-Duitsland 0 11
Roemenië 0 0 1
Er is geen juichstemming te
voren als bij de dames, maar het
is ook beter zo.
GRENOBLE. De uitslag van de vijf
kilometer cross country voor dames
luidt:
1. Toini Gustafsson (Zweden) 16.45,2;
2. Galina Koslakova (Rusland) 16.48,4;
3. Alevtina Koltsjina (Rusland) 16.51,6;
4. Barbro Martinsson (Zweden) 16.52,9;
5. Marjatta Kajosmaa (Finland) 16.54,6;
6. Rita Asjkina (Rusl.) 16.55,1; 7. Inger
Aufles (Noorw.) 16.58,1; 8. Senja Pusuta
(Finland) 17.00,3; 9. Stefania Biegun
(Polen) 17.03,4; 10. Berit Moerdre (Nrw.)
17.11,9.
ADO met v. Miert tegen militairen
DEN HAAG. Piet van Miert, de
ADO-speler, die lange tijd door een
ernstige blessure uit de roulatie is ge
weest, zal morgenavond zo goed als
zeker de ADO-aanval leiden tegen het
Nederlandse militaire elftal ln het Zui
derpark.
De opstelling van ADO luidt: Thie -
Van der Burch, Weimar, Mansveld,
Vos - Jochems, De Zoete - Pas, Hou-
waart. Van Miert, Aarts.
Lambert Maassen heeft van trainer
Happel een rustdag gekregen.
Onenigheid in schaatsploeg
(Van een onzer verslaggevers)
GRENOBLE Ondanks de olympische buit vijf medailles w.o. twee
gouden is toch zeker fenomenaal kan de stemming in de Nederlandse
dameséquipe nauwelijks opgewekt worden genoemd. De oorzaak is te
zoeken in de leiding van de Rotterdammer Piet Zwanenburg, die in de ogen
van Stien Kaiser en Carrv Geyssen geen genade meer kan vinden. Beide
rijdsters vinden hem te oud en te slap voor het werk, beide meisjes vinden
ook dat zij boven hem zijn uitgegroeid. Piet Zwanenburg zelf, die vier
seizoenen de hardrijdsters heeft begeleid en hen ook naar het eerste plan
heeft opgezweept, ziet het niet zo somber in „Ik denk er zelf aan ermee
te stoppen. Het is niet leuk meer elk jaar zo'n maand of vier van je familie
weg te zijn."
(Van onze sportredacteur Herman van Bergem
GRENOBLE Elk ijshockeyteam heeft In Gre
noble zUn eigen trainingstUd, een uur per dag.
Vraag paler David Bauer niet of zUn Canadese
ploeg die training nog wel nodig heeft. De neder
laag tegen Finland vooral zit hem, trainer Jack
McLeod en de spelers danig dwars. Vier Jaar al
probeert coach Bauer het land, dat de bakermat
van dexe sport is, weer een eigen Ushockeygezlcht
te geven. Sinds hU zich intensief met de nationale
formatie ging bemoeien, in Innsbruck 1964, zlin
de grote successen uitgebleven. Voor trainer
McLeod een gruwel, voor de pater niet zo bUster
erg. Hem sUr.t iets anders voor ogen dan louter
sportieve successen behalen.
Hij bevindt zich ook niet op de baan, waar
McLeod met knauwende stem de spelers aan
vuurt. Er wordt geoefend op de aanval. De ver
dedigers worden op de proef gesteld en tot slot
van een oefenpartij stellen alle spelers zich naast
elkaar op met ieder een puck voor zich. In mi
trailleurtempo wordt dat ding op de goalie afge
vuurd, die armen en benen te kort komt om zo
veel mogelijk schoten te keren.
„Ken Broderick", zegt pater Bauer, „is een goede
doelman, maar geen Seth Martin, en dat heeft
ons een klap gegeven. Seth Martin ging als prof
naar de St.-Louis Blues en we raakten nog twee
verdedigers kwijt aan profclubs. Dal hebben we
voor deze Spelen niet kunnen opvangen. Onze
teamgeest is goed, de spirit is er, maar het man
keert ons aan een ijzersterke verdediging. Wij
zullen er dus dit jaar weer niet komen", oordeelt
de pater wat triest, maar hij kan er, in tegen
stelling tot McLeod, toch nog een glimlach bij
produceren.
McLeod kijkt nors voor zich uit. Zijn instelling
ten opzichte van het Canadese ijshockey is nu
eenmaal totaal anders dan die van de in een licht
blauwe sweater geklede pater David Bauer, die
zelf in jongere jaren een zeer verdienstelijk ijs
hockeyer was en zich via het college in Vancouver
waar hij leraar is, in de sport heeft begeven.
Niet waar
„Sport is prachtig", zegt pater Bauer, „maar h"t
is niet het voornaamste. Sport moet de jongens
en meisjes harden, maar dat moet niet ten koste
van alles gaan. Ook niet ten koste van de sporti
viteit. Ik weet het, we hebben de Mam, dat we
woest spelen, ruw zegt men soms, dat is niet
waar. We spelen mannelijk en dan heb ik het
natuurlijk alleen over de amateurs. Is het nou
zo erg als een goed beschermde tegenstander een
opdoffer krijgt, zelfs al zou die bulten de regels
zijn? Moet je eens zien hoe ze elkaar In een
trainingsmatch te lijf gaan. Maar sport moet tot
iets anders leiden. Tot iets hogers. En die taak
heb ik me als coach gesteld. Niet het veroveren
van een wereldtitel of een gouden medaille is
mijn grootste succes, maar het meewerken aan
de vorming van goede mensen, die ook in de
maatschappij tegen een stootje kunnen. En daar
voor is ijshockey nu net bijzonder geschikt, af
gezien van het feit, dat ik er nog altijd een beetje
weg van ben."
„Ik kijk mijn ogen uit op de ploeg van Finland
Dat zijn knapen die de sport bedrijven zoals het
moet. Ze zitten vol energie, hebben een sterke
wil om te winnen, ze houden zichzelf in opperste
conditie. Het is fijn om zulke sportmensen te zien
en ik hoop alleen maar, dat het niet hun enige
doel is. Verdenk me er niet van, dat ik erop uil
ben een preek te houden. Daarvoor heb ik wel
andere gelegenheden, maar het moet me toch
steeds weer van het hart, dat sport alleen een
mid'del is tot vorming van de totale mens. Ik ben
blU. dat ik daaraan kan meewerken en dat mijn
superieuren inzien dat ik niet de man ben die
er extra-vekentle uitsleept om met de UAockeyere
Binnen de regels
Jack McLeod beloert intussen met arendsogen
zijn spelers en springt met een woeste kreet over
de balustrade. Hij jaagt zijn mannen op naar een
hoger tempo en verzorgt inmiddels een speler,
die ln de oefenpartij als een botsautootje tegen
de omheining is gekwakt. „Maar dat ging binnen
de regels", merkt pater Bauer op, die geen mo
ment de ploeg uit het oog verliest. En evengoed,
als ze in de avonduren hebben gespeeld, om half
een in de nacht nog met hen aan tafel gaat zitten
in het restaurant van het olympisch dorp.
Hij volgt de andere ploegen ook, geeft af en toe
technisch of tactisch advies, maar beweegt zich
verder niet op het terrein van de trainer, met wie
hij wel samen de selectie voor Grenoble heeft
samengesteld. „Allemaal pure amateurs", zegt
pater Bauer, „het zijn allemaal studenten en een
paar leraren. Ons ijshockey op de high schools en
de colleges is goed, zonder meer. Maar Ja, als er
een pertinente uitblinker is, verdwijnt hij naar
een profclub waar grof geld verdiend kan worden.
Ik ben er wel trots op, dat wij een zuiver ama-
teurteam hebben. Voor mij is Rusland de grote
favoriet, dat is een zeer sterk team, maar mag
ik er misschien aan twijfelen of ze halve profs
sljn? En in elk geval minder amateur dan wij?
Carry Geijssen heeft zich moeilijk kun
nen inhouden. Onmiddellijk na het laat
ste schaatsnummer, de drieduizend me
ter, is zij losgebarsten in een aantal ver
wijten aan het adres van Ome Piet. Zij
was hevig verontwaardigd, dat men haar
niet had ingeschreven voor die afstand.
„Net of ik er niet goed genoeg voor ben.
Zwanenburg had me ook al op de 500
meter laten vallen en daarop ben ik
notabene nationaal kampioene. Maar hij
vond het anders zo zielig voor Willy
Burgmeijer. Of sentimenten bij zulke be
langrijke zaken moeten meetellen".
Carry Geijssen, Amsterdams meisje en
allerminst op haar mondje gevaiien, weet
waar zjj hel over heelt. Piet Zwanenourg
scnuift ae verwijten van Carry op net
adres van de Techniscne Commissie van
de Bond. Maar per slot van rekemng
bnjit hij de man loch, wiens slem door
slaggevend moet zijn. Daarvan juist heo-
ben Carry en Stien heel weinig gemerkt.
Groot bezwaar is, dat urne Piet wel kun
juichen als er een prestatie wordt gele
verd, maar bij een teleurstelling een i ija-
ster niet kan opvangen. Spreaeno voor-
oeeid is Snen Kaiser, die na haar pracn-
tige resultaten in Helsinki pioiseung in
een depressie belandde. Wat nceu de i
coach gedaan om ae wereldkampioene
over dat punt heen te heipen/ „Niets
is de mening van Carry ueijssen. „Ln
dai kan hij ook mei; zijn auure is te
beKrompen voor ons geworden. Dentc nu
niet dat Btien uitgeiangeerd ls. Zo da
delijk is zij weer de oude en gaat zij j
ons weer als een schim voorbij. Piet
Zwanenburg Had In Grenoble «nes moe- 1
ten doen' om Stien in haar gewone doen I
te brengen".
Bezwaren zijn ook nog, dat Ome Piet
zich in het buitenland zo moeilijk ver
staanbaar kan maken. Hij spreekt nau
welijks een vreemde taal. Het is beslist
niet goed als rijdsters gaan klagen, dat
de coach op hun zenuwen gaat werken.
De K.N.S.B. had dat allang moeten we
ten. In Grenoble wist het bestuur (na
tuurlijk present) er nog niets van. Carry
Geijssen heeft zich tenslotte niet kunnen
inhouden. Wie de twee meisjes wel als
coach graag zouden hebben? Kees
Broekman, die in Italië rijders opleidt,
o.a. de al wat grijzende hardrijder De
Riva.