GASTARBEIDERS Het kerstmisselijke lot van de Amsterdams ruime, rooie hart blijft koud 2ÊÊÈ Ik ken een man, wiens oudejaars- viering al zeven jaar lang verpest is en dit jaar zal het niet anders zijn. Het is H. J. Fritscheck, een der directeuren van het Interparochieel Sociaal Charitatief'- Centrum in Amsterdam. Dit instituut heeft on der meer de sociale begeleiding op zich genomen van de 1000 Portu gese, 200 Spaanse en 2800 Italiaan se gastarbeiders ,di ein de hoofd stad werken. „Het is roeien met de riemen, die je niet hebt", zegt hij. Slechts 50 percent van de bedrijven, waar de buitenlanders in dienst zijn, steunt zijn opvangende, maatschap pelijke barmhartigheidswerk. De rest zal het een zorg zijn. De gemeente ook. De grotendeels socialistische gemeente Amsterdam met zijn ruime, rooie hart weigert al zeven jaar lang, de zorg voor de gastarbeiders, die zijn economie hel pen draaiende te houden, subsidie te geven. Ook dat is een aardig verhaal voor onder de kerstboom. „Alles, wat ik en mijn medewerkers doen, gebeurt op basis van vrijwilligheid", zegt Fritscheck. „Voor bezoldigde krachten is geen geld. Alles gaat in de vrije tijd. Met Kerstmis hebben we drie aparte vieringen. Een voor de Portugezen, een voor de Italianen en een voor de Spanjaarden. Weg feestdagen. Niet erg, maar wij zijn ook mensen. Daarom houd ik-vast aan het principe: op oudejaarsavond ben ik thuis, bij mijn gejJLru Mag ik, alfjeblief^ één avond in het jaar thuis zijn? Maar goed: dan kijk ik naar de t.v. en dan komen die beelden van de viering op straat, weet je wel? En dan zie ik er wel eens jongens van mij tussen lopen. Met de ziel onder hun arm natuurlijk. Dan denk ik: verdomme, ik had iets voor ze moeten doen. Dan zit ik daar met een bloedend hart tussen mijn familie". „De feestdagen zijn een levensgroot probleem", zegt Fritscheck. „Het is heidens moeilijk om aan zalen te komen. Je moet maar zien, dat je een juffrouw voor de vestiaire en een toneelmeester zo gek krijgt, dat ze met de kerst achter de kachel vandaan komen. En oudejaarWeet je, hoe de Span jaarden dat vieren? Om middernacht pakken ze een enorm glas wijn in de ene hancj en twaalf druiven in de an dere. Bij iedere klokslag nemen ze een slok en een hap. Na de laatste slag moet alles op zijn. Reuze lollig, maar ik zie het al met duizend man tegelijk. Kerstreportages plegen te gaan over vuurtorenwachters, piloten, treinbestuurders en andere dienst verleners, die op eenzame posten de zaak draaiende houden, terwfjl de rest van de wereld fuift. Deze niet. Deze zal gaan over Achmed, die de honger in Marokko is ontvlucht om In onze straten de uitwerpselen van weldoorvoede honden op te vegen. Over Emilio. die zich op Schiphol krom sjouwt aan koffers vol kertscadeaus ten einde zijn reumatische moeder in Lissabon in leven te kunnen hou den. Over Paco uit Spanje, die met de feestdagen maar een rulldlenst heeft genomen, want wat moet hi) anders? en het bedrag, dat hij nodig heeft om straks te kunnen studeren en een zekere toekomst als ambtenaar in Franco's dienst te kunnen kopen, is nog lang niet bi) elkaar. Over de vrolijke Giu seppe uit Napels, die een groot ver driet heeft, waarvan ik u de reden zal vertellen, omdat het zo'n aardig verhaal voor onder de kerstboom is. Hij kan met de Nederlandse taal en de Nederlandse papier winkel maar slecht uit de voeten, deze Giuseppe. Daarom had hij verschillende keren de dochter van zijn hospita briefjes van honderd naar de spaarbank laten brengen. Dezer dagen wilde hy geld opne men om met Kerstmis naar huis te gaan. Het was er niet- Wat bleek? De dochter van de hospita had telkens 10 gulden gestort in plaats van 100 en er op het stor- tingsbewUs een nul bygeschreven. Ze zal haar straf niet ontgaan, maar de centjes zyn foetsie ge ïnvesteerd in minikledU en Beatles platen. Giuseppe kan er naar flui ten. In plaats van feest te vieren in Napels zal hy met Kerstmis door de kille straten sjouwen op zoek naar een andere kamer. nij met zyn ziel onder i Wie een feest voor gastarbeiders aanricht, moet ervoor zorgen self op de achtergrond te blijven. Het Is de kunst se het feest self te laten organiseren en een landgenoot van se als oeremooiemeestee op bet toneel te krijgen. spontaan gaan zingen, dan lopen de Dat kan ik toch niet betalen? Neem de Portugezen met Kerstmis. Die zijn ge wend, het feest op 24 december te vieren, net als de Duitsers Heiligen- abend hebben. Iedereen blijft dan thuis. Het is een intiem familiefeest. Ze eten een soort nationaal menu: aardappelen, bloemkool, stokvis, olijfolie en daarna een sonhoes een soort oneetbare oliebol, die barst van de suiker. Er wordt uiteraard flink bij gepeerd. Goed, nou probeer je die jongens hier dezelfde sfeer te bezorgen, omdat je niet .wilt, dat ze zich met Kerstmis al te een zaam voelen. Dat kan als je er dertig hebt en in het begin deden we dat ook. Ze krégen hun stokvis en hun oliebol. Maar nu? Nu hebben we er duizend. Ik zou de nieuwe RAI moeten afhuren. Waar haal ik het geld vandaan? Overi gens moet je er niet al te zwaar aan tillen. Het zijn geen stakkers. Ze ver dienen een goed stuk geld en er wordt behoorlijk wat voor ze gedaan. Het is met de feestdagen wel een beetje zielig iedereen zou dan eigenlijk in de kring van zijn familie moeten zijn maar bijvoorbeeld de Neder landse alleenstaanden hebben precies hetzelfde probleem. Kijk naar de zelf- moordpiek met Kerstmis en oudejaar". Ergens aan een Amsterdamse gracht staat een huis. Het is een pension, dat speciaal onderdak levert aan moham medaanse gastarbeiders. Je mag er niet al te veel kwaad van vertellen, want het adres wordt door de vreemde lingenpolitie aanbevolen het kan dus nog erger. Er wonen 50 Noordafrika ners in dat huis. Ze slapen, in stapel bedden, met z'n vieren op een kamer tje. Daar staat ook hun hele hebben en houwen. Daar koken ze hun inge wikkelde, aan allerlei on-Nederlandse taboes gebonden potje. Geen varkens vlees wel kip, maar die moet dan van de profeet weer op een of andere rituele manier geslacht zijn. Feest dagen? Weten ze véél van onze Kerst mis en nieuwjaar met alles, wat daar aan traditioneels en gezelligs bij hoort? Voor hen is december de tijd van de Ramadh&n de negende maand van het mohammedaanse maanjaar, ge durende welke tijd de mohammedaan se wet de gelovigen onthouding voor schrijft, niet alleen van alle spijs en drank, maar van alle lichamelijke ge not, zolang de zon niet is ondergegaan. Jazeker terwijl wij nasmullen van de Sinterklaasspeculaas, de tanden zetten in de kerstkalkoen en de lippen likken boven de oudejaarsoliebol, verrichten de Turkse en Noordafrikaanse gast arbeiders hun zware werk (voor niks doen hebben we ze niet hier gehaald, nietwaar?) met een buik, die van honger knort. Men kan zeggen: dat moeten zij weten, laten ze zich dan bekeren. Men kan ook. met dominee A. Dronkers, zuchten: „Daar heb je nou zo'n pro bleem. Iedereen heeft toch recht op z'n geloof? We laten ze lekker mee- Dominee Dronkers heeft van de Hei- vormde Kerk een speciale opdracht gekregen als Jeugdpredikant in Am sterdam Noord. De 2150 Noordafrika nen en 850 Turken, die in de hoofdstad werken, kunnen hem theoretisch koud laten, maar dat doen ze niet. Ziende, dat er voor deze berooide, verdoolde groep, die grotendeels onder menson waardige omstandigheden tegen woe kerhuren in vale pensionnetjes hokt, niets gebeurt, niets gedaan wordt, heeft hij een werkgroep opgericht HIJ krijgt geen subsidie, geen steun van het be drijfsleven. Goed: dat ónze hoogtijda gen voos dsn mensen boeide* dagen van eenzaamheid en vasten zijn in een land, waarvan ze het klimaat ha ten en de taal niet spreken, kan hij niet helpen. Al zou hij ze kunen laten delen in de algemene feestvreugde, ze zouden niet willen, want het is Ramad- han. Maar op de vastenmaand volgt begin januari „id al-fitr", de driedaag se zwelgpartij, waarmee de moham medanen de periode van onthouding breken. Daar zou dominee Dronkers voor de eenzame, ontheemde Turken en Noordafrikanen graag een enorm feest van willen maken, maar wat kan hij doen? Inderdaad heeft hij een zaal tje in de Jordaan. Daar kunnen veer tig mensen in. Voor die veertig zal hij op 2 jan. een avondje organiseren om „id al-fitr" te vieren. Voor veertig van de drieduizend! „Ik zou overigens niet gelukkig zijn, als ik de hele groep een feest zou kunnen bezorgen", zegt domi nee Dronkers. „Je helpt ze niet, door ze één avond uit de ellende te halen en dan weer terug te kwakken. Zoiets eist een follow-up en we hebben ruimte noch geld om ons werk uit te breiden Daarom zeg ik: doe het kalm aan, want als je met grote aantallen gaat wer ken, komen er onvermijdelijk teleur stellingen". Dan fel: „We hebben de mond vol van internationale samenwer king, en in Amsterdam is er niet eens een kans om voor deze mensen iets te doen. Het is een grof schandaal, dat je ze binnen laat komen, om je econo mie op te peppen en dat je ze vervol gens laat barsten". „Er wordt tc weinig gedaan", zegt Fritscheck. „We hebben geldgebrek en de Nederlandse samenleving staat niet open voor de gastarbeiders. De jongens worden zelden door collega's van het werk thuis uitgenodigd en het is moeilijk voor ze om aan kamers te komen. Maak mij wijs, dat de Neder lander niet discrimineertHij zegt ook: „In het begin maak je fouten met dit werk. Ik herinner me nog die eerste kerstviering voor Italianen, zeven jaar geleden. We hadden het keurig voor mekaar hoor. Allemaal tafeltjes met stoeltjes er omheen en kleedjes erop met de asbak links op de hoek en een vaasje in bet midden. Echt Hol- met hun tamboerynen op het toneel en beginnen lands. Het was een enorme stommiteit. Het werd een doffe ellende. Daar komt de zuiderling niet voor. De zuiderling moet praatruimte hebben. Hij houdt ervan aan de bar te hangen, waar hij met handen en voeten duidelijk ma ken kan wat hij bedoelt. Zo leer je langzaam, wat 't beste is. Je moet pro beren, ze 't feest zelf te laten organi seren 'n landgenoot van ze als cere moniemeester op het toneel te krijgen. Dat is een heidens karwei. Weet je, waar de Portugezen dol op rijn? Op kastanjes. Die koken ze ongepeld in water waarin ze anijsplantjes doen. Dat verzin je als Hollander toch niet? En op Frans Wanders zijn ze dol, op Ma- lando. Voor die jongen breken ze de zaal af; lk heb hem goddank van het jaar weer. Voor de Spanjaarden heb ik het danspaar Carmen en Raphael de Lara. Die moeten na de voorstelling door de achterdeur weg, anders ge beuren er ongelukken, zo enthousiast is het publiek. De Spanjaarden hebben ook een eigen koor. „Coro da Cadiz", heet het. Het repeteert nooit. Het zijn zomaar een paar jongens Die staan dan opeens met hun tamboerijn op'het toneel en-beginnen kerstliederen te zingen. Man: dan lopen de rillin gen je over de rug. Dan krijg ik tranen ih de ogen en zóu ik weg willen sluipen omdat je er als Nederlander helemaal niet bijhoort. Het is iets ongrijpbaars". Een beduidend aantal van de Portugese, Spaanse en Italiaanse gastarbeiders is getrouwd en heeft een gezin. Voor hen ligt het probleem, de feestdagen te moeten vieren in den vreemde, wat makkelijker Voor de vrijgezellen Is er behalve 'n nachtmis ook 'n dansavond, waarop ze hun vriendinnetje mee mogen nemen. Fritscheck: „Ik sta nog steeds verbaasd over het peil van die meisjes. En ik stel toch maar twee ei sen: ze moeten boven de achttien rijn en voldoen aan minimale fatsoeneisen. Luister, dellen kan lk niet gebruiken. Maar in al die 7 jaar heb lk er zeg ge en schrijve één de deur uit moe ten zetten. Eisen aan de godsdienst? Uiteraard niet. Als de pastoors 't niet goed vinden, dat een katholieke Ita liaan met een gereformeerde Am sterdamse danst, moeten rij maar ko men, dan kan ik lekker thuis blijven. lk ga van het principe uit: de z/elzorg is één zaak en het opvangen, de re creatie een andere. Ik bemoei me niet met het werk van de aalmoezeniers. Laten zl) van de eo- clale begeleiding afblijven". Bij de Noordafrikanen en Turken ligt dat anders. Dominee Dronkers geeft wel, zo goed en kwaad als dat gaat, to :ijn kleine zaaltje, dansavonden, maar hij selecteert zelf zorgvuldig de mels- 1 „Het ls nuttig, dat de mohamme danen iets leren begrijpen van de wes terse opvattingen ovor de vrouw", zegt hij, „maar het moet voorzichtig gebeuren, want het contact leidt ge makkelijk tot spanningen en conflict- ten. En als het verder zou gaan dan do danszaal, zou ik daar grote bezwa ren tegen hebben. Ik wil geen verke ringen tussen mohammedanen en wes terse meisjes, laat staan huwelijken. De internationale ervaring leert, dat zulke huwelijken in negentig percent van de gevallen op een mislukking uit lopen". Wie durft, dit alles wetende over de wijze, waarop met name Turk se en Noordafrikaanse arbeiders wel kom zijn en gastvrijheid genieten in de feestvierende Nederlandse volkafa- Inhun „pension" koken de Noordafrikaanse gastarbeiders hun vreemde, aan allerlei on-Nederlandse taboe, gebonden a°* potje. Voor s n allen: geen prima kooklnstrumentarium. maar een paar schamele éénpltters en een minlsouul gootsteentje. ruortorenwaaht^?

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 9