i
Étiél
GEDOOFDE
VULKANEN
BEDREIGEN
MENSHEID
Miljoenen leven binnen het bereik van de slapende reuzen
ra
Levende computer verlaat Pentagon
DIT artikel Is geschreven
door Haroun Tarieff,
een Belgische geoloog, die
zich heeft gespecialiseerd
in de bestudering van
vulkanen. Hij is lector
aan de universiteiten van
Brussel en Parijs en mede
oprichter van het inter,
nationaal instituut voor
vulkanologisch onderzoek,
dat onlangs in Catania
op Sicilië is gesticht door
de Italiaanse regering en
de UNESCO. Tazieff is
auteur van talloze weten
schappelijke publlkatles
en verschillende populair»
wetenschappelijke boeken.
Hij heeft ook een aantal
dooumentalre films ge
maakt, zoals „Le Volcan
Interdit", waardoor hij
in 1966 de Grand Prix
du Cinema Francais pour
la Jeunesse" kreeg. J
De Vesuvius, die negentien eeuwen geleden de Romeinse stad Pompei verraste, Iaat op geregelde tijden een waarschuwende
rookpluim zien. Midden in de reusachtige krater is als een oprisping van moeder aarde een nieuwe berg ontstaan ten teken
dat de zaak nog la ng niet veilig Is.
In de bijna twintig jaren dat ik de
wereld ben afgereisd om iets te
weten te komen van het prachtige
en machtige schouwspel dat natuur
te bieden heeft, ben ik langzamer
hand overtuigd geraakt van iets,
dat niet alleen leken maar zelfs
geologen en vulkanologen meestal
over 't hoofd zien; namelijk 't
vooruitzicht in een nabij ver
schiet van ongehoorde vulkani
sche rampen die mij met vrees ver
vullen.
U denkt misschien dat alleen de stom
me uitbarsting van een kernoorlog in
enkele minuten tijd de dood kan ver
oorzaken van honderdduizend, vijf
honderdduizend of een miljoen men
sen, maar dan hebt u het mis. Want
het geologische bewijsmateriaal heeft
me er langzamerhand van overtuigd,
dat de mensheid tot nu toe op onge
looflijke wijze geluk heeft gehad.
Immers de rampen van Pompei en
St.-Pierre de la Martinique zijn niets,
vergeleken bij wat haar nög tè wach
ten kan staan. Deze rampen, waarbij
door één vulkaanuitbarsting, dertig
tot veertigduizend mensen werden ge
dood, waren al verschrikkelijk ge
noeg, maar het waren kleine steden
in vergelijking met de enorme moder
ne steden, die op korte of wat langere
termijn door een vulkaanuitbarsting
worden bedreigd: Napels en Rome,
Portland en Seattle, Mexico City, Ban
doeng, Sapporo, Oakland Catania,
Clermont-Ferrand
Inderdaad! Rome, Portland, Cler
mont-Ferrand. De vulkanen bij deze
steden die als echt helemaal uitge
werkt worden beschouwd, zijn alleen
dood voor ogen die niet kunnen of wil
len zien. De mens is, zoals we weten,
maar kort van memorie. Politieke
rampen of natuurrampen baren hem
vrijwel op hetzelfde moment dat ze
voorbij zijn al geen zorgen meer en
ze leren hem weinig. Een vulkaan
kan minder dan een eeuw slapen en
dan beschouwen de mensen hem al
niet meer als een vulkaan. Dit geldt
te meer als er duizend of meer jaren
voorbij zijn gegaan.
Maar geologisch gesproken zijn vul
kanen levend. Voor hen wordt de tijd
niet In jaren gemeten, zelfs niet in
eeuwen, maar in duizenden en tiendui
zenden jaren. Een duizendjarige slaap
betekent voor een vulkaan heel weinig,
maar voor mensen die in de schaduw
van zo'n vulkaan leven, een eeuwig
heid. Het is duidelijk dat de reeds
lang durende rust van de vulkanen in
het Massif Central in Frankrijk, die
van Latium of de Cascade Range in
Oregon en die in Californië hoopge
vend is. Er kunnen nog wel eeuwen,
honderd eeuwen voorbijgaan, zonder
dat Clermont-Ferrand, Rome of Seattle
worden weggevaagd. Maar die tijd
zou ook best eens veel korter kunnen
Schijnbaar dood
De twee krachtigste erupties der twin
tigste eeuw hebben zich voorgedaan in
schijnbaar dode vulkanen: de eerste
in de Katmai vulkaan in Alaska van
6 tot 8 juni 1912 en de tweede in de
Bezymyannaya Sopka op het schier
eiland Kamsjatka op 30 maart 1956.
Over Katmai en de naburige vulka
nen was betrekkelijk weinig bekend,
maar zo'n Jaar of tien geleden dach
ten onderzoekers dat zij nog maar
weinig te Ieren hadden omtrent de vul
kanische keten rond de Bezymyanna
ya vulkaan.
Klyuchi, dat nauwelijks 50 kilometer
er vandaan ligt, is een van de bekend
ste vulkanologische observatoria. En
toch werd, ondanks de intensieve be
studering van de zeer actieve vulka
nen in het gebied geen gewicht toege
kend aan deze onbetekenende „uitge
werkte" kegel, waarvan de naam
„Naamloze" reeds aangaf hoe onbe
langrijk men hem vond.
De explosie van 30 maart 1956 blies
de berg op, slingerde stukken steen
tot een hoogte van 40.000 meter, velde
de bossen aan zijn voet en deed
boomstammen als luciferhoutjes af
knappen tot op een afstand van 20 ki
lometer. Net als 44 jaar eerder in
Alaska, werd niemand gedood, maar
dat kwam alleen doordat deze gebie
den praktisch onbewoond zijn. Wat zou
er gebeuren als over zes maanden, zes
jaar of zestig maal zes jaar een uit
barsting van deze omvang Java of
Japan zou treffen? Eigenlijk heeft zich
zo'n ramp, zij 't gelukkig op wat klei
nere schaal, bijna 17 jaar geleden al
voorgedaan in Nieuw-Guinea.
In dat geval wist men niet eens, dat
de berg een vulkaan was. Mount La-
mington, aan het oostelijk einde van
Nieuw-Guinea, werd als een gewone
berg beschouwd, tot dat op een dag,
16 januari 1951, van de top een dun ko
lommetje damp opsteeg. De volgende
dag werden licht aardschokken aan de
voet van de berg gevoeld. De volgende
twee dagen ontsnapte er meer gas. De
trillingen werden heviger en er werd
een kleine hoeveelheid as uitgestoten.
Op 20 januari werd de uitbarsting spec
taculair. De aswolk reikte tot een hoog
te van 10.000 meter en tot op tientallen
kilometers in de omtrek was een on
heilspellend gerommel hoorbaar. Op
zondag 21 januari bulderde de vulkaan
ononderbroken en om 22.40 uur explo
deerde de berg in een vreselijke mas
sa kolkende gaswolken, die in enkele
seconden opschoot tot een 15 kilome
ter hoge, reusachtige paddestoel, waar
uit as, lava en rotsblokken regenden.
Tegelijkertijd stroomde een gloeiende
lawine met verpletterende snelheid
over de aarde. Tweehonderd vijftig
vierkante kilometer land werd volko
men verwoest en 3000 nibnsen kwamen
Scheuren
Ik heb geprobeerd u op de hoogte te
brengen van mijn bezorgdheid over
zogenaamde uitgewerkte vulkanen,
maar er is een andere, nog meer ver
ontrustende bedreiging: die van mag-
ma-overstromingen door scheuren in
de aardkost. (Magma is de taai vloei
bare, zeer hete substantie, waaruit 'n
groot deel van het binnenste der aar
de bestaat. Red.).
In de geschiedenis van de mensheid
is er slechts één magma-uitbarsting
geweest. De geologische geschiedenis
van de aarde kent echter tal van
kolossale magmaontsnappingen waar
bij duizenden en tienduizenden viei>
kante kilometers plotseling werden
bedekt met verstikkende gaswolken en
lawines van gloeiend zand. Er bestaat
een groot aantal magmavlakten in
Nieuw-Zeeland, waar zij ongeveer 30
jaar geleden voor het eerst werden
ontdekt en er zijn er ook veel ln de
Verenigde Staten, Italië, Japan en de
Sovjet-Unie, Kenia, Tsjaad, Sumatra
en Midden-Amerika, Latijns-Amerlka,
Iran en Turkije. Zij zijn alle ontstaan
door plotselinge, bliksemsnelle ont
snappingen van magma, dat de aard
korst openscheurde, omhoog spoot en
zich als overkokende melk uitspreid
de. Het staat vrijwel vast dat hierbij
snelheden van meer dan 100 kilome
ter en misschien zelfs 300 kilometer
per uur werden bereikt. Omdat het
materiaal vloeibaar was, kon het zich
over enorme oppervlakten verbrei
den, waar het onmiddellijk alle leven
vernietigde.
De magma-eruptie, die zich ln een pe
riode van de menselijke geschiedenis
heeft voorgedaan, was betrekkelijk ge
matigd. Ik zeg: betrekkelijk, want er
werd toch nog een gebied van vijf bij
dertig kilometer bedekt met een laag
van gemiddeld 100 meter dikte, die een
stad als Parijs tien meter diep zou
kunnen begraven. Dit was de uitbar
sting van 1912, waarop ik al eerder
zinspeelde en die in Alaska de Vallei
der Tienduizenden Rookpluimen deed
De vreemde naam werd aan de val
lei gegeven door de Amerikaanse on
derzoeker Robert Griggs, toen hij met
zijn expeditie, na enorme inspannin
gen, in 1917 aan het begin van de
Katmai Pas aankwam en daar voor
een uitgestrekte vlakte van zalm- en
goudkleurig zand stond, waaruit ontel
bare stralen stroom onder hoge druk
omhoog spoten. Het waren dampbron-
nen, die ten dele werden gevormd
door rivieren, die onder de dikke
laag gloeiend zand gevangen lagen
en ten dele door magmagassen, die
nog in het zand zaten opgesloten. - -
Vijftig jaar na de dag van de uitbars
ting, op 6 juni 1962 kwam ik met mijn
vrienden, de geologen Marinelli, Bor-
det en Mittempergher, op dezelfde
plaats aan. Drie of vier rookkolom
men stegen nu lui op aan het boven
einde van de vallei in de richting van
Novarupte, de kleine vulkaan, die met
een reeks ontploffingen een einde aan
de uitbarsting had gemaakt.
We staarden lange tijd naar deze brui
ne wildernis, die zich zo verbazingwek
kend vlak uitstrekte binnen zijn berg
keten. Maar achter de verbazing, ge
wekt door deze ongenaakbare schoon
heid, achter de geologische belang
stelling, achter onze discussies hoe de
magma hier kwam, lag de onontkoom
bare gedachte dat een dergelijke erup
tie zich in de nabije toekomst zeer
goed zou kunnen voordoen. En dan
niet in een woestijn als in Alaska of in
de Sahara, maar op een of ander
overbevolkt deel van onze planeet.
Want er zijn magmaoverstromlngen
geweest in Italië en Californië, in Ja
pan en Indonesië. Hieraan moet ik
denken als ik spreek over de moge
lijkheid of beter gezegd: de waai>
Rechts: Geisers had de natuur al lang
voortgebracht voor ze een toepassing
vonden ln keukens en badkamers. De
natuurgeisers blUven ook niet onge
bruikt: In Nleuw-Zeeland wordt dit
stoom-afblazen van moeder aarde benut
door elektrische centrales.
Links: vier Jaar geleden ontstonden
plotseling vier nieuwe eilanden ten
zuiden van IJsland, door stoom- en
lavaerupties ln de oceaan. De bewoners
van IJsland sloeg de schrik om het
hart: hun eiland ls Immers op een
vulkaan gebouwd.
schijnlljkheld van vulkanisch» rampen
met een miljoen of verscheidene mil
joenen doden. Als een reusachtige
landmijn onder onze voeten, bedreigt
dit gevaar enorme gebieden van de
aarde, waaronder een aantal landen
die menen dat rij niet door vulkani
sche rampen kunnen worden getroffen.
Regeringen, hetzij van „ontwikkelde"
landen, hetzij van „ontwikkelingslan
den" maken zich hierover kennelijk
niet veel zorgen, hoofdzakelijk door
onwetendheid, maar ook doordat men
niet voldoende vooruitziet. Overheids
bijdragen aan het vulkanologisch
onderzoek zijn, behalve in Japan, zon
der betekenis. Het voorspellen van
aardbevingen, dat moeilijker is dan 't
voorspellen van vulkaanuitbarstingen,
krijgt al even weinig aanmoediging.
En toch kan men, als de noodzakelij
ke fondsen beschikbaar worden gesteld
tfgpjwqprflig gemakkelijker het ont
waken van een vulkaan voorspellen
dan het weer.
Maar helaas, hot Is nog lang niet zo
ver. Wc weten veel minder over het
binnenste van onze eigen pluneet dan
over de ruimte erbuiten. Dat is een
paradox, waarvoor diverse verklarin
gen te geven zijn: ten dele komt dat
door de aard van de kosmische en de
aardse materie, maar ook door de on
gelooflijke onevenredigheid In de be
dragen, die beschlkbuar worden ge
steld voor deze twee verschillende
De toekomst van de mens r.al steeds
dieper in de aarde moeten graven om
mineralen te vinden, wanneer de delf
stoffen aan de oppervlakte zijn uitge
put. Maar de oude, empirische me
thoden van zoeken zullen niet langer
toereikend zijn en de mineralen zullen
moeten worden opgespoord nog voor
dat men zelfs maar met boren begint.
Hiervoor is nodig dat we een beter
inzicht krijgen in de oorsprong van de
ze mineralen en we zullen ze alleen
maar vinden als we in de diepten van
de aarde zelf nieuwe gegevens gaan
(Van t
redacteuren)
President Johnson begint het vijfde jaar van zijn be
wind met een nieuw probleem: hoe te voorkomen dat het
aftreden van minister McNamara vooral wordt uitgelegd
als een blijk van onenigheid 'binnen de regering over
de oorlogvoering in Vietnam. McNamara zelf heelt in
het openbaar gesproken over een grootmoedige beloning
van de president voor een uitgeputte functionaris die
zijn land zeven jaar lang goed heeft gediend. Maar
vrienden van de minister weten dat hii in het afgelopen
jaar steeds meer conflicten heeft gehad met de president
en de chefs van staven. McNamara zou hebben los
gelaten dat bij de strijd in Vlctmm „het resultaat niet
langer tegen de kosten opweegt", terwijl een steeds
grotere kloof zou zijn ontstaan tussen zijn eigen over
tuiging en de oorlogspolitiek van de regering. De New
York Times spreekt ln dit verband van de bezorgdheid
van McNamara over de toenemende politieke macht van
de generaals, waartegen hij zicb onder Johnson moeilijk
kon verzetten.
Het vertrek van McNamara blijft om verschillende
redenen een politieke gebeurtenis van de eerste orde.
En dit te meer omdat de minister een man is van
uitzonderlijke kwaliteiten en ervaring Nog nooit te
voren heeft een minister van Defensie in Amerika
zeven jaar lang zijn functie uitgeoefend en op een
dergelijke doortastende manier. Enkele bekende
voorgangers waren Forrestal, die door zijn werk tot
zelfmoord werd gebracht, generaal Marshall, die zonder
veel animo deze functie vervulde na een grootse
militaire carrière, en Wilson, van wie men zich alleen
de opmerking herinnert „Wat goed is voor General
Motors, is goed voor de Verenigde Staten". Het lag
misschien voor een belangrijk deel aan president
Elsenhower, die de nationale veiligheidsraad behandelde
als zijn hoofdkwartier. Als overwinnend generaal in de
wereldoorlog won hij weinig adviezen ln van zfln staf
en als president wijzigde hij deze methode niet.
Onder president Kennedy werd dit anders. De weg
werd vrijgemaakt voor een volledige presidentiële
controle, niet alleen over het gebruik van kernwapens.
maar ook over conflicten van geringe omvang, die de
mogelijkheid van een nucleaire confrontatie in zich
hielden. De nationale veiligheidsraad was voor Kennedy
een onmogelijk apparaat; wat hij nodig had, was een
sterke man in het Pentagon. McNamara leek de juiste
kandidaat.
Robert McNamara, van Ierse afkomst, maar geboren in
San Francisco, had economie gestudeerd in Harvard,
waar hij tijdens de eerste oorlogsjaren statistiek ging
doceren In 1943 meldde hij zich als vrijwilliger, waarna
hij bij het Pentagon opklom tot de rang van luitemnt-
koloncl. Kort na de oorlog trad hij ln dienst bij Ford
om er als eerste buiten de familie Ford president van
het concern te worden. Toen hij zijn benoeming aan
nam, becijferde hij zijn salarisverlies op een miljoen
Salarisverlies
Ook voor zijn nieuwe taak beschikte McNamara over
opvallende talenten, zo schreef Schleslnger in zijn
prachtige Kennedybiografie „De duizend dagen".
McNamara bezat „een onderzoekende, scherpe geest,
een grenzeloze werkkracht en een persoonlijkheid zonder
pretentie, afkerig van pretenties van anderen. Maar
nog belangrijker was, dat hij ervaren was in de nieuwe
organisatorische technieken van 't grote bedrijfsleven".
Hij moest deze talenten in dienst stellen van de
grootste werkgever van de Verenigde Staten een, die
meer personeel had dan eenderde van de Amerikaanse
?taten aan Inwoners, en met een hoger budget dan de
meeste staten. Hij moest de scepter zwaaien over
enorme middelen van transport, communicatie,
intendance en distributie, over grote aantallen tanks,
schepen, vliegtuigen en mensen. Nooit tevoren had
iemand dit apparaat voldoende kunnen controleren.
Door de geringe civiele beheersing van dit apparaat,
ontbrak het aan rationeel begrip <*n rationele leiding.
„Het is hier een jungle", riep McNamara uit na zijn
eerste weken ministerschap.
McNamara pakte de zaak aan met al zijn
organisatorische kennis en voegde daaraan alle moderne
wiskundige en cybernetische middelen toe, waarover
zijn assistenten Hltch en Enthoven beschikten. Jonge
organisatoren en wiskundigen kwamen aan bod. De
militairen spraken schamper over de „whiz-kids", de
leerlingentovenaars, die hen verdrongen hadden.
Machtigste man
Meer nog dan onder Kennedy, groeide de invloed van
McNamara onder Johnson. Invloedrijke commentatoren
noemden hem vorig jaar de machtigste man van de
Verenigde Staten, die zich voortdurend bezighield,
althans voortdurend ln aanraking kwam met het terrein
van zijn collega's van Buitenlandse Zaken, Financiën
en Arbeid. McNamara zou aluminiumaandelen op de
markt hebben geworpen om een prijsverhoging van de
grondstoffen te voorkomen, hij gaf openlijk zijn mening
over politieke kwesties. Johnson was enthousiast over
hem en voerde dagelijks gemiddeld twaalf lange
gesprekken met hem, per telefoon, want daarop ia
Johnson verzot. „Na de telefoon", zei eens een
journalist, „beschouwt Johnson McNamara als de
grootste uitvinding van deze eeuw". Johnson noemde
hem eens „het beste, dat de Verenigde Staten bezitten,
een echte dynamo, een organisator zonder gelijke".
Hij ia de man waarover Kosygin zei, „dat de
Sovjet-Unie zo'n man best kan gebruiken". Maar
Sovjetambassadeur Dobrinin stak eens verschrikt de
Computer
Deze kracht is gelijk de zwakte van McNamara- Men
vraagt zich af of er ooit een menselijk element ln zijn
berekeningen meespeelt. „Een menselijk tc kort schieten
la voor hem als een motorstoornis. Het ls voldoende dat
onderdeel te vervangen", zo verluidt het In de omgeving
i zijn ministers Dean Kusk
van de minister. Hoewel uiterst vriendelijk en humaan
In de persoonlijke omgang, geeft hij zijn mening en
oordeel in de commissies van het congres met de elek
tronische zekerheid van een compiilcr. Hij verdraagt geen
discussie en Irriteert daardoor degenen die het niet met
hem eens zijn.
Er zijn commentatoren, die hem weliswaar geen havik,
maar toch allerminst een duif noemen. Hij en zijn
„whiz-kids" worden verantwoordelijk genoom.I voor de
theorie van het oorlogsspel, waarbij elektronische
berekeningen do menselijke vervangen en voor
contra-terreurmethoden ln Vietnam. Deze
tatoren beschouwen het ook niet als verdienste van
McNamara. dat hij gekant is tegen het bombarderen
van Noord-Vietnam. Na de statistieken te hebben
bestudeerd, móest hy eenvoudig concluderen, dat de
bombardementen niet effectief waren. Het waa de
conclusie van een man, die zelf nooit een bombardement
had meegemaakt, maar de oorlog had doorgemaakt
met het opatellen van statistieken In het Pentugon.
De man, die nu op 52-jarlge leeftyd de wereldbank gaat
leiden, heeft van Kennedy de keus gekregen tussen dc
ministeries van Defensie en Financiën. Financiën wees
hij direct af, zo schreef Schleslnger In zUn „Duizend
Dagen". McNamara was van een ding zeker hy had
geen ervaring uit de bankwereld en met financiële
aangelegenheden.