De ongekroonde KONING van het zesdagen- rijk TOCH GAAN ZE ELKE WEEK WEER HET VELD OP RIK VAN STEENBERGEN: „PETER POST PAKT MIJN RECORD, DAT IS ZEKER' „Heb ik de kracht om tijdig te stoppen?" m i kv' Scheidsrechters hebben het na een wedstrijd vaak nog moeilijker bij noteer de radio (Va mze sportredactie) AMSTELVEEN Zesdagenkoning Peter Post was die avond in een van die stem mingen waarin men wel eens komt als buiten in de koude herfstavond een felle wind mistslierten over de velden jaagt en het binnenshuis bij een knappend haardvuur behaaglijk warm is. Post lag ontspannen op de bank, de zwartleren kussens gemakkelijk geschikt en zijn hoofd steunend op een elleboog. Hij droeg geen schoenen en zijn das zat los. Binnen handbereik rinkelde af en toe de witte telefoon en uit de luidspreker van de platenspeler klonk de stein van favoriete zanger Frank Sinatra. In de keuken neuriede lieftallige Loek Post het melodietje mee. Ze zette koffie. Peter Post genoot van deze avond, een zeldzaamheid in het leven van een zesdagenkoning die, jachtend van de ene hoofdstad naar de andere, zijn fortuin en zijn roem moet verdienen. ZATERDAG 25 NOVEMBER 1967 Hup Jan Janssen In die stemming beleende hij angst te hebben voor straks, voor het ogenblik dat hij niet meer zal kunnen fietsen, dat hij niet langer zal heersen over de fietsende artiesten, die elke win ter honderdduizenden naar de pistes van Milaan, Kopenhagen, Berlijn, Frankfort, Londen, Amsterdam, Ant werpen, Gent en Zürich lokken. Want fietsen is alles voor Peter Post. Het heeft hem van eenvoudige Amster damse jongen naar een zekere wel stand getild. Nog woont hij, zes hoog, in een smaakvpl ingerichte flpt waar- Hij heeft veertig zesdaagsen gewon nen, evenveel als de befaamde Belg Rik van Steenbergen, die tot dan toe alleen op de troon zat. Dat bracht de naam Post weer eens volop in de pu bliciteit. Daarbij steekt de wijze waar op zijn eigen omgeving reageert schril af. Met een licht verwijt in zijn stem zegt Post: „Je merkt hier niets. Ik kan door Amsterdam dwalen zonder dat men mij herkent. Maar dat kon ik niet in Antwerpen of Brussel. Daar Post wordt daardoor gemarkeerd, zeggen ze: „Hé, daar heb je Peter Hij werd het slachtoffer van talrijke Post". Maar als ik hier train, roepen en ernstige valpartijen, kreeg been- ze: „Pijnenburg in de bocht", of ..Hup breuken, hoofdwonden, alles wat een Jan Janssen". Ik had natuurlijk al wielrenner kan overkomen. Maar tel- lang in Brabant of Limburg kunnen over de Boeings, de Jets en de Cara- velles van Schiphol scheren. Maar aan de rand van Amstelveen, dat zo sterk getekend wordt door de strakke lijnen van de moderne flats, nadert een nieuwe bungalow zijn voltooiing, als symbool van hetgeen men berei ken kan met een onverzettelijke wil, met vallen en opstaan. De carrière gaan wonen. Daar waarderen ze een wielrenner. Maar weet je wat het ls, ik ben zo gek op Amsterdam, hele maal gek. Loek trouwens ook. We hebben hier vijf jaar op een vergun ning voor het bouwen van de bungalow moeten wachten. In die tijd konden we meer dan eens een fijn huis in het Gooi krijgen. Ik zou het geaccepteerd hebben, maar dan had Amsterdam in het Gooi moeten liggen. Ik kan niet zonder Amsterdam. Aan de ene kant is het maar goed dat de mensen hier zo zijn. Het is toch wel eens fijn er gens te zijn waar ze je met rust la ten. Als ik in het zuiden woonde, had je dat niet. Loek zou de hele dag aan de deur foto's moeten uitdelen". Rijden, rijden, rijden Drie mannen hebben in het leven van zesdagenkoning Peter Post een grote rol gespeeld: Gerrit Schulte, de meer voudige wereldkampioen op de weg. Rik van Looy en de Zwitser Fritz Pfenninger. Met Schulte won hij drie zesdaagsen, met Van Looy negen en Pfenninger achttien. In zijn luxueu ze villa herinnerde zich Rik van Looy: „Hij wilde altijd maar rij den, rijden en nog eens rijden; 's mor gens, 's middags en 's avonds. Dat zie je tegenwoordig niet meer. In die tijd zei ik tegen hem: „Peter, je moet ook op de weg fietsen, dan krijg je nog meer naam en geld. Na lange aan drang heeft hij het gedaan. Ik vond het een beetje mijn verdienste, dat hij ook op de weg tot zeer goede presta ties is gekomen. Ik heb hem tenslotte overgehaald het te doen". Gerrit Schulte was net terug van de jacht. Aan zijn laarzen kleefden half- gerotte herfstbladeren. „Post? Ik heb hem opgepikt en weggeschopt. Maar daar wordt tegenwoordig veel te veel over geschreven. Je moet voor mij niet alleen schrijven: veertig overwin ningen is fantastisch, maar haal in deze tijd nog eens zes ploegen bij el kaar. die drie uur lang ploegkoers kunnen rijden. Dan weten de kenners genoeg. En de niet-kenners denken toch dat wij vroeger niet hebben kun nen fietsen. Neem nou Rik van Steen bergen. Die won in onze tijd. tussen 1948 en 1952, 5 zesdaagsen. Maar na 1955 won hij er 35. Hij heeft in onze tijd zelfs 'n jaar gehad dat hij er niet een won. Daarom vind ik het toch niet zo geweldig, deze prestatie. Maar waar maak ik me nog druk om? Ik jaag en vis op z'n tijd en ik hoop dat Post het later ook zo krijgt. Ik hoop dat hij als hij 52 is, nog net zo gezond is als ik. Dat is toch nog meer waard dan veertig overwinningen". Ga naar huis „Vroeger woonde ik in zijn straat in Amsterdam. Nou ja, goed kende ik hem niet als klein jochie. Weet je waarom? Die van Post mochten nooit op straat. Die waren een beetje an ders, want hun vader was de slager waar wij ons vlees haalden en die ver diende meer centen. Hij ging op de katholieke school en ik op de normale. Zo ging dat bij ons in die volksbuurt Later is hij bij me gekomen en ik heb hem meegenomen naar de Zesdaagse van Gent. zijn debuut. Na afloop zei ik: „Jongen, ga naar huis, want je kunt het niet". Ik heb hem toen laten vallen". Ik had toen in Gent net zo goed tegen een soigneur kunnen zeg gen: „Geef die jongen doping". Dan had hij wel een geslaagd debuut ge maakt. Maar ik zei tegen Post: „Jon gen, ga naar huis en leer fietsen op een kop thee en een koekje". Die grondslag heeft hij toch maar van mij gekregen. En nou wordt er alsmaar geschreven, dat ik gezegd heb dat die iongen nooit een renner zou worden. Dat is niet waar. Ik was het niet die hem toen afdankte, maar het wdren de directeuren. Die zeiden tegen mij: „Gerrit, wat maak je me nou? Jij kunt komen, maar die jongen, daar hebben we niks aan". Maar waarom vertel ik dat nou weer allemaal. Post moet dat zelf vertellen. Hij moet zeg gen: „Toen ik 26 jaar was. kon ik er nog niet veel van. Ja, dat moet hij zeggen. Kijk, als ik dat nou weer alle- Angst van rusteloze jager op roem en fortuin: maal zeg, dan denken de mensen weer: Gerrit is jaloers. Maar dat is niet zo. Ik ben veel te blij dat Peter het goed heeft, dat hij goed verdient en ik hoop dat hij nog veel meer ver dient en dat hij de centen maar goed bij elkaar houdt". Geen tweederangs Thuis, op de bank, vertelt Peter Post: „Ze zeggen wel dat ik keihard ben. maar ik ben een eenmanszaak. Mag ik misschien op menselijke wijze pro beren zoveel mogelijk geld bij elkaar te krijgen? Ik train ook elke dag ervoor, elke dag. Nu ook in de winter, tachtig kilometer. Alleen als het re gent ga ik niet Ik heb een ontzettende hekel aan regen. Dan train ik liever op de home-trainer". Een ding houdt hem bijzonder bezig. „Ik vraag me af of ik de kracht heb tijdig te stoppen. Ik heb om me heen gekeken en ik heb grote renners mee gemaakt, die zeiden: Als ik niet meer tot de besten behoor, stop ik meteen. En toch bleven ze nog twee of drie jaar fietsen. Dat zou ik verschrikke lijk vinden, een tweederangsrenner te zijn. Maar weet je wat ons, oude ren, op de fiets houdt? Er zijn niet veel jonge coureurs, die nog echt hard willen werken. Als in een zesdaagse een jacht voorbij is, zijn ze allemaal even blij. Ze nemen het gemakkelijker op. De hele maatschappij is gemakke lijker geworden. Misschien is dat ook wel prettig, want het leven is ook zo kort. Je moet ook kunnen genieten". Eigenaardig Post zal in het zesdagenrijk alleen heerser worden, de onbetwiste koning die meer won dan wie ook. Het zal niet lang meer duren of hij heeft zijn eenenveertigste zege binnen. Misschien in Zürich of, en dat zou het mooist (Van onze sportredactie DEN HAAG Goed beschouwd is Nederland nog een gunstige uitzonde ring. In diverse andere landen zijn scheidsrechters bü voetbalwedstrijden hun leven nauwelijks meer zeker. In het recente verleden werd de scheids rechter bü OostenrükGriekenland met een bierfles het ziekenhuis in geslagen: in Turkü'e dreigde het publiek de scheidsrechter dood te trappen; in Millwall kon de politie de scheids rechter pas uit de handen van een woedende menigte bevrijden toen de man al bewusteloos op de grond lag; in Willemstad moest een scheidsrechter ernstig gewond naar het ziekenhuis worden gebracht. Dan mogen in Neder land de scheidsrechters in het gunstig ste geval worden uitgefloten en uitge scholden, zü mogen in het ongunstig ste geval door een menigte worden om ringd en gemolesteerd maar er is er tot nu toe nog geen in het ziekenhuis terecht gekomen. Niettemin loopt de zaak de voetbal grootmachten bedenkelijk uit handen. Er worden misstanden gesignaleerd en er wordt niets ondernomen. Als scheids rechter Van Ravens na de wedstrijd SittardiaFeijenoord commentaar geeft en zegt. dat hij thuis vrouw en kinderen heeft en dat hij graag heelhuids van het veld wil komen, wordt hij door de K.N.V.B. op de vingers getikt. De man moet zich dus maar op het hoofd laten slaan en stilzwijgend toestaan dat hij naar velden wordt gezonden waar de langzamerhand onontbeerlijk geworden (stevige) afrastering ontbreekt en het publiek op hem zijn woede kan koelen. Moet het verwonderlijk worden ge noemd dat de scheidsrechters de angst enigszins om het hart slaat, vooral als zij de walgelijke taferelen vernemen die zich in andere landen afspelen. Enige van de bekendste Nederlandse scheidsrechters hebben hun visie ge geven omtrent hetgeen tegenwoordig op onze velden gebeurt en wat daartegen kan worden ondernomen. Wim Schalks (Leiden), procuratiehou der bij een uitgeversmaatschappij, zei: „Het is tegenwoordig vaak moeilijk. Een kwalijke zaak vind ik het als voet ballers vanaf de tribunes aangemoedigd worden met woorden als: „Trap hem dood" en „Schop hem open Dat hoor je als scheidsrechter op het veld regel matig. Zo'n voetballer wordt dan be ïnvloed, vooral ook omdat hij dikwijls gespannen op het veld komt. Het gaat met sommige clubs niet zo best, ze heb ben geldzorgen. De spelers worden de hele week op die ene wedstrijd voor bereid, vaak door personen die zelf on der spanning staan en dan krijg je zondags explosies. Ik vind het een taak van de pers het publiek te kalmeren. Daarmee bereik je veel meer dan met hoge hekken. Als ik me soms te midden van een woedende massa bevind, denk ik alleen: Je staat hier om 22 voet ballers recht te doen. Dan denk ik ner gens anders aan. Natuurlijk doet het je wat als de mensen zo tekeer gaan Wie zegt van niet, liegt. Als ik zondags van huis ga, ben ik altijd ervan overtuigd dat ik het goed zal doen en dat ik het zo eerlyk moge- lük zal doen. Angst heb ik niet. Wij, scheidsrechters, zün altüd een büzonder slag mensen geweest. Vroeger zeiden ze altijd tegen mij: Je moet wel gek zün om scheids rechter te worden, er zün er immers altüd die vinden dat je het niet goed doet. Tegenwoordig denk ik wel eens: Joh, je bent ook gek dat je dit doet. LOU VAN RAVENS Ik zeg niets „Maar ik ben net als alle scheids rechters: ik doe het toch en daarom zün wij eigenlgk gek. Mijn vrouw is wel eens een keer bang. Laatst had ze via de radio gehoord dat er moeilyk- heden waren bij Twente. Ik had daar Pahlplatz van het veld moeten ver wijzen en ik had Van Dyk een officiële waarschuwing moeten geven. Nu was ik niet in de gelegenheid naar huis te bellen dat alles oké was. Dus zat mijn vrouw in de zorgen. Ze was blü dat ze me tenslotte gezond en wel zag verschijnen". „Of wy in vergelijking met voetballers te weinig verdienen.' Ach we krijgen 80 gulden en onze reiskosten vergoed. Dat is in vergelijking met voetballers niet zoveel. Maar als ik morgen geen cent meer kreeg, floot ik nog". Herdershonden A. Bom (Den Haag), gemeenteambte naar: „Ze moeten meer met herders honden rondom het veld lopen. Dat is een goede manier om mensen van het veld te houden. En dan zie ik het liefst dat mensen in burger met zo'n hond lopen, want u weet hoe men tegen woordig ou een uniform reageert". „Als je langs elk veld hoge hekken maakt, brengt dat ook al weer zoveel onkosten voor de clubs mee. Ik heb wel eens het gevoel: Waarom doe je het eigenlijk? Dat bekruipt me vooral als ik een wedstrijd van een topclub legen een mindere club moet fluiten „Tegenwoordig is het zo. als een echte topclub niet van een mindere club kan winnen, gaat die moeilük doen. Als we die affaires zoals in Engeland en Tur kije ook hier krijgen, stop ik er liever mee. Gelukkig is mijn vrouw niet zo voetbalminded dat ze alle ontwikke lingen precies volgt. Ze heeft dan ook nooit iets gezegd. Ik zou wel graag wat meer voor een wedstrijd ontvangen, een bedrag van 150 gulden vind ik redelijk. Zondag had ik FeijenoordMVV en dan zitten er 60.000 mensen in het stadion. De spelers verdienen behoor lijk en lk mag voor 80 gulden het veld in gaan". Hoog hek Piet Roomer (Rotterdam): „Ik zie als enige oplossing dat er een hoog hek om de velden komt. Een scheidsrechter zün, in Amsterdam. Dan zal de grote Rik van Steenbergen voor Immer naar het tweede plan zijn verwezen, want hij fietst al een jaar niet meer. Hij brengt zijn dagen door met vogels vangen, kaarten, stukjes schrijven voor een sportblad, vissen en praten over vroeger. In zijn droomvilla In het Antwerpse stelt hij nuchter vast: „Post zal dat record pakken, dat is heel zeker. Maar ik vind het heel eigenaardig, dat hij het me moet af pakken. Ik zie hem nog met Gerrit Schulte op de baan komen. Wij dach ten toen allemaal: dat wordt niks, die is niet hard genoeg. Toen heeft Gerrit hem vernederd en Post ging naar Amerika, een paar kleine zesdaagsen rijden. Toen hij terugkwam, was hij een andere coureur. Ik kon mijn ogen niet geloven. Hij werd steeds sterker. Ik ben ervan overtuigd, dat hij mij dat record afpakt. Peler kan nog zeker drie .Jaar aan de top blijven. Maar hij heeft wel geluk dat de nieuwe lor- Imatie Merckx-Sercu niet de hele win ter op de baan rijdt, anders zou hij het met Pfenninger heel moeilük krij gen". Op de bank met de zwartlederen kussens grinnikt Peter Post. Eigen- fiilïm lijk meer tot zichzelf zegt hij: „Als ik maar gezond blijf, dan hou ik ze er wel onder". A. AALBRECIIT nog niet met angi die weel dal de mensen hem niet zo vlug kunnen bereiken, voelt zich zeker der en dat komt zün optreden ten goede. HÜ staat dan mentaal veel sterker". „Ik ben in Griekenland geweest. Daar heeft een scheidsrechter niets te ver tellen als het publiek verkeerd wil. Dat komt dan zonder meer het veld op. Ik heb eigenlijk nog nooit aan myn vrouw gevraagd óf ze bang is als ik op zondag een wedstrijd fluit. Laten we eerlijk wezen: In Holland gebeurt het toch slechts incidenteel als een scheids rechter bedreigd wordt. Al moet ik zeggen dat het de laatste tijd al ver schillende keren gebeurd ls dat een collega In moeilijkheden kwam. Ik weel dat scheidsrechters onder elkaar zeggen Al moesten we het voor niets doen, dan floten we nog. Maar 150 gulden zou ik ,wel een meer redelijke vergoe ding vinden". Afrastering A. Aalbrecht (Hoek van Holland), ambtenaar op het mlnlaterie van Bln- „Als er tegenwoordig een doelpunt wordt gemaakt, komen de mensen met honderden het terrein op en als er daarbij één kwaadwillende is heb je al moeilijkheden. Ik ga nog niet met angst van huis, maar dat kan nog komen. Mijn vrouw luistert meestal niet naar dc radio, dus die weet ook niet of ik moeilijkheden heb gehad bü een wed strijd Hek en tunnel Lou van Ravens (Schiedam), vertegen woordiger bü een bierbrouwerij: „Het spüt me. ik mag niets meer zeggen. De K.N.V.B. heeft rnjj een brief geschreven waarin staat dat ik niets meer tegen dc pers mag zeggen". „Wal wilde u vragen? Suggesties voor een betere beveiliging? Mijn antwoord is: Heel hoge hekken en een tunnel om het veld te verlaten. Dan wordt het voor ons misschien wat veiliger. Maar nu /eg ik niets meer, ik wil niet door de bond geschorst worden". TOTOWEDSTRIJDEN TOTO 22 SittardiaDWS MVVVolendam FC TwenteFeijenoord PSV—DOS XerxesDHC—Telstar SpartaGo Ahead NEC—ADO AjaxFortuna '54 PEC—Wageningen AGOVVHelmond Sport Fortuna VI.—ZFC SC Drente—Zwolse Boys Ilcrmes DVS—Hilversum TOTO 23 RBO—De VolewUckcrs Willem II—Vitesse Ellnkw Uk—Eindhoven VcloxRCH DFC—Heraclrs HVC—FC Den Bosch Blauw Wit—SVV Iloll. Sport—SC Cambuur De Graafschap— NOAD Alkmaar /.aanstr.VVV Excelsior—EDO LlmburgiaDe Baronie Gooilandllecrcnveen EREDIVISIE NAC—GVAV TWEEDE DIVISIE Veendam—Roda JC

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 13