prof. a. j. brokhorst
(rnofr
BILTHOVEN Naar aan
leiding van de herdenking
van 450 jaar Reformatie
heeft prof. dr. A. J. Bronk-
horst, hoogleraar in de
kerkgeschiedenis van de
twintigste eeuw aan de
rijksuniversiteit te Utrecht,
dr. Alfred van de Weger in
onderstaan Interview zijn
visie gegeven op een aantal
actuele oecumenische vragen.
Deze visie is bijzonder be
langrijk, omdat prof. Bronk-
horst de Nederlandse Her
vormde Kerk bij het Pasto
raal Concilie vertegenwoor
digt en namens de hele
groep van vertegenwoordi
gers lid is van de Concilie-
raad. Hij werd in 1914 te
Amsterdam geboren, stu
deerde theologie aan de uni
versiteiten van Utrecht en
Bazel, was hervormd predi
kant te Wijk aan Zee, Wil
lemstad en 's-Gravenhage.
In 1947 promoveerde hjj op
een dissertatie over .Schrift
en kerkorde". Hij was van
19541964 belast met de lei
ding van de Nederlands
talige sectie van de protes
tantse theologen faculteit te
Brussel.
vraagt
om
wat
luther
werd
geweigerd
,,Dat betekent voor mij allereerst de
herdenking van een belangrijk histo
risch feit, het feit namelijk dat binnen
het christendom iets nieuws is begon
nen, zij het dan ook niet iets totaal
nieuws. Als i': in een middeleeuws
kerk rondloop, in de dom van Hildes-
heim of in de kathedraal van Chartres,
dan voel ik me daar thuis, dan denk
ik: dit was onze kerk, zo leefde zij, zo
deed zij. Augustinus is ook voor ons 'n
kerkvader. Willlbrord en Bonifacius
zijn ook voor ons de predikers van ons
geloof. U zult van ons dan ook nooit
horen, dat de Hervormde Kerk in de
zestiende eeuw is gesticht. Voor ons is
toen de Katholieke Kerk alleen maar
hervormd. Eigenlijk zouden wij onze
Kerk dan ook de Hervormd-Katholieke
Kerk moeten noemen. En het feit van
die hervorming is nog altijd de moei
te van het vieren waard".
Ik meen te bespeuren dat er voor
deze viering in Nederlandse
reformatorische kringen een nog
al matige belangstelling bestaat?
Is dat zo?
„Inderdaad, de belangstelling loopt te
rug, 't verschil met de vorige genera
tie is zelfs opvallend. Waaraan dit
ligt? Het zal u wat vreemd in de oren
klinken maar eigenlijk is dat een
beetje uw schuld. U geeft ons in de
laatste jaren veel minder aanledding
dan vroeger om ons tegen u af te zet
ten. In 1853, bij het herstel van de ker
kelijke hiërarchie met alles wat daar
aan vast zat, konden wij op hervor
mingsdag onze kerken gemakkelijk
vol krijgen. In 1870, het jaar van het
eerste Vaticaans concilie, ook. Uw
Paus hoeft maar weer een Borroma-
eus-encycllek te schrijven en op 31 ok
tober stromen onze kerken weer vol.
Het is geloof ik het klimaat van de
pas ontwaakte oecumenische liefde,
dat hervormingsdag een beetje van
zrijn kleur doet verliezen.
Daar komt dan aan onze kant nog bij,
dat wij, bij alle dankbaarheid om de
kerkhervorming, die in de zestiende
eeuw tot stand werd gebracht, toch
moeilijk onverdeeld gelukkig kunnen
zijn, gez en het schisma, dat er het
noodzakelijk gevolg van Is geweest. De
hervorming van heel de Kerk, die wij
eigenlijk gewild hadden, is mislukt. We
hebben dat altijd wel geweten maar
tegenwoordig dringt het dieper tot ons
door. Daarom zijn we minder trots op
het bereikte en meer bedroefd om de
prijs die het gekost heeft".
Kunt u constateren, dat de
Katholieke Kerk op bepaalde
punten ernst begint te maken
met de diepste wensen, die
Luther bij de reformatie had?
„Inderdaad constateer ik dat. Op tal
van punten komen de vragen die bij
de reformatie aan de orde waren, voor
de tweede keer van binnenuit op. Al
leen vraag ik me iedere keer af: is dit
de Katholieke Kerk of is het een theo
loog, een boek, een zielzorger? Mag ik
me houden aan de conciliedocumen
ten? Dan zie ik inderdaad iedere keer
aanzetpunten naar een reformatorisch
denken: maar ik zie ook iedere keer
dat het niet lukt. Terugkeer naar de
schrift: maar to^h ook weer die sterke
nadruk op de traditie. Terugkeer naar
de colleglaliteltsgedachte: maar niet
zonder een nota praevia waarin het
primaat wordt veilig gesteld. Op litur
gisch gebied: het invoeren van de
volkstaal, van da communie onder
twee gedaanten, het opruimen van al
die beelden in de kerken. Daardoor
bent u een stuk dichter bij ons geko
men. En als ik lees wat de Nieuwe
Katechismus zegt over de mis, dan
kan ik dat volledig onderschrijven. Al
leen begrijp ik niet wat dat nog met
Trente te maken heeft.
Nu het diepste, waarom het de refor
matie eigenlijk ging. Dat was niet de
Kerk, niet de schrift of de liturgie.
Maar dat was de verhouding tot God.
Ook op dat gebied is er toenadering.
Als ik de dissertatie van Hans Kling
over de rechtvaardigingsleer tfij Pau-
lus lees, heb ik een microscoop nodig
om de verschillen met ons eigen belij
den te kunnen ontdekken. Volgens
Kling berust alles eigenlijk op 'n mis
verstand. Ik wil het graag aannemen
maar ik vind het wel een beetje
vreemd, dat dat misverstand dan zo
lang heeft moeten duren.
Misschien wel het meest positieve dat
u bereikt hebt is dit: dat geestelijken
en leken veel bijbelser zijn gaan den
ken. In Brussel heb ik eens een kape
laan ontmoet, die een merkwaardige
geestelijke vrijheid aan de dag legde.
Op mijn vraag waar hij zijn inspiratie
vandaan had, gaf hij het ongelooflijk
mooie antwoord: „Uit het evangelie en
daarmee bedoel ik de Romeinenbiref".
Kijk. als we dit gaan krijgen „dan ko
men we een heel eind verder, dan is
er een basis voor gesprek. Met elkaar,
want ook aan onze kant zal er heel
wat moeten worden verbeterd".
Kunt u ook enkele punten opnoe
men in de Katholieke Kerk, zoals
zij op het ogenblik is, die naar
uw oordeel nog altijd in strijd
zijn met de grondgedachten der
reformatie?
„Helaas ja, ook na het Vaticaans con
cilie. Want dit heeft uitdrukkelijk ge
steld, dat het op het punt van de leer
niets wilde veranderen. Als ik dit se
rieus neem, als ik een volstrekte con
tinuïteit moet zien tussen Trente, Va-
tlcanum I en Vaticanum II. dan kan ik
alleen maar concluderen: alles wat er
sinds Trente tussen ons staat, dat staat
er nog steeds. Alleen hebt u en dat
moet u zich goed bewust zijn het
paard van Troje binnengehaald. Er is
in uw Kerk vooral door de bijbelbewe
ging een ferment aan het werk gegaan,
dat zich zal voorzetten. Als ik de Nieu
we Katechismus lees, dan is dat iets
nieuws. Dat praat niemand me uit het
hoofd. En de mensen van Confrontatie,
die zich tegen dat boek afzetten, weten
mijns inziens wel degelijk waar ze het
over hebben.
Maar niet zoals dat in uw Kerk ge
vraag. Wij protestanten constateren,
dat bij u de gemeente, waarvoor Pau-
lus zo'n eerbied had, nog niet voldoen
de uit de verf komt, ook al doen uw
bisschoppen op dat terrein wat ze kun
nen. Ook kunnen wij uw leer en prak
tijk niet aanvaarden, dat de ambtsdra
ger priester zou zijn: daarvoor zijn
geen schriftuurlijke argumenten te
vinden. Verder verwerpen wij het
verplichte priestercelibaat, als strijdig
met het evangelie. En tenslotte het
zijn maar een paar punten die lk
noem de overmatige Mariaverering.
Let wel „overmatige" Mariaverering.
Wij willen Maria vereren zoals we dat
Abraham doen en Mozes en David.
Maar niet zoals dat in uw kerk ge
beurt met lk weet niet hoeveel dog
ma's en feesten. Om van de onofficië
le bijverschijnselen als Lourdes en Fa-
tima nog maar te zwijgen".
U bent dus van mening, dat de
reformatie door de recente ont
wikkelingen in de Katholieke
Kerk nog geenszins is achter
haald?
„Inderdaad, ook al tljn de reformato
rische vragen hij u van binnen uit
(dus echt niet door ons toedoen) op
nieuw aan de orde gekomen en Is
daarmee het einde van de eontra-re-
formatie Ingeluid, u bent nog niet 10-
Mooiste geschenkeen echt
oecumenisch concilie
450ste herdenkingsdag
wekt gemengde gevoelens
ver dat u op deie vragen al het ant
woord hebt gegeven. Er sljn aanzet
ten, ik heb het reeds gezegd, maar die
kunnen zich niet volledig realiseren.
Daarom blijven wij in zekere zin
„neen" zeggen"
In welke zin zegt u „neen" en
wat wilt u daarmee bereiken?
„Wij hopen door ons „noen" de refor
matorische tendenzen, die bij u naar-
voren komen, te versterken. Niet dat
bij ons alles ideaal zou zijn en dat u
onze manier van denken en doen zon
der meer zou moeten overnemen, denk
dat in 's hemelsnaam niet. Ik zou wel
willen, dat de Katholieke Kerk refor
matorisch werd: maar dan niet refor
matorisch naar de praktijk anno 1967
Als Luther het hedendaagse pro
testantisme eens met eigen ogen
zou kunnen aanschouwen, wat
zou denkt u zijn reactie
zijn?
„Dit is een in wezen onbeantwoordba
re vraag. Welke Luther bedoelt u? De
jonge Luther of de Luther van na de
boerenopstand van 1525? Vergeet niet
dat die man in zijn leven een gewel
dige ontwikkeling heeft doorgemaakt.
Toch zal ik proberen op uw vraag een
antwoord te geven. Een antwoord dat
mijns inziens al is gegeven door Barth.
Barth is van het hedendaagse protes
tantisme weer teruggegaan naar de
reformatoren. HIJ stelt, dat Luther
volkomen theocentrisch dacht: God
ZATERDAG 28 OKTOBER 1967
was norm, Gods woord wss de richt
lijn waarnaar alles moest worden af
gemeten. En het modems protestantis
me is vanaf het piëtisme over Schlel-
ermacher tot en met Bultman en de
allernieuwste theologische systemen
steeds meer antropocentrisch gaan
denken. Daar zou Luther zeker kritiek
op hebben, ziedaar mijn antwoord in
een notedop".
Als Luther het hedendaagse
katholicisme, met name het
katholicisme in Nederland, eens
met eigen ogen zou kunnen zien,
hoe zou hij denkt u reage
ren?
„Hier vraag lk opnieuw: welke Luther
bedoelt u? Die van 1521 of die van
1536? Dat maakt nogal wat verschil.
Maar laut Ik niet om de kwestie heen-
draaien. Luther zou Wij zijn, dat de
aflaathandel verdwenen is, dat de hou
ding ten opzichte van relikwieën en
dergelijke veel nuchterder is gewor
den, hij zou in menig opzicht blij zijn
met een boek als de Nieuwe Katechie-
Maar hij zou zich afzetten tegen de
vormen van volksvroomheid, die ln
uw kringen nog altijd voortbestaan.
Luther zou gruwen van bepaalde din
gen. die hij regelmatig in uw kranten
zou lezen: dat de Paus naar Fatima
gnat, dat nog onder Joannes XXUI de
relikwieën van Plus X door heel Italië
worden rondgedragen, dat men iedere
keer weer in Napels het wonder
viert, dat het bloed van Januarius
vloeibaar is geworden en verschillende
zaken meer. Laat ik mijn antwoord
kort samenvatten: hij zou met veel
dingen blij zijn maar hij zou ook een
paar keer ontploffen".
Kunnen de gemeenteleden in uw
Kerk meekomen met de oecu
menische toenadering die zich
tussen Rome en reformatie be
gint af te tekenen?
„O Ja. beter dan u denkt, ze liggen
dikwijls voor op de top. Ze vinden ons
vaak te kritisch, te scherpslijperig, te
gereserveerd. Natuurlijk zijn er ook.
die de ontwikkelingen met zorg gade
slaan maar dat is dacht ik toch een
minderheid. Die mensen zeggen: „Er
hoeft maar een Ottaviani Paus te wor
den en de hele voorstelling is voorbij".
Ik geloof niet, dat men het zo mag
stellen maar Ik begrijp hun standpunt
toch wel".
Wat zou voor u het mooiste
geschenk zijn, dat de Katholieke
Kerk bij gelegenheid van deze
herdenking aan de reformato
rische zusterkerken zou kunnen
geven?
„Een echt oecumenisch concilie, waar-
In we samen aan de hand van de
schrift souden mogen nagaan, wat de
Heer nu eigenlijk van ons vraagt.
Daarmee vraag Ik dus om datgene,
wat 450 Jaar geleden aan Luther ge
weigerd Is.
NAAR VEILIGHEID EN KWALITEIT
(Van een onzer verslaggevers
UTRECHT Het was omstreeks 1908, dat er in de
Tweede Kamer een klacht werd ingediend over de
kwaliteit van de uniformen van het staatsspoorweg-
personeel. De klager was gebelgd, omdat de spoor-
mannen er maar sjofeltjes bijliepen. De Kamer vond
dat eigenlijk ook wel: het aanzien van de Neder
landse Spoorwegen zou aanzienlijk worden ver
groot als de conducteurs in hun „goeie-goed" kaart
jes zouden knippen. Men werd het er uiteindelijk
over eens, dat de kleding moest worden onder
worpen aan een periodieke keuring. In de loop der
jaren is deze keuring uitgegroeid tot een compleet
laboratorium.
Er is een speciale kamer, waarin ma
terialen op hun warmtebestendigheid
worden beproefd. Hier worden tempe
raturen opgewekt, variërend van
twintig graden onder lot vijftig gra
den boven nul. Een trekdrukbank zet
allerlei voorwerpen onder zware druk,
lnfraroodapparatuur maakt grafiekjes
van diverse materialen. Ook vinden
controles plaats van seinlampen, rub
ber voor railisolatie, dakbedekkings
materiaal, lijmsoorten enz.
De komst van het laboratorium houdt
ook in dat de machinist van een loco
motief niet meer zelf fungeert als
monteur-onderhoudsexpert en met een
oliespuit langs het spoor wandelt. Het
komt niet meer voor, dat hij zich tij
dens de rit naar de dorpssmid begeeft
om een vastgelopen stang te laten re
pareren. Misschien dat „goei-oude-tij-
ders" iets mompelen van vervlogen
romantiek, maar de eisen van efficien
cy leggen uiteraard meer gewicht in
de schaal.
Een hoofdzaak van het laboratorium
is voorts gelegen in het vervoer van
gevaarlijke stoffen. De recente onge
lukken in het Limburgse Beek hebben
deze zaak weer eens in het centrum
van de belangstelling geplaatst. Het is
in dit verband opvallend, dat de inter
nationale spoorwegen al tientallen ja
ren afspraken over dit vervoer heb
ben lopen, terwijl het wegvervoer nog
nauwelijks aan voorschriften is gebon-
Dr. Lamme is van mening, dat het
vervoer per spoor in hoge mate veilig
Is, als aan alle voorwaarden wordt vol
daan. Hij vindt het terecht, mede uit
het oogpunt van eerlijke concurrentie,
dat binnenkort ook het wegtransport
Bich aan een aantal eisen Bal moeten
binden. Het aantal N.S.-transporten
van gevaarlijke goederen ligt, vol
gens dr. Lamme, tussen de honderd
en tweehonderdduizend per Jaar.
Omdat ook in die dagen ambtelijke
plannen zelden in paniekerig tempo
werden uitgevoerd, duurde het nog tot
15 januari 1911 voor de benoeming los
kwam van een ingenieur, die werd be
last met de taak een kundig oog te
houden op de aangekochte textielgoe-
deren. De Kamerleden en de NS zul
len er destijds geen flauw vermoeden
van hebben gehad, dat deze 15de ja
nuari ruim een halve eeuw later zou
worden beschouwd als de geboortedag
van het spoorweglaboratorium. De
aanvankelijke kledingcontrole gedijde
voorspoedig: meer mensen moesten
worden aangetrokken, andere taken
werden aanvaard en dit alles leidde
tot de vorming van een forse onder
zoekstag die nu dienst doet als de gro
te bemoeial op NS-gebied.
Een team van 45 man werkt onder
leiding van dr. N. Lamme aan de uit
voering van een omvangrijke taak.
Men heeft er deskundige vingers in
de pap van vrijwel alle afdelingen, die
een grote bedrijfshuishouding als de
NS zo gecompliceerd maken. Voor ie
dere aankoop, op welk gebied ook, ko
men de mannen van dr. Lamme in
het geweer om wetenschappelijke tes
ten te doen met betrekking tot veilig
heid en kwaliteit. Met name op de
veiligheidsaspecten ligt een zeer ster
ke nadruk bij de onderzoekingen.
Waarmee al onmiddellijk verklaard is,
waarom de aan te kopen goederen
nooit van de goedkoopste soort kun
nen zijn. Wat niet wegneemt, dat de
financieel niet zo rooskleurige situatie
van de Spoorwegen ook het laborato
rium dwingt commercieel te denken
en efficiënt te werken.
Ingewikkeld
Als gevolg van zijn niet al te grote
omvang kan het NS-laboratorium niet
al te diep op het onderzoekingswerk
ingaan. Het heeft niet de beschikking
over voldoende apparatuur, hoewel de
uitrusting voor de eenvoudig te beïn
vloeden leek bepaald verontrustend in
gewikkeld is. Met name onderzoekin
gen op lange termijn worden veelal
door andere, meer gespecialiseerde in
stellingen, zoals technische hogescho
len en TNO, verricht. Ook wordt er
druk samengewerkt op internationaal
Hoeveel adviezen kunnen 45 man in
een jaar tijd verstrekken? Dat zijn
er volgens dr. Lamme niet minder
dan dertigduizend, wat neerkomt op
een fraai gemiddelde van honderd
KAARTJES
KNIPPEN
IN
,G0EIE-G0ED"
per werkdag. Deze advieten dragen ui
teraard niet allemaal hetzelfde karak
ter. Er worden onderzoekingen ge
daan. die niet meer dan een minuut
in beslag nemen, maar ook naar de
oorzaken van eventuele spoorwegram
pen wordt in het lab gespeurd en daar
mee kunnen weken gemoeid zijn. Deze
onderzoekingen vinden, globaal geno
men. plaats op drie terreinen: me-
taalkundig, chemisch en fysisch on-
In de loop der tijden zijn er in het la
boratorium verschillende uitvindlnkjes
gedaan, die het leven van de NS be
langrijk hebben veraangenaamd en
vereenvoudigd. Nemen we slechts het
controleren van de rollagers van de
treinen, vroeger een tamelijk tobberi-
ge affaire, want men placht de rolla
gers volledig uit elkaar te halen.
Rollagers
Een prijsbewuste peinzer heeft toen
een apparaat ontworpen, waarmee op
even simpele als doeltreffende wijze
de toestand van de rollagers kan wor
den vastgesteld. Met behulp van een
miniem monstertje ver wordt de zaak
als het ware doorgelicht op de aanwe
zige hoeveelheden koper en ijzer en
dat levert voor de deskundigen vol
doende aanwijzingen op om vast te
stellen tot in welke graad de lager ia
versleten. Duur van dit onderzoek:
vijftien seconden. Kostenbesparing:
nauwelijks te becijferen. Bovendien
kon de revisietermijn worden verlengd
van drie tot vier Jaar.
Zoals een fiets een lekke band kan
krijgen, lopen de treinwielbanden het
risico van een breuk. Vroeger kwam
dat ook nog al eens voor, maar een
intensief onderzoek van de laboranten
heeft ook dit gevaar tot een minimum
teruggebracht. Tien jaar geleden werd
een ander, veiliger wielbandmateriaal
voor de reizigerstreinen gekozen. Van
af dat ogenblik heeft zich nog geen
wielbandbreuk voorgedaan.
Aan verf en chemicaliën wordt jaar
lijks een bedrag besteed van ongeveer
1.3 miljoen gulden. Het is duidelijk
dat het laboratorium een belangrijke
taak heeft in het zorgvuldig selecteren
van de verfsoorten. De aangeboden
verfmaterialen worden dan ook bloot
gesteld aan weersinvloeden en krijgen
in de snelverweringstank te maken
met een sterke ultraviolette straling.
Als op alle mogelijke manleren is ge
probeerd de verf aan te tasten, brengt
het laboratorium advies uit over de
kwaliteit.
ln nog sterker mate geldt het kosten
aspect met betrekking tot de oliën en
De toestand van smeerolie is een duidelijke aanwijzing voor de mate, waarin de motoren tljn versleten.
vetten, waaraan de Spoorwegen jaar
lijks niet minder dan 7,6 miljoen gul
den uitgeven. Op nog vele andere ter
reinen is het lab actief. Men kient er
bijvoorbeeld uit met welk materiaal de
treinbanken moeten worden bekleed.
Een eerste eis Is, dat het materiaal
IJzersterk is, want de Nederlander
gaat nogal eens hardhandig om met
andermans eigendommen. Dr. Lamme
meent stellig, dat de passagiers In bij
voorbeeld Zwitserland en Duitsland
veel zorgvuldiger zijn op dit punt.
Ook detailzaken krijgen aandacht
in het lab. De NS ontving bijvoorbeeld
veel klachten, dat nn een rit In de
autoslaaptrelnen de auto's een bruin
achtige aanslag vertoonden, die niet
met de gebruikelijke reinigingsmidde
len te verwijderen waren. Er is toen
een „cleaner" ontworpen, die aan de
automobilisten wordt verstrekt en
waarmee de aanslag spoorslags ver
dwijnt.
Sinds enige tijd heeft men ook de be
schikking over een elektronenmicro
scoop, die onder meer van groot be
lang la voor het opsporen en rang
schikken naar aoort van breukvlak
ken. De mlcroacoop vergroot twaalf
duizend maal.