BRITSE LULU
lieftallige opvolgster van Brenda Lee
ook
öe kRAntentuin
Seks Jeugd
VOOR
JOU
CORRESPONDENTIE
De Cowboyhoed
De Drie op vakantie (4) door Neef Ton
ZATERDAG 28 OKTOBER 1967
Voor Lulu thans aanvoerster van de Amerikaanse hitlijst met „To Sir
with love", de titelsong uit haar eerste film, waarin zij naast Sidney Poitier
de hoofdrol vertolkt begon het allemaal in 1963 met een telefoongesprek.
Tony Gordon, de eigenaar van een cabarettent in Glasgow, was de man
die de toen nog 14-jarige Schotse Marie McDonald McLaughin Lawrie
verzocht zo spoedig mogelijk naar hem toe te komen. Hij had iets bijzon
ders voor haar in petto. Een jaar later werd Marie Lawrie inmiddels
omgedoopt tot Lulu uitgeroepen tot „meest belovende zangeres" en
kwam haar platendebuut „Shout" in de Britse top-10 terecht. Lulu's car
rière was gemaakt. Eerst in Engeland en later ook in de Verenigde Staten
werd zij de opvolgster van de inmiddels befaamde Brenda Lee.
In maart 1966 maakte zy als eerste
Britse zangeres een tournee achter 't
IJzeren Gordtjn, namelijk door Polen.
Als Je haar vraagt, wat zij van die men
sen daar vond, antwoordt zy: „Ach ik
ben eigenlijk niet de Juiste persoon om
dat te vragen. Want ik verspil altijd
enorm veel geld aan kleren. Ik ga win
kel in, winkel uit om te kopen en nog
eens te kopen. En dat kun je in Polen
echt niet doen". Het verband tussen
vraag en antwoord is wel niet helemaal
duideiyk, maar dat is nu juist een van
de eigenschappen van Lulu. Alleen als
het haar familie betreft wil zij wel een
afdoend antwoord geven: „We kunnen
bfjzonder goed met elkaar overweg.
Daar heb Je mfln moeder, die werkelfjk
meer een zus voor me is; mijn vader die
me leerde goede muziek te appreciëren;
mijn broer Billy, die in beatgroepjes
speelt en de Jongste Gordon, die vier
jaar oud is. Dan is er ook nog mfln
zusje Edwina van acht. Ik mis hen wer
kelijk heel erg en ben dan ook van plan
hier in Londen een huis voor hen te
kopen. Niet om bij hun in te gaan
wonen. Maar gewoon, om hen zo veel
mogelijk te kunnen zien". In maart
van dit Jaar veranderde Lulu van label
en bevestigde haar heerschappij op het
front van tienerzangeressen. Haar eer
ste opname voor dit merk was „The boat
that I row", wat een klassering in de
Nederlandse top-20 betekende. Achter
de produktleschermen wordt thans hard
gewerkt aan een nieuwe single, die dit
succes nog moet overtreffen.
Wü hopen het voor de artieste, die
niettegenstaande het uitdrukkelijke
bevel van haar manager om een andere
kleur te kiezen toch haar rode haar
behield, want zo zegt zy „Als hy myn
muzikale kunnen accepteert, moet hy t
ook myn rode haar doen".
OPLOSSING
RAADSEL
Jan wordt smid, Plet kapitein, Agnes
onderwijzeres, Ineke verpleegster, Ge
rard arts en Tllly naaister. Na loting
kreeg Truus van Kesteren, Mgr. Broe
restraat 9, Voorhout, het boek.
NIEUWE OPGAVE
De kleine Marlies heeft een briefje
naar haar oma geschreven, maar ze
heeft de letters van de woordjes hope
loos door elkaar gegooid. Haar oma
kan er heus niets van maken.
Wie helpt T
Lelev amo
De degenvol keew grijk kl tlekan-
va. Zou kl nad nee raap naged ijb u
omneg gerenlo. Ik brgen lfes lew atw
eelspdoeg eem. Dga leiev amo, kl hpoo
dta u the dgoe dtlnv.
Nee sjeku nav.
Marlies.
Papengracht, Leiden.
Ans Schuur, Lelden. Je leest altyd de
verhaaltjes in de krant en nu heb Je
er zelf ook een gemaakt, 't Is wel een
kleintje, maar Je hebt Je best gedaan
en daarom komt het vandaag ln de
krant. Leuk hè, AnsjeT
Mijn katje
Myn kat is soms heel ondeugend.
Eerst pakte hy een koekje uit de
schaal, dat was stout. Ook klimt hy
dlkwyis ln de boom. Hy moet slapen
ln het kolenhok, daar staat zyn mand
je. Wanneer hy binnen is, springt hy
op de bank en dan haakt hy met zyn
scherpe nageltjes allerlei halen in de
bank. Hy mag ook niet op tafel zitten,
dat is vies. Maar hy doet het toch en
dan krygt hy een tik. Ik heb hem in
Zoeterwoude gehaald.
Leontten Zwetsloot, Lelden, vertelt
vandaag het tweede deel van haar ver
haaltje:
Waarom de maan
Jaloers was
Iedere dag gingen de herten kyken.
Soms ging er een elfje mee, maar ook
Iedere dag werd de maan bozer. De
herten gingen om raad vragen aan de
zon en deze zeide: „Ga terug naar de
maan en zeg haar dat ik voortaan mooi
op haar zal schynen en zeg ook, dat
de elfjes by volle maan in het bos
gaan dansen".
Ze brachten de boodschap over. Nou,
je begrypt dat de maan reuze biy was.
by volle maan zag hy de elfjes dansen
en dat was leuk. Van die dag af was de
maan niet meer Jaloers. Misschien zie
je 's avonds de maan wel lachen, voor
al by volle maan.
Rietje Devllee vertelt iets over:
Mijn leventje
Het was een zeer koude dag, die
veertiende februari 1958, toen ik ge
boren werd. Het sneeuwde die ochtend.
Ik was het eerste meisje van myn va
der en moeder, want daarvoor waren
er al zes jongens en meisjes geboren.
Ik had dus zes broertjes en ze noemden
mij hun popje. Ik groeide snel op en
werd een flinke meid. Toen ik vier jaar
was ging ik naar de kleuterschool, daar
heb ik een fyne tyd gehad. De Juffrou
wen waren heel lief en wy konden
overal mee spelen, wat we maar wilden.
Toen ik zes Jaar was, nam myn moe
der my mee naar de grote school. Ik
vond het daar eerst niet zo fijn, want
ik was op de kleuterschool gewend,
dat Je daar kon doen wat je wilde.
Maar nu moest ik leren lezen, reke
nen en nog veel meer dingen. Toch vond
ik dat ook wel fyn, want spelen kan je
thuis nog genoeg doen.
Ik ben nu negen Jaar en zit in de
derde klas. Dit was iets uit myn leven-
tja.
Steef Grootes komt met een lang ver-
Het beertje Mlepie
Ergens ln de bossen woont beertje
Mlepie, in een berg, met z'n vader en
moeder. Op een keer ging hy bloemen
plukken voor zyn moeder, want ze was
jarig. Hy liep te huppelen en te zingen:
tralala, tralala!
Even later komt hy de egel tegen.
„Dag Mieple", zei de egel.
De cowboyhoed was
het meest geliefde be
zit van een cowboy.
Alleen al het bedrag
om hem te kunnen
kopen kostte hem
meestal bloed, zweet
en tranen. Een goede
hoed kon een half
jaarloon kosten. Maar
daarvoor kon hy hem
dan ook voor vele din
gen gebruiken.
Onder andere was
hy heel goed te ge
bruiken om er een
kampvuur mee aan te
steken, door hem als
een waaier heen en
weer te zwaaien. Bo
vendien gebruikte de
cowboy zyn hoed om
uit te drinken, niet al
leen voor zich zelf,
maar ook voor zyn
paard. Als een wild
paard Ingereden
moest worden was de
hoed ook onmisbaar.
De ruiter sloeg het
wilde dier gewoonweg
met de slappe hoed in
zyn hals en dat was
vaak genoeg, om het
ongetemde beest rustig te krygen. De hoed deed echter ook dienst, als de cow
boy mensen op straat groette. Hy bracht dan zyn hand naar de rand en toonde
daarmee geiyktydig aan, dat hy niet slechts van plan was. Want de hand was
toch Immers op dit ogenblik weg van de revolver, zodat hy niet kon BChieten.
Een echte cowboy hield zyn hoed zo te zeggen altyd op. Hy droeg hem zelfs
onder het dansen en by het eten; zyn „Setson" was als het ware aan zyn hoofd
vastgeplakt.
„Dag opa!"
„Waar ga je zo alleen naar toe?"
„Ik ga bloemen plukken voor myn
moeder, zy is Jarig, daar ginds over
het bruggetje".
„Nou, pas dan maar op", zei de egel.
„Daav zit een heel gemeen dier ln het
uoter".
„O, daar ben ik niet bang voor. Dag,
opa!"
„Maar ik heb Je gewaarschuwd", zei
de egel nog.
Tralala! tralala!
Hoeps! Daar viel hij over een konyntje.
„Heb je Je bezeerd?" vroeg het konyn
tje.
„Nee hoor, ik heb helemaal geen pyn!"
„Wat ga je doen, zo alleen?"
„Ik ga bloemen plukken, daar ginds
over het bruggetje".
„Pas dan maar op voor dat gemens dier
dat ln het water zit".
„Daar ben ik niet bang voor. Dag
hoor!", zei Mieple.
„Maar ik heb je gewaarschuwd".
„Ik ben toch niet bang. Tralala, trala
la!"
Elndeiyk Is Mieple by het bruggetje en
loopt er langzaam overheen. Toen hy
ln het midden was, keek hy naar
beneden. Daar zag htj geen dier, maar
zich zelf. Hy schrok er van.
„Ben je zo geschrokken?" vroeg de
egel. „Nou, lach dan maar eens tegen
hem".
Hy ging terug en toen hy midden op
het bruggetje was. zag hy het dier
weer. Hij lachte en het dier lachte ook.
„Hy is myn vriendje!" riep Mlepie blfl
en hy ging vlug aan het bloemen pluk
ken. Hy liep weer terug over het brug
getje. Daar zag hy het dier ook met
een bos bloemen.
„Hy is myn vriendje", riep Miepie hard
en hy was niet meer bang.
Goede oplossingen kwamen nog bin
nen van Leonnie van Kesteren, Voor
hout; Ans van Klink, R. A. Veen; Pau
la Buters, Warmond; Wlm Buters,
Warmond; Anny v. d. Laan, Hazers-
woude; Peter v. d. Star, Leiderdorp;
Nellie Kerkvliet, R. A. Veen; Ria v. d.
Star, Hoogmade; Ria v. d. Berg, Zoe
terwoude; Truus van Nlekerk, Sas-
senhelm; Dorien v. d. Broek, R. A.
Veen; Hans Kraayenvanger, Voorhout*
„leder kind van de lagere school weet zo onderhand wel, dat een baby
uit de moederschoot komt. De rol van de vader is al een beetje minder
bekend, maar dat wordt de kinderen ook nog wel duidelijk. Maar het
verveldende is, dat de seksuele voorlichting daarna ook ophoudt. En dat,
terwijl er na die biologische voorlichting nog zo'n belangrijke periode
komt, waarop een goede voorlichting nog veel noodzakelijker is: de
periode namelijk waarop de jongen of het meisje bij zichzelf een affectieve
behoefte ontdekt, het moment van het ontdekken van de behoefte aan
genegenheid, aan geborgen zijn, aan liefde, zo men wil, het ontdekken
van het zich aangetrokken voelen tot de andere sekse. Die periode zouden
de opvoeders moeten aangrijpen om begeleiding te bieden op die ont
dekkingstocht. Zover zijn we nog niet, maar het komt wel. Over een jaar
of tien, wanneer de jongens en de meisjes van nu zelf kinderen hebben".
Aldus de heer J. van Dun, directeur van Bouvigne, het Vormingscentrum
te Breda.
Gelukkig was het toen ze Le Havre
binnenliepen net eb. Als ze een uur
eerder aangekomen waren, hadden
ze niet binnen kunnen lopen, omdat
de stroming dan te sterk was ge
weest. De monding van de Seine is
n&meiyk een zeearm, als het vloed
wordt komt het water als een muur
van wel een paar meter hoog opzet
ten. De haven van Le Havre was dan
ook helemaal hierop Ingericht, het
was een z.g. dokhaven. Gelukkig had
den de jongens al gauw een ligplaats
gevonden. Naast hen lag een oude
vissersboot en een heel oude visser
zat garnalen te pellen. Al gauw
hadden de jongens een praatje met
hem aangeknoopt. Ze hadden ont
zettend veel plezier met de oude
man. Hij wilde niet geloven, dat ze
uit Nederland kwamen en dan nog
wel over zee, dat was nog nooit ge
beurd. Als bewijs dat ze inderdaad
uit Nederland kwamen, gaven ze
hem een Hollandse sigaar. De goede
man was hiermee zo in zijn schik,
dat hij de jongens een maaltje gar
nalen gaf. De jongens zeiden, dat ze
dat niet konden aannemen, maar de
visser stond er op, dat ze het aan
namen. Zo aten ze die avond gar
nalen. Toen ze klaar waren en juist
weg wilden gaan, werd er geklopt.
het was de douane. De jongens moes
ten hun paspoort laten zien en toen
konden ze gaan. Le Havre was een
moderne havenstad en het was er
heel gezellig. Om 10 uur waren ze
weer op de boot en om half elf slie
pen ze als rozen.
De volgende ochtend om 9 uur
werd Paul als eerste wakker. Hij
bleef nog maar in z'n kooi liggen,
omdat de anderen nog sliepen. Na
een half uurtje was iedereen wakker
en nadat ze zich gewassen en aan
gekleed hadden gingen ze de stad in
om te ontbyten. Om 11 uur waren
ze weer terug en maakten ze zich
klaar voor vertrek. Dit keer waren
ze niet vergeten het havengeld te
betalen en om half twaalf waren ze
weer op de Seine. Vandaag wilden
ze tot Rouen komen, want daar wil
den ze de kathedraal zien. Het was
niet erg druk op de Seine, toch 1 n-
den er zeeschepen tot aan Rouen
komen. Het land was vlak en dus
waren er geen sluizen. De jongens
waren daar blij om, want schutslui
zen betekenen vaak een naar opont
houd. Om 2 uur had Karei 't middag
eten klaar en ze gingen maar aan
de kant voor anker, dan konden ze
tenminste alle drie tegelijk eten.
Na het eten wasten ze met zyn
alle af en daarna gingen ze nog
wat zwemmen. Zo kwam het, dat ze
pas om 4 uur weer verder gingen.
Ze kwamen nu echter niet zo snel
meer vooruit, want het begon weer
eb te worden en ze hadden dus een
tegenstroming. Na een kwartiertje
zo langzaam gevaren te hebben,
koerste Jean-Luc maar weer naar de
kant om te wachten tot het eb was
en daarna weer verder te gaan. Om
de tijd wat te korten gingen ze wat
kaarten. Na een half uurtje was het
eb en gingen ze weer verder. En om
half zeven zagen ze de stad in de
verte liggen. De oude kathedraal, die
in de twaalfde en dertiende eeuw
gebouwd werd, stak overal boven
uit. Toen ze na nog een kwartier
varen eindelijk in de jachthaven aan
gekomen waren gingen ze snel de
stad in. Maar ze troffen het niet,
wel was de kathedraal verlicht, maar
hy was al dicht, zodat ze hem niet
van binnen konden bekijken. Op het
plein voor de kathedraal stond een
standbeeld van Jeanne d'Arc, die
daar in 1431 door de Engelsen ver
brand werd, omdat ze er voor had
gezorgd, dat Koning Charles VII in
Reims gekroond kon worden. Toen
ze rond de kathedraal waren uitge
keken gingen ze kijken wat er ver
der nog in de stad te doen was. Nu
kwamen ze in het oude gedeelte van de
stad. In de tweede wereldoorlog was
het gedeelte tussen de Seine en de
kathedraal grotendeels stuk gegooid
en daar stonden nu alleen maar mo
derne gebouwen en flats. Het oude ge
deelte van de stad was veel gezelliger.
Er waren veel bars, café's en biosco
pen. Na zo een half uur te hebben rond
gelopen gingen ze ergens iets drinken
in een heel oud cafeetje, dat „de Geest
van Cornellle" heette. De waard wist
te vertellen, dat Corneille een beroemde
Franse dichter en toneelschrijver, hier
in 1606 geboren was. Wel wisten de
jongens dat Corneille in Rouen gebo
ren waa, maar of hij in dit huis ge
boren was. zoals de waard beweerde,
betwyfelden ze. De waard vertelde ze
nog een aantal verhalen over de ge
schiedenis van het huis waar hy nu
zijn café ln had en zo gingen de jongens
pas laat weg.
Ze hadden besloten de volgende dag
nog te biyven en pas de dag daarop
weg te gaan, zodat ze die dag de ka
thedraal en de stad nog eens by dag
licht konden bekyken.
(Wordt, vervolgd
Het ls een man die veel met de jeugd
optrekt vanuit de kinderbescherming,
rector van een tehuis voor meisjes, bls-
schoppeUjk Inspecteur van het onder-
wys, die dit zegt, als er wordt gevraagd
naar de noodzaak van voorlichting.
Die noodzaak ls er natuurhjk. De
vraag ls alleen in welke vorm dat
moet gebeuren. Het meest ideaal ls
het natuurlijk als het door de ouders
gebeurt en dan niet tydens een „plech
tig moment der onthullingen", maar
byna spelenderwys, ln een sfeer, waar
in aan de seksualiteit, aandacht wordt
geschonken als één van een veel gró
ter aantal facetten van het levenspa
troon en niet als afzonderhjke een
heid. De ouders van nu praten te veel
vanuit hun eigen „volwassen" ingekap
selde standpunt, dat dan weliswaar door
sex Is (of wordt) beroerd, maar waar
voor de seksualiteit niet zo problema
tisch ls als voor de jeugd.
Maar er zyn mogeiykheden ln clubs
om er over te discussiëren en dan kom
je soms tot wezenlijke ontdekkingen.
Bij voorbeeld, dat seksueel verkeer tus
sen twee mensen die op weg zyn naai
een oprecht huweiyk vóór dit huweiyk
niet meer plaatsvindt op eertydse nor
men. Het wordt een wezeniyk onder
deel van de ontmoeting tussen twet
mensen. De zg. „losse scharrel" wordt
door de jongeren niet meer als een re
delijke zaak aanvaard. En het prettige
van de jongeren van nu is, dat ze open
staan voor discussies over de conse
quenties van hun opvattingen in welke
discussie uiteraard het punt van eeriy-
ke en deskundige voorlichting en het
gebruik van voorbehoedsmiddelen mede
van belang zyn".
In het loskoppelen van de fysieke at
tracties van de seksualiteit van de psy
sche ligt een groot gevaar. De Indrui
wortd gewekt, dat met elkaar naar 1
gaan net zo gemakkeiyk ls en e'
eenvoudig verloopt als het kopen i
een tramkaartje.
De heer J. van Dun, directeur i
Bouvigne, zegt: „Het ls niet eeriyk
de Jeugd van nu een dienstregeling
te leggen, die van toepassing was v
het leven van 1930. Jonge mensen hel
ben het recht om hun eigen normen
kiezen en zelf te bepalen of ze zli
daaraan conformeren of niet. Dat iyi
gemakkeiyk en veel volwassenen stel)
len dit ook, maar het is niet juist,
normen die de jongeren zich stelled
kunnen zy ook verdedigen en
gumenten voorzien. En dat is helem
niet gemakkeiyk.
Overigens is het zoeken naar
zaken van het ongehuwd moedersch
geen eenvoudige zaak. Als je de toe
me van de seksuele bewegingsvryh
buitensluit (behalve natuuriyk ln biol
gisch opzicht), als je ternauwei
kunt spreken van een tekort aan
ogische) voorlichting, wat biyft ei
over? Een onvoldoend geïntegreerd
in de opvoeding van de psychische
pccten van de seksualiteit?
Het zoeken naar die oorzaken 1
•en van de taken van de hulpverlenen
nstanties voor ongehuwde moeders
Men streeft er onder meer ni
meisjes zich bewust te maken
motieven, waarom ze tot geslach
gemeenschap zyn gekomen. Maar al
vaak bUjkt immers, dat ze hiervan
voren ternauwernood 'n probleem he
ben gemaakt.