MAANDAG 2 OKTOBER 1967 DE LEIDSE COURANT PAGINA SUSKE EN WISKE: HET MINI MIERENNEST Hm. Siltrnf ChiefWimrn wil ie nu plots met ie broeden delen ffesefie eindelik dit we illen SUSKE EN WISKE: HET MINI MIERENNEST Houd stond.dtotes- sort Mj'komen te -jhulfi'. Smidje Verholen en het geheim van de Uylenborgh 1249 „Wat is dat nou weer voor sakkerlootse onzin?", riep Jacob van Uylen uit en hij wierp een venster open. „Een warme, zonnige septemberdag. zegt-ie! Maar buiten is het januari! Hierkijk 'esde sneeuwstorm waait naar binnen en het vriest dat het kraakt!" „Luistert u nog maar eens verder", zei smidje Verholen, die andere belangryke berichten gehoord had. En daar klonk de stem van die omroeper weer, die ln beschaafd Nederlands het volgende voorlas: Zojuist vernemen wij van het Amerikaanse ministerie van Luchtvaart, dat het nieuwste supersonische straal vliegtuig de overtocht naar Europa binnen drie uur heeft volbracht Het toestel biedt plaats aan 310 passagiers Toen schakelde de smid zijn radiootje uit en vroeg: „Welheer Jacob? Wat zegt ge dóór nu wel van?" Geknakt viel Jacob van Uylen neer in een stoel en met een gebaar van wanhoop stak hy zijn armen uit naar die vreemde smid met zyn sigareaansteker en zjjn radio „LUCHTVAARTsteunde hy. „Binnen drie uur naar Amerikamet 310 passagiers aan boordHoe Mn dat, seigneur Verholen? Ik meende, dat mijn handelszaak over zeer snelle clippers beschikte Maar mijn schepen varen er met volle zeilen en gunstige wind altijd nog twaalf dagen over en wjj kunnen slechts drie dozijn reizigers meenemen - ..Begint ge het nu te begrijpen zei smidje Verholen v..l mededogen. „Wat ge nu hebt gehoord en gezien, kan allemaal pas over meer dan honderd Juar. Het is vreselijk moeilijk om het allemaal uit te leggen, maar. o gompeldeplppel Nou wordt me in één klap alles duidelijk! Een kabouter uit het Rljkhuyzer Bos heeft me op sluwe wijze wat stulfmeolpoeder van de pimpelpaarse bostyioos toegediend!" Smidje Verholen en het geheim van de Uylenborgh 1250 „Ja Jade pimpelpaarse bostyioos", zei Jacob van Uylen. „De mensen hier in de buurt zeggen, dat het een behekste bloem ls. Maar lk heb nog nóóit iemand ontmoet, die zo'n bloem zelf gezien had. Wat zei u eigenhjk van dat stuifmeel?" „Een kabouter diende het m|J héél listig toe", antwoordde de smid, voor wie de zaak nu helemaal duidelijk geworden was. „Wie het stulfmeelpoeder inademt van de pimpelpaarse bostyioos, raakt zijn i tijd kwyt en kan overal en nergens zyn... ..Maar goede seigneur Verholen, verwacht u nu écht van mij, dat lk dit allemaal geloofvroeg heer Jacob onzeker. „Ge zult het wel móéten geloven", zuchtte de smid droevig. „Denk nog maar eens aan die sigareaansteker en aan die transistorradio. Daaruit klonk voor u een stem uit de toekomst..." „Maar dat is ON-MO-GE-LIJK!", steunde heer Jacob. „Welaan dan, heer Jacob, hier hebt ge myn paspoort! Mijn geboortedatum staat erin!", zei de sanid met nadruk. Verbijsterd wierp heer Jacob een blik in het blauwe boekje. Toen kreunde hy: „Gijgij zljt een verschynlng uit de tw twintigste eeuwen het ls nu nog de negentiende. Daar moet lk aantekeningen over gaan maken ln myn familiekroniekMet deze woorden verliet hy het vertrek en even later stapte hij door de gangen van de Uylenborgh, op weg naar zyn studeerkamer. Daar zette hy zich aan zyn schrijftafel en doopte zyn ganzeveer in de inkt „Misschien ls de komst van het fenomeen Verholen een goed voorteken", mompelde hy. „Misschien Is hy gekomen om mij op paranormale de juiste weg te tonen..

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 7