LATIJNS-AMERIKA NOG LANG GEEN VLAMMENDE TOORTS" DE GEHEIMEN VAN DE HO TSJI MINHR0UTE ZATERDAG 30 SEPTEMBER 196T In h Hot >ubll.: (Van onze corresponent A. v. Niekerk) CARACAS Sinds de verschijning van Fidel Castro, nu 7 jaar geleden, wordt er onder de Zuidamerikaanse intellectuelen hevig getheoretiseerd over het óf en het hóe van de revo lutie. Meer nog dan de Cubaanse pre mier zelf die de jongelingsjaren nooit helemaal te boven is gekomen, is het zijn tweede man Che Guevara geweest, die met zijn „handboek voor de guer rillero" als gangmaker van dit debat is opgetreden. Guevara in de volks mond „Che" genoemd, staat bekend als de man die de leer van Mao de nodige lokale kleur heeft gegeven om hem aan de Latijnse tropen aan te passen. Che is sindsdien spoorloos verdwenen en volgens geruchten bevindt hij zich „ergens in Zuid-Amerika om de grote strijd tegen het Amerikaanse imperi alisme in beweging te brengen". Hij zou in Bolivia zijn gesignaleerd. 0, 1 g« Een feit is dat sinds enkele maanden de guerrilla in verschillende delen van Zuid-Amerika wij zeiden dat reeds vorige artikel opnieuw de kop heeft gestoken. In Bolivia ia deze week het proces begonnen tegen de Frans man Rogis Debray. wiens beschouwin- de marxistische revolutie in Latijns-Amerika een frappapte gelijke nis vertonen met die van Guevara. Debray werd op 20 april gepakt toen hij zich temidden lijke guerrilleros bevond. Hij gaf zich uit ate oorrespondent van hei lintei-Mexi caanse tijdschrift Sueesos. Verschillen- de kringen in Frankrijk vooraan staande intellectuelen met Frangois Mauriac en Jean Paul Sartre aan het hoofd, ja zelfs generaal De Gaulle hebben sindsdien getracht voor Debray een goed woordje te doen. Maar de &r Boliviaanse president, generaal Bar- rientos wijst elke „buitenlandse inmen- - - - rA ging" in deze zaak van de hand. Debray is nog een jonge knaap 26 jaar ouden komt uit een degelijke Parijse bourgeois-familie. Desondanks heeft hij reeds een lijst van extreem linkse publikaties op zijn naam staan die er zijn mag. Hij beschikt schijnbaar over een degelijke filosofische vooral marxistische scholing en blijkt ook met de situatie in Latijns-Amerika rede lijk vertrouwd te zijn. Behalvè zijn persoonlijke vriendschap met vooraan staande castristen. heeft hij verschei dene reportages en documentaires ver zorgd, o.a. voor de Franse televisie, over het dagelijkse leven van de guerrilleros in Peru, Venezuela. Colombia en Bolivia. In Bolivia is kortgeleden zelfs de Franse uitgever Frangois Maspero aangekomen, die wist te vertellen dat Debray voor hem werkte met de opdracht om een boek te schrijven over de Latijns-Ame rikaanse revolutie. Debray toont zich in zijn theorie over deze revolutie over het algemeen opti mistisch, d.w.z. hij gelooft dat de revo lutie er zal en moet komen, maar wel meent hij dat de vele tegenslagen en teleurstellingen,'die de guerrilla tot nu toe heeft moeten verwerken, tot naden ken en zelfkritiek moeten stemmen. Dat vind ik ook en dat hebben ook de meeste communistische partijen van Latijns- Amerika, die het met Castro maar ma tig kunnen vinden, reeds gezegd. Deze laatsten menen dat de gewapende revo lutie, d.w.z de guerrilla in politiek en militair opzicht niet haalbaar is en dat op basis van een „breed progressief front" gewerkt moet worden binnen het democratische stelsel. In dit brede front zou behalve voor de proletariërs ook plaats moeten zijn voor de kleine bour- geosie, nieuwe ondernemers, lagere mili- jongere clerus en voor andere politieke partijen die zich links van het centrum bevinden. Debray is het hiermee niet een6. Hij geeft weliswaar toe dat de Latijns-Ame rikaanse guerrilla grote blunders heeft gemaakt, maar die schrijft hij toe aan militair-strategische misrekeningen en aan een gebrekkige interne organisatie. Het is op dit punt dat Debray, Guevara en de andere profeten van de revolutie, de grootste vergissing begaan, naar het mij lijkt. Zij maken, zij het op andere gronden, dezelfde fout die ook door wordt gWnfgggt.' als zij tussen twee vliegtuigen door een verhaal moeten schrijven over de mi.se.ra.- de armoede en de revolutie in Latijns- Amerika. Deze fout is zeer begrijpelijk: Iemand die met westerse of laat ons zeggen ontwikkelde ogen tegen de ellende ln Latijns-Amerika aankijkt, kan inderdaad moeilijk anders concluderen dat de toestand onhoudbaar en de revo lutie onvermijdelijk is. Als men pas in een van de weldadige wijken van Ca racas woont, vraagt men zich dikwijls af wat er allemaal niet zou kunnen ge beuren, als de op de berghellingen ar- metierende terottenbewoners 25 pro cent van de totale bevolking nu eens en masse, gewapend met machetes naar beneden zouden komen met de kreet: abajo el capitalismo weg met het ka pitalisme. Als men echter later zelf deze krottenwijken intrekt (fototoestellen thuislaten s.v.p.). zal men merken dat de vraag nogal zinloos is, voortgekomen uit. een onbewust soort, wishful thinking. Men moet dit namelijk niet met wes terse. doch met latijnse ogen bekijken. De ontwikkelde westerling, gestreeld door het zachte dons van de sociale ge rechtigheid en de welvaartsstaat, pleegt in dit soort dingen te rechtlijnig te denken: schreeuwende armoede ergo revolutie. Zo eenvoudig is het niet Aan een revolutie dient een lang proces van subjectieve bewustwording, massa-orga nisatie en de vorming van leiderschap vooraf te gaan. En zoals men dat hier vaak hoort er Is nog geen revo lutionair klimaat. In de petroleumvelden rondom Maracalbo heb ik mensonwaar dige bidonvilles gezien, die schijnen samengeperst tussen rijk aangelegde villawijken aan de voorzijde cn petro- leuminstallatles. boortorens en buizen stelsels aan de achterzijde Dag en mcht is het hier een oorverdovend lawaai, ver oorzaakt door de dagelijkse verwerking van zo'n slordige écn miljoen dollar aan petroleum, die dwars door de krotten van het plaatselijke proletariaat wordt gevoerd. Ook de stoffige hitte is er haast ondraaglijk. Maar desondanks de re volutionaire thermometer staat nog steeds onder nul. Het heeft weinig zin voor onze vrienden Guevara cn Debray om zich te verdiepen in de militair- strategische verwikkelingen van een guerrilla, waarvoor de bevolking blijk baar nog lang geen prlse-de- Guevara zegt ln zijn handboek voor de guerrillero" dat deze prlse-de-conscience er vanzelf wel komt naarmate ln ver schillende delen van het land de guer rillakernen actief zullen worden. Hier kan iets ln zitten, maar als geheel ge loof Ik dat een para-militaire guerrilla die niet gebaseerd is op het politieke begrip van de plaatselijke bevolking dat wil zeggen als men niet weet waar «Hu precies zo nodig voor gevochten moet worden een meer negatieve dan posi tieve uitwerking zal hebben. De ervarin gen van Venezuela spreken hierover boekdelen. Ook hier zit onder de jon gens van de guerrilla een element van wishful thinking dat hen de exacte realiteit doet vergeten. Achterhaald Daarnaast gaan Guevara en Debray uit van enkele Ideeën die een tiental jaren geleden, ten tijde van Castro, wellicht juist, waren maar die intussen door de ontwikkelingen in Latijns-Amerika zijn achterhaald. Het verschijnsel Castro is een tweesnijdend zwaard geweest: ener zijds heeft hij in de linkse sectoren een revolutionaire geest gewekt, maar anderzijds heeft hij ook de traditionele rechtse sectoren tot een aggiomamlento gedwongen. En met dit laatste scherp snijdt hij zichzelf in de vingers. Gue vara laat in zijn theorie de waarschu wing horen dat de guerrilla eigenlijk pas goed kan slagen, daar waar een dic tatuur bestaat. Sinds de verdwijning van Batista echter Is de traditionele tropisch- corrupte dictatuur in Zuid-Amerika een betrekkelijke zeldzaamheid geworden. Wat we nu zien is of een oprechte, zij het gedeeltelijk mislukkende, poging tot democratisering en socialisering (Vene zuela, Chill, Colombia, Ecuador. Peru etc.) óf een nieuw type van verlichte dictatuur dat steunt op modernistische militairen (Argentinië. Brazilië. Bolivl- via). Het betreft hier een 6tuk politieke modernisering, dat met alle tekortko mingen, toch schijnbaar net voldoende is om de revolutionaire esprit van de massa's op een zijspoor te zetten. Gue vara en Debray vinden voorts dat de guerrilla niet in de stad, doch in het binnenland moet ontbranden. Evenwel zijn de intussen vernieuwende regerin gen van verscheidene landen, begon nen aan bescheiden landhervormingen, die een stuk binnenlandse agitatie en revolutionaire voedingsbodem aan het verkavelen zijn. Ik ben van mening dat er slechts in de ..villas-miseria", de stedelijke krotten wijken. politiek brood voor de gewapen de revolutie te halen is. In de steden is de confrontatie met ..het kapitalisme" het bitterst en zijn ongerust- en onte vredenheid sterk aanwezig. Maur Juist daar schijnt de guerrilla, zoals ook Gue vara toegeeft. In militair opzicht niet haalbaar. In het binnenland zijn de sociale bindingen die de boer. de campe- sino met zijn traditionele omgeving voelt, nog zo sterk dat hij voor de ge baarde guerrilleros liever een blokje om loopt Ook hebben de guerrilleros een stevig optrekje in de universiteiten, maar deze vormen in geheel Latijns-Amerika een zeer geïsoleerde samenleving, een soort out-group, die met de maatschappij als geheel weinig voeling heeft. Ik ben ervan overtuigd dat de Latijns-Amerikaans»' guerrilla voor 90 pet. wordt geleid door studenten en intellectuelen die een vooral marxistisch cultuurcomplex achter zich hebben en een taal spreken, die de oren van de campeslnos zicht baar doen tuiten. Romantisch waas Het romantische waas dat de guerrilla omgeeft, is uiteraard ln staat een aan tal mensen aan te trekken die voor held willen doorgaan Ook dit Is een goede lokale traditie, die al .dateert uit de tijd van de eaudillos. Zelfs Is het niet uit gesloten ik stel dat even uitdrukke lijk dat de guerrilla in een enkel land. waar de sociale nood en de subjectieve bewust vorming ervan voldoende zijn ge rijpt, een serieure kans van slagen heeft. De idee echter dat in deze richting een concrete lotsverbetering van de Zuld- revolutie nog niet amerikanen moet worden gezocht, of dat het continent van Mexico tot Vuurland om een geliefde uitdrukking van Fidel te gebruiken „een vlammende toorts" zal worden, lijkt mij in de gegeven con junctuur een messianistische utopie. De Cubaanse ervaring brengt Guevara en Debray tot de mening ..dat de krach ten van het volk een strijd met het rege ringsleger kunnen winnen". Inderdaad is het nog steedeken raadsel hoe Fidel met 3000 baardmannen het tienvoudige leger van Batista op de knieën heeft kunnen krijgen. Het leger van Batista had ln die tijd geen enkele ervaring ln een guerrillaoorlog en behandelde het geval ais een beginnend arts een onbe kend virus. De moderne militairen, die trouwens ook niet helemaal van sociale gevoeligheid en gezond verstand ge- pee no zijn. beginnen met het nieuwe medium meer vertrouwd te raken. Velen van hen worden in de States getraind en krijgen nog een speciale scholing inr het contra-guerrilla instructiecentrum ln Panama. Veteranen uit Vietnam leren ben de kneepjes van het vak. En mocht het dan allemaal nog mislopen dan zul len de VS. er toch niet voor terug schrikken om tijdig hun mariniers te laten opdraven. Santo Domingo, waar in feite nog niet eens van een guerrilla gesproken kon worden, moge hier tot iering strekken. Diepe kloof Temidden van dit alles riep Fidel op 28 juli zijn organisatie voor Latijns- Atnerikaanse solidariteit (Dlas> bijeen. Er wordt, aldus Fidel, over de revolutie veel te veel getheoretiseerd. Wat nodig Is. is strategie en actie, „voor nu en voor altijd". Er zijn ln feite slechts twee alternatieven: Fidel met zijn obsessie voor de continentale revolutie, en de orthodoxe communisten met hun „mas- sastrijd", die volgens hen telkens weer lokaal aangepast zal moeten worden. Dit laatste is een stuk realistischer, maar heeft het nadeel een beetje academisch te zijn. Wat de Olas betreft. Is het pleit in feite al beslecht: Fldel vindt dat de communisten bourgeois- en salon - revolutionairen zijn. En Debray, ln zijn bekende „Revolution dans la revolution", onderschrijft deze klacht'. „Slechts de ervaring en het prestige van de guerril leros zijn ln staat aan de gewapende revolutie leiding te geven. De communis tische partijen deugen daar niet voor of hoogstens als een hulpmiddel". Reeds nu ls er tussen beide kampen een publieke correspondentie gaande die krachttermen ais „pubers". ..verraders" e.d. niet schuwt. Naar verluidt zou Fidel zelfs met plannen rondlopen om een nieuwe wereldorganisatie, de „guerrilla- internationale". op te richten die tegen de communistische partijen, tegen Mos kou en ook tegen Peking zou zijn. De Olas heeft, op de keper beschouwd, wei nig anders opgeleverd dan een stuk ver bale krachtpatserij en niettegenstaan de een schijn van „eenheid maakt macht" *n verdieping van de kloof tus sen castristen en orthodoxe communis ten Het extreemlinkse front lijkt meer verdeeld dan ooit. Naar mijn gevoel heeft noch het fidells- me noch het orthodoxe communisme hier een grote kans De communistische partijen, die al van vóór 1945 dateren zijn nogal zwaar historisch belast (be halve misschien ln Chili), het castrisme is te romantisch, te weinig politiek, en kan overigens onder het wakend oog van de VS- geen voet verzet ten- Op de drukbevolkte politieke tribune van Zuid-Amerika schijnt er nog slechts plaats voor twee bewegingen: óf een efficiënte verlichte dictatuur van rechts (Briudliël óf een centrum! bik se volks beweging. die zich Iets meer nan de sociale rechtvaardigheid dan aan de nog al ongrijpbare „democratie" gelegen laat liggen, onder aanvoering van enkele sterke politieke leiders die de straat op gaan. de massa's aanspreken en met vol doende realisme ln het hoofd het roer een stuk naar links gooien. Wie zoals Fidel. Che en Debrav harder wil draven, draaft zichzelf voorbij. Ernesto Che Guevara, de profeet rlka&nse revolutie. (Van een speciale verslaggever) SAIGON. De voetangels en klemmen in het voormalige Indo-Chlna liggen voor dc Amerikanen niet alleen in Vietnam. In het aangrenzende ver deelde en totaal verscheurde Laos een koninkrijkje dat. van de hoofdstad Vientiane uit bekeken, zo dood lijkt als een pier voert Washington al sinds jaren alle mogelijke geheime missies uit, die tot nog toe zonder veel resul taat zijn gebleven. Het politieke doel lijkt de instandhouding van de konings gezinde strijdkrachten te zijn. Het tactische doel echter is de Ho Tsji Minhroute. die als bevoorradingslijn van Noord- naar Zuid-Vietnam niet te onderbreken is. Aan de Amerikaanse vuurkracht of militaire mogelijkheden ligt dit niet. Wel aan de neutrale status, die Laos officieel heeft volgens een in 1962 in Genève opgesteld verdrag, dat mede door de Verenigde Staten werd onder tekend. Nu is de neutraliteit van Laos een onvoorstelbare farce. Het land telt royalisten en neutralisten, die op het ogenblik maar voor hoe lang? met elkaar samenwerken, daarnaast nog communisten, verenigd in de Pathet Lao, die een groot deel van het grondgebied bezet houden. De tragiek wil, dat de door dc communisten be zette streken aan Noord-Vietnam gren zen. Voor een klein deel zelfs aan Zuid-Vietnam, wat van enorme stra tegische betekenis is. Niet voor Wash ington uiteraard, maar voor Hanoi, dat op deze wijze een omtrekkende bewe ging rond de gedemilitariseerde zone op de 17e breedtegraad kan maken. Het doet dit trouwens al sinds een jaar of vijf. Naar schatting dringen maandelijks tussen de 4000 cn 6000 man Zuid-Vietnam via Laos binnen. De Ho Tsji Minhroute wordt ook voor de bevoorrading van de daar ope rerende Noordvietnamese en Vietkong- eenheden gebruikt. Wapens, munitie, mortiergranaten, uniformen en een heleboel zaken meer vinden hun weg tot in de zuidelijk van Saigon gelegen Mekongdelta toe. Tegenactie* De Amerikanen zien deze voor hen schadelijke operaties niet helemaal met lede ogen aan. Het is een publiek ge heim het vorig jaar heb ik enige leden ervan trouwens in Vientiane gezien dat ze met speciale missles de Ho Tsji Minhroute op alle mogelijke manieren trachten te bestoken. In het betrokken gebied bevoorraden ze met hun kentekenloze vliegtuigen de berg stammen, die de Pathet Lao bevechten. Ze leiden Laotiaanse piloten op, die verkennings- en operationele vluchten uitvoeren in aan de koninklijke lucht macht geschonken gevechtsvliegtuigen. Ze laten Zuidvietnamese legereenheden zo nu en dan verrassingsaanvallen buiten de grenzen doen. Bekend is ook dat ze zelf nauw betrok ken zijn bij intelligcncewerk in het grensgebied. Nog bekender is voorts dat vliegtuigen van de in de Zuid- chinese Zee gelegen zevende vloot, evenals Amerikaanse toestellen van luchtbases in Thailand, herhaaldelijk uitvallen naar de Ho Tsji Minhroute doep. De bevoorradingslijn, zonder welke de in Zuid-Vietnam vechtende Vietkong niet kon bestaan, is echter niet voorgoed kapot te krijgen. Er mogen verliezen worden geleden aan mensen en materiaal, de Ho Tsji Minh route, die uit een netwerk van wegen bestaat, blijft bestaan. Washington kent de geheimen precies. De onherbergzaamheid van het Lao- tiaanse-Vietnamese grensgebied oer woud. rotsen, stromen speelt de aanvallers steeds weer parten. De ruim Een zeldzame, buitgemaakte foto Noordkoreaanse militairen op i over de llo Tsji Minhroute. Hek". Het is manier om De bloedige impasse (III) 300 km lange route, die nog een ver lengstuk in Cambodja heeft, wordt bovendien nog beschermd door lucht afweergeschut en door zo'n 25.000 man Noordvietnamese troepen. Tenslotte kunnen er 50.000 wegwerkers in het geweer worden gebracht om door bom bardementen veroorzaakte schade te herstellen. Het Amerikaanse opper bevel ln Saigon kwalificeert de Ho Tsji Minhroute ala „een wonder der logis- De veelal door een boombladerdak be schermde weg (wegen) is volgens mili taire kringen in de Zuidvietnamese hoofdstad grotendeels verhard. Het vervoer geschiedt per truck, per koelie en zelfs per olifant. De bruggen over de rivieren zouden niet te ontdekken zijn omdat ze even onder het (grauwe) wateroppervlak zouden zijn gebouwd. Wat gevechtskracht betreft, is Washing ton zeker in staat dc Ho Tsji Minh route voorgoed te onderbreken. Dit zou echter een schending vnn de zoge naamde Laotiaanse neutraliteit Inhou den met alle politieke gevolgen van dien. Een sleutelrol speelt altijd nog prins Soevanna Phoema. Deze zwakke, rechtse politicus is Jaren geleden de gene geweest, die de hulp van de Ame rikanen inriep, omdat hij de dreiging van de Pathet Lao veosde Geen interventie Soevanna Phoema durft momenteel niet verder te guan. Hij wenst geen openlijke Amerikaanse Interventie ln Laos, dat gemakkelijk door Hanoi kan worden geinvadeerd en In een nog slechtere positie dan Zuid-Vietnam kan komen te verkeren.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 9