Het voormalige Bernarditenklooster „Mariënhaven" te Warmond LIGGEN DE RESTEN ONDER GEBOUWEN VAN VOORMALIGE SEMINARIE? Pastoor J. N. Verldey van Oud Ade viert volgende week 40-jarig priesterfeest ZATERDAG 16 SEPTEMBER 1967 ■■N iTot aan de reformatie telde de stad Leiden en haar omgeving een [goot aantal kloosters voor mannen en vrouwen, die echter veelal fdoor de gesel der verwoesting door Spanjaarden of Geuzen in de f troebele tijden van de 80-jarige oorlog zijn verdwenen of door de f stedelijke magistraat aan hun oorspronkelijke bestemming werden onttrokken. fl Van enkele verwoeste of door verval verdwenen kloosters zijn de laatste jaren wel weer wat resten teruggevonden. Zo van de befaamde abdij van Rijnsburg, de kloosters Mariënpoel en Engelendael en van de cisterciënser-priorij „Mariënhaven" onder Warmond. Van dit laat ste echter slechts wat resten van bijgebouwen, want van het eigenlijke claustrum is nog geen spoor ontdekt. Men weet zelfs de juiste plaats niet meer al wordt, aan de hand van andere opgravingen, als de meest waarschijnlijke plaats genoemd de plek, waar nu de gebouwen van het voormalige seminarie staan. Stichting Het eerste plan van de stichting van het klooster dateert van 15 juni 1386, blijkens een acte waarbij hertog Ael- brecht van Beyeren ter gedachtenis van zijn vrouw Margriete de hofstede Oude Teylinghe met tien morgen lands aan de abt en het convent van Camp „in den ghestichte van Colen" Rheinsberg in het Rheinland schenkt om op die plek een klooster der Cis- terciënserorde te stichten. Een bezit van tien morgen wa; echter te gering om daar voldoende inkomsten voor een kloostergemeen schap van te trekken. Daarom bleef de bouw van een klooster voorlopig achterwege. Dat hertog Aelbrecht de grond van Teylinghe kon schenken vond zijn oorzaak in het feit, dat het goed als „Leen van Teylinghe" na de dood van de laatste mannelijke telg in rechte lyn aan de grafelijkheid was ïvergegaan. Toch moet niet de hertog als graaf van Holland, als stichter van het kloos ter worden gezien, al heeft hij dan, door de schenking van de tien mor gen, deze stichting in beginsel wel mogelijk gemaakt. De ware stichter is heer Jan van den Woude, ridder, heer van Warmonde. die zich tegenover prior en convent van IJsselstein (van waaruit het te Warmond te stichten klooster zou worden bevolkt) bereid verklaarde de nodige gebouwen voor zijn rekening te stichten, het met rijke inkomsten en voorrechten te begifti- en op eigen rekening te trachten dc pastoor van Warmond te bewegen afstand te doen van enkele parochie rechten en van de bisschop van Utrecht machtiging te verwerven kerk, kerkhof en altaar te doen wijden. Prior en convent van IJsselstein ver bonden zich hiertegenover zes „broe ders" af te vaardigen als eerste be woners van het Warmondse klooster. Dat alles gebeurde in 1412 en in het zelfde jaar werd de schenking van heer Jan door hertog Willem v. Beye ren bekrachtigd. Met recht wordt dan ook heer Jan van den Woude in het memorieboek van het klooster als de stichter genoemd voor de zaligheid zijner ziel en die „siinre ghesellinne Vrouwe Agniese van Cruninghen, daer God die siele of hebben moet, alle sienre ouderen ende alle derghenen daert heer Jan voirscreven sculdigh voir te doen." 1) Hy had in 1410 ook reeds het kloos ter van „Sinte Ursula of der elfdui zend maagden" te Warmond gesticht. Dit klooster lag vlak bij „Mariënha ven" doch aan de andere zijde van de parochiekerk. Beide kloosters waren dus nagenoeg buren. Schenkingen Heer Jan Beloofde verder om in het derde jaar (dat is dus 1415) nog 200 nobel te geven voor de bouw van de kerk en om verschillende siera den, paramenten en huisraad te schen ken. Hij beloofde nader aan het kloos ter een inkomen van 60 Franse kro nen en eén z.g. vicarie met een in komen van 20 Franse kronen. Deze vicarie stond op een altaar in de Oude of St. Hippolytuskerk te Delft, ge sticht door Johannes Bugghe, 'n voor vader van heer Jans vrouw. In 1414 werd toegestaan de aan deze vicarie verbonden vier verplichte missen in het klooster zelf te lezen. De bekrachtiging door hertog Wil lem in 1412 hield in, dat deze het klooster onder zijn bescherming nam. Hij gaf vergunning het klooster te ves tigen „op onse Hoffsteede van Oude Teylinghe" onder vrijdom van het z.g. morgengeld. In 1413 volgde de be krachtiging van een en ander door de bisschop van Utrecht, Frederik van Blanckenheim. Jan van den Woude was daar blijk baar zo over verheugd, dat hij toen de goederen aanwees voor het onder houd van het klooster. Hij schonk bij na 15 morgen land, een rente van 15 gouden nobel en een rente van 21 Wilhelmusschild. Dat was dus buiten de inkomsten uit de schenking van hertog Aelbrecht. Geschil 1 cd Over de inkomsten uit de schenkin gen is overigens nogal wat te doen geweest. Na de eerste schenking (van de tien morgen land) ontstond er al een geschil tussen de cisterciënser- kloosters van „Onzer Vrouwenberge" te IJsselstein en van „Onzer Vrouwen- kroon" te Heusden. hetgeen leidde tot een beslissing van de abt van Camp in 1391, waarbijdeze de inkomsten, zolang er in Warmond nog geen kloos ter was gesticht, aan de beide kloos ters toewees, elk voor de helft. Even wel onder de uitdrukkelijke bepaling, dat die later op het Warmondse kloos ter zouden overgaan. In 1399 werd deze beslissing door de deken van St. Salvator te Utrecht en daarna door hertog Aelbrecht bekrachtigd. In 1416 deed de prior van Heusden afstand van zijn rechten. De houw In september 1412 werd abt Johan nes van Camp opgedragen de plaats te bezichtigen waar het klooster moest worden gebouwd en dan bij geschikt- bevinding de broedera van IJaselatean k Enkele jaren geleden werden bij onderzoekingen naar resten van f het voormalig slot Oude Tey- linghe te Warmond ook resten gevonden, waarvan men op goe- I de gronden aanneemt, dat ze V hebben behoord tot het z.g. a J bouwhuis van het klooster Ma- i riënhaven, dat op enige afstand I Ivan het eigenlijk klooster moet hebben gelegen. te machtigen de schenking te aanvaar den en het klooster daarna in de orde op te nemen. Deze inlijving geschied de bij acte van 10 november 1412, of schoon de gebouwen toen nog niet geheel gereed waren. De bü het klooster behorende kerk was zeer eenvoudig ingericht en oor spronkelijk met riet gedekt. Later werd evenwel de rietbedekking vervangen door leien. Het eerste hoofd was Johannis de Monas'terio, keldermeester van het klooster te IJsselstein, voorlopig ech ter zonder de bevoegdheid van een prior. De eerste keldermeester van Warmond werd Rudolphus de Mont- foord. Als de broeders zes in getal waren, mochten ze hun eigen prior kiezen, als er dertien waren zou het klooster geheel zelfstandig bestuurd worden. In 1413 werd de eerste prior geko zen, nl. Jan Cley. De laatste (in 1574) zou zijn Anthonis Hermansz van Utrecht. De resten, die enkele jaren geleden bij de opgravingen van Oude They- linghe gevonden zijn, zijn niet van het eigenlijke klooster dohc van een der bijgebouwen, waarschijnlijk het z.g. „bouwhuis" (onder welke bena ming waarschijnlijk de boerderij is verstaan), waarbij misschien ook het kerkhof was gelegen, gezien de drie grafkelders, die daarbij eveneens te voorschijn kwamen. Men beroept zich hierbij op de oudstbekende berichtgever: Henricus Thaborita. een augustijner kanunnik van het klooster Thabor bij Sneek. Deze schreef nl.: „ongeveer terzelfder tijd (1413) stichtte heer Jan v. Woude in het dorp Warmond een klooster van de orde der Cisterciënsers op een ver laten plaats, genaamd Antiquum Tey- lingen. Op die plaats waar de heren van Teylingen gewoonlijk hadden ge woond en waar nu „het bouwhuis" der broeders is." („Circa idem tempus (1413) Dominus Johannes de Wouda fundavit in villa Warmondt monaste- rium ordinis Cisterciensis in loco de- serto. dicto Antiquum Teylingen, eo quod Domini de Teylinghen ibi habi-1 tare consueverant, in loco, ubi nunc! est domus agriculturae fratrum.") l'revileges en bezittingen Bij de stichting stond heer Jan hel klooster toe om 50 morgen land in Warmond te bezitten, welk aantal la ter nog werd uitgebreid. Het klooster had ook het vrije gebruik van heer Jans molen en kreeg zelfs „eigen windrecht", d.w.z. het oprichten van sn korenmolen voor eigen gebruik. Willem van Beyeren schonk naast ijdom van morgengeld het bcleg- gingsrecht van 600 Wilhelmusgulden. Het klooster genoot voorts vrijdom van tienden en de Utrechtse bisschop verklaarde het klooster vrij van alle heffingen. In 1486 gaven heer Jacob den Woude en de abt var. Egmond, voor hun aandeel, vrijdom van veergeld aan de Poel. Het klooster bezat veel landerijen n en in Leiden. Noordwijk. Oegst- geest. Voorhout en Warmond, maar ook in Alphen, Bodegraven, Haaere- woude, Katwijk, Koudekerk, Leider dorp, Lisse, Noordwijkerhout, Rijns- burg, Sassenheim, Wassenaar en Zoe- terwoude. Vanuit „Mariënhaven" werden op hun beurt weer drie dochterkloosters ge sticht, nl. „Mariënhof' te Waerschot in Vlaanderen, „Hemelpoort" (Porta Coeli) te Heemstede (waar nu het seminarie Hageveld staat), alsmede in Monnikendam. Brand en verwoesting In 1545 werd het klooster geteisterd door een felle brand, waardoor ook het nabijgelegen Ursulaklooster gevaar liep, dat evenwel gespaard bleef. De luister rijke sieraden, relieken en paramenten gingen bij die brand voor een groot deel verloren. Mede verbrand zijn toen zeven brieven van een vicarie op het H. Kruis- altaar in de St. Bavokerk te Haarlem, tegelijk met een kelk van het concent 2). Wat bij de brand gespaard bleef ging teniet in de bewogen dagen van het be leg van Leiden. Het klooster Mariën haven hield toen op te bestaan. Volgens een request, opgenomen in het gerechtsboek van Lelden, schuilden op het einde van 1572 of het begin van 1573 de bewoners van Mariënhaven binnen de muren van Leiden, t.w. 7 monniken en 2 lekebroeders: prior Anthonis Her mansz, de paters Huych Dlrcxz, Dirck Jansz, Pieter Jacobsz, Willem Gerritsz, Cornells Adriaensz en Jan Jansz en de lekebroeders Hubert Pietersz en Jan Michielsz. Na de overgang van Leiden stelden z(j zich onder bescherming van de prins. Ten behoeve van een door de prins ge dwongen lening hadden ztj „de rest van haere ghouden ende sllveren juwelen ten behoeve van de gemeene saecke over gegeven". Sij waren binnen Leiden gevlucht „door de nood gedwongen". In Warmond ondervonden zij veel overlast van „fort- seerders ofte vagebunde", die hen zelfs meermalen in levensgevaar brachten. De inkomsten In Leiden moesten zij als „geestelyck- heyd haer renten en pachten op schrift of by eede zeggen". 3). Deze staat van inkomsten en lasten gaven zy over aan Andries Schot, ontvanger over ,,'t quar- tier van Rynlant". De inkomsten uit de kloostergoederen ztjn naar de universi teit gegaan tegen verplichting om aan de broeders onderstand te verlenen. In 1574 werden de inkomsten op 2500 Ca- rolusgulden geschat. Hiervan werden aan de laatste prior. Anthonis Hermansz, een jaargeld van 200 pond toegekend, aan twee paters elk 120 pond en aan een lekebroeder 60 pond. In 1581 ver zocht Huybert Pietersz, lekebroeder, die toen 50 gulden per jaar trok, om dit be drag tot 125 gulden te verhogen. Trente In het Rijksarchief te Den Haag be vindt zich een memoriaal van de griffier van het Hof van Holland, inhoudende „acten beroerende de gheestelyckheyd, omme te vervallen d'oncosten van den gedeputeerden, die geschickt gezon den» zou worden tot het heyllge Conci lium te Trenten mettet consent van Onder de „eerwaerdige Vaderen in Gode" bevond zich mede broeder Pieter van Loosdrecht, „gemachticht van den prior en Conventualen van Warmond ende Yselsteyn. De Bamabiten tot War mond. van 213 pond, 9 stuyvers gecon- trlbueert in der subsidye beloopt 13 stuy- I vers 3 deniers vlaenis. De Bamabiten van Yselsteyn, gecontribueerd 97 pond 16 stuyvers 1 denier in der subsidye be loopt 6 stuyvers vlaems 4). Notities: Gegevens voor dit artikel werden o.m. ontleend aan: mr. dr. J. C. Overvoordc.Met Cisterciënser- klooster Mariënhaven te War mond" en J. W. L. Smit: Mij- dragen tot de geschiedenis van klooster Mariënhaven te War mond". Beide artikelen in de Bij dragen tot de geschiedenis ran het bisdom Haarlem. 1). Jan van den Woude 1417) was gehuwd met Agniese Jansdochter van Cruyningen (tl400). Hij was van Jacob (tl393l en vrouwe Floris Catharyn van Delft, dochter van Jan Bugghe en Catharina van Swleten. Hij was eerder gehuwd n»et Elisabeth Dirks- dr. van der Does. Catharina (f 1409) huwde in 1394 in tweede echt met Philip van Dorp. Jan werd in 1394 beleend met j ambachtsheerlijkheden Woude Esse- lyckerwoude, dat gelegen was nabty het tegenwoordige Woubrugge) en War mond, die in 1399 tot een onsterfelijk leen werd verheven. In 1404 kreeg Jan tevens de vrfje en hoge heerlijkheid. In tijd een zeer vermogend man zijn ge weest. H(j werd begraven voor het hoog altaar van Mariënhaven, zijn vrouw Ag niese voor het hoogaltaar van de War mondse parochiekerk. 2). Mgr. J. J. Graaf: „Plaatsbeschrij ving der S. Bavokerk te Haarlem." 3) Orlers: „Geschiedenis van Lelden." 4). A. van Lommei SJ. in „Bijdragen 1874". In 1486 kreeg Mariënhaven veerreclil over de Poel In het kloosterarchief van Ma riënhaven. berustende in het 'Leidse stedelijk archief, bevindt zich onder meer een acte uit 1486, waarin Jacob van de Won de. heer van Warmond, het veer over de Poel aan het convent in vrije erfpacht geeft. (Inv. Fockema Andraea nr. 257 char ter 42). Het begin van de acte waar van een deel door ons is afge drukt luidt: Wy broeder Jan prior vant Ghe- meen Convent des cloesters van Sinte Marlen Have tot Warmond van Slnte Barnardus ende doen cond allen dyegenen die desen onsen brief zullen zyen of horen lesen dat wy In vry erfpacht anghenomen heb ban van Jacob vande Wouda haer van Warmond dat veer dat Jacob vande Woude vooracr toebehoort geleghen an die Warmondse Zlde van die poel ende dan toe die halve geheten dat zandt toe ala Jacop vooracr dia mat Adrtaen van Poel geest legghande heeft op dia landen die iocop vande. Woude voorscr ende Joncfrou Janna zyn zuster ona varcoft hebban bekenne sculdich te weaen mat desa brieve Jacop vande Wouda vooracr ende zyna nacomellngen aes pont Hollands erfllke rente te betalen alle jaer tot Alderheyllgen Daghe ao hebban wy prior vant ghe- maan convent voorscr. dasan brief besagelt mat ons convents aagel hier aan ghehangen Int Jaer ona Heren duaent vlerhondert ende sea an tachtlgh opden vyertlenden dach In februarlo. De acte is op perkament geschre ven. Het afhangende zegel van het klooster in groen was helaas beschadigd. Het zegel toont de H. Maagd in een gotisch tempel tje. Onder de getuigen wordt o.m. genoemd Adriaen van der Does L- )*i pn«n «h aluJ*»r v fait IsiU V* tv\W|v^ Vw»n^ itvuV a r Vs-4 *- i.-rt-r.- -.-.fh p UyirttM aJwvd" faf VUX - 'U<p-T? s—1V—v"V--S kLsUt V-y-" ZEGENRIJKE ARBEID NA LATE ROEPING „Ereburger van Den Haag" TfONDAG 24 SEPTEMBER wapperen de feestvlaggen In het kerkdorp van St.-Bavo te Oud-Ade en scharen de pa rochianen zich rond hun jubilerende Joannes Nicolaas Verkley werd 4 juni 1892 geboren te Leiderdorp, parochie Groenendijk, in het gezin van Adriaan Verkley en Johanna van der Poel. On danks het feit dat vader Verkley te zor gen had voor een grote boerderij en een flink gezin vond hij nog tijd om 25 Jaar het wethouderschap in Leiderdorp waar te nemen, soms nog als loco-burgemees ter op te treden en trouw lid van het kerkbestuur te zyn. In zyn jeugd bezocht Jan de openbare lagere school te Hazerswoude, maar na de opening van de R.-K. school in het Zwaantje stapte Jan 's morgens en des avonds ruim een uur om te profiteren van de lessen van juffrouw Musketier. Vandaar ging Jan naar St.-Louis te Ou denbosch en genoot daar nog drie jaar van het door hem zeer gewaardeerde onderwys bij de Broeders. Ondanks de uitstekende vorderingen gingen de ver langens van Jan uit naar de ouderiyke boerdery. Van zyn 13de tot 23e Jaar was hy daar vaders rechterhand. De toe komst van Jan zou echter elders liggen. Hij verhuisde naar het college van de Kruisheren in Uden en volbracht daar ln yi-tempo zyn lagere studies. By de Witte Paters in Uden werd filosofie ge studeerd. Zyn toekomst scheen in Afrika te liggen. NA stoord. Een rustkuur bracht herstel, maar Afrika was „taboe". Contact met Warmond bracht nieuwe mogeiykheden in het bisdom Haarlem, maar opnieuw belandde Jan op het ziekbed, nu in het St.-Ellsabethzlekenhuis in Lelden. Lig gend in het gips werd echter hard gestu deerd en veel gelezen. In september '26 hersteld, mocht Jan in maart 1927 van mgr. Calller de lagere wydlngen ont vangen. De wydlngen van het sub-dla- conaat en van het diaconaat volgden ln juni 1927. Zaterdag 24 september 1927 de priesterwijding. men. Vlot volgde een benoeming tot ka pelaan te Stompwyk. Nog eenmaal werd hy door ziekte geteisterd, maar na een maagoperatie kondigde een herboren kapelaan Verkley zich aan. Spoedig volgde een benoeming te Rijswtyk in parochie van de H. Bonifacius en wa* kapelaan Verkley speciaal belast met het Haagse deel van de parochie, Haarlem-Noord, de parochie van Eli sabeth en Barbara, genoot nog 2 jaar van kapelaan Verkley's aktivltelten, waarna in maart 1939 een benoeming volgde tot rector van huize St.-Angela te Den Haag. Naast de geesteiyke ver zorging van de bewoners van huize St - Angela werd hy belast met de functie van Directeur van de KJC ln het dlatricL Den Haag, omvattend: Verkennery, St.- Franclscus Liefdewerk en de Kruisvaart, DE OORLOG legde veel van dit Jeugd werk stil, maar toch werd doorge gaan met de leiders-vorming, waarvoor huize St.-Angela een goede gelegenheid bood. In het comité „De Ha ju" (Haagse Jeugdaktie) had rector Verkley een zeer aktief aandeel. Ook de nazorg voor de kinderen van St.-Angela lag hem na aan het hart. Niet voor niets verleende het gemeentebestuur hem by zyn vertrek de eremedaille van Den Haag. In 1956 vroeg mgr. Jansen hem de opengevallen pastoorsplaats In Oud-Ade ln te nemen. Met een bezwaard hart nam hy afscheid van alles wat hem dierbaar was in Den Haag. De parochianen van Oud-Ade zorgden echt feesteiyke ontvangst en tot op heden hebben zy er nog geen spyt van. Naast de aanhoudende zorg voor het geestelijk leven van de parochianen, van bejaarden tot schooljeugd, mochten allen profiteren van zyn overgrote akti- vitelt en gave om anderen te stimuleren. De mlssienaaikrans zorgde voor nieuw altaarllnnen. De kleuterschool, waarvoor de plannen klaar lagenen, werd gegund. Overjarige „armenbunkjes" werden ver vangen door moderne mahoniehouten bunken. Het kerkhof werd volledig ge reorganiseerd en vergroot. Een nieuw St.-BuvorelIM, geschenk vun buiten de parochie, werd geplaatst. Een moderne wyze van collecteren werd Ingevoerd en een nieuwe geluidsinstallatie voldeed aan veler wens. Smyrnatapljt verfraaide het priesterkoor. De Inzameling voor het nieuWe seminarie was binnen do gestelde t()d rond. Een onderwijzers- en kosters- woning werden aangekocht. Een dorps huis werd hij elkaar gespaard en Met de restauratie van het kerkge bouw ls nu een begin gemaakt, 'n Groot werk. dat nog veel jaren en veel geld /.al vragen. Wat een zorg voor het stof- feiyke. maar het geestelijke hield daar mee gelijke tred. Vastenmeditaties werden vervangen door belangryke avondbyeenkomsten. psychiater, vrouwenarts en maatschap- peiyk werker wlaselden elkaar af De Eucharistieviering werd volkomen aan gepast bij ile huidige ontwikkeling Ken erelijst van werkzaamheden, tot stand gekomen In samenwerking met een goed kerkbestuur en gedragen door de trouwe parochianen van St -Bavo, FKKMTPKOG K A M M A Zondag 24 september 10.30 plechtige Eucharistieviering. Van 1 4 uur recep- i tie In het dorpshuis met annbleding van j het feestgeschenk, 's Avonds feest met 1 de familie. Dinsdag 26 september 8 uur feest voor I de parochianen Woensdag 27 september 1.30 uur feeat I vnnr de SChOOljCUgd. J. H. PONSIOEN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 9