GELUKKIGE CONCENTRATIE VAN BISSCHOPPELIJKE MUSEA IN ONS LAND verlichting HET GEHEIM VAN SANTA VITTORIA DE LEIDSE COURANT Toen enkele jaren geleden in het Gemeentemuseum een tentoonstelling werd gehouden voorwerpen uit de Nederlandse kerkelijke musea, opperde kardinaal Alfrlok een denkbeeld, dat velen toen stout moedig in de oren klonk. In zijn toespraak, waar mee hU die ten toonstelling opende, suggereerde hij namelijk de wen selijkheid om het gehele kunstbezit van de verschil lende bisdommen in een centraal kerkelijke kunst onder te brengen. Juist die Haagse tentoonstelling was een aanwö- zing voor de aan trekkelijkheid van die gedachte. Want wat hier bijeen was te zien, bleek van een onvermoede rijkdom te zUn. Bewening van Christus, fragment MAGISTRALE STUDIE VAN PETER GAY De „phllosophes" noemt professor Peter Gay de leiders van de verlichting, de Aufklkrung, de enlightenment, die in Frankrijk wei met les lueurs werd aan geduid. Hij weigert deze leiders, die ioor het meest opzienbarende deel Jransen waren, met een Engelse term te noemen, met philosophers, wijsgeren. Hij heeft daar zijn reden voor, al spreekt hö die niet zonder meer uit. Het waren „philoeophes" en door hen heeft dat woord, waar het de achttiende eeuw betreft, een bijbetekenis gekregen, die het, zeker buiten Frankrijk, nogal verwijdert van de de oorspronkelijke betekenis. De wezenlijke wijsgeren of philosophers zaten In Engeland en Duitsland, ze heetten David Hume en Immanucl Kant, om er slechts twee te noemen. Voltaire noch Diderot noch Rousseau waren wijsgeren in de gewone tin van het woord, ai meenden ze dat wellicht zelf. Zelfs de latere hardhan dige en onplooibare materialisten als Condorcet en Hol bach waren te zeer propagandisten om werkelijk wijsgeren te zijn. Het voornaamste bij de mannen en de vrouwen van de verlichting was trou wens de propaganda en die is gewoon lijk moeilijk te vereoenen met de waarheid en de wetenschap. Peter Gay ln zijn werkelijk meeslepend, rijk en welgefundeerd boek Hie Enlightenment, waarvan het eerste omvangrijke deel I Historie van de„philosoplies" bij Weldenfeld <fe Nicolson te Londen verscheen, laat duidelijk uitkomen hoe hard de mannen van de verlichting werkten. Ze werkten met een doel. het was een humanitair doel, ze wilden de mensheid, de menselijke samenleving verbeteren, ze wilden de mensheid ver lossen om ze ln een vrijere wereld het geluk te verschaffen wat ze te lang onthouden was. Om dat te bereiken, lieten ze geen middel onbeproefd en vonden ze geen middel te gering of te laag. Ze deden er alles voor, hoewel ze voor de waarheid waren, zoals ze voort durend verzekerden, ln tegenstelling met hun bekrompen bestrijders, de katho lieke geestelijken, bleken ze voor dit doel bereid om de waarheid niet minder te verdraaien dan hun tegenstanders Toen professor Peter Gay het eerst met zijn studie van deze bejubelde en ver guisde periode ln de geschiedenis van Europa begon, was het zijn bedoeling de phllosophes" te verdedigen tegen onrechtvaardige aanvallen en min achting. Nu hij tenslotte zijn werk. althans voor het grootste deel. verricht, heeft, kan men die bedoeling nog wel zien, maar hij verdedigt, zeker met niet minder Inzicht en met even weten schappelijke fundering, ook hun tegen standers en Juist dat maakt zijn werk zo betrouwbaar en zo aantrekkelijk. Het is Peter Gay niet om de propaganda, maar wel om de waarheid te doen. Geen wijsgeer Als men slechts één zelfs wille keurige bladzijde van Kant of van David Hume leest, weet men dat men hier met wijsbegeerte en met een wijsgeer, een philosopher, te doen heeft Leest men één bladzijde van de zoge naamde filosofische geschriften van Voltaire, dan weet men dat hU geen wijsgeer ls en dat hij het ook nooit had kunnen worden, hij mist de wezen lijke belangstelling voor waar het we zenlijk om gaat. Voltaire, als hij even de infame geestelijken en hun Kerk vergeet, kan een bijzonder goed histo ricus zijn, zoals blijkt uit menige blad zijde van zUn strikt historische werken sis die over de Zonnekoning «n Karei XII. hij la Inderdaad een verdediger van het menselijk recht, zoals uit de processen, waarin hij zich moeide, blijkt. HIJ ls echter geen zoeker van de waafheid en niets dan de waarheid. Zijn filosofische geschriften en vele van zijn schotschriften doen op dit ogenblik, in tegenstelling met zijn strikt historische geschriften, ongeloof lijk naïef aan, om niet te zeggen kin derachtig. Men kan tegenover zijn zogenaamd filosofische geschriften bij de tegenpartij een werk stellen, dat, ondanks de niet minder briljante stijl, ons even naïef en kinderachtig voor komt. Het verscheen al ln de zeven tiende eeuw, in 1681. Het is ook een werk van propaganda, het heet Discours de l'histolre univer- selle, Uiteenzetting over de wereld geschiedenis. en het ls van de grote redenaar Bossuet. Er zijn maai- weinig mensen, die dit tegenwoordig nog lezen, maar men zou het eens moeten doen. Men zal zijn ogen soms niet ge loven als men deze beschouwing over het werken van de goddelijke voor zienigheid ln de ontwikkeling van de wereldhistorie leest. Bossuet heeft de goddelijke voorzienigheid volkomen door, maar hij springt er wel eigen aardig mee om. Men ziet erin ln welke situatie de verlichter» ,.de phllosophes" zich althans gedeeltelijk bevonden en het verklaart sommige van hun reac ties. Men ziet ook. dat Bossuet een veel slechter historicus dan Voltaire en be slist geen geleerde was. Dat waren ook de „phllosophes" maar zeer ten dele. De werkelijke geleerden zaten meestal, in het andere kamp, mannen als Jean Mablllon, Bernard de Montfaucon. Dom Antolne Augustln Calmet en de protestantse predikant Johann Jacob Brucker, die een ge schiedenis der wijsbegeerte schreef, die ln sommige opzichten het met de „phl losophes" eens was, maar die ln filo sofie toch niet meer dan „een al te feilbare hulp van het geloof" zag. Diderot vei wees naar zijn werk ln de Encyclopédie en in diezelfde encyclo pedie zijn de meeste filosofische artike len van Brucker, al stond Diderots naam eronder. Diderot vertaalde ge woon. al werd hij weieens gedwongen te veranderen, omdat zijn mening af week van die van Brucker. Dat gaf dan natuurlijk aanleiding tot tegen spreken en onattentheden, die bepaald ln het artikel over de stoïcijnen naar het koddige neigen. Ontleners De „phllosophes" waren grote ontleners. Voltaire kon niet buiten Calmet. hij bestreed het geloof met materiaal, aan gebracht door een gelovige, die nu eens door hem als bigot werd uitgemaakt en dan weer. als het ln Voltalres kraam te pas kwam. voor een grote autoriteit. Peter Gay laat dit zien. hij laat zien hoe de „phllosophes" geestig, witty, waren en dit moesten zijn om de aan dacht te trekken. Hij laat echter ook zien. dat humor hun vreemd was. Pro pagandisten kennen geen humor, over het algemeen. Het zou dwaasheid zijn te ontkennen, dat de enlightenment, de verlichting, ook nu nog doorwerkt, maar Peter Gay toont duidelijk dat deze tijd als zo danig voorbij is, voorgoed voorbij, tot de naïviteiten van de „phllosophes" zijn we een enkele uitzondering daarge- laten niet meer in staat, evenmin als we nog ln staat zijn tot de naïviteit van een Bossuet. Wie zich daarvan wil overtuigen, of wie een bezonnen oordeel over die töd wil leren kennen, moet het boek van professor Gay lezen, dat bovendien met zijn ruim honderd endertig bibliografische gegevens naar andere werken verwijst. Het ls bij zonder goed geschreven, helder, geestig, zeker niet «onder humor en de over vloed van gegevens versluiert het geheelbeeld niet. Dat ls niet verwonder lijk voor iemand die zo veel ln de „philoeophes" gegrasduind heeft, want schrijven konden dees vsrlichter». tam vAjrmanam Nu mag de kardinaal wikken, 't waren de verschillende museumbesturen, die te beschikken hadden. Vooral in de drie zuidelijke bisdommen was (en is) er weinig animo om kunst blijvend naar „boven de Moerdijk" te zenden. Limburg heeft niet zo lang geleden een eigen museum gesticht, de belde Brabantse bisdommen zien hun bezit liever her en der verspreid in eigen gebied dan het te laten opgaan in een groter geheel. Men kan dat betreuren, maar we zouden, geloven wij, verkeerd doen het te veroordelen als een uiting van provinciale zucht naar bezit. Tenslotte gaat het hier vaak om Btukken, die eeuwenlang mede de trots van die gewesten bepaald hebben. Gelukkig is het overigens, dat de bisdommen Haarlem en Rotterdam wel „ja" hebben gezegd op de suggestie Joaohim de Beuckelaer (1530-1573) Robert Crichtons The 8ecret of Santa Vittoria, Het Geheim van Santa Vitto ria, is ongetwijfeld een traditionele roman. HU is naar een oeroude vertel traditie geschreven. BH sommige lexer», gebrand op de laatste navolging van de voorlaatste nieuwigheid, xal hii mis schien niet ln de smaak vallen. Hij han delt over een bergstadje in Italië. Santa Vittoria, waar wijn verbouwd wordt. Die wijn ls. zou men kunnen «eggen, de «iel van de stud, de reden van zü" bestaan. Over de wijn praten de Inwoners en over het weer, dat de w'Un bepaalt, dat is althans hun voornaamste conversatie. Het ls een vreemd slag volk, het is nidt gemakkelijk hun iets wijs te maken. Het ls niet gemakkelijk Italianen iets wjjs te maken. Italianen zijn realisten en ze kennen elkaar. Er komt in The Secret of Santa Vittoria. dat dit jaar in Londen bij Hodder Stoughton uitkwam en nu als pocket verkrijgbaar la. een man voor, Tufa, de enige in Santa Vittoria, die ln Mussolini en het fascisme geloofde. Hij ia ervoor gewond in de oorlog in Afrika en hij weet nu al lang wat het fascisme ls. hij ls volkomen ontgoocheld en als Caterina Malatesta. een patriciërsdochter, er niet geweest was, zou h(j gestorven zijn, want hU wilde sterven. Caterina Malatesta vertelde hem echter, dat hij veel te sterk was om te sterven, dat het hem toch niet zou lukken. Zij was bovendien Caterina Malatesta, ze bezat schoonheid en ze wist wat ze wilde. Of men dat gTaag heeft of niet. er bestaan standen ln de wereld, maar de werkelijke liggen iets anders dan de vermeende, waarnaar so verlangd woedt, Br aljn drie personen Ln The van de kardinaal. De collectie van het Bisschoppelijk Museum t« Haarlem zal eerlang naar Utrecht gaan om daar te worden gemengd met die van het Aartsbisschoppelijk Museum. Begin vorig Jaar werd een overeenkomst gesloten, mede op aandrang van de subsidiërende rijksoverheid, waarbij bepaald werd, dat de Haarlemse collectie naar Utrecht zal, worden overgebracht zodra daar een geschikte museumgelegenheid beschikbaar zou zijn. Die gelegenheid ls er nu: het zeer ruime complex van het voormalige CathariJnegasthuls en het Catharijneconvent aan de Nieuwe Gracht. Over enkele jaren, als een ingrijpende restauratie ls voltooid, zal daar een kerkelijk museum worden ingericht, dat zeker driekwart van het museals bezit van kerkelijke kunst in Roman over een Italiaans stadje Secret of Santa Vittoria, die tot een hogere stand behoren, dat zijn Caterina Malatesta, Tufa en de wijntrapper, die 'n zigeunerin tot vrouw heeft, Lorenzo. Lorenzo is het voornaamste, want hU heerst op een bepaald moment zelfs over Caterina Malatesta, de Malatesta. Von Prum Volgens z(Jn opvoeding hoort kspilein Von Prum ook bij hen, maar kapitein Von Prum heeft nog veel te leren, want hij heeft een Duitse opvoeding gehad. H(j gelooft in het vaderland en in Hitier, mensen van hogere stand deen dat niet Ze weten wel beter. Von Prum houdt met enkele ondergeschikten Santa Vittoria bezet. Hij vindt daar tegenover zich Bomboltni. die toen het volk. nog even voor 't gebeurde, hoorde dat Mussolini aan zijn eind gekomen was, tot burgemeester gekozen werd. Bombollni ls geen geboren Santa Vlttoriaan, hf) komt uit Sicilië en tot dusver vond men in Santa Vittoria, dat hö een clown was, een gek. HÖ slaagt er echter ln werkelök een burgemeester, een leider, t# worden. Hö doet dat omdat hij voortdurend De Vorst van ons land zal omvatten en dat kan uitgroeien tot een van de belangrijkste collecties op dit gebied ln Europa. Elkaar aanvullend Dit komt mede door het feit, dat beide collecties elkaar zo voortreffelijk aanvullen. De wereldvermaarde ver zameling van het Aartsbisschoppelijk Museum omvat vooral veel stukken uit de middeleeuwen, terwöl ln Haarlem de nadruk valt op renaissance en barok, terwijl er tal van interessante stukken uit de „schuilkerkentöd" van de zeventiende en achttiende eeuw aanwezig «ön- Bovendien zal in het CathariJnecomplex, ongemengd welis waar, ook de collectie van het Oud-Katholiek Museum worden op genomen,, wat vooral geelen het rijke paramentenbezlt van deze verzameling, van groot belang ls. Het nieuwe museum zal een geheel eigen gezicht krögen. Men wil er aan de hand van de getoonde kunst voorwerpen een beeld geven van de cultuurgeschiedenis van de Neder landse kerkprovincie. Dat is vooral nü van belang. Door de stormachtige ontwikkeling ln de liturgische inzichten van de laatste Jaren, lökt het of een nieuwe „beeldenstorm" door de Kerk waart. Het ls hoog tö<l, dat vandaag wordt vastgelegd wat gisteren nog gewoon was. Anders zal men het morgen niet meer begrijpen. De heer D. Bouvy, directeur van het Aartsbisschoppelijk Museum, illu- Izaak zegent zijn zoon Jacob Niccolo Mswchiavelli, raadpleegt, hö kent het boekje böna uit zön hoofd. Mscchiavelll is wözer dan Von Clausewitz, die de inspiratiebron Is van Von Prum. Daarom kan Von Prum niet tegen Bombollni op. The Secret of Santa Vittoria lökt tevens een beetje op de verhalen van Don Camlllo, die ook over 'n Italiaanse plaats handelen en over Italianen. Maar met al zijn kennis van zaken is de auteur ervan toch de mindere van Robert Crichton omdat hij om het komische effect te veel overdrijft. Ook bö Robert Crichton kan men een paar trucs zien. maar hij maakt er veel zuiniger gebruik van. Bovendien Is zön kijk op de mensen minder romantisch. Uiteraard zön de karakters ln een boek als dit bepaald, ze hebben de passende maat en se zön vormvast, maar ze zön door Robert Crichton buitengewoon bekwaam en ongetwöfeld met menaenkennis verwezenlijkt. Al la de vertelling In The Secret of Santa Vittoria het voornaamste, er ls meer te vinden dsn karakterschets en verhaal alleen. Oorlog Van de oorlog ln de beperkte rtn van het woord hoort men ln het boek böna niets, maar wat men ervan hoort, Is zonder twöfel van belang. De Duitse wöze van oorlog voeren wordt het beet onthuld als twee Jonge SS'ers vöf inwoners van Santa Vittoria komen streerde one dit met een voorbeeld. Men aal een overaicht kunnen geven van de volkedevotie zoals die zich in de loop van de geschiedenis ontwikkeld heeft. In de middeleeutoen was Bint-Anna-ten-drieen erg populair: de vooretelling van de (overigens apo criefe) moeder Anna met op haar schoot een kleine Maria, dis op haar beurt weer een heel klein Christuskind draagt. Er waren ook typisch „middel eeuwse" heiligen als Sint-Antonius met het varken m Bint-Jozef was een min of meer lachwekkende figuur op de achtergrond. Na Trente verdween Sinf-Anna nagenoeg, men vond het niet passend meer haar eo groot voor te stellen ten opeichte van Christus. 8\nt-Joeef werd patroon van de Kerk en kreeg als „voedstervader" alle eer als hij werd afgebeeld met aim kand op het hoofd van het Christuskind. De Antonius-met-het-varken moest plaats maken voor de populaire volksheilige die eiin naamgenoot uit Padua werd. Er kwamen andere volkeheiligen, na de contra-reformatie onder meer die door de feauieten populair werden UTRECHT EN HAARLEM SAMEN IN CATHARIJNE COMPLEX gemaakt: Ignatitis. Franeiecus Xave nue, Aloysius van Ooneaga en Stanis las Kostka. Ook neergang tonen Bij het tonen van dergelöke verande ringen zal men niet schromen om, Indien nodig, ook minder kunstzinnige voorwerpen op te nemen. Men zal daar ook niet san voorbij kunnen, gezien de enorme neergang van de kerkelöks kunst ln de tweede helft van de negentiende eeuw. En de ielöke „heiligenbeelden" van toen horen even zeer tot de geschiedenis van de kerkelijke sensibiliteit als de middel eeuwse schatten en, hoe men daarover ook moge denken, sommige extreme dingen, die tegenwoordig gemaakt worden. Het nieuwe museum wordt dus niet op de eerste plaats opgezet als een kunstverzameling, maar als 'n collectie van kunstvoorwerpen en andere zaken, die op een tot nog toe ongekende wijze in beeld brengen hoe de Nederlander van Sint-Wllllbrord tot heden zön geloof beleefde. Het kan daarmee een van de belangrijkste musea van ons land worden. Zeker als op 'n gelukkig tijdstip de „zuldelöken" nog eens van gedachten zouden veranderen en het edelmoedige gebaar folteren. Ze willen weten of er nog meer wön In 8anta Vittoria is dsn de Santa Vittorlanen hebben opgeleverd. Von Prum vindt dat goed. Het ls immers ln het belang van 't vaderland. De S8'ers houden niet van helden, die meestal zo gemakkelijk doorslaan. Italianen houden echter ook niet van helden. Ze vinden helden onverstandig. Moedige lieden en goede wijn duren niet lang, als de wijn tenminste op tafel wordt gebracht, zeggen ze ln Santa Vittoria. Mensen, dis zoiets zeggen, verstaan de kunst om een geheim te bewaren. Wijn proberen te stelen In het belang van het vaderland, men moet een Von Prum zön om te geloven, dat dit een redelijk standpunt is. HU wordt er In Santa Vittoria terecht om ultgelsushen. De Inval tn Italië door de geallieerden is dan al ln volle gang. Reeds eerder zön er bombardementen uitgevoerd door Amerikanen. Roberto, een Amerikaan van Italiaanse afkomst, heeft ersan meegedaan. Men vertrouwde hem daarom niet In het vliegtuig en terecht. Roberto siet, dat de Amerikanen lukraak hun bommen neergooien, haast son der erbö te denken. Ze moeten hun lading kwöt. Maar die lading raakt een Italiaans Jongetje en daar kan Roberto Inderdaad niet tegen. Hö laat zich met zijn parachute op de Italiaanse bodem vallen en komt »o ln 8anta Vittoria terecht, waar hö na enige töd, omdat Monstrans, Noordnederlands uit het begin van de 16de eeuw van Haarlem en Rotterdam aouden navolgen. Van hoeveel belang dat gebaar la. kan men thans zien ln 't Centraal Museum te Utrecht, waar een tentoonstelling is ingericht van kunstachatten uit het Haarlemse Museum. Als een soort preludium dus op de toekomstigs vereniging. En al kan de Haarlemse collectie niet tippen aan de eminents verzameling van het aartsbisdom, er zijn toch een paar stukken bö. dis straks tot de toppunten van hst nieuwe museum zullen gerekend worden: ssn uitstekende Frans Hals; 'n Saenredam, dis er zijn mag; een heel fraaie Orley; een „Izaak zegent Jacob" van Joachim de Beuckelaer, topstuk van een „kleine meester", en tal van andere interessante schilderijen. Er zön fraai beeldanöwerk, handschriften en paramenten. En er zön zaken, die een treffende Illustratie vormen bij het geachledenisbeeld van dc Nederlandse katholieken zoals dat In het nieuwe museum gegeven zal worden. Bö voorbeeld een klein zil veren doodkistje zoals dat ln de „schuilkerkentöd" werd gebruikt voor de overledenen, die Immers niet ln ..gewöde aarde" konden worden be graven. Een schepje gewtjde aards uit dat miniatuurkistje ging dan mes tot geruststelling voor de nabe staanden Het Haarlemse Museum pleegt niet overstroomd te worden door bezoekers, maar als men het beste eruit zo bijeen ziet, blijkt dat toch de moeite van het bezichtigen overwaard. Tot en met 29 oktober kan men daarvoor terecht ln het Centraal Museum t« Utrecht. Vg. hö het dialect blökt te verstaan sn te kunnen spreken, door de 'inwoners wordt geaccepteerd. HU ls degene, die de notities zou hebben gemaakt, waaruit Robert Crichton zön roman opbouwde. Lukraak bombardersn la nlst minder redeloos dan mensen folteren om wön. Oorlog is een trieste zaak en Italianen hebben gelök als ze proberen er zich zovesl mogelök van te distantiëren. Een ernstige /-ask ls wön en dat kan men In The Secret van Santa Vittoria duldelUk nagaan. Robert Crichton heeft zön roman, die ln feite op niets ander berust dan op een anekdote, dis men op een halve blsdzöds zou kunnen vertellen, buitengewoon bekwaam opgebouwd en Daphne du Maurier had geen ongelök toen ss zön werk briljant noemde. Het boeit van het begin tot het einde, het Is op de eerste plaats 'n humoristisch boek, niet romantisch, maar eerder flegmatisch humoristisch en humoristische boeken van dece allure zön zeldzaam, zelfs al sön za traditioneel ln opzet en uitwerking, wat er overigens veel minder toe doet dan de navolgers van de voorlaatsts nieuwigheid menen. Wie enkele uren ln Italië wil zön an slch daar vermaken en tevens lets over de Italianen leren wil, (Be er niet alleen maar In het sonnetje worden geaet, kan niet beter doen dan The Secret of Santa Vittoria leaen. SOB PANHUU8EN

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 7