ER ZIJN ALTIJD RADICALEN GEWEEST
w
AMERIKA
TWIJFELT
MEER EN
MEER AAN
JOHNSON
Vernieuwing
heeft
thans meer
kans
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1967
Nu in de gelederen van
de politiek bedrijvende
katholieken een radicale
stroming weer zichtbaar
gestalte krijgt, kan het
wellicht interessant zijn
terug te blikken in de
historie en aandacht te
vragen voor opbruisin
gen van radicaliteit, die
vroeger bezorgde en be
daagde zielen de schrik
om het hart deden slaan.
In de laatste decennia der vorige eeuw was het dr.
Schaepman die exponent was van de progressieve
politieke opvattingen onder de katholieken. Weliswaar
was hij de grote promotor van de aaneensluiting der
katholieken in één politieke partij, maar in zijn
„Proeve van een program" uit het jaar 1883 waar
schuwde hij reeds tegen een te strakke discipline.
Het program moest niet opgaan in een roomse
geloofsbelijdenis, zodat het lidmaatschap van de Kerk
voldoende zou zijn om tot de partij toe te treden,
maar een te grote verbondenheid zou ook verkeerd
zijn: „Alsof een katholieke partij inderdaad de eigen
aardige begrippen en inzichten van wie dan ook in
de ban zou doenalsof men de eigen overtuiging
en het eigen geweten zou moeten doen zwijgen, waar
zij waarlijki n strijd kwamen met de artikelen van
een program. Alsof men een plicht zou moeten ver
zaken terwille van een partijverbond."
Schaepman
als
voorrman
Nu, Schaepman heeft dan ook in zijn
parlementaire werk, dat hij in 1880
als afgevaardigde van Breda begon,
niet geaarzeld veel katholieken tegen
de haren in te strijken. Maar hij heeft
tevens de bewondering en instemming
van de radicalen dier dagen geoogst,
die hem als hun voorman beschouw-
Laten we drie punten noemen, waar
hij door een afwijkende stem in be
langrijke aangelegenheden zijn repu
tatie en zijn orthodoxie bij veel con
servatieven verspeelde. Allereerst: hij
verklaarde dat het algemeen stem
recht met geen enkel katholiek begin
sel in strijd was. Dat klonk als een
vloek in de oren van hen, die dit vol
afschuw afwezen als een vrucht van
de Franse revolutie en de verfoeilijke
leer van de volkssoevereiniteit. In de
tachtiger jaren was dit algemene stem
recht echter praktisch niet aan de
otde. Wel een verruiming, die bepaal
de, dat het zou worden toegekend aan
„die mannelijke ingezetenen, tevens
Nederlanders die de door de kieswet
bepaalde kentekenen van maatschap
pelijke welstand bezitten". Hierin za
gen de meeste katholieke Kamerleden
echter al een stap op de heilloze weg
naar het algemeen stemrecht. Vijftien
waren ertegen, Schaepman kreeg
slechts drie medestanders.
Een tweede punt, dat de toorn van
veel katholieken op Schaepmans hoofd
laadde, was de invoering van de per
soonlijke dienstplicht. Men kende toen
(en nog lang daarna) het lotingsstelsel,
maar wie „ingeloot" was, mocht een
ander, die vrijgesteld was voor hem
laten dienen. Dit remplacantenstel6el
kwam in de praktijk hierop neer, dat
de zoons der welgestelden buiten de
kazerne bleven, want die welgestelden
konden arme drommels overhalen te
gen een geldelijke beloning voor hun
spruiten de wapenrok aan te trekken.
Het „is nu voor ons onbegrijpelijk, dat
men er onder de katholieken een groot
beginsel van maakte, dat deze toestand
gehandhaafd moest blijven. Schaepman
was de enige katholieke afgevaardigde
die bij de eindstemming de afschaf
fing van het plaatsvervangersstelsel
steunde.
Als derde punt noemen we de invoe
ring van de leerplicht, waarbij ook het
zwaarste beglnselgeschut in stelling
werd gebracht. Dit was een door de
Loge en „Het Nut" beraamd plan ter
onderdrukking van de katholieken,
schreef een der katholieke bladen.
Het werd een stemming op het nipper
tje: aangenomen met 50 tegen 49
stemmen.
Als de afgevaardigde van Amersfoort
niet daags tevoren van zijn paard was
gevallen en deswege niet in de Kamer
kon verschijnen, zou de uitslag 5050
zijn geweest, wat verwerping had
betekend. Schaepman en Kolkman wa
ren de enige katholieken die voor stem
den. Wat de hoofdredacteur van de
Limburger Koerier de volgende dag
deed schrijven: „Eén man heeft aan
honderdduizenden landgenoten het ge
vloekte slavenjuk van de leerplicht op
de nek getast... dat is dr. Schaepman".
Klarenbeekse club
Het was een grote meerderheid van
de katholieke pers, die zich tegen
Schaepman en zijn progressieve geest
verwanten keerde. Alleen het in 1883
opgerichte Centrum verdedigde hun
inzichten en „de doctor" schreef er
zelf ook veel in. Hoofdredacteur in die
tijd was dr. Gisbert Brom, een uit het
beroemde Brommengeslacht, die later
eerste directeur zou worden van het
Nederlands historisch instituut in Ro
me. Toen' Gisbert Brom in 1899 zijn
koperen priesterfeest vierde, kwam
een grote vriendenkring bijeen in hotel
Klarenbeek aan de Velperweg bij Arn
hem. Daar waren onder anderen mr.
P -J. M. Aalberse, dr. Ariëns. M. A.
P. C. Poelhekke, dr. H. A. Poels, jh'r.
mr. Ch. Ruys de Beerenbrouck, J. F.
Vlekke, mr. A. baron van Wijnbergen.
De aanwezigen spraken af, dat ze ge
regeld bijeen zouden komen om zich te
beraden over de vraagstukken, die
midden in de actualiteit stonden. De
ze Klarenbeekse club heeft door zijn
ideeënvorming zeker bijgedragen tot de
verlossing van het katholieke gedach-
tenleven uit de benauwenis van ver
ouderde opvattingen en een tyranniek
.clericalisme". Deze radicalen stonden
bloot aan heftige aanvallen van de zo
genaamde integralen, die in de Maas
bode hun spreekbuis hadden en die
kwistig waren met beschuldigingen
van ketterij en verraad aan het katho
lieke beginsel. De club is bezweken
toen er verscherpte regels werden in
gevoerd aangaande samenkomsten van
priesters en leken gezamenlijk.
Ultremclub
Radicale hervormingsdrift brak er
ook los na de eerste wereldoorlog. De
overgrote meerderheid van ons volk
wees Troelstra's revolutiebevlieging
wel af, maar met vlag en wimpel wer
den grote desiderata die al jaren
lang tot het program der progressie
ven hadden behoord, nu met steun
van allen, de liberalen incluis, in wet
ten omgezet. Algemeen kiesrecht,
vrouwenkiesrecht, achturendag, nie
mand verzette er zich meer tegen. In
het katholieke kamp ging de geest
drift nog verder. Op initiatief van de
radicaal par excellence, professor
Veraart, besloten de vier grote katho
lieke standsorganisaties een r.-k. cen
trale raad van bedrijven op te richten
als voorbeeld voor een stelsel van
publiekrechtelijke organisatie van het
gehele bedrijfsleven ln Nederland, in
het beroemde paasmanifest van 1919
meende men een onvergankelijk mo
nument van solidariteit en maatschap
pelijke hervorming te hebben gescha
pen. Een jaar later viel geheel de
schone opzet reeds uiteen in gekra
keel tussen werkgevers en arbeiders,
waarbij vooral Kortenhorst en Veraart
fel tegenover elkaar kwamen te staan.
Hier droeg ook toe bij, dat een econo
mische depressie zich aankondigde,
waaruit het conservatisme argumenten
smeedde voor het afremmen en zelfs
gedeeltelijk afbreken van sociale ver
worvenheden. Politiek kwam dit tot
uiting in een splitsing van de grote
katholieke partij, de Nieuwe Katholie
ke Partij, waartoe notaris Cranen-
burgh uit Haarlem de stoot gaf. Toch
zat er een „progressief" element in
deze beweging, omdat men het dog
ma van de noodzaak der katholieke
eenheid op politiek gebied aantastte.
De oprichting van de N.K.P. lokte
tegenacties uit van een groep katholie
ke radicalen onder leiding van baron
Wittert van Hoogland en Chr. D. Wes-
seling. Samen met een aantal arbei
dersleiders stichtten ze de Ultrem
club afkorting van ultimum reme-
dium die de vooruitstrevende demo
cratische elementen wilde doen infil
treren in de bestaande organisaties,
wat echter al spoedig uitliep op de
stichting van een afzonderlijke Katho
lieke Volkspartij, die in 1925 mr. Pius
Arts uit Tilburg in de Kamer bracht.
Als een uiting van zelfstandigheid der
katholieke radicalen kan ook gelden,
dat in oktober 1923 tien katholieke Ka
merleden hun stem uitbrachten tegen
publiekrechtelijke organisatie van het
gehele bedrijfsleven in Nederland. In
een wetsontwerp dat de opbouw en
sterkte van de vloot voor Nederlands
Indië voor vele jaren zou vastleggen.
De regering-Ruys de Beerenbrouck
had er haar voortbestaan aan verbon
den. Fractieleider Nolens bezwoer de
„jongeren" in de fractie, die er niets
voor voelden voor zoveel jaren te an
ticiperen op de toekomst, toch voor
ogen te houden wat de onmiddellijke
gevolgen van een verwerping zouden
zijn. Het mocht niet baten. Met 50 te-
zen 49 stemmen kelderde het voorstel
»n onder de 50 waren 10 katholieken,
ïamelijk mevr. Bronsveld-Vitringa
?n de heren Bomans, Bulten, Engels,
Kuiper, Loerakker, Michielsen, Van
Schaik, Suring en Van Rijzewijk.
Het is niet voor de eerste maai, dat in
katholieke, politieke kringen radicale
geluiden opklinken. Als de muren van
de Tweede Kamer zouden kunnen
spreken, zouden zij nog kunnen
verhalen van de grote radicale voorman
dr. Bohaepman, die reeds in de vorige
eeuw met zijn progressieve politieke
opvattingen koude rillingen bezorgde en
bedaagde zielen de schrik om het hart
deed slaan.
roering gewekt door de oprichting van
politieke studie- en debatingclubs, die
onder de schutse van de aartsengel
Michael de radicalen ten strijde rie
pen voor de vernieuwing van de gro
te politieke partij van binnenuit. Tot
de vorming van hun ideeën had eerst
het weekblad „De Nieuwe Eeuw" uit
Helmond veel bijgedragen en toen
dit werd omgevormd tot een orgaan,
waarin Nijmeegse professoren veel te
zeggen kregen, werd het dagblad „De
Morgen" gesticht, dat onder leiding
stond van de onvermoeibare Max van
Poll met zijn radicale denkbeelden,
vooral ontleend aan de zogenaamde
Oostenrijkse school. Ook de vechtlus
tige Veraart trok mee ten strijde. Met
geldinzamelingen, de St.-Michaelspen-
ning, werd de beweging gefinancierd.
Naast het formuleren van de eis van
radicale bestrijding van het kapitalis
me, niet alleen in zijn uitwassen maar
tot in de wortel, stelde men de coali
tie der christelijke partijen haast
als een natuurnoodzakelijk gegeven be
schouwd in de waagschaal, verlang
de men een veel sterker invloed van
de partijleden op de samenstelling
van de programs en de kandidaten
lijsten en verwierp men de simplisti
sche stelling „Rooms 'stemmen om
dat men rooms is".
Ondanks veel conservatief verzet
kwam in januari 1925 de democra
tische herziening der partij tot stand.
Ze nam ook een nieuwe naam aan:
R.-k. Staatspartij. De voorbereiding
der kandidaatstellingen geschiedde
met een veelheid van acties voor be
paalde kandidaten. De uitslag der ver
kiezingen was bepaald teleurstellend:
de katholieken verloren twee zetels,
de socialisten wonnen er vier, de vrij
zinnig-democraten twee. Ook kwam
een „dissidente" katholiek In de Ka
mer. En na een kortstondig bestaan
van een kablnet-CollJn, afgeknapt door
de afstemming van het gezantschap bij
het Vatlcaan begon een lange misère
met niets dan extra-parlementaire kabi
netten, die de positie van het parle
ment zeer verzwakten.
Een alternatief voor een kabinet van
rechtse signatuur bleef geblokkeerd
door Nolens' befaamde uitspraak dat
een samenwerking met de socialisten
slechts „in uiterste noodzaak" kon
worden overwogen. Deze verlamming
in de juiste werking van het parlemen
taire stelsel was koren op de molen
van degenen, die met Italië als voor
beeld de hele parlementaire democra-
tie gingen verfoeien. Ook katholieke
jongeren bleven voor deze opvatting
niet onberoerd. Zij die zich groepeer
den rondom het maandblad „De Ge
meenschap" vertoonden veel sympa
thie voor wat zich ln de St.-Michaels-
beweging baan brak maar pasten toch
voor de eer, toen van die zijde er her
haaldelijk op werd aangedrongen dat
ze zich ook praktisch in het politieke
werk zouden storten. Ze hoonden de
Staatspartij als „de weduwe van de
geestdrift" en verlangden geen com-
promisaengeknutael, maar een politiek
van „hart en vurigheid". Ven Duin
kerken hekelde de stelling dat men
het kapitalisme slechts mocht bestrij
den als men het eerst precies had om
schreven met de opmerking dat man
van Slnt-Joria niet mocht verlangen
eerst te doctoreren in de zoölogie al
vorens hij de draak ging bestrijden.
Hij maakte deze opmerking in een
voordracht voor Staatspartijkader,
toen het in 1930 voor zijn jaarlijkae
„politieke retraite" in St.-Louis op de
Amersfoortae Berg bijeen was. Ook
Gerard Knuvelder aprak daar om nog
eens duidelijk te maken dat „de jon
geren" niet streefden naar ambten of
betrekkingen In de politiek, maar
9lechta widen getuigen dat er een
fundamenteel nieuw bestel moest ko
men. Toch is er op die bijeenkomst
door een aantal jongeren onder lei
ding van mr. Andre Peters besloten
zich te verenigen ln een verbond van
jongeren, een groepering waarvan
men later niet veel meer heeft ge
hoord. Toen het nazisme opkwam,
voltrok zich een schelding der geesten
onder de radicale jongere katholieken.
Een deel ging zich Interesseren voor
„de rechts# revolutie", zoals profes
sor Gerretaon die een stelsel van cor
poratieve ordening propageerde, waar
in voor het rechtstreekse algemene
kiesrecht geen plaats meer was.
Een ander deel stapte aan achter Ar
nold Meijer en zijn zwarte scharen,
die echter meer lawaai maakten dan
ze betekenden, wat uitkwam toen ze
bij de verkiezingen van 1935 amper
8000 stemmen behaalden. Andere ra
dicalen zagen echter levensgroot de
gevaren oprijzen van het valse Mes
sianisme en de bloed-en-bodemver-
heerlijklng en allesoverheersend werd
voor hen dR gevaar schouder aan
schouder met anderen te keren, waar
bij ze ook weer oog kregen voor wat
er toch aan vrijheid en gerechtigheid
in onze onvolmaakte samenleving
voorhanden waz.
Nederlandse Volksbeweging
In de nacht van de nazitljd ging de
parlementaire democratie ten onder,
doch ondergronds werd er veel ge
dacht en gestudeerd over i
Nederland, dat de kwalen van ona po
litieke stelsel zou uitbannen en door
een nieuwe opstelling In de partijvor
ming gezonder verhoudingen zou
scheppen. Dit kwam na de bevrijding
onmiddellijk tot uiting in een Neder
landse Volksbeweging, waarin mensen
van heel verschillende politieke kom
af gezamenlijk hun handtekening ga
ven onder andere aan de stelling, dat
het politieke partijleven in ona volk
zich langs andere scheidslijnen dan
vóór 1940 zal moeten bewegen, dat
met name de christelijke antithees en
de klassenstrijd voor de oplossing der
maatschappelijke vraagstukken van
heden geen vruchtbare beginselen
meer zijn", weshalve een periode van
vrije discussie noodzakelijk was, op
dat de geestelijke vernieuwing zich
ook op politiek gebied zou kunnen
openbaren. Een toelichting bij het
desbetreffende manifest pleitte voor
een zodanige hervorming van het kies
stelsel en het partijwezen, dat door
een niet te groot aantal politiek# par
tijen in de volksvertegenwoordiging
vorm zou worden gegeven aan de we
zenlijke staatkundige tegenstellingen.
Het kiesstelsel zou zodanig moeten
worden herzien dat de band tussen de
kiezer en de gekozene werd versterkt
en een duidelijke weeralag van ver
kiezingen in de volksovertuiging ten
aanzien van heit regeringsbeleid zou
prevaleren boven de mathematische
evenredigheid in de vertegenwoordi
ging.
Men beluistert hier geluiden, die ver
wantschap vertonen mei wat we In
deze dagen horen en die ook aan de
gedachtengang der christelijk-radlcalen
niet geheel vreemd zijn. Alls vooruit
strevende krachten trachtta men toen
maals te vangen onder de noemer van
„het personalistisch socialisme". De
Nederlandse Volksbeweging wilde ech
ter zelf geen politiek# partij vormen,
ze wilde slechte wegbereidster zijn.
Maar Intussen begonnen zich de oude
politieke groeperingen weer te vormen
waarbij ook een R.-K. Staatspartij on
der leiding van mr. P. J. Wltteman ac
te de présence gaf. In zoverre wilde
die tegemoet komen aan de bestude
ring van gewenste veranderingen, dat
een centrum voor staatkundige vor
ming werd opgericht, dat ook het par
tijwezen in zijn 9tudie zou betrekken.
Partij van de Arbeid
Dit alles Is tenslotte uitgelopen op de
stichting van de Partij van dc Arbeid,
waarin ook een aantal vooruitstreven-
Je Intellectuelen van katholieke en
shrlstelljke huize een plaats sochten
en kregen, terwijl een politieke organl
salie der katholieken zich constitueer
de als Katholieke Volkspartij, die
echter HrhUWIImHiM "lel uitsloot
en bovendien een balletje opwierp om
op een gezamenlijk program met de
l'artlj van de Arbeid de komende ver
kiezingsstrijd in te gaan.
De PvdA voelde daar niet voor. Ze
stelde zich veel voor van haar zuig
kracht, ook op de katholieke en pro-
teitanat-chrlstelijke kiezers. De uit
slag werd voor haar een ontgoocheling.
Ze bracht het met 28.31 procent der
stemmen niet veel verder dan het
vooroorlogse peil van de SDAP, terwijl
de KVP 30.81 procent der stemmen ln
de wacht sleepte.
Zo was een verlangen naar radical#
partijvernleuwing en politieke verfris
sing ook thans weer ln het zond ver
lopen. De dromen uit de etudiesfeer
van de oorlogsjaren waren stuk gesto
ten op de realiteit. Maar de tijd staat
niet stil. De geringe politieke vorm- en
verbeeldingskracht van de bestaande
\js riem ent air-democratische verhoudin
gen wekken al meer onbehagen. Een
misgewas als de Boerenpartij kreeg
ongehoorde electorale kansen. Het se-
rieuze D'66 dat eigen ideeën wist te
ontwikkelen aloeg zodanig aan, dal
menige gevestigde politicus de schrik
om het hart sloeg. De noodzaak van
de vernieuwing dringt zich met geweld
op. Weer heeft zich op het katholieke
erf een groep radicalen gevormd, die
hier inspirerend en vormgevend wil
werken. Een belangrijke factor, die
vroeger remmend werkte, Ls zeker
weggevallen. Aansporingen van de kan
sel om ten koste vim alles de eenheid
van de katholieken bij de stembus te
bewaren zal men zeker niet meer ho
ren. Het secularisatieproces, dat de din
gen dezer wereld meer autonoom heeft
verklaard, werkt ook bevrijdend ten
opzichte van de politieke vormgeving.
Wat echter ook de vrijheid om zich bij
het politiek bedrijven door christelijks
inspiratie te laten leiden niet aan mag
Alles bij elkaar geloven we dat d#
omstandigheden voor een werkelijk
grondige vernieuwing nu gunstiger Ug-
gSa dan ln enig tijdperk van het Jong-
»te verleden. Ze moge zleh voltrekken
In een sfeer van openheid en weder
zijds begrip zonder verkettering en
miskenning van goede bedoelingen,
die In het verleden mnar al te vaak
opdoken.
1ASHINGTON Het Amerikaanse
persbureau U.P.I. gaf onlangs te
kennen, dat Nederlandse regerings
functionarissen, de pers en het Nederlandse
publiek in het algemeen vriendelijk over de
Amerikaanse president denken en hem als een
„goed vriend" van Nederland beschouwen. In
de V.S. zou men nauwelijks kunnen stellen
dat het grote publiek vriendelijk over L.B.J.
denkt. Men behoeft hierbij niet alleen af te
gaan op de publieke opiniepeilingen, die lager
zijn gezonken dan ooit te voren. Er zijn andere
tekenen die wijzen op twijfel aan Johnson.
Bijvoorbeeld: onlangs vroegen 51 leden van
het Amerikaanse Congres (uit zijn eigen de
mocratische partij) of Johnson zich bij de
presidentsverkiezingen van volgend jaar niet
herkiesbaar wilde stellen. Ook de aanvallen
in de pers op de president nemen zienderogen
Misschien dat de Nederlandse couranten
vriendelijke commentaren jegens L. B. J.
schrijven; In de V.S. vliegen do stukken eraf. De
nestor van de Amerikaanse commentatoren,
Waiter Lippmann, die reeds geruime tijd een
felle strijd voert tegen Johnson (met wie hij
vroeger, voor diens presidentschap, bevriend was
noemde de Amerikaanse president in een van z|jn
laatste commentaren een „amateur". „Het feit",
zo meent Lippmann, „dat de president voortgaat
met het Amerikaanse volk wijs te maken, dat hij
de oorlog in Vietnam kan blijven voeren en
tegelijkertijd voldoende dollars vrij heeft om de
sociale problemen van de V.S. zelf aan te pakken,
bewijst zijn gebrek aan kennis over oorlog en zijn
gebrek aan wijsheid te weten wat met deze
oorlog te doen". Lippmann vervolgt: „Zijn
bereidheid om te geloven. dat. men in een
democratie twee dergelijke problemen met succes
zou kunnen bestrijden de oorlog ln Vietnam en
het vraagstuk van de grote steden en de negers
toont aan, dat hfj in wezen een amateur Is".
haren krijgt van de Vietnamese oorlog. Hij zou niets
liever willen dan er morgen een einde gemaakt
zien. „Johnson", zo meent een politicus inde hoofd
stad. ..is de man. die de geschiedenis van ons land
in had willen gaan als een tweede Frartklin Delano
Roosevelt.
Als de grote sociale hervormer. De man, die de
..great society" heeft opgebouwd, met gelijke
kansen voor ieder. Johnson zou zijn hele energie
en politieke schranderheid willen gebruiken om
het negervraagstuk met kracht ter hand te
nemen. Johnson, de provinciaal, de Texasaer,
heeft een Etangeboren afkeer van vreemden, van
buitenlanders, van ontvangsten, waarbij h(J nret
Afrikaanse leiders moet spreken en onderhandelen.
Kennedy haalde buitenlandse staatshoofden naar
Washington, bewoog zich op het internationale
vlak met graagte en gemak. Johnson vermijdt
deze „poespas". Voor een belangrijk deel wordt
Johnsons onvermogen de Vietnamese crisis op
te lossen verweten aan diens omgeving. Waar
president Kennedy de weliswaar integere, maar
zwakke figuur Dean Rusk op Buitenlandse Zaken
plaatste, omdat hijzelf zfjn buitenlandse beleid
wenste te voeren, diende L. B. J. Juist op deze
zwakke figuur terug te vallen, b(J gebrek aan
kennis, inzicht en beoordelingsvermogen van
internationale vraagstukken. Waar Kennedy in
zijn omgeving academici en historici plaatste,
zag Johnson de meeste van deze medewerkers al
spoedig na de moord van Dallas uit het Witte
Huls vertrekken. Minister Robert McNamara, van
Defensie, kreeg een overwicht binnen het kabinet,
zelfs over minister Rusk. Johnson leunt tegen
zijn adviseurs aan. Johnson kwam steeds dieper
in het moeras van Vietnam terecht en thans
menen ingewijden ln Washington, dat zelfs de
ernstige onlusten ln de grote steden deze zomer,
voortvloeien uit de ..algehele oorlogsstemmlng
waarin Amerika verkeert".
De mentaliteit ..get your gun" die het buitenland
kent uR de veie cowboyverhalen en films, die de
grote trek naar hei Westen steeds maar weer op
halen en bezingen, is in de V.S een levende men
taliteit. Wapens worden vrfj verhandeld, waarbij
men als lichtend voorbeeld aanhaalt, hoe Lee Har
vey Oswald, het scherpachuttersgeweer, waarmee
hfj president Kennedy son hebben vermoord, per
post uit Chicago bestelde en toegezonden kreeg.
Enige weken geleden keurden nog slechts 89
HOE LUIDT OORDEEL
VAN GESCHIEDENIS?
procent van de gevruagden bij een publiek
opinieonderzoek In de V.S, het beleid van Johnson
als president goed. Zo laag is dit cijfer nog
nimmer gedaald. Ook de Amerikaanse pers over
de hele linie spreekt steeds krachtiger taal bij
haar veroordeling van Johnson als president,
terwrfjl de voornaamste van de commentatoren,
met enkele opvallende uitzonderingen, als
bijvoorbeeld Joseph Alsop, L. B. J. van
amateurisme en zrtfc van onbetrouwbaarheid
beschuldigen. Het moet voor president Johnson
een zorgelijke gedachte zijn hoe de geschieden!»
over hem zal gaan oordelen. Vooral waar hy
zich zulke levende idealen en hoge doelen had
gesteld voor Amerika en de Amerikanen zelf. De
oorlog in Vietnam blfjft roet in het eten gooien en
7,ou hem zelfs sfjn politieke hoofd kunnen gaan