NEDERLANDER IS GEEN NATUURVERNIELER
Staatsbosbeheer dient recreatie door
scheppen en bewaren van natuurschoon
v.v.v.v.v.w.v.v.v.w.v
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1987
(Van een onzer verslaggevers)
UTRECHT „De Nederlander is geen natuurvemieler bij uitstek", zo verklaart Staatsbos
beheer bij monde van zijn algemeen directeur, ir.-A. Stoffels. Wel moet gastheer Staatsbosbe
heer in de tien houtvesterijen, die zijn onderverdeeld in 60 boswachterijen, regelmatig de ge
bruikte wegen en paden herstellen. Hoe kan dat anders na drukke dagen als bijvoorbeeld een
warme zondag middenin de zomer? Dan trekt alleen al de boswachterij Noordwijk (600 ha)
ruim 40.000 bezoekers. Maar de staat wil nu eenmaal niet (van 's lands 420.000 ha natuurge
bied) 84.000 ha natuur (20%) bezitten en 143.000 ha beheren zónder recreatiemogelijkheden
aan zijn onderdanen te bieden. Integendeel: Nederland, dat met zijn 340 m2 aan bos- en na
tuurterrein per inwoner het armste land van Europa is, mag voorloper worden genoemd op
het punt van het (gratis) openstellen van zijn staatsbezit.
Directeur Stoffels van Staatsbosbeheer:
Staatsbosbeheer, met zijn 500
technische en administratieve
dewerkers en zijn 900 bosbouw-
arbeiders, kent 'n drieledige taak,
die de boabouw (beheer van eigen
terrein en uitvoering van de boa
wetgeving, waaronder het geven
van voorlichting), de landschaps
bouw (scheppen van fraaie land
schappen) en het natuurbehoud
(bewaren van flora en fauna)
omvat. Het werkterrein (dus Ne
derland) heeft deze rijksdienst
verdeeld in 8 grote gebieden; elk
gebied valt samen met een pro
vincie, behalve Zuid-Holland en
Zeeland, Nrd.-Holland en Utrecht,
Friesland en Groningen, die twee-
aan-twee een gebied vormen. De
8 ambtsgebieden staan elk onder
leiding van een hoofdingenieur-
directeur en omvatten houtveste
rijen, een consulentschap voor de
landschapsbouw en een consulent
schap voor het natuurbehoud. De
aan het hoofd van de houtveste
rijen staande houtvesters moeten
kunstenaar-technicus zijn om een
optimale situatie voor bos en
mens te bereiken.
Jaarlijks worden een kleine 2000
ha toegevoegd aan de bezittingen
van 't in 1899 opgerichte Staats
bosbeheer, dat in samenwerking
met Rijkswaterstaat langs 4500
km rijks- en provinciale wegen
een esthetische beplanting aan
bracht. Rond de eeuwwisseling
nadat veel staatsgrond was ver
kocht werd het dringend nood
zakelijk dat een rijksdienst zich
ging bezighouden met „technisch
beheer van bossen en woeste
gronden". De aankoopprijzen la
gen toen wel even anders dan nu!
„Veluwse stuifzanden werden
voor ƒ7,en heidegrond voor
25,per ha gekocht, terwijl we
nu menen niet duur te z|Jn als we
achter die bedragen twee nullen
plaatsen", vertelt ir. Stoffels in
het hoofdkantoor van Utrecht.
„Houtexploltatle was in die da
gen het voornaamste; In de na
oorlogse Jaren is de recreatie be
langrijk gaan meespreken. Het
patroon van een vooroorlogse bos
wachterij, zoals de in de Jaren
dertig geschapen boswachterij
Gieten-Borger. toont duidelijk
kaarsrechte houtafvoerwegen en
een bebossing tot aan de vennen
om vooral geen kubieke meter
hout verloren te laten gaan. Te
genwoordig laten we rustig 100 m
rondom een meertje vr|j: het
landschap speelt mee. Er zijn ook
andere wegen dan alleen voor
gemakkelijke houtafvoor Hout
exploitatie is niet meer lonend:
ruim 1100 particulieren, openbare
lichamen en verenigingen te al
gemenen nutte vroegen subsidie
aan, waartegenover zij hun bossen
vrij toegankelijk moeten openstel-
Merkwaardigerwijs neemt onze
houtoogst toch toe Enerzijds
dank zij het hogere niveau van de
bosbouwwetenschap en door ge
bruik van betere houtsoorten, an
derzijds door vooral in nieuwe
polders bebossing van terrei
nen. In die polders worden om
hun snelle groei relatief veel po
pulieren geplant, die en masse een
behoorlijke houtopbrengst geven.
Hoewel door uitbreiding van ste
den, dorpen en wegen wel bosge
bied wordt opgeofferd, passen de
gemeenten op hun tellen als het
om recreatlegebied-biJ-huis of om
de economie gaat. Op de Veluwe
mist men de vakantiegangers niet
graa?
„Er is een stijgende maatschappe
lijke waardering voor het bos",
zegt dr. ir. F. de Stoet, hoofd
ingenieur van Staatsbosbeheer en
belast met in- en externe betrek
kingen. „In de Wieringermeer
werd 1 pet. bos geplant, in de
Noordoostpolder bijna 8 pet. en
OoateliJk-Flevoland werd voor
14% pet. bebost. De cijfers voor
Zuid-Flevoland en de Marker
waard zullen vermoedelijk nog
hoger zijn".
Gedragsregels
Op de terreinen van Staatsbosbe
heer kunnen we picknickplaatsen,
schuilhutten, parkeerterreinen en
kampeercentra (ruim 55) vinden.
De twee laatstgenoemde bestem
mingen zijn veelal aan particulie
ren in beheer gegeven. Toch leg
de Staatsbosbeheer zélf enkele
„voorbeeldbedrijven" aan om te
tonen hoe naar zijn mening een
behoorlijk kampeerterrein inge
richt moet zijn.
„Elke boswachter heeft zijn cou
leur locale en elk geble(j vereist
een speciale aanpak om ontmoe
ting van mens en natuur moge
lijk te maken", weet Ir. Stoffels.
„Om het de stedeling, die veelal
orlënteringsmoeliijkheden In een
bos heeft, te vergemakkelijken
zjjn een twintigtal voetspoorgid-
sen uitgegeven. Deze zijn b(j de
woningen van de bosbouwkun
dige ambtenaren, by VVV's
en ANWB-kantoren verkrijgbaar.
Daarin staan beschryvlngen van
het gebied en ook wandelingen
aangegeven. Dit seizoen werd een
eerste Internationale voetspoor-
kaart uitgereikt, die het Akener
bos In Duitsland, een Belgisch
staatsbos en de boswachtery
Vaals In Nederland omvat"
Binnen afzienbare tijd zullen
deze gidsen en ook elders regels
voor de gedragingen van de mens
in de natuur worden gepubli
ceerd. Daarmee hoopt men o,a. in-
het-wllde-weg-plukken van katjes
en snijden in stammen te voor-
GEDRAGSREGELS
VOOR
MENS IN
DE NATUUR
komen. In het buitenland kampt
men al met de moeilijkheid dat
bijvoorbeeld rondom de skiliften
geen edelweiss meer groeit! Dwa
lend met ir. Stoffels over de voet
spoorpaden van de boswachterij
Wassenaar, die hij uit zijn hout-
vesterstyd zo goed kent, leren we
dat daar in de afgelopen jaren in
de duinen meren zijn gekomen,
die infiltratiegebleden voor de
Haagse drinkwaterleiding zijn.
Het uit de Lek afkomstige water
wordt door de duinen natuurlijk
gezuiverd. Ds duinen zijn water
rijker geworden en hebben een
weelderiger begroeiing gekregen.
Boomfeestdag
„Voor onze honderdduizenden be
zoekers ontwikkelden we een pak
ket van activiteiten om het grote
geschenk van de natuur zo goed
mogelijk voor de mens geschikt
te maken; als Je iets krijgt moet
je leren ermee om te gaan",
vindt dr. De Soet. „Zo organi
seert een comité onder leiding
van Staatsbosbeheer Jaariyks een
nationale boomfeestdag voor
25.000 kinderen in 250 gemeenten.
Vóór het planten van hun eigen
boom worden de kinderen 14 da
gen lang tijdens de lesuren door
hun onderwijzers en met behulp
van dia's, films en brochures
steeds meer vertrouwd gemaakt
met de natuur".
Voorlichting aan volwassenen
wordt o.a. gegeven tijdens, op een
60-tal plaatsen georganiseerde,
rondleidingen en in de drie reeds
gereedgekomen bezoekerscentra.
Daar wordt geëxposeerd wat het
omringende gebied uit florlstisch,
faunistlsch, geologisch en histo
risch oogpunt interessant maakt.
Aan de centra „Het Savelsbos" bij
Maastricht en „De Weerrlbben"
in noordwest Overijssel werd in
juni 1966 het bezoekerscentrum
„De Groote Peel" gevoegd, één
van de laatst overgebleven heide
gebieden, dat als reservaat behou
den blijft.
Nieuwe scheppingen
De landschapsbouwer van Staats
bosbeheer, die van een natuur arm
gebied iets goeds wil maken,
heeft allereerst veel werk bU
ruilverkaveling en daarnaast bU
de ontwikkeling van nlenwe ge
bieden (polders, Deltawerken) en
rykswegen. Zo kwamen o.a. de
recreatiegebieden het Veerse meer
en de Braakman tot stand. Voor
dagrecreatie zUn ln het recreatie-
arme westen van ons land 28
elementen van groot formaat ge
pland. Het zal echter nog wel
enige jaren vergen vóór het
Spaarndammerwoud (Haarlem
mermeer), het reeds geplante
Llngebos (naby Gorinchem) en
het Zoeterwoudsebos (nabij Den
Haag) „van de grond komen".
Speciaal om het natuurbehoud
zijn 220 natuurterreinen met een
bijzonder wetenschappelijke waar
de door Staatsbosbeheer verwor
ven. Soms groeien er zeldzame
plantesoorten; 33 pet. van de
plantesoorten uit onze flora ver
dwenen of groeien nog slechts in
reservaten; 30 pet. wordt door
ondergang bedreigd! Ook leven
er wel beschermde dieren, zoals
de das. Zulke terreinen zijn soms
niet of in beperkte mate toegan
kelijk, o.a. in de vogelbroedtijd.
„Natuurterreinen kunnen in een
gebied liggen dat wordt ontwa
terd en hebben daarom onze zorg
nodig", licht ir. Stoffels toe. „Dan
moeten voorzieningen worden ge
troffen opdat niet al het water
wordt weggetrokken, waardoor
het met het natuurschoon fout
zou lopen. Soms raken land
schapsbouw en natuurbehoud el
kaar bijna op het terrein van het
natuurmonument. We kennen bij
voorbeeld in Drente nog één niet
gekanaliseerde beek. Deze Drentse
Aa is met het er om heen liggende
golvende landschap veilig gesteld
in een landschapsreservaat, waar
ook een, uiteraard aan bepaalde
voorwaarden gebonden, landbouw
plaatsvindt".
Zelfregulerend
Driekwart van de houtproduktie
groeit op éénderde van de staats-
gronden, hetgeen Inhoudt dat
tweederde van de bossen ruimte
biedt voor byvoorbeeld het aan
leggen van een speelweide of
-vyver. Ervaring heeft Staatsbos
beheer geleerd dat op de mis
schien 1 pet. oppervlakte van de
eenheid (boswachtery) rondom
die speelgelegenheid wel 90 pet.
van de bezoekers blijft klitten.
Vele mensen houden niet van
eenzaamheid; anderen zyn bang
te verdwalen. Om deze zone komt
een tweede zone voor bezoekers
die van iets meer eenzaamheid
houden, hoewel zij nog geen al
gehele stilte zoeken. De derde
zone is voor de totale-rustzoekers,
die geen auto's en mensen willen
zien, die rustig willen wandelen
en dan liefst op niet al te duide
lijk gemarkeerde wegen, zy vor
men de ware stlltezoekers op het
groene gedeelte van de voetspoor-
kaart: in de stlltezone, waar ook
het wild zich terugtrekt!