HANDPROTHESE GEBRACHT VAN TWEE OP VIER BEWEGINGEN ZATERDAG 1 JULI 1967 TNO ZORGT VOOR EEN OPZIEN BARENDE WERELD PRIMEUR Weg naar normaal gebruik van de hand is, indien al begaanbaar, nog lang (Van verslaggevers) Als eerste in de wereld is de groep „Ontwikkeling hulpmidde len lichamelijk gebrekkigen" erin geslaagd om vier stroom- signalen uit een geamputeerde onderarm, onafhankelijk van elkaar, te isoleren. Met deze signalen wordt een stuursysteem voor de handprothese ontwikkeld, dat thans in principe klaar is. Het is de eerste stap op weg naar de verbetering van de handprothese, waaraan deze groep van het Medisch-Fysisch Instituut TNO te Utrecht werkt. Voor de praktijk betekent dit, dat men thans met de handprothese vier bewegingen zal kunnen maken in plaats van twee. Door dit systeem behoeven de bewegingen niet meer mechanisch (vanuit de schouder) gemaakt te worden, maar met de elektrische signalen, die afkomstig zijn van het centrale zenuwstelsel en bij niet- geamputeerden de normale hand sturen. Binnenkort zal de eerste patiënt met het nieuwe stuursysteem worden uitgerust, waarbij hij gebruik maakt van de normaal in de handel zijnde I handprothese. Sinds geruime tijd heeft de patiënt hier al mee geëxperimenteerd. Zijn conclusie .is, dat hij voor het bewegen van zijn handprothese bijna niet meer behoeft na te denken. „We zijn echter nog vreselijk ver weg van de gewone hand", vindt de groepsleider, ir. F. H. Germans. „Om de normale hand gewoon te laten bewegen zijn meer dan 25 spieren nodig. We menen, dat we in de toekomst nog wel meer signalen kunnen opvangen, maar de weg van een „grijpmachine" tot een hand prothese, die kan manipuleren, is ongelooflijk lang." Deze Nederlandse werkgroep heeft echter de eerste grote stap gezet op weg naar wat hopelijk een betere handprothese kan worden» Vermoedelijk volgende maand zullen de bevindingen gepubli ceerd worden. De verwachting van ir. Germans is, dat de medische wereld zeer positief tegenover deze geslaagde expe rimenten zal staan. In de normale praktijk draagt men ta de mechanisch bediende hand of haak. Deze hand kan alleen ge bruikt worden voor de grijpbewegingen. Men heeft de armstomp in een koker, die met riemen aan de schouders is verbonden. Door het licht spannen der schouders kan de duim naar de wijs- en middelvinger worden gebracht en terug. Ook is meestal de pols licht draaibaar. Iets gemakkelijker is de grijpbeweging met de haak. waar men van de vorm van de hand is afgestapt. Met de haak kan men bijvoorbeeld gemakkelijker 'n potlood pakken dan met de hand. De gehandicapten kunnen al vrij veel doen met een dergelijke haak, al staat een haak niet zo fraai als een goedgevormde handprothese. Het komt dan ook vrij veel voor, dat men voor het werk een haak gebruikt en dat men zich verder normaal van de handprothese bedient. Het Softenondrama vestigde de aan dacht van enkele mensen op het pro bleem van de handprothese. Kunnen we nie't met behulp van de modernste elektronische en mechanische hulp middelen verbeteringen aan de hand- prothese aanbrengen, was de waag. die zij zich allereerst stelden. Het waren de orthopedische chirurg dr. Th. Beeker, de elektrotechnisch Ingenieur dr. ir. A. den Hertog en de elektronkd J. During en Van Miltenburg. Vorig jaar nam ir. F. Germans (natuurkundig ingenieur) de plaats over van dr. Ir. Den Hertog, die zich in Groningen ging specialiseren in de elektro-biologle. De plaats van de heer Van Miltenburg werd ingenomen door de heer Brekel- mans, terwijl ir. A. van Nieuwenhuys (werktuigbouwkundig Ingenieur) vanuit de militaire dienst geconsigneerd is bij het TNO. Het best, het mooist? Als eerste werd de zeer uitvoerige lite ratuur over dit onderwerp bestudeerd. Waar is de kans op succes het grootst? Wat is voor de patiënt de mooiste me thode? Dat waren de vragen. De groep wilde de handprothese op de meest na tuurlijke wijze aan het lichaam bouwen, zodat de patiënt de bewegingen min of meer onbewust zou kunnen uit voeren. Alles wees, ook de literatuur, in de richting van de spierresten In de geamputeerde onderarm. Dat werd dan ook de richting, waarin de onderzoekers gingen experimenteren. Iedere samentrekking van een spier (en voor de hand alleen al zijn er 25 spieren nodig) gaat gepaard met een elektrisch versohijnsel. En men zou graag willen, dat er van zo veel mogelijk spieren (beter gezegd spierresten. omdat we het over geamputeerden hebben) elektrische signalen opgevangen zouden kunnen worden. De spierresten liggen echter zo dicht bij elkaar, dat het elek trische signaal van de één zich voor een klein gedeelte ook meedeelt aan de ander dicht in de buurt Door het aanbrengen van een „drempel" wordt nu een gedeelte van de stroom (het deel namelijk, dat afkomstig i6 van impulsen voor andere spieren» uitge schakeld. Over blijft alleen de stroom, die werkelijk van het signaal zelf af komstig is. Zo heeft men vier stroom- signalen weten te isoleren, terwijl ir. Germans van mening is. dat het moge lijk moet zijn om nog meer signalen op te vangen Met de signalen alleen kan men overigens niet veel doen Het Is net als met een auto: men kan wel sturen, maar als er geen beweging is, heeft men niets aan het sturen. Zo is het ook met de prothese Het systeem moet de beweging sturen. Dat gebeuit in dit geval met elektropneumatlsche kleppen en een cilindertje met koolzuur voor de beweging (als het ware de benzine voor de prothese". Op de arm van de patiënt worden doosjes met twee elektroden en een versterker geplaatst, die de êlektrlsche impulsjes opvangen. Elektrisohe bedie- nlngsapparatuur, bestaande uit, impuls en drempelcircuits, moeten dcre Im pulsen geschikt maken voor de beweglngsn van d» handprothee». Daarvoor is eveneens door deze werk groep een elektro-pneumatlsche regel- klep ontwikkeld, die in staat Is op iedere razendsnelle Impuls te reageren. Bij iedere impuls laat de klep gedurende een uiterst korte tijd gas door. De hoe veelheid doorgelaten gas is evenredig met het aantal impulsen en dus met de spierkracht. In de praktijk komt dat er dus op neer. dat de handpro these „normaal" reageert op de be weging van de spier Grijpbewegingen Met het stuursysteem in het Medisch- F'vsisch Instituut TNO "laat men thans de pols normaal draaien en de hand grijpbewegingen uitvoeren. Omdat de pols ook op andere manleren draai baar gemaakt kan worden, gaat men thans aan het werk om een mecha nische kunsthand te maken, die in staat is om op de met zo veel succes verkregen signalen te werken. Dat be tekent een vooruitgang van honderd procent t.o.v. de kunsthand voor wat de beweging aangaat, maar zo waar schuwt ir. German» regelmatig ds al te grote optimisten de weg naar het normaal manipuleren van de hand is, zo hij al begaan kan worden, nog bij zonder lang Een dag „brandstof" De patiënt, die de komende maanden gaat experimenteren met deze nieuwe vinding, wordt,, zoals gezegd, uitgerust met vier doosjes op zijn onderarm, aangebracht ln de koker van zijn handprothese Verder heeft hij in zijn binnenzakken twee elektrische bedle- nlngsapparaturert, ieder ter grootte van een sigarettenkoker en kleine accu's. Om zijn been, of ln zijn broekzak, krijgt hij een flesje koolzuur, genoeg voor één dag bewegen Men gaat nu eerst het systeem uitproberen, om dan tot de verfijnde toepassing van dit procédé te komen. Wat betreft het dragen van flesjes koolzuur kan de patiënt teruggrijpen op de centrale koolzuurvoorzlrnlng, die er in Nederland bestaat De Stichting Voorlichting Lichamelijk Gehandicap ten verstrekt ieder daarvoor in aan merking komende patiënt drie special» BIJ DE FOTO'S: Benen: De handprothese, waarmee men ln het medisch-fyslacta Instituut TNO te Utrecht experimenteert, verschilt maar heel weinig van de normale handprothese. Alleen zijn er in de koker, die om de geamputeerde arm heen moet. vier openingen gemaakt voor de doosjes met elektroden, die de elektrische splerimpulsjea moeten op- Onder: Een van de assistenten van chirurg Germans demonstreert de be wegingen met de handprothese. Op zfjn linkerarm zijn onder het verband dui delijk de doosjes met elektroden zicht baar. Voor hem op tafel ligt het elek trische bedleningsapparaluur. met daar tussen een acen, die de patiënt in ver kleinde vorm ook met zich mee moet dragen. Geheel links op tafel de kool- zuurclllndcr. De handprothese reageert op de stroomslgnalen van een gezonde arm. Om de handprothese te laten be wegen. moet dit in dit geval de assistent ook ztJn linkerhand bewegen. Links onder: Ook met de bestanndo prothesen, zoals op de foto, kan men al vrtj veel doen. De Nederlandse vinding brengt de bewegingen, die mogelijk ztJn, echter van twee op vier. kist Jee, met daarin drie koolzuurdlin- ders. Een kistje is steed6 in gebruik, één heeft de patiënt als reserve ln huis, terwijl het derde kistje bij de Centrale KoolBuurfabrlek Loos en Co. ln Amster dam is om gevuld te worden. Verder onderzoek „We hebben nu het stuursysteem ge vonden". zo vertelt ir. Germans, „Dat betekent niet dat we nu stoppen. We willen verder, we willen niet bij een bepaald resultaat stil blijven staan. Onze zorg ls, dat Iedere vinding van ons ook ln de praktijk komt." Er zijn nog veel moeilijkheden, waarvoor de groep „Ontwikkeling hulpmiddelen lichamelijk gebrekkigen" öoh geplaatst ziet. Men weet. dat men pas de eerste stap op de weg naar een nieuwe hand- pro these heeft gezet. Des» hand zal nog voor zeer veel verbeteringen vat baar zijn. Er zal maanden geëxperi menteerd moeten worden om de pus sende hand voor deze nieuwe vinding te vinden. Dan zal men weer voor talrijke nieuwe problemen komen te staan. „We zullen bijvoorbeeld de „duim" ook gevoelig moeten maken", zegt ir. Germans „Tot dusverre was de patiënt van een goed geconstrueerde prothese vaak een soort kraanmachi nist Hij kon maar één ding tegelijk doen. hij moest op zijn handprothese letten Nu kan men onbewuster de be wegingen uitvoeren, maar l.ij moet dan ook een soort gevoel hebben dat hem waarschuwt De mogelijkheid tot on gelukken ls anders niet uitgesloten, men knijpt te hard (eieren», of men houdt het voorwerp niet stevig genoeg vast (thpekopjes, die uit de vingers glijden". De groep heeft daarvoor al een „gevoelige" kunstduim gemaakt, die een elektrische prikkeling op de arm geeft. Dit geeft Inderdaad een Indruk van kracht, waarmee gedrukt wordt. Jammer is echter, dat niemand deze prikkels prettig vindt, omdat ze iets gelijken op de prikkeling, veroorzaakt door een brandnetel Er doet ach nog een andere moeilijk heid voor d» groep voor. Nu het elek tronische gedeelte van het werk zo ongeveer ls afgerond, moet men gaan „dokteren" aan het mechanische sys teem en het energiesysteem. Daarvoor heeft men behoefte aan instrument makers, aan h.t s'ers, die een ontwerp kunnen uitwerken en testen, aan een orthopedisch instrumentmaker. Momen teel beschikt men over de hulp van de orthopedische werkplaats van het mili tair hospitaal „Oog ln Al", maar dat kan. volgens Ir. Germans, op den duur zo'n grote belasting worden voor die werkplaats, dat TNO de werkzaam heden zelf zal moeten gaan uitvoeren. Mensen nodig „We komen", aldus Ir. Germans, „thar* met de techniek op een nieuw terrein, We 1 wbben mensen nodig, die dia nieuwe techniek onder de knie hebben," Het Medisch-Fysisch Instituut Toege past Natuurlijkwetensohappelijk On derzoek heeft nog een grote zorg: de personeelsstop, vorig jaar door het rijk ingesteld. „We hebben moeite ge daan", zo vertelt ir. Germans, „om via subsidies van daarvoor geschikte In stituten en fondsen toch nog Iemand te kunnen aantrekken tot de personeels stop voorbij Is. We krijgen momenteel alleen subsidie van het Prlnsee Beatrix - fonds, dat grote Interesse voor ons werk heeft. Andere pogingen zijn helaas tot nu toe mislukt." De weg naar de normaal manipulerende hand ls nog lang. De Romeinen kenden Belangrijk werk voor lichamelijk gebrekkigen lijdt sinds vorig jaar onder personeels stop destijds reeds de IJzeren kunsthanden. In de 18de eeuw kwamen de kunst benen. Vooral ln dc laatste vijftig Jaar heeft men sterk gewerkt aan een bruik bare prothese. De „ideale" handpro these is nog steeds niet gevonden. De toekomst zal ons ongetwijfeld moeten leren van hoe groot gewicht de vinding la, waurmee thans ln het Medisch- Fysisch Instituut TNO te Utrecht wordt geëxpe rtmenteerd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 9