KAMPIOENEN ZIJN NIET ZELDZAAM VOETBALLERS ZIJN WERKNEMERS (Va. sportredactie) Carly Gaul, de «engel van het gebergte". De één noemde hem „Dolle Ferdi", de ander „Cyrano de Bergerac". De andere renner werd getooid met de lyrische naam: „de engel van het geberg te". „Dolle Ferdi" is een Zwit ser. Hij staat in het geboorte register van Marthlaen inge schreven onder de naam Ferdi nand Kübler, 24 juli 1919. „Dc engel van het gebergte" luistert naar de naam Charlv Gaul, een Luxemburger van geboorte, maar van veel latere uitgave dan Kübler, want de „gazelle", zoals hij ook wel betiteld werd, kwam ter wereld in 1932. Beiden hadden zij een aantal overeenkomsten, waarvan het winnen van de Tour de France wel het belangste wapenfeit is. Ze stonden echter heel ver van elkaar verwijderd, want toen Fer dinand ..zijn" Tour won. telde Gaul pas achttien lentes Toen Gaul in 1958 in die vreemde „Nelux"-ploeg de Tour op de toppen van de Pyre- necen In zijn voordeel besliste, was ..Dolle Ferdi" al te oud om mee te doen aan straatwielerronden. Het lot zou hen echter toeh bij elkaar brengen Ferdinand Kübler en Charly Gaul zouden samen de ge mengd Zwitsers/Luxemburgse ploeg over de grillige bergtoppen en het Franse vlakke land leiden in de Tour de Franee van 1957. Toen zei Gaul: ..Neen", zoals hjj dat ook eens had gezegd toen Raphael Ge- miniani met een veilig lijkende voorsprong richting Parijs fietste Dat ..glorieuze" neen werd gevolgd door een krachtexplosie. Gaul reed de volgende dag honderdachtenze ventig kilometer, alsof de duivel hem op de hielen zat. van Char treuse naar Alx les Bains in een stromende regen. De grote Geml- maar weinigen hebben de eerzucht van Charly Gaul of het temperament van Ferdi Kübler niani huilde als een kind toen Gaul „Ie maillol jaune" om zijn tengere schouders trok. Het bleef ..neen" bij Gaul en het sterke koppel dat hij met Kübler had kunnen vormen, viel uiteen. Gaul is nog steeds de taaie, hard nekkige knaap. Het was en het is nog altijd moeilijk in hem de top sportman. die hij eens was. te zien. ..Die stille, teruggetrokken jongen met die trage oogopslag", waarin de Rondeverslaggevers destijds ..hele maal niet een beoefenaar van het harde wielermetier" zagen, is nog immer dezelfde Charly Gaul van destijds. Ook de hardnekkigheid van de veelzijdige, briljante ex-slagers gezel is niet uit hem geweken. Mifnr één eigenschap is hij kwijt: de eer zucht die hem vroeger zoveel kritiek opleverde. Gaul was te eerzuchtig om ook maar op één man te willen (of te kunnen) steunen Charly Gaul was een renner die elke wedstrijd een rijke inhoud kon geven mits de weersomstandigheden gunstig waren Stond de zon hoog aan de azuurblauwe hemel, dan kreeg Gaul zijn benen moeizaam rond. Een voorbeeld is de Tour de France 1958. Men schreef 13 juli 1958. Tourbaas Jacques Goddet had het met veel tamtam aangekondigd dat le plus grand cirque du monde een van de wreedste en onherbergzaamste ber gen in de Ronde moest beklimmen, en dat in een rit tegen het horloge. De Monte Ventoux werd voor de meeste renners „de hel van de ver schrikking". maar niet voor grillige Charly. Met een ongekende explo siviteit liet de donkerblonde Luxem burger alle facetten van zijn rijke klasse schitteren. De fakkel van een uitzonderlijke zegepraal brandde in Charly Gaul Een dag later kreeg hij een geweldige inzinking. De etappe van Carpentras naar Gap werd een Pyrrhusoverwinning voor Raphael Gemlniani. Iedereen waan de Gaul kansloos, behalve hijzelf, want de grootste bewonderaar van Gaul heet Charly. Op de toppen van de Sentinelle, de Foreyssasse en de Perty toonde hij zijn genialiteit, zijn superieure klas se. Met de soepelheid van een gazel le danste hij over de drie bergreu zen naar de eindzege in Parijs. Dat was Charly Gaul: eerzuchtig, gril lig en geniaal. Alleen lossen Ferdinand Kübler is een legenda rische figuur. In Kübler school iets van een artiest. Hij wist dat men „zijn gezicht moet laten zien" om in de wielersport te kunnen slagen. Dat deed hij dan ook. ondanks zijn verrassend sterke eindsprint, die als een rapier werkte, greep „Dolle Fer di" nooit naar dit wapen. Hij had een grondige hekel aan een over winning üi de laatste meters. Voor hem bestond slechts één overwin ning: hij wilde zijn tegenstanders „lossen". Dat was een eigenschap van zijn bruisende natuur. Een van merkwaardigste etappes was die in de Ronde van Frankrijk 1947. Vijftien ritten hadden de ren ners achter de rug- De zestiende zou een ijzingwekkende etappe worden, want halfkoers doemden de Alios, de Vars en de Izoard op. bergreuzen, die zelfs klimgelten als Coppi. Bar- tali en Robic ontzag inboezemden. Twintig kilometer na de start ging Ferdinand Kübler er vandoor, zo dynamisch dat de andere stil leken te staan. „Dat wordt niets" klonk het in alle talen. „Dat. wordt niets", herhaalden ze nogmaals in het pele- ton en ze sukkelden rustig verder. Vijftig kilometer reed ..Dolle Ferdi" op kop. hij nam drieëneenhalve minuut. Toen vormden de „groten een coalitie om de onstuimige Zwit ser tot de orde te roepen. Gezamen lijk ging het peleton de Col d'Alios op. met Ferdinand in de voorste ge lederen. De wegen waren glad en slipperig maar Kübler waagde het en liet zich als een steen naar be neden vallen. Met een vaart van Buiten de bijnaam .Dolle Ferdi" noemde men Kübler ook wel spottend „Cyrano de Bergerac". Wanneer Kübler ver over zijn stuur gebogen zat. scheelde het niet veel of zgn reukorgaan raakte de grond. aestig kilometer slingerde hij zich door de gevaarlijke haarspeldboch ten. Op de volgende Col had hij weer een voorsprong van vier minu ten opgebouwd. De Izoard was ech ter ook voor „Dolle Ferdi" te zwaar en hij moest de tol betalen voor zijn geweldige inspanning. Met een achterstand van zestien minu ten arriveerde hij in Briangon- Dat was echter pas het begin van de fonkelende wielerloopbaan die Ferdinand Kübler heeft opgebouwd. Kampioenen met het-temperament van Kübler en de ontembare eer zucht van Gabl zijn zeldzaam. Voeg deze twee samen en u heeft het recept dat, een heel eigenaardig produkt opleveren kan. Kübler wordt nu alleen de „directeur-spor- tif' van de Tour de France 1967 equipe: Zwitserland/Luxemburg. Het had echt heel mooi kunnen zijn met twee van die uitzonderlijke talenten. KARAKTERS BOTSTEN EN DUO VIEL UITEEN RECORDJACHT IN Zweden noemt men hem „de professor". In voetbalkringen is hij beter bekend als Gunnar Gren. Deze Gunnar Gren wil een wereldrecord gaan vestigen dat op naam staat van Sir Stanley Matthews. Gunnar houdt overigens wel van publiciteit, want In 1958, tijdens de wereldkampioenschap- schappen. die dat Jaar in Zweden ge houden werden, beloofde „de profes sor" zich volkomen kaal te laten scheren als Zweden in de finale zou komen. Zweden kwam in de finale en Gunnar liet zich inderdaad kaal sche ren. Nu ls Gunnar Gren 47 jaar; een leeftfjd waarop de meeste voetballers hun schoenen aan de wilgen hebben gehangen. Sir Stanley Matthews was de uitzondering die de regel bevestig de. Hij voetbalde tot zijn 51ste Jaar. Dat record wil Gunnar Gren verbe teren, Hij is hard aan het trainen oru binnenkort zijn entree te maken in de tweede-diviesieclub Redbergslid. UITVINDER IIET biljartspel zou nooit het peil Afhebben bereikt, waarop 't nu staat, indien de Fransman Mengaud zo om streeks J826 niet wegens een politieke misstap achter de tralies was ge/et. Mengaud behoefd* zich niet te verve len. Hij was een groot liefhebber van het büjartspel en in de gevangenis stond een biljarttafel, zodat Mengaud zijn uren best kon vullen. Hij deed dat ook lot zegen van de biljartwereld. Men stootte toen nog met een ..kale" keu en het ketsen bij een partijtje was dan ook schering en inslag Mengaud heeft erover zitten peinzen en de op lossing tenslotte ontdekt. Op het bo venstuk van de keu .bevestigde hij een stukje leer en wreef dat tegen de kalkmuur van zijn cel om het ..glad de" weg te halen. Toen hij ermee ging experimenteren, sloeg iedereen in de gevangenis steil achterover. De ballen kregen de vreemdste effecten. En dal werd later ook de grote kunst bij het biljarten. Mengaud had en dat is nu 140 jaar geleden de pommerans uitgevonden. DE OUDSTE OP 29 oktober van dit Jaar zal het Heemstedense HBC 65 jaar oud zijn. Het feit ls op zichzelf niet zo be langrijk, wel echter dat HBC in de an nalen van de Nederlandse Katholieke Sport Federatie opgetekend staat als de oudste katholieke voetbalclub van Nederland. Tot 1945 heeft HBC ge speeld op het legendarische ..Berken rode" aan de Herenweg in Heemste de. Daar zijn talrijke wapenfeiten tot stand gebracht. HBC was destijds een van de sterkste eersteklassers uit de voormalige RKF. De veteranen van de club kunnen nog met vuur praten •ver de roemrijke wedstrijden tegen DHL uit Delft. Volendam (nu naar de eredivisie), het Haarlemse TYBB en niet te vergeten de twee oude Rotter damse clubs, de Spartaan en Leo- TRIOMFTRIO jyiOEDER Guyot is de trotee eigena- 1"* res van drie bijzonder sportieve zonen die toevallig alle drie de wieler sport bedrijven. Moeder Guyot werd nog trotser toen haar zoons op 16 april ▼oor een unicum in de wielersport zorgden. Professional Bernard won de laatste etappe in de Ronde van Eibar; Claude prolongeerde zijn succes in de Grand Prix de Bologne als amateur en om de triomf helemaal compleet te maken, behaalde nieuweling Serge een klinkende zege in de Prix Rouable. AL DRIE JAAR ilIGUEL Martinez ligt al drie jaar W SIK STANLEY aanval op record nidas. De wedstrijden tegen die clubs hadden de faam pure „thrillers" te zijn. Bekende internationals, die voor de oorlog de kleuren van het katholiek Nederlands elftal hebben verdedigd, kwamen uit HBC: Arie Martin, Frits Mooren en Leo v. d Vlugt. In 1941 kwam de fusie tot stand tussen de ka tholieke federatie en de KNVB. HBC. dat toen de later zo bekende in ternational Kick Smit ook in de gele deren telde, had in die tijd een /eer sterk elftal. In 1945 moest HBC het oude Berkenrode, dat van de oorlog veel had geleden, verlaten. In de nieu we omgeving wilde het niet meer luk ken. Prominente spelers verlieten de club der zwart-witten. Kick Smit was in 1944 al naar Haarlem gegaan. HBC bestaat nog steeds, een grote vereniging, die haar taak kent. CLUBBLADEN /CLUBBLADEN bevatten soms grap pige verhalen. In het clubblad van de Rijswijkse voetbalvereniging RVC bijvoorbeeld stond het volgende: ..Een bestuurslid, dat aanvankelijk de eerste prijs kreeg toegewezen omdat hij het origineelste masker op had, werd ge diskwalificeerd. Hij had geen masker". Het clubblad van HVV had ook zo Iets. maar dit grapje bewoog zich meer op sportgebied. Vraag: „Kunt u ook met cijfers noemen hoe vaak u iets gebro ken beht met voetballen." Antwoord: „Een been of vijf, drie polsen, één schedel en een middenvoetsbeentje, maar dat was te verwaarlozen, want dat was bij mezelf. Verder een stuk of wat glazen na afloop". De ex-speler van Atletico Madrid huist in kamer 466 van de dure Clin&ca de la Conception in Madrid. Er staan drie bedden in de witte ka mer: een voor zjjn vrouw. Maria José en een voor zijn driejarig zoontje Miguelito, die zich niet bewust is van de ernstige toestand, waarin zijn vader zich bevindt. De kleine Miguelito fietst op zijn driewieler door de gangen van het ziekenhuis. De zusters zijn allang gewend aan de aanwezigheid van de ongelukkige familie. Als iemand in de richting van kamer 466 loopt, brengt Miguelito waarschuwend zijn rechter wijsvinger naar zijn mond: „Sssttt", zegt hij, ..mijn vader slaapt". Miguel Martinez wordt niet meer beter, zeg gen de dokters. „Miguel wordt wel beter", zegt zijn vrouw Maria José. Als Miguel loch beier wordt, zal zijn vere niging Atletico een nieuwe benefiet wedstrijd organiseren voor de onge lukkige familie. RUSTEN HET kan soms raar lopen in de sport wereld. Mensen weten vi van een sportbeoefenaar af. dan de persoon zelf. Zo is het ook met Anneke Heijdt gegaan. Er waren er die beweer den dat de tweevoudige rolschaats- en ijsschaatskampioene er de brui aan zou geven. Er waren er ook die wisten te vertellen dat Anneke Heijdt geen zin meer in schaatsen zou hebben. Men fluisterde zelfs dat de rolschuatsbond het Haagse meisje had verboden te rol schaatsen. Al die geruchten zijn defi nitief door haar zelf ontzenuwd. Zij zegt: „Ik ben moe, doodgewoon moe". Dat is heel goed mogelijk, vooral voor iemand als Anneke Heijdt het schaatsseizoen afgelopen is, gaat ze rolschaatsen, en als de rolschaatsen in de kast gaan. komt ze het ijs weer op. Zij gaan niet mee naar Engeland. Anneke Heijdt gaat nu doodgewoon rusten, zij gaat niet schaatsen noch rol schaatsen. De Franse spelers worden werknemers. Zij krijgen, behalve een vast salaris en de wedstrijdpremies, ook nog een sel- zoenpreinie waarvan de grootte afhan kelijk is van de totaalverrichtingen die zij gedurende de gehele coiupetitie heb ben verwezenlijkt op de respectieve grasmatten. „Daar ligt ons geld", la chen doelman Barreau (rechts) en Akesbi, die meespeelden in het (provin cie)-elftal van Keinis dat vier jaar ge leden door Foijenoord werd uitgescha keld voor de Europa Cup. Franse VVCS won langdurig gevecht: (Van onze sportredactie) Een geheim Is 't langzamerhand voor niemand meer. dat het Franse prof voetbal dringend aan reorganisatie toe is. Het chronische kastekort van de beroepsclubs is al sinds enige jaren "n onderwerp, dat vele pennen in bewe ging brengt. Men schreeuwt om her vorming. F.n natuurlijk des te harder naarmate de Franse elftallen in inter nationale wedstrijden dc vlag moeten strijken. De beroepsclubs. 38 In totaal, verdeeld over twee divisies, brengen elftal tspele TT in het veld. Mochten dingen en schorsingen ook door hun reservespelers heen zijn, clan worden amateurs opgesteld. Er zijn maar een kleine vijfhonderd profs. Eind 1964 reeds werden de eerste po gingen tot verbetering van de situatie ondernomen. Maar daarbij bleef het, ondanks het feit dat de toestand ver slechterde. Vorige zomer vluchtte Ra cing Club de Paris naar Sedan om er een nieuwe combinatie met de club uit de Ardennen te vormen. Thans heeft Toulouse een verzoek ingediend om een combinatie te mogen aangaan met Red Star, de tweede divisieclub uit de Parijse voorstad Saint-Ouen. Nu is het er eindelijk van gekomen. Het geval Toulouse, het laatste slacht offer van de economische crisis van het profvoetbal, zal er wel niet vreemd aan zijn g«w**st, dat de clubs de ernst van de toestand thans hebben ingezien. Hun besluiteloosheid als gevolg van eigenbelang hebben ze laten varen. Een reorganisatieplan werd met alge mene stemmen aangenomen. Veel te saneren viel er niet meer. De beroepsclubs proberen het met een hervorming, die moet ingaan met het seizoen 1968- 69. Zij omvat drie belang rijke onderdelen: de eerste divisie wordt teruggebracht van twintig tot achttien clubs, de tweede divisie wordt verjongd en de tijdsduur van 't prof contract wordt in vrijheid door beide partijen overeengekomen. De veranderingen in de organisatie zijn er op gericht het spelpeil te ver beteren. Door de top smaller te maken, hoopt men dat zich een elite zal af scheiden. In verband ook met de Euro pese toernooien wordt voor de eerste divisie zestien clubs als ideaal gezien. Maar reeds het terugbrengen tot acht tien gaat niet zonder offers, waarvoor de clubs en de liga thans bereid bleken te zijn. De clubs van de eerste divisie derven de inkomsten van vier wedstrijden, want er zullen in 1968 twee clubs minder zijn. En dit bete kent voor de liga een tekort van iets meer dan een miljoen franks. Recla me en de rechten voor tv-uitzendingen moeten dat bedrag compenseren. De tweede divisie, waar de moeilijk heden het grootst zijn, wordt toch on misbaar geacht. De clubs mogen echter alleen spelers in dienst nemen die niet ouder dan 23 jaar zijn. Zo doende wordt zij op de duur een soort kweekdivisie. Bij de toepassing van dit besluit wordt echter wel rekening ge houden met de huidige sterkte van de clubs. De reorganisatie heeft ook ge leid tot veranderingen in de positie van de contractspelers. De belangrijkste is die van de tijdsduur van het profcon tract. Dat bond een speler tot zijn 35ste jaar aan zijn club. Volgens het plan van de liga zullen de spelers en de clubs in vrijheid de duur ervan vaststellen. Het is slechts geldig tussen een speler en een club, zodat het opkopen van contracten via de club Voor de vereniging van contractspelers in Frankrjjk betekent dit een succes, want het is de triomf van een gevecht, waarmee zij enige jaren geleden be gonnen is. Met het loslaten van het oude systeem geeft Frankrijk een prachtig voorbeeld aan 't profvoetbal van de gehele we reld. De spelers worden werknemers en krijgen behalve een vast salaris van 1000 franks in de tweede en 1500 in de eerste divisie en de wedstrijd premies, ook nog een seizoenpremie, waarvan de grootte afhankelijk is van de plaat9 op de ranglijst. Het reorganisatieplan moet nog be krachtigd worden (in Juni) op de na tionale vergadering, een soort parle ment van het Franse voetbal, waarin de amateurs ook hun stem hebben. Tegen het laatste punt zullen zij zeker geen bezwaar maken. Ook kan het 'n vorm van sanering met zich mee brengen. Want voor kleine clubs vorm de de handel in talentvolle jonge spe lers een middel om hun bestaan te rekken. Verder werd op de algemene vergade ring van de liga besloten de winterrust van drie weken rondom Kerstmis te handhaven. Interessant voor de Pa rijse voetballiefhebbers was. dat Se dan-Racing Club de Paris het volgen de seizoen de thuiswedstrijden in Pa rijs mag spelen. Het verzoek tot naamsverandering van Toulouse en Red Star tot 'n nieuwe combinatie kreeg de goedkeuring van de liga. Gaat 't federatiebestuur er ook mee akkoord, dan krijgt Parijs er nog een le divisieclub bij, want Toulouse speelt in de le divisie. Dat is heel goed nieuws voor Parijs. Want Stade de Pa ris, de laatste eigen club. hangt hope loos onderaan. De komst van beide clubs kan een op leving meebrengen. Het Parijse publiek is niet verloren voor het voetbalkijk spel. De halve finale van de Coupe de France tussen Rennes en Sochaux trok 30.000 toeschouwers. Voor clubliefde lopen de Parijzenaars echter niet meer warm. Dat is nu wel duidelijk. Maar als er iets te beleven en van goed voetbal te genieten valt, komen ze wel opdagen. En het succes in Parijs ls van gewicht voor dc pro vincie. Ondanks de kampioenen uit de provincie, zoals Reims indertijd en Nantes in 1965 en 1966, moet Parijs toch de toon aangeven.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 8