el-pee voor cabaret van annemarie, ad, appie en chris „op zolder" BRASEM CONCOURS LEIDSE TOP TIEN ook VOOR JOU tussen de hyacinten in boskoop ijf jf Ir Bjgɧ ÉÊkJ j W W** jf „JJle Jleifótaneó" öe kRAntentuin Een jaai* in de 5e met PIET HEIN ZATERDAG 15 APRIL 1967 In december 1965 werd op een piepkleine opper- vlakte in Leiden een cabaretje gestart, eens per week optredend voor een zoldertje-vol vrienden. Initiatiefnemers waren de studenten Appie Ver- waijen en Ad Vaessen, die twee andere Leidse studenten „overnamen" uit andere cabaretgroep jes in de Sleutelstad. Anne Marie Beulink en Chris van der Klugt. Het zoldertje begon al gauw te kraken onder het gewicht der opeengepakte belangstellenden, zodat men het lagerop ging zoeken en tenslotte met acht benen op begane grond kwam te staan in de "Auberge Frangaise", Kloksteeg 19 te Leiden. Elke vrijdagavond werd hier vanaf april 1965 een programma van ander half uur geboden, waarbij ook geïnspireerde gas ten hun zegje konden zingen. Het Zolder Cabaret want die naam was er nooit af te wassen kreeg een goede klank buiten de Leidse poorten en op een schone zomeravond in 1966 mocht de al even schone Anne Marie Beulink (studente in Culturele Anthropologie) de eerste prijs in ont vangst nemen van het Loosdrechtse Cabaret der Onbekenden. (week 7-14 april) 1. Release me Engelbert Humperdinck. i 2. Something stupid Prank en Nancy Sinatra. j S. Spick and Specks Beegees. 4. Puppet on a string Sandy Shaw. 5. This is my song Petula Clark. 6. Ben ik te min Ar mand. 7. I was Kaisers Bill's Batman j Whistling Jack Smit. 8. Ta ta ta Michel Polnareff. 9. Penny Lane Beatles. 10. In my house Golden Earrings. Na lange tfld dus weer een over- j zicht van de meest verkochte pla- i ten In onze stad. We hopen dat het jullie zal bevallen. Engelbert Humperdinck voert i enigszins verrassend de l(]st aan. j Verder treffen we het winnende j Songfe8tlvallledje van Sandie j Shaw zeer hoog genoteerd en het j zou ons niet verwonderen als vol- gende week „Puppet on a string" j op de eerste plaats prjjkt. i Voor Nederlandse bijdragen zorg- j den Armand (6) en de Golden Ear- rings (10). Als kanshebbers tip- i pen we „Happy Together" van de i Turtles en Cliffs „It's all over". Nederlandse kanshebbers: „I want i you", „I need you" (Motions) en „Vive L'Amour" van de Cats. Officials van radio en TV snelden toe, de be kwame Joop Koopman van de Vara gaf zijn ervaringen aan het ensemble door om er de fout jes uit te slijpen en in maart 1967 lag er een Philips-EP in de platenwinkels waarop natuur lijk het geestige "Televisie" (gebaseerd op Carl Orffs boertige Carmina Burana) stond, en verder "Jan van Gijzen", "Namen" en "Brave Broe ders", alles uit de spitse pennen van Appie en Ad, een hechte artistieke broederschap, want zeggen zij: „je hebt dan twee keer zoveel associa ties en je houdt elkaar in toom". Appie Verwaijen schrijft alle muziek voor de groep en is de en semble-pianist; Anne Marie onderscheidt zich door een opmerkelijke muzikaliteit en een soepele stem, waarmee zij gekke dingen kan doen. De teamgeest is voorbeeldig, hun warme vriend schap onderling is een verkwikking om mee te maken. Daarbij mensen die weer een andere aan pak vertonen op het thema muzikale humor. Een aanradertje! leiden zal folk beat 14 missen. Jazzsociëty Folk Beat 14 gaat li quideren. Gebrek aan t(jd en aan mede werkers hebben hierbij de doorslag ge geven. Over gebrek aan belangstelling was echter nooit te klagen en daarom hopen leden dat z(J spoedig waardige opvolgers zullen kunnen begroeten. De band, die 2 seizoenen opgetreden is, zal haar slotavond hebben op 24 Juni a.s. Op die avond zal op veelvuldig verzoek heroptreden het Workshop Trio o.l.v. Theo Loevendie. Het slotbal van Martin Visser's dansschool vorige week zaterdag in Boskoop werd een bloemenbal door de tienduizenden hyacinten, tulpen en narcissen, die de grote beurshal van Florida tot een geurende bloementuin hadden omgetoverd. 600 tieners uit de hele Rijnstreek waren soms met extra bussen naar het boom kwekersdorp gekomen om het bloe menbal mee te maken. Non-stop speelden de Avlola'a uit Aalsmeer de traditionele dansen als foxtrot en cha-cha-cha en Latijns-Amerikaan se dansen, afgewisseld door kink- hippe beat van de Voorschotense beatband „Les Granats". Hoogte punten waren de demonstratie stijl dansen door beröepsdansers en de vrolijke slotpolonaise. Onder de bij zondere verlichting, met de geur van verse bloemen dansten de jonge Rijn landers in een sprookjesachtige tuin. Het slotbal werd een succesvolle ope ning van het lente- en zomerdanssei- Vanavond vindt in de Pancratiuszaal in Roelol arendsveen de 3e voorronde plaats van h* Brasemconcours, een talentenjacht die dit ja; voor de 4e maal wordt gehouden. De aanvatf is vastgesteld op half acht Deelnemers: Groepen The Moenpiepers en All or Nothing (beid uit Leiden); The Destructors (Bilthoven); Th All Brings (Limmen); The Ribbons (Do: dracht); en R&B Tik Sound '66 (Almeloi. Roelofarendsveen zelf wordt vertegenwoordig door de beatgroep The Fools. Solisten Dienie Seysener (Hillegom), Hubertha Hen raat (Made) en Marieke v. Liempt (Wormer Tussen de optredens door is er gelegenheid voor de supporters en andere belangstellenden tot dansen op de mu ziek van de Leidse beat groep „The Keystones", van wie wij hierbij een foto afdrukken. De or ganisatie is, zoals ge zegd, in handen van de tafeltennisvereniging De Treffers, die wordt bijgestaan door Negram- Delta, grammofoonpla tenmaatschappij, Teen- Beat, muziekblad, Avro- televisie, muziekkrant „Kink", Club 500 en Organisatiebureau Hol- In de jury hebben o.m. zitting de heren H. v. Berkel, componist-mu sicus, en J. Nederlof, manager en direkteur muziekschool Zwaag. Dat er fel om de pun ten gestreden zal wor den kan zonder meer aangenomen worden. Voor de winnende so listen en beatgroepen bestaat de mogelijkheid dat zij voor Avro-t.v. en radio (Minjon) op namen mogen maken. LOPEND - VUURTJE Het is nog nooit zo druk geweest in Liverpools „Penny Lane", nu de Bea- tels het laantje hebben bezongen. Niet alleen wensen de tieners er minstens een keer per dag door te lopen, maar het straatnaambordje zelf is een zeer begeerd object. Om het duidelijker te je zak te steken en mee naar huls te stellen: het is het „einde" om het in nemen. Een maand lang werden de gestolen borden vervangen door nieuwe, maar nu heeft de burgemeester er schoon genoeg van. „Wanneer de belangstelling een beetje luwt, dan krijgt het laantje weer een naambord" is z(jn (wanhoops) -besluit. De beatband „D5", afkomstig uit Utrecht en wel bekend van hun hippe- rig Jongste platenkind „A long time", heeft een mode-ontwerp-wedstrljd ge organiseerd. Iedereen kan een schetsje van een jurk, jas, pantalon, kostuum of rokje, eventueel met toelichtende tekst, opsturen naar Jutfaseweg 218 te Utrecht. De ontwerpsters, die voor een prjjs in aanmerking komen, mogen met D5 voor de televisie. Motion kopstuk Rob van Leeuwen heeft niet alleen z(jn groep, maar ook met manager Cees van Leeuwen verlaten. Rob gaat ln het vervolg met Jaap Senf van de Golden Earrings. Hans van E(Jck van Tee Set zal over enige maanden zijn groep vaarwel zeg gen en zich helemaal op het compone ren storten. Paul Acket heeft genoeg van het naar Nederland halen van vermaarde beatgroepen. Hij zegt: „De tieners zijn zó verwend dat ze toch „nee" zeggen tegen buitenlandse artiesten". De mogelijkheid is niet uitgesloten dat Circus Boltlnl dit seizoen alsnog beat ln het overwegend Hongaarse programma gaat opnemen. De bedoe ling is dat regionale topgroepen voor gastoptredens worden uitgenodigd. LOPEND - VUURTJE beat-kwiz voor het district 01710 Voor het telefoondistrikt 01710, di voor Lelden en naaste omgeving, oi niseert het beat-verzendhuls „Van I te" een „beat-kwiz", in samenwerkte met de firma's Van Zijp en Servaa In een wat rommelig foldertje taalfouten wordt er melding gemat van wat de deelnemers moeten dot n.l. foto's „thuisbrengen" die ln de e lages liggen en wat gegevens men en platen van „The Outsiders"! „The Monkees" Invullen. Alle inliJ tingen kunnen worden verstrekt d<fl het beat-verzendhuis, dat zfln contal adres heeft op Kastanjelaan 7 te 1 derdorp. We hopen (van harte) dat! kwiz een succes zal worden. Hier volgt het tweede deel van het ingezonden verhaal, geschreven door Lizzy Paula: ONTVOERD II. Hij liet haar zijn tas zien en voor zo ver Rieky zien kon zaten er wat hand doeken, ondergoed en blousjes in. De jongen sloeg de kaart van Europa op en wees op Joego-Slavië, daarna ging hij met z'n vinger over Oostenrijk- Duitsland en tenslotte op Nederland. Toen wees hy met z'n vinger op Rieky en zichzelf. Gelukkig snapte Rieky het en ze lach te blij. De jongen ging weer weg en ze vond dat het tijd werd om naar Anna te gaan. Ze had vandaag 'n goe de dag gehad en nu vond ze ook, dat ze wel de helft van het geld kon ach terhouden, wie weet hoe hard zij het geld nog nodig kon hebben. Omdat ze geen zakken in haar kleding had, stop te ze het in haar sok, het zou wel las tig zijn onder het lopen, maar ja! Die avond ging ze vroeg naar bed. Ze had tegen Anna gezegd, dat ze zich niet goed voelde. Anna bromde: „Stel je voor, dat ze nog ziek wordt ook. dat zou me de helft van het geld schelen." „Ach welnee", zei Willem, „kinderen zijn nooit zo gauw ziek, ze kan mor gen best weg." Toen Rieky boven kwam, deed ze haar jurk op een rolletje en bond er een touwtje omheen. Ze gooide het rol letje uit bet „raam" en hoopte nu maar, dat 't er morgen nog zou liggen. Verder deed ze een dubbel stel on dergoed aan. Ze keek nog eens extra goed rond. „Nee", zei ze, „meer spullen heb ik Ze herinnerde zich nog een armbandje, dat ze eens van een oude dame had gekregen, toen ze haar eens had hel pen oversteken. Het armbandje had ze in een klein hoekje weggelwgen. Nu nam ze het mee. Als het armbandje had kunnen praten zou het zeggen „Hè, hè, ik was zowat verroest." Intussen verblijdde Rieky zich nog steeds over 't feit dat ze hier eindelijk vandaan zou gaan. Ze kon er haast niet van slapen, maar ook dat lukte tenslotte. De volgende dag, toen ze gegeten had, rende ze in één stuk door naar de plek waar ze elkaar altijd zagen, want af gesproken was er niets. De jongen was er nog niet en met schrik realiseerde Rieky zich, dat ze haar jurk vergeten had. „Terug", gebood ze zich zelf en weer rende ze naar „huis". Vlug dook ze bosjes in en viste de jurk op. Toen ze uit de bosjes kwam. dacht ze met schrik, dat Anna of Willem haar wel gezien konden hebben. Schichtig keek ze naar binnen, maar zag niets en weer rende ze naar die plaats en nu stond de jongen er wel. Verbaasd keek hij naar het bundeltje jurk. Rieky zag hem kijken en schoot in een lach. De jongen lachte ook en wenkte dat ze mee moest gaan. Dat deed Rieky graag en ze volgde hem. (Wordt vervolgd) Annie van Leyden, Hoogmade VERVELENDE PETERTJE Er was eens een jongetje dat Petertje heette en hij was vier jaar. Het was een vervelend jongetje. Hij stak tegen meisjes zijn tong uit. Hij schopte de emmers om van de werkmeisjes. Hij joeg het paard van de buurman op hol en nog meer van die nare dingen. Ik was eens in de winkel van meneer Beers; het was een zelfbedieningszaak. Daar zag ik Petertje staan; hij stond kauwgom te snoepen en drop te gap pen. Toen zei ik tegen meneer Beers: „Peter zit kauwgom te snoepen." „Je blijft van die snoep af hè en da delijk de winkel uit!", riep meneer Beers boos. Petertje wou de winkel niet uit en toen zette meneer Beers hem er uit. Petertje moest beloven het nooit meer te doen en na die tijd is hy een lieve jongen geworden. Suzan (lolswilder LOESJE Er was eens een poesje Dat heette Loesje Het zat op een randje Van haar mandje. Moeder poes vroeg: Ga je mee?" Poesje Loesje zei: „Nee". Moeder ging weg. Daar kwam Loesje Ze moest naar moesje Het was een rare guit Nu is het versje uit. Guus van 'Kalkeren EEN VAKANTIEDAG Ik stond vroeg op en maakte mijn broer wakker. Hij vroeg slaperig: „Hoe laat is het?" Ik keek op zijn horloge, die vlak voor hem lag en zei: „Het is zeven uur." „Dan ga ik nog wat slapen, het is toch vakantie", zei hij. „Ja. ik ook, maar ga mee eerst wat stoeien." Maar hij zei niets en deed of hij sliep. Ik wou weer in mijn bed stap pen toen hij aan mijn been trok. Ik viel met een bons op de grond. Ik stond op en mijn broer pakte me op en gooide me op bed. Ik deed net of mijn been zeer deed en hij bukte zich over me heen. fcoen gaf ik hem een gooi, precies tegen mijn moeder aan, die kwam kyken wat er gebeurd was. „Zyn jullie weer aan het duvelen?" zei ze boos. „Ja", zei ik, „maar hij begon." „Wie viel daar? Ik hoorde een harde klap. Kom, kleden jullie je maar gauw aan." „Na het ontbyt gingen we naar bul ten. We gingen naar de sloten, waar een dun laagje ys op lag. Ik stapte er voorzichtig op, maar het kraakte zo, dat ik er gauw af ging. We kregen het koud en gingen onze jassen halen. Andere jongens kwamen ook en we liepen wat te praten. Om twee uur, na het eten, gingen we hockeyen. Later gingen we naar de televisie kijken. Er kwam: „Ja zuster, nee zuster" en daarna: „Kijk op de wereld". Na het avondeten heb ik nog naar Pipo ge keken en toen naar bed. DE LENTE De lente is gekomen Er komen knoppen aan de bomen De bloempjes bloeien in de wei Lammetjes huppelen over de hei. Er zijn nog veel meer kinders En ook veel mooie vlinders. De kinderen vliegen hand in hand Ze lopen door heel Nederland De vogels vliegen ook zo blij Over de weide en de hei. Een boerejongen speelt op zijn fluit Nu is ook het versje uit. Ansje, Hans en Elsje gingen buiten spelen. Hans zocht een mooi plekje op het gras; daar bij die boom was het mooi, er stonden nog bloempjes ook. „We gaan een tent maken!" riep Hans. „Ja, goed!" zeiden Ansje en Elsje. Ze stapten naar de schuur en pakten een kleed en ook twee stokken. Toen gingen ze de tent opzetten. „Wacht, ik heb nog een vla thuis, die maken we aan de stok", riep Els. Ze ging hem halen en kreeg van moeder drie appels mee. Ansje had haar ser viesje gehaald en Hans legde 'n kleed op de grond om op te zitten. De appels smaakten lekker. Daarna gingen ze verstoppertje spelen. Ansje ging zich in de tent verstoppen, maar toen kwam er opeens een harde windvlaag en de tent viel in elkaar. „Zullen we de boel maar opruimen?" zei Elsje. „Ja, het is toch bijna 6 uur, tijd om te Het was een fijne middag geweest. Leo van Schagen HET EIGENWIJZE VOGELTJE mei en dan weten we dat alle vogels een ei leggen. wijze vogeltje niet. Dat deed hij omdat hij er geen zin in had. Hij dee I het in december, dat was veel leuke dan kon hij lekker slapen. Het werd juni en juli en het w augustus en septetnber en ook november en december, maar er kwan I geen ei. En wat was het koud! H- had z'n nest al klaar en dat had hij m niet nodig, wel in mei. Wat had hl n nu een spijt, dat hij in mei geen e gelegd had. Van boosheid maakte hi zijn nest kapot en hij zou voortaan i mei z'n ei leggen. IN DIENST BIJ SCOTLAND YARD \i i/y t»co- Natuurlijk hebben jullie wel eens ge hoord of gelezen van Scotland Yard, het beroemde Londense politiekorps. Het is vooral bekend en be roemd om zijn on gewone methode manier van aanpak ken) in zyn strijd tegen de onderwe reld (dat is de bende dieven en misdadi gers, die elkaar hel pen en beschermen bij hun slechte da- Kort na de laatste wereldoorlog hebben we daarvan een ty pisch voorbeeld ge- In Londen werden herhaaldelijk vrou wen vergiftigd. Ze hadden alle een ver giftigd poeder inge nomen en de agen ten van Scotland Yard verdachten een bepaalde arts ervan hierbij de schuldige te zyn. maar men kon hem niets bewijzen. Wat deed nu de politie? Ze lieten de arts voortdurend volgen, schaduwen noemt men dat, door eigenaardige typen (personen). Op een dag was dat een echte bokser, die er heel verdacht uitzag; op een andere keer een heel onooglijk klein Chineesje met lange staart. Steeds werd er nu evenwel voor gezorgd, dat de arts t „schaduwen" heel goed in de gaten had. Dat maakte hem natuurlijk zenuwachtig. Op een dag ging hij geheel over stuur een café binnen, nadat een onguur uitziende havenarbeider hem al een hele tijd geschaduwd had. Nauwe lijks had hij plaatsgenomen, of een robuste, sterke kerel kwam naast hem zitten. Ze kwamen aan het praten en daarbij vertelde de arts, dat hij al de hele dag gevolgd werd door een vent, die een eindje van hen af zat. Dat was vervelend en angstig voor hem en daarom vroeg hij de geweldige tafelgenoot, die zo maar naast hem was komen zitten, om hem van die vervelende kerel te verlossen, natuurlijk voor een behoor lijke beloning. Zo'n tafelgenoot liet zich dat geen tweemaal vragen. Hij stortte zich onverhoeds op de havenarbeider en smeet hem buiten de Het schaduwen was voortaan afgelopen, maar de kennismaking tussen arts en de vreemde krachtpatser niet. Hij verzocht de man zelfs om bij hem thuis te komen middagmalen en daarvan maakte deze meermalen gebruik. Zo kreeg de man van Scotland Yard, dat was deze vreemdeling, gelegenheid om in het huis van de arts 'ns rond te neuzen. Daarbij ont dekte hij een doos met giftpoeder en toen was de schuld van de arts giftigingszaak opgelost Ondanks de sombere weers voorspellingen bleef 't die middag goed weer en kon er van het „prettige werk je" voor tante Joke niets komen. Onder heteten werd af gesproken dat de jongens op de fiets de omtrek zou den verkennen. Gerard wist heel goed de weg en voor Piet en Hein was al les nieuw. Het ging nu berg op, berg af, soms was 't wel angstig zó steil, maar wat wist een jongen van angst, als de remmen van de fiets maar goed werkten, dat was 't voor naamste, maar daar wordt in 't zuiden steeds goed op gelet. De jongens genoten, niet alleen van het tegen de hoogte optornen en wild omlaag glijden, maar ook van de prachtige verge zichten en nu, in deze tyd, van het prachtige ontlui kende groen en de zwel lende bloesemknoppen. Gerard had daar een goed oog voor. Hij wees de jon gens er voortdurend op. Ook als ze, op een hoog punt gekomen, even ston den uit te blazen, dan wees hij hun de kerktorens en dorpjes, die in de verte lagen. Maar Piet en Hein hadden weinig geduld, ze stonden alweer te trappe len om naar omlaag te vliegen. Jammer was het wel dat de zon niet scheen, maar 't was en bleef droog. Nadat ze op een bank „met een mooi vergezicht" wat zaten uit te blazen, kwam het hoge woord van Piet er uit: „een verkennings tocht rondom de Vernels- berg". Gerard was er wel voor te vinden, ook hij had van zijn vader de wonderlijk ste verhalen gehoord over die onderaardse gangen. „Nou jongens, dan gaan we bergaf naar het dal van de Geul." Gerard wist allerlei paad jes, zonder een omweg te maken, tot ze beneden aan de Geul stonden. Hier was het land dichtbegroeid met laag kreupelhout. „Nu moeten we over de Geul springen en zonder een stevige stok gaat het niet. Kijk, we moeten op die keien springen." Ze zetten hun fietsen te gen de bomen en vonden al gauw een dikke stevige rechte tak. Ze probeerden hem eerst op de begane grond en toen floep, de een na de ander sprong over het riviertje, dat wel snel stromend, maar niet diep Zie-zo, dat was de eerste hindernis genomen. De Vernelsberg met de bijge bouwen lag nu vlak voor hen, maar het kreupelhout was hier wel dicht. Ze hadden nu ieder een stok, om de takken op zij te du wen. Gerard, als de oud ste, ging voorop. „Jongens opgelet, 'n diepe greppel" klonk het af en toe, en dan maar uitkij ken. Ze schoten echter niet veel op. „Zullen we eens deze grep pel volgen?" stelde Piet Ze vonden het alle drie goed. Achter elkaar, door de modder, ging het nu langzaam voorwaarts. De „Vernelsberg" lag dichter bij, maar leek steeds ho ger te worden. „Ho, we zyn hier aan het eind van de greppel" en meteen sloeg Gerard u takken weg om Piet Hein ook wat te laten ziei Want wat zagen ze daai Een groot ijzeren rooste Waarvoor dat diende? „Is het geen deur?" w Hein weten. Gerard hakte met zijn zai |no« mes wat takken weg. o: j,u beter te kunnen onderzo* ken. Ze vonden echti niets, geen deurknop, scharnieren, geen sleute gat. „Zou dit geen sleutelgi kunnen zyn?" en Piet w« op een verdikking in tralies. „Nee, ik denk eerder luikje in de tralies, J ^eil vroeger verschoven 1 worden. Nu zit alles onder de roest." De jongens schoven n« c hun vingers over de tr» >g< lies en het gleufje. „Weet je wat ik geloof riep Piet. „Dat dit 'n lui' je was. waar juist 'n m« door kon kruipen om vluchten." „Maar dan moet aan dAje, andere kant van die traü* een gang zijn." Ze keken alle drie de dor kerte in, maar zagen i

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 10