ook VOOR JOU UIT DE SCHOOL GEKLAPT m.m.s. bijdorp leids gymnasium CORRESPONDENTIE emmanuel u.l.o. CABARET WIEGEWAAI: lE-WIE-WAAI-WEG NAAR D EERSTE PLAATS PAASKUIKENS Een jaar in de „vijfde" met PIET-HEIN ZATERDAG 25 MAART lüf D(jdorp-leerlinge Olga van Haa* teren lieft de lof trompet voor de beatdansen: MODERNE DANSEN Als deze woorden in een ge sprek vallen, zitten alle oudjes gelijk op het puntje van hun stoel. Ze vinden het Iets afgrij selijks dat „gespring" en „ge- hups". Noemen ze dat nou nog dansen? Nee, dan in onze tyd en dan volgt het aloude en overbekende verhaal. „Toen de meisjes werden af gehaald door jongens met be plakte haren, wandelstok en Charlie Chaplin-snorretje en een bosje bloemen. Toen de meisjes op een bal met hun bal boekjes rondliepen en daarin precies opgeschreven welke dans ze met welke jongen ge danst hadden. De tijd waarin de meisjes met zwierige bal jurken uitgingen. Het is nu wel heel anders, dat is zo, maar wat geeft het, dat men tegen woordig met broekpakken en minljurken naar fuiven gaat? En over dat „gehups" en „ge spring" denkt de jeugd ook niet hetzelfde als de ouderen. Ze vindt het juist fijn. Je kuni je heerlijk uitleven en niemand vindt dat je gek doet (behalve dan de ouderen). Je kunt be wegingen maken die je zelf wilt. Niets staat er voorge schreven. Voor dit dansen is muziek met een heel sterk ritme. de beat. Daarom trekt de beat de moderne jeugd ook zo aan. Bijna iedereen gaat op dansles en de meesten vin den het wel leuk. Maar het hoogtepunt blijft toch de pau ze als de shake of andere mo derne dansen mogen worden gedanst. De stijldansen kun je altijd nog dansen als je ou der en bezadigder bent gewor den. Maar voorlopig. leve de moderne dans! jongens gevraagd Niet nader te noemen nim fen van de Voorschotense Bijdorp MMS plaatsten in het schoolblad Reveille 'n advertentie. Koop en ver koop, huur en verhuur. N.N.: Ik heb een leuke broer van 13 jaar: fors postuur, blond haar. Wie wil? Heel geschikt voor partnerbij feestjes enz. N.N. 2: Zoek geschikte jon gen: lengte 1.30 tot 1.50 m„ haarkleur onverschillig, om samen Madurodam te bezoeken. De Ook-voor-Jou redactie vraagt, néé smeekt jullie om toezending van schoolkranten. Sommige scholen uit Leiden, maar gelukkig ook uit de om streken hebben aan onze vo rige oproep gehoor gegeven en we hopen dat ze het niet bij het sturen van één exem plaar zullen laten. Het resul taat van een paar uurtjes „school-organen" doorsnuffe len heeft geleid tot de volgen de ruiker (stijl)bloempjes, die wij jullie graag onder het mot to „Geplukt en gekozen voor u" (en let op de loodjes) pre senteren. Zegt het voort! rijnlands lyceum Vietnam krijgt regelmatig aandacht in de schoolbla den. Uit Roskam lichten we een van de gedichten over dit onderwerp, van Hans v. d. Kloot, zo maar een impressie: Sirenes loeien rennen voor hun leven mannen, vrouwen, kinderen plat tussen het korenveld achter een schutting in de loopgraaf dreigende monsters open luiken kleine stipjes geknal, geknetter geschreeuw, gekerm EEN HEL. Duco Hellema, de huisdich ter van het Leids Gymna sium, In een beschomvinkje over de schrijver Van het Reve: Het publiek moge zijn werk vreten, een belangrijk schrijvei is Van 't Reve toch echt niet Of men zijn werk nu geheel afwijst of het nog wel weet te appreciëren, het blijft een secundaire figuur ten opzich te van zijn grote voorgangers Hij brengt misschien iets nieuws, in zijn romans als „Na der tot U" en „Op weg naar het einde", waarin hij zijn ei gen leven beschrijft, maar ik heb totaal geen behoefte aan een schildering van het uit zichtloze leven van de schrij ver, vooral omdat aan deze schildering helemaal geen mo rele overtuiging ten grond slag ligt, die de lezer zou kun nen interesseren. Het door de bewonderaars van Van 't Reve zo bewie rookte ..De avonden" is een. op enkele punten gunstig on derbroken, zo'n 200 pagina's beslaand relaas van onsmake lijkheden, waar ik me slechts met grote moeite heb kunnen doorworstelen. Nee, de ondergetekende legt zijn pen nu neer, en begint gre tig te lezen in „De dood van Iwan Iljitsj" van Lew Nikola- witsch Tolstoj, al is dat dan niet „actueel". ■■■lil lllllllllllllllllllllllllllllllll lllllllllllllllllll Paul Bell, Leiden, maakte voor ons: SNEEUWPRET Elsje stond vroeg op, want ze hadden vr(J. Ze liep naar liet raam, keek naar bulten en zag dat het gesneeuwd had. Ze ging naar de slaapkamer van Kees en riep hem. Kees was nog slaperig. Intussen was moeder al beneden om (Ie boterhammen te snieren. Kees en Els haastten zich om naar beneden te gaan en ze vroegen moeder om gauw hun boterham klaar te maken. Dat vond moeder goed. In een paar minuten waren ze klaar om naar buiten te gaan. „Els. we gaan eerst op de slee!" Kees pakte de slee uit de schuur en samen trokken ze hem de berg op. Daar was hun vriendinnetje Karin al aan het spelen. Samen gingen ze op de slee en toen heerlijk glijden naar beneden. Zo ging dat een tijdje door maar na een paar uurtjes gingen ze even naar huis om een beker chocolademelk te drinken en toen gingen ze een lange glijbaan maken. Els gaat eerst en glijdt uit, dan is ze af. Nu gaat Kees en die blijft op z'n benen staan. Moeder roept ze want het is etenstijd, maar als ze klaar zijn, gaan ze weer naar buiten. Nu gaat Kees schaatsen met zijn vriendje. Het vriend je neemt een stoel mee, want die kan niet zo goed schaatsen. Els komt ook met de slee op het ijs en ze gaan tikker tje spelen. Om de beurt zijn ze hem. Kees moet even naar huls voor een kopje warme melk en dan gaan ze met z'n allen een sneeuwman maken, om hem later te bekogelen met sneeuwbal len. Ze proberen de oude hoed van va der af te gooien, maar het lukt niet. Na een poosje gaan ze naar huis om nog wat te spelen tot etenstijd. Vader is thuis gekomen en om 6 uur gaan ze eten. Na het afwassen mogen ze nog even spelen en om zeven uur gaan ze naar bed. Vader gaat ook vroeg naar bed, want hij moet heel vroeg op. Kla Roeleven, Zoeterwoude. Bedankt voor het gezellige briefje. Wat heb jij mooi postpapier! Hoe gaat het nu met Je? Ik hoop dat je weer loopt te sprin gen. Dag. Ria, het beste met je. Erik en Henk van Dorp, Sassenheini. komen vandaag met het laatste deel van hun vervolgverhaal VERDWAALD „Ja SJaak, w\j zijn hier", zei Henk, „weet jij de weg terug naar huis? „Nee, niet meer, maar ik heb een kompas b(j me". „Mooi, geef maar hier. Wij wonen aan het IJselmeer, dus in het noord oosten. nu weten we genoeg", zei Erik Ze gingen In de richting noord-oost maar ze kwamen niet ver, want ze kwa men eerst een stroper tegen, die hardop liep te praten. De jongens bleven dood stil staan. „Verdorie, daar is die klem dichtge klapt. Nou ben ik dat boutje ook weer kwijt. Zeker e enpaar schooiertjes g- weeat, die het konijn hebben laten weg lopen. Wacht, ik zal ze wel effe krijgen Daar zag hij de jongens. „Buigen jul lie maar eens netjes", zei hij kwaad. De stroper pakte een stok en daai ging het van „klits, klets, klandcr. van de ene broek op de ander". De jongens riepen heel hard: ..Help' Help!" Daar klonk opeens een zware stem: „Wat is dat daar?" Tom herkende dadelijk de stem: hel was zjjn vader, die, dodelijk ongerust geworden, op zoek was gegaan naar de Jongens. „Vader", riep hij, „Erik en Sjaak zjjn hier ook en daar. Maar de stroper had al de vlucht ge nomen. „Die krijgen we een volgende keer wel. Laten we blij z(jn, dat alles zo goed is afgelopen". weer, de zon schijnt. De kinderen heb ben vrjj. Ze hollen naar huls, want ze gaan paaseieren verven. De moeder van Treesje heeft al een schaal vol eieren gekocht. Ze heeft de waterverf al uit de kast gehaald. „Dag mam!" zegt Treesje. „Dag Tresje, kom maar gauw mee nar de tafel, daar staat alles al klaar, ook de kwasten en een pot water". Moeder haalt twee eieren uit de pan Treesje verft mooie sterretjes op een ei en het andere verft ze rood. Morgen eet ze die twee eitjes lakker op. Anja Visser VADER HEEFT SCHIK O, wat heeft ons vader schik In ons poesje, lik, lik, lik! Want dat poesje doet zo mal Speelt met een touwtje in de hal. O, wat heeft ons vader schik In ons poesje, lik, lik, lik! Karin Blekkingh PIET, HET VARKEN O, die domme Piet, het varken Ja, dat was een heel dik beest Maar hij was nog nooit zo dik, Als vandaag wel geweest. Hij had wel honderd taartjes op Honderd taartjes van marsepein. O, wat vond hij dat toch lekker O, wat vond hij dat toch fijn. Maar toen hij 's avonds in 't stro ging liggen En weer mee at met de andere biggen Kreeg hij verschikkelijke buikpijn Dat kwam van de marsepein. En nu komt er een zinnetje Dat iedereen moet weten! Hij heeft na die keer Nooit meer marsepeinen taartjes gegeten. Susanne Holswilder KLESSEBESJES Ineke en Mineke Die wonen naast elkaar. Niet, pas, o nee, al lang hoor Nu zeker al vijf jaar. Ze praten over 't hekje Ze babbelen op de straat Ze kwebbelen op het stoepje Van vroeg tot 's avonds laat. Ze praten over ditjes Ze babbelen over dat, Ze kwebbelen over 't hondje En over Mop, de kat. Ineke en Mineke Die babbelen maar door En werken! werken! ho maar! 't Zijn klessebesjes hoor. Dag kinders. Zalig Pasen en prettige vakantie. TANTE JO en OOM TOON. Morgen Is het Pasen. Het ls mooi PAASGEBRl'IKEN In de „Goede Week", de week voor Pa sen, trokken alle misdienaars er op uit gewapend met klepper en ratel. Bij elke groep hulzen in dorp en gehucht hielden ze halt en vervingen dan omstreeks 12 uur de angelusklok, die In de goede week niet gebruikt werd. De laatste 2 dagen van de week kwamen ze met manden hun beloning ophalen bestaande uit Paaseieren. Daar kregen ook de pas toor en kapelaans hun deel van. Op Paasdag en Paasmaandag werden er een groot aantal eieren geverfd en gekookt. Ieder kreeg van moeder een bepaald aantal voor zich en dan begon het „tikken". Daarbij moest je met je buurman 'n eitje met de punt tikken te gen het el van je buurman wiens ei daar bij gedeukt werd, moest dat aan de te genstander afgeven, 't Verlies daarbij moest wel binnen bepaalde grenzen blij ven, vooral bij de kinderen. Daar hield moeder een oogje ln 't zeil. anders kwa men er wel eens hullpartijen voor en dat bedierf de feestvreugde. En dan, om bij wjjze van spreken twee vliegen in één klap te slaan te voldoen aan de wens van de fans en een blik te gunnen in een van de streekschoolbladen hier een beschrijving van de beat- groep „The Lightfeet Spiders" uit Zoeterwoude in het blad van de Voorschotense r.k Emanuel ULO, Early Bird: Na de Shoes, die een over weldigend succes boekten in de Nederlandse Beatwereld met hun songs: „Standing and Staring", „Ask my mother" en „Na, Na, Na" heeft Zoeter woude nog een beatgroep, na melijk: „The Lightfeet Spi- Deze jonge groep boekte in een half jaar tijds vele grote successen. Ze zijn een jaar ge leden begonnen als schoolband. Ze heetten toen nog „The Tech- nicol Five". Hoewel ze nog allemaal op school zijn, kunnen er toch nog acht uren per week voor het repeteren af. Hun repertoire bestaat uit tien eigen composi ties en o.a. uit Kinks, Small Faces, Spencer Davis en num mers van de Stones. Enige weken geleden be haalden ze een fraaie tweede prijs bij „Talentkeus 1967". Hoewel ze elke week spelen in o.a. Bodegraven, Zoeterwou de, Alphen aan den Rijn, Lan- geraar enz. gaat het huiswerk toch voor. Hun contact-adres is: P. .T. Gienen, Dr. van Rhijnstraat 1, Leiderdorp. De groep bestaat uit: Dijke Leugering, 16 jaar, sologitaar; Dave Wolvers, 17 jaar, basgi- tarist; George Wolvers. 16 jaar, ritmegitarist, linkshan dig; Steve v. d. Geest, 14 jaar, drummer. „Je kunt in Leiden nooit iets vast doen Wat doe je op een onmenselijk hete zomerse dag, wa neer je met z'n.allen loom in de tuin liggend een naa moet verzinnen voor een cabaretgroep Dan wordt h een ie-wie-waai-uit-de-weg gaan van het problee „Nou, dan wordt het Wiegewaai""1, herinnert zich Wati Tiesema. „Wat kun je in zo'n situatie anders verzi nen?" Met de naam mag Wiegewaai moeite hebben g had, voor het programma hadden ze genoeg verzinsel Sinds die zomerse dag hebben de jeugdige Leidenari zich op brede wieken in de kleinkunst voort bewogi en verleden week zaterdag resulteerde dat in het winni van het Cabaretfestival '67 in Amsterdam. Een leu succes voor deze cabaretgroep, wiens bakermat in h Reinbrandtlyceum lag. Oorlog Geen windeiere Druk de modellen, die in volle (ware) grootte zijn weergegeven op 't kartoh over, vouw echter het karton eerst en leg het model voor de haan en de hen vlak langs de vouw, die op de tekening met stippellijn is aangegeven, zodat de figuren, die je door beide kartonlagen uitsnijdt, boven aan kop en staart sa menkomen. Snijdt ook de kam van dub bel karton uit, de rode lellen onder de bek, losse veren of hele vleugel, en plak (lijm) de gelijke delen op iedere zijde van hen of haan. De poten van de kip knip je uit naar fig. 4, vouw de belde stippellijnen en lijm het stuk tussen de beide lagen, die 't lijf van de hen voor stellen, vast. Zie fig. 14 en 15. De benen van de haan, die naar fig. 9 worden uit geknipt, worden op dezelfde wijze be vestigd. Een aantal kleine, gele kuikentjes maak je naar fig. 5 en de beentjes naar fig. 6. Geef ze zwarte oogjes en ze zijn klaar. Als je dan de pootjes verschillend vastlijmt, kunnen de kuikentjes 't kopje naar boven of naar beneden houden. Goed uitproberen, dat de kuikentjes 't evenwicht niet verliezen, als ze neergezet worden. ANANDI TEEUW (19), Hanneke van der Spek (21), Bob in 't Hout (20), Jacques van Egmond (21) en Watze Tiesema (22), die zich resp. met de academie voor expressie in woord en gebaar, met plannen voor het conser vatorium, met verpleging en studeren bezig houden, vormen de huidige sa menstelling van „Wiegewaai", dat een programma brengt over oorlog, vrede en godsdienst. Dat zijn althans de drie onderwerpen, die Watze, wanneer hij de uitgangspunten van zijn programma onder woorden moet brengen te binnen schieten. „Nee, niet over problemen, zegt hij. „Dat hadden we twee jaar ge leden wel, maar daar zijn we nu over heen getuimeld". Zo zijn onze manieren ree jaar geleden trad Wiegewaai eral in Nederland op. Dat werd mogelijk gemaakt, door de „Stichting Cultuurzaken", door twee leden van Wiegewaai zelf in het leven geroepen, die de belangen van deze cabaret groep ging behartigen en in brieven met een fraai „hoofd" hoog opgaf over de prestaties, hetgeen resulteer de in massa's uitnodigingen. „Ja", grinnikt Watze. „We hadden pro gramma's als: Zo zijn onze manieren en Steek je poot eens onder de deur door. Och we hebben zoveel program ma's gehad. Alleen niet in Leiden. Je kunt in Leiden nooit iets vast doen omdat je gebonden bent aan een be paald publiek. Dat heeft na drie voor stellingen je cabaret wel gezien". „IK WEET eigenlijk niet als winnaar van het cabaretfesti te voorschijn zijn gekomen" peinst W ze. „We repeteren twee keer per we- dat wel en we hadden een redelijk p: gramma. Strak qua kleding en get ren; origineel en met slimme ideeën, vergelijking met de andere drie final ten tenminste en verder. misschi hebben de meisjes lief naar de jury f keken", bagataliseert hij lachend de v< diensten van Wiegewaai. Het winnen van het caban festival heeft „Wiegewaai in ieder geval geen wini eieren gelegd. Er zijn onde handelingen gaande over maken van een plaat en i is een reusachtig aanbod gi komen om in de weekeni voortaan te gaan optrede in een café-cliantant aan lie Leidseplein in Amsterdam Van hun eigen stad moe „Wiegewaai"" het kennelij niet hebben; of draaien v daarmee de feiten om B9-67 Van bont karton hoe kleuriger, hoe beter kan men een heel kippenhok knutselen voor versiersel op de paasdis (tafel). De figuur tekeningen luiden (stellen voor) 1 kip, 2 kam, 3 vleugel, 4 poot, 5 kuiken, 6 poot, 7 haan, 8 vleugel, 9 poot, 10 kam. 11 bellen onder de snavel, 12 staart, 13 hennestaart, 14 beensteun, 15 beenbevestiging. Dat was al een goed be gin geweest, zo'n schaal met heerlijke pan nekoeken. Ja, tante Joke wist wel waar ze de jon gens een plezier mee kon „Tante Joke, wij wassen af", riepen Piet en Hein bijna tegelijk, toen de ta fel werd afgeruimd. „Goed, dan ruim ik alles wel in de kast, maar ik ga nu eerst jullie kleren boven in de kast hangen." „En ik ga me verkleden om te melken", zei oom André opgewekt. „Hè oom. mogen we mee", riepen de jongens. „Opschieten dan, 't is al de hoogste tijd." De vaat stond te blinken en te glimmen op de tafel, loen de jongens naar bo ven holden om hun „werk pakken" en laarzen aan te trekken e i toen mee naar de stal. „O. o!" riepen de jongens hij het zien van die tach tig meier lange stal, waar in de koeien, nu 'n beetje onrustig omdat het tijd om te melken was, netjes naast elkaar aan de muur vastgebonden stonden. De knecht had de elek trische machines al klaar gezet. De jongens kwamen niet uitgekeken, alles wat ze zagen was iets nieuws voor hen. Ze vroe gen honderd uit, waarom dit, en waarom dat, maar oom André en de knecht hadden het te druk met de koeien, die na de ma chine nog even met de hand nagemolken moesten worden. Intussen liepen Piet en Hein langs de rijen koeien. „Jongens, even oppassen bij Elsa, dat is ,,'n kwaaie", die slaat voortdurend met de poten achteruit." „Elsa", dacht Piet, „dat is ook een mooie naam voor zo'n kwaad beest", en nu zag hij ook dat alle koeien een naam hadden. Boven de koppen hingen de bord jes met de namen. Ook zagen ze, dat iedere koe een drinkbak had, die ze zelf konden openen en ook hoe de mest vanzelf in lange roosters werd afge voerd naar een mest- of gierkelder. vandaar dat de stal zo schoon was. >oeh!' ivat 't A hier", riep Hein, toen ze een poosje rondgekeken hadden. „De koeien geven veel warmte", zei de knecht, die met een rode zakdoek z'n voorhoofd afveegde. „Gaan jullie maar even naar de kalfjes, in de stal hiernaast", zei oom André, toen hij zag dat de jon gens uitgekeken waren op de koeien. Nu waren de jongens pas goed op dreef. Ze konden de kalfjes aaien en over de snoeten en rug gen strijken; veel leuker, dan een koe, die je met die ronde nietszeggende ogen stond aan te staren. Buiten stonden nog twee geitjes aan een touw ge bonden. „Zouden ze snoepjes blit ven?" vroeg Piet, die al i zijn zakken begon te voi len. Ha, daar kwam toffee te voorschijn. Eer- liet hij het geitje er ai snuffelen en toen haf daar verdween 't snoep} in de geitenbek. „Jammer dat ik voor di ander niets heb", maar ooi Hein had niets meer i zijn zakken. HPoch was het niet zo er jammer, want de ge met het kleverige snoep; in de bek, begon als ee razende te springen. 1 kiezen zaten vastgeplas aan de toffee, 't Was o angstig te worden. Jui' kwam oom André aan. Toen de jongens hem vei telden van de toffee, oper de hij rustig de bek va het onrustige dier, haald het kleverige spul er ui en weldra was het geitj „Kijk jongens, hier kom« we aan het oudste d« van de boerderij, dit is gf bouwd ongeveer in de H eeuw, hier mogen we n' aan verbouwen, voor restauratie zorgt „Mom mentenzorg". Vol ontzag keken de jot gens naar het oudste gf deelte van de boerderij „Vanavond vertel ik juli de geschiedenis van d huis", zei oom. „Nu gaa we even rondom het hu kijken en naar de Ge- die onder langs stroomt (Wordt vervolgd

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidse Courant | 1967 | | pagina 10